VERKIEZING FEUILLETON. DE WELDOENSTER Homtafd m Zeveniieade Jaargang. 1915. Woensdag 7 April. te ALKMAAR °p Maandag 19 April 1915. Tan een lid yan den gemeenteraad. De BURGEMEESTER der gemeente ALKMAAR brengt, overeenkomstig art. 51 der Kieswet, ter al- gemeene kennis, dat bij hem op DINSDAG 18 APUEL c.R., ter secretarie dier gemeente, van des voormiddags tot des namiddags 4 uur, kunnen worden ingeleverd opgaven van candidaten voor een lid van den Gemeenteraad, ter vervulling der vacature, ontstaan door het ontslag nemen als zoo danig van den heer Mr. A. J. F. M. N. DORBICK, die zitting had voor het 2de kiesdistrict. Voor zooveel noodig wordt er aan herinnerd, dat die opgaven moeten inhouden den naam, de voor letters en de woonplaats van den candidaat, en on derteekend zijn door ten minste vier eri twintig kiezers, bevoegd tot deelneming aan deze verkiezing. De tot invulling bestemde formulieren voor de bedoelde opgaven zijn van heden af ter secretarie dezer gemeente kosteloos verkrijgbaar. De Burgemeester voornoemd, O. RIPPING. BINNENLAND. Gemengd Nieuws. CONGRES S. D. A. P. Het 21ste congres der S.D.A.P. werd gedurende de Paaschid'agen in de groote zaal van Musis Sacrum te Arnhem gehouden. 285 Afdeelingen waren vertegen woordigd door 428 leden. Zaterdagavond werd als gewoonlijk vöör een congres, een feestelijke vergade ring gehouden, waarin de heer J. E. W. Duys, lid der Tweede Kamer als spreker optrad. Zondagmorgen werd het congres geopend met een rede van den voorzitter van het Partijbestuur (P.B.), den heer W. H. Vliegen, die er op wees, dat 1914, het geen een jubeljaar had kunnen worden naar aanlei ding van het 25-jarig bestaan der Internationale, een oorlogsjaar werd, waarin de Internationale tijdelijk werd uiteengejaagd1. Er was anders wel reden tot te vredenheid geweest, de partij nam steeds in sterkte toe, de stakingen dn Zaandam en Almelo toonden, dat het proletariaat wakker was. Ook op politiek gebied ge schiedde een en ander, dat reden tot tevredenheid gaf de grondwetsherziening werd voorbereid^ stuwadoors wet en andere sociale wetten aangenomen. Spr. wees er op, dat de partijleiding bij het uitbreken van dien oorlog maatregelen heeft getroffen die de par tij als orgisatie intact deden blijven, wèl heeft ze gele den döor innerlijke verdeeldheid, in het teeken waar van het 21ste congres staat. Spr. wees er op, dat de houding van de in sommige opzichten te prijzen is (werklooa ievensmiddelenwet, zeeoorlogsongevallenwet, werk- en crediet-verschaffing)maar daar staat schaduw tegen over: de leeningswet en de wijze .van dekking, waarbij de arbeiders een veel te grooten last dragen; de ver- f oeding aan gemobiliseerden en werkloozen, die veel te lein is. Spr. herdacht de diverse feesten uit het afgeloopen jaar en de personen van nationale en internationale be- teekeais, die in het afgeloopen jaar overleden. Aan de orde was daarna de bespreking der partij leiding. Hierbij kwamen in behandeling de volgende voorstellen van het P. B. met de bijbehoorende amende menten der afdeelingen. Het partijbestuur had deze moties gesteld: I. Het congres, van oordeel, dat het standpun t van de sociaal-demo cratie inzake militarisme, volksleger of ontwapening voor de naaste toekomst in hoofdzaak slecbis interna tionaal kan worden vastgesteld, en dat de vraag welke houding in heit bizonder de kleine staten van Europa nopens deze vraagstukken zullen hebben aan te nemen, eerst zal tonnen worden onder de oogen gezien als na den vrede die kleine sta ten zekerheid zullen hebben gekregen omtrent hun in ternationale positie; wijst iedere poging om vóór dien tijd deze belang rijke kwestie in een commissie te doen onderzoeken, als voorbarig van de hand, en spreekt het vertrouwen uit, dat, zoodra het oogen- blik daartoe zal zijn gekomen, het partijbestuur een in ternationale behandeling dezer vraagstukken tijdig en deling de breed zal doen voorbereiden II. 'Het congres: overwegende dat in dien toestand^ door het uitbreken van den tegenwoordigen oorlog geschapen, het belang van de Nederlandsche arbeidersklasse, samenvallende met dat van de geheele natie, de handhaving van de onzijdigheid en onafhankelijkheid des lands met alle beschikbare middelen gebood, overeenkomstig het door de Socialistische Internationale steeds geëisdite recht van zelfbeschikking voor alle volken keurt de döoi de partijleiding gevolgde gedragslijn goed 'en verklaart uat, zoo lang deze toestand voort duurt, dezelfde gedragslijn moet worden gevolgd. III. Het congres verklaart, tot bevordering der in ternationale ontwapening en ter voorkoming van nieu we oorlogen, de actie voor den vrede, in overeenstem ming met de andere partijen der Internationale, met al le eneiigie te zullen voeren en aarvaardt voor die actie het standpunt, -dat de partij de mogelijkheid van samen werking met andere naar den wereldvrede strevende krachten in het volk moet openlaten. IV. Het congres spreek zich uit ten gunste der meest strikte neutraliteit en eischt van allen, die een verantwoordelijke positie in de partij bekleeden, zich daarnaar te gedragen. IV. Het congres spreekt zich uit ten gunste der die delegatie der partij in het Internationaal Sodalis* tisch Bureau om daarin het standpunt der neutrale landen te vertegenwoordigen en die geschiktheid van het bureau als bemiddelaar tusschen de socialistische partijen der oorlogvoerende landen te versterken. Vanwege de oppositie werd het eerst het woord ge voerd door den heer R. Kuyper, Amsterdam. Deze deed een aanval op de moties en zette daartoe het Anti militaristische denkbeeld uiteen. Geen man en geen cent is -door de oppositie niet geheel aanvaard maar beperkt, met het oog op de tijdsomstandigheden. De -eerste motie van het Partijbestuur houdt in de landsverdediging met wapengeweld- door die kapitalis ten. De arbeiders zullen zich dus aan een oproep van den staf -en -dte kapitalistische regeering moeten onder werpen. De Internationale heeft volgens Spr. niet steeds ge- ëisoht het recht van zelfbeschikking voor alle volken, zooals -de motie der Partijleiding zegt; dat recht be- teeken-t nog geen plicht om voor die nationale verdedi ging op te komen. Hoe i3 -de nationale verdediging verdedigbaar met de resolutie, dat alle geldmiddelen voor oorlogsdoel einden geweigerd moeten worden? De volksleger-eisch is op het Congres te Leeuwarden aanvaard om op te komen tegen de bourgeoisie bij een sociale revolutie; toen is -door Vliegen bet bestaan van een vaderland ontkend en de gedachte aan nationale verdediging door het leger is daar verworpen door Troelstra. Er bestaat geen bindende motie betreffende de landsverdediging. Nooit is door Troelstra in de Kamer de nationale verdediging ondubbelzinnig aan vaard; hij heeft steeds de restrictie hierbij gevoegd, dat alleen dan de landsverdediging te billijken is, al3 het vaderland voor de proletariërs wat waard is, en dat is nog niet het geval. Spr. betoogde, dat de nationale gedachte moet wor den overwonnen. Wanneer deze gedachte te krachtig blijkt, komt dlit doordat de socialisten ten strijde trek ken voor eigen have en goed, uit zelfbehoud of staats- behoud, niet door de nationale gedachte. De aanvaarding der nationale gedachte brengt met zich piéé-stemmen vóór de oorlogsbegrooting; wanneer -de nationale verdediging aanvaard wordt, moeten alle militaire maatregelen, zoowel in tijden van oorlog als in -die van vrede, goedgekeurd worden, en dus ook in vredestijd met -de bourgeoisie meegaan. Aanvaarding -der oorlogscredieten brengt veel meer met zich mee -dan die mobilisatie ter handhaving der neutraliteit. Waneer bij niet-mobilisatie ons land door vreemde troepen werd overstroomd, zouden wij bij den vrede op onze onafhankelijkheid kunnen aandringen en daar bij op dien steun der sociaal-democraten over de grens kunnen rekenen, daar men dan alleen uit sociale, inter nationale gedachte gedemobiliseerd was gebleven. Spr. oordeelde dien Godsvrede den besten tijd voor propaganda, de bourgeoisie heeft er partij van getrok ken, 'en de partijleiding der S. D. A. P. heeft zich daar bij in het gezicht laten slaan, zonder Iets tegen te Hoen. Spr. keurde het zitting nemen van Schaper en Vlie gen in den AntLOorlograad af, samenwerking tus schen bourgeoisie en proletariaat-acht hij in -dit opzicht niet mogelijk. Trouwens volgens spr. was nu al geble ken, dat de Anti-Oorlog-Raad als propagandalichaam niets beteekent en een doodgeboren kind ia. Na het Congres in Zwolle twijfelde spr. reeds eraan, of de partij haar karakter behield; hij heeft thans haar degeneratie gezien en een op den voorgrond plaatsen van die toternationale na den oorlog verwacht spr. na Troelstris brochure niet meer. Daarin plaatst deze de nationaliteit op dien voorgrond, aanvaardt dte nationale gedachte; daaraan kleeft een verbreking dier internati onale soliditeit Verder wil Troelstra in zijn brochu re een propaganda voor de massa, een buigen dus voor de massa; Sdiapei vil dit eveneens. Dat beteekent door de schrijfster van „Elizabeth and her German Garden". 74) o „Lieve Anna", zei mevrouw von Treumann geme lijk, „er is geen sprake van, dat dames van goede fa milie en opvoeding haar kunnen dulden." „Geen sprake van", stemde de barones met nadruk toe. „Waarom niet? Is zij niet een vrouw evenals wij? Was zij ook niet ongelukkig en arm? En zal zij ook niet eenmaal in den hemel komen, evenals wij er op hopen Dit vonden zij profaan. „Wij zullen elkaar allen, hoop ik, in den hemel we derzien", zei mevrouw von Treumann zacht. Toen kuchte zij even en ging voort: „Maar intusschen reke nen wij het tot onzen plicht je te vragen of je wel weet, wat haar vader geweest is." „Hij was een letterkundig man", zei Anna; zij her innerde zich Früulein KuhrSuberis antwoord op haar vraag daaromtrent. „Jawel, maar welk soort Ietteren?" „Zij trachtte ons datzelfde antwoord te geven", klonk de stem van de barones. „Van welk soort letteren herhaalde Anna vragend. „Hij bracht al de letteren in brieven rond in een tasch", zei mevrouw von Treumann. „In een tasch?" „In één woord, lief kind, hij was brievenbesteller, en zij heeft een onwaarheid aan je verteld." Er ontstond een oogenblik stilzwijgen.^ Anna duwde met de tip van haar schoen een voetbankje voort. „Het is niet aardig onwaarheden te vertellen", zei ze, toen met haar oogen op het voetbankje gevestigd. „Neen, zeker niet", stemde de barones toe. „Vooral in dit geval", zei mevrouw von Treumann. „Ja, vooral in dit geval", sprak Anna opkijkende. „Wij dachten wel dat je het niet wist en wisten ze ker dat je er van schrikken zou. Nu begrijp je toch hoe onmogelijk het is voor dames van goede familie, om om te gaan met zulk een menschwij weten zeker, dat je zoo iets ook niet van ons vergen zult, maar haar wegzenden." „Neen", zei Anna heel zacht. „Wat, neen, kindlief?" vroeg mevrouw von Treu mann vriendelijk. „Ik kan haar niet wegzendten." „Kan je haar niet wegzenden?" riepen zij beiden tegelijk. Beiden lieten haar werk in haar schoot val len en beiden keken Anna verbaasd aan, die de oogen steeds op het voetbankje gericht hield. „Heb je een levenslang contract met haar gesloten?" vroeg mevrouw von Treumann met groote opgewon denheid; want zulk eeü contract was met haar niet aangegaan. „Ik heb niet precies gezegd wat ik bedoel", zei An na, de oogen opslaande. „Ik meen niet, dat ik haar werkelijk niet kan wegzenden, want dat kan ik natuur lijk wel als ik wil. Maar wat ik precies meen, is, dat ik het niet wil." Weder een pauze. Geen van de dames had zulk een houding verwacht. „Dit is een zeer ernstig geval", merkte mevrouw von Treumann wanhopig op. Zij nam haar werk weer in de hand, trok aan de steken, maakte knoopen in den draad. Zij en de barones hadden beiden zeker gedacht, dat Anna te recht zeer vertoornd1 zou zijn als zij de waarheid hoorde. Men zag zonder eenigen twijfel aan haar manier van doen dat het haar onaangenaam was, maar haar.misnoegen, hoe zonderling het schijnen moge, scheen haar zelf te gelden in plaats van Frau- lein Kuhrtober. Wat konden zij, zonder haar waar digheid te verliezen, nu doen?' Mevrouw von Treu mann was boos en verbaasd. Zij dacht aan Karl- chen's raad ten opzichte van ultimatums, ze wou dat ze er vroeger aan gedacht had; maar wie had1 zich dan ook zulk een dwaasheid van Anna tonnen voorstel len Nooit had zij zulk een dwaasheid ontmoet. een uiteenvallen der Internationale, een bukken voor de gunst der andere partijen in den lande, om dte mas sa én kleurlooze middenstof te winnen. Nooit zal spr. een -diergelijke ver doorgevoerde propaganda sanction- neeren. Met -dte moties zou slechts een schijo-eenheid worden verkregen om het P.B. te houden. Spr., die wanneer de moties aangenomen worden, in de partij blijft tot rusti ger tijden, oor-deelde dat ze des avoueeren dte mannen, diie in Servië en Du-itschland tegen -dte oorlogscredieten stemden. De heer Mr. G. W. Sannes, Kamerlid, zei -dat het hettn niet mogelijk is, den meermal-en gegeven raad, om die geschillen bij te leggen, op te volgen. Spr. riep den afgevaardigden toe,.zich los te maken van overwe gingen over de gevolgen van een aftreden der leiding, en zich zelf te zijn. Een onzuiverheid noemde spr. het samenkoppelen van de kwesties-de partijleiding en het stemmen voor de oorlogscredieten. Spr. wilde een uitspraak over deze punten afzonderlijk. De beslissing der Kamer fractie over de mobilisatie-credieten had tot grondslag de overtuiging,dat de mobilisatie -de kans op oorlog vermindert, het' waren meer vrediescredieten dan oor logscredieten. Daarom wilde -de fractie haar stem er niet aan onthouden. Spr. was van oordeel, dat de partij zich moet blijven gedragen als oppositie zoolang het de militaristische politiek betreft, -en -dus de landsverdbd'iging niet moet steunen. Wanneer men het standpunt aanvaardt, dat men in geval van oorlogsgevaar wel voor mobilisatie- credieten stemt, als daardoor kans bestaat een oorlog te voorkomen, dan blijft men afhankelijk van dte bour geoisie. Wanneer men -daarentegen de internationale o andten herstelt en versterkt, dan zal het internationaal volksbestaan van welk land ook worden gewaarborgd. Een volk dat niet wil vechten voor de landsverdedi ging, -is geen volk van lammelingen, zooals men het genoemd heeftdat volk zal in den klassestrijd bewij- zij geen laf volk te zijn. Het begrip van nationale eer e. d. laat de sociaal-democraten -koud. De Stuttgarter resolutie: werken voor den vrede, ook in oorlogstijd, is geen onding, zooals beweerd -is; de -internationale band, die ook thans nog die vrouwen bindt, bewijst dat. Spr. hoopte, dat di-t congres de stem dter vrouwen zal beantwoorden en ia het buitenland den -drang naar de Internationale zal versterken. Al leen dan kan de vrede verzekerd worden. Daarna was het woord aan mr. P. J. Troelstra, -die het kapitalisme alléén voor de gruwelen van dozen oor log verantwoordelijk stelde. De toekomst is -donker en het valt moeilijk, te beoondeelen of men goed heeft ge daan en welke gedragslijn te volgen is. Een Congres in dezen -tijd kan onmogelijk een program vaststellen. Spr. wees er op, dat in alle landen ae socialistische partij bij het stemmen over de oorlogscredieten de natl- onalte gedachte heeft aanvaard. Spr. stond daarna stil bij die verschillende vormen, waarin zich hier te lande de oppositie daartegen uitte. Het eenige positieve, dat die oppositie gedaan heeft, is het voostel tot een nieuw program, dat echter door de idee: geen man en geen cent, geen levensvatbaar heid had. De Kamerfractie heeft vóór dte mobilisatie- credieten gestemd, terwijl sommige leden er misschien niiet van harte mee instemden. Spr. zelf beschouwde dteze credieten noodig voor de verdediging der natio nale onafhankelijkheid. Zelfs door de oppositie is toegegeven, dat de hou ding der Kamerfractie kan worden gebillijkt -door vroe gere resoluties. Men is nu gaan snuffelen of er geen uitlegging dier resolutie te vinden is, die een andere lezing toestaat. Spr. geeft hier niet om; het program heeft op deze resoluties gesteund, steunt op een volksleger, en niet op de uitlatingen van de personen die aan de samenstel ling der resoluties hebben meegewerkt. Spr. heeft het woord gesproken: de nationale ge dachte overheersebt de nationale geschillen. Men zegt: dte arbeider heeft geen vaderland; maar het streven der sociaal-democraten richt zich juist daarop, 'dat men de toestanden voor de soc.-dem. zal verbeteren, zoodat zij zullen krijgen wat zij noodig hebben en dus aan -dat land gebonden zullen worden, waar een dergelijke toestand voor hen verkregen is. De Nederlandsche socialisten achten zich blijkbaar beter dan in andere landen, als zij zich verbeelden an diers te zullen handelen dan zij, die te hoop liepen om hun land en hun volk te verdedigen. Spr. acht -dit geen breede opvatting, maar bekrom pen. Wanneer dte overval het geheele volk verrast, wordt ieder meegesleept, lot welke partij men ook be hoort- het instinct tot zelfbehoud beheerscht dan alles, tijd tot denken en praten bestaat niet, en een program valt als een kaartenhuis ineen. Spr. ziet geen absolu te tegenstelling tusschen nationaal en internationaal; het woord internationaal beduidt iets samenhoorigs, naties die bij elkander behooren en in een bepaaldte ver houding tot elkander staan; maai- vervalt de natie, dan verdwijnt ook de combinatie. Spr. heeft hier zijn overtuiging gegeven als socialist, die voor zich en zijn makkers een vaderland wil ver overen, en met deze overtuiging staat en valt hij. Ver loochening van karakter ton niet van hem gevraagd wordendat eischt hij ook van niemand anders en hij kan alleen leider blijven als hij weet, niet -te handelen „Het is een geval waar de politie in gemengd moet worden", viel de barones driftig in; al de trots van de Elmreich's kwam in opstand tegen het dreigend lot, dat haar veroordeelen zou de rest van haar levens dagen door te brengen in gezelschap van de nakome ling van een brievenbesteller. „In uw advertentie stond uitdrukkelijk vermeld, dat een goede afkomst vereischt werd en zij is hier gekomen onder bedriege- lijke voorwendsels. U heeft de bewijzen in haar brie ven. Zij is binnen bereik van de armen der wet." Anna kon niet nalaten te glimlachen. „Geef haar niet bij de politie aan", zei ze. „Ik zou schrikken als iets als dte armen der wet mijn huis binnen trad. Ik zal straks na tafel de bewijzen verbranden." Toen wendde zij zich tot mevrouw von Treumann. „Als u er goed over nadenkt", zei ze, „dan weet ik zeker, dat u niet van mij verlangen zult, dat ik zoo onbarm hartig, zoo onmeedoogend zou zijn, Emilie weg te zenden tot haar vroegere armoede, alleen omdat haar vader, die al dertig jaar dood' is, brievenbesteller was." „Maar Anna, je moet verstandig wezen je moet de zaak ook eens van den anderen kant bekijken. Nooit heeft men van een Treumann geëischt om te gaan met „Maar als het een braaf mensch was? Als hij zijn werk eerlijk gedaan heeft, gebeden heeft en zich goed gedragen? Wij hebben geen enkele reden om te betwij felen, dat hij een uitstekende brievenbesteller geweest is", ging zij voort en er scheen een ondeugend lichtje in haar oogen„stipt, vlijtig, in één woord prijzens waardig." „Dan ziet u nergens bezwaar in?" riep de barones buitengewoon bitter. „Trekt u nergens een grens? Zijn alle overleveringen en vooroordeelen van den adel u onverschillig?" „O, ik heb tegen veel dingen bezwaar. Ik zou het prettiger gevonden hebben als de brievenbesteller wer kelijk de verlichte letterkundige geweest was, .zooals de arme Emilie gezegd heeft in haar eigen belang, in het mijne en in het uwe. En ik houd niets van on waarheden en dat zal ik ook nooit doen. Maar ik tegen den wil dter partij. Het Congres heeft niet ten doel, zooals beweerd is, het nationalisme in -de partij vast te leggen; het is thans niet het oogenbliik, nieuwe standpunten te bespre ken en vast te stellen. Geen uitspraak over de nati onale gedachte is noodig; het Congres zal zich slechts hebben uit te spreken over de resolutie van het Partij bestuur. Geheel Nederland- voelt voor -die handhaving der Bel gische onafhankelijkheid; maar dan voelt men toch ze ker ook voor de handhaving der Nederlandsche onaf hankelijkheid. Dat België zich verdtedigt heeft, wordt algemeen goedgekeurd (geroep jal ja! neenl neen!). De heer Troelslra is van meening, dat een vliegraid van Duiitsdhe vliegmachines en eenige bommen het ge roep van „neen" wel zouden doen verstommen. Hij verklaart, bij de nieuwe aanvrage van een oor- logsleening in de Kamer net zoo -te willen spreken als op 3 Aug.men weet dus wat hij zal -doen en welke maatregelen men moet nemen om -dit te voorkomen. Spr. wees daarna elke bewering, dat de S. D. A. P. dien Godsvrede heeft voorgesteld, terug. Het zou, naar spr. meent, waanzin zijn geweest, als de sociaal- democratie in Nederland niet met -die regeering was meegegaan, maar een revolutie op touw had gezet. De regeering en de bourgeoisie hebben bij den Gods vrede meer toegegeven dan de S. D. A. P. Spr. behandelde daarna de resolutie. Hij wees er o.m. op, -dat de oppositie bereid had moeten zijn, die plaats der partij-leiding in te nemen, dan was zij con sequent geweest, thans wil zij de leiding aanlaten, na haar gedrag te hebben laten onderzoeken door een commissie. Betreffende de ontwapening, die quaestie „geen man en geen cent", bestaan nog zeer verwarde denkbeelden. Ook het partijbestuur is vóór ontwapening, internati onale ontwapening echter. Het is echter de vraag, of deze quaestie -thans gesteld kan worden op het pro gram van Nederland, dat door gewapende landen om ringd isontwapening van Nederlah-d zou thans neer komen op inlijving bij het militaristische stelsel van Duitsehland. Ook in de Kamerfractie gaan stemmen op voor ontwapening; maar mr. Mendels b.v. waar schuwt ervoor, dat ontwapening niet past in het raam onzer maatschappij en mr. Sannes acht ontwapening meer een strij-dkreet dan een eisch van het oogenblik. Ten aanzien van den Anti-Oorlograad bestreed spr. die meening dat alle burgerlijke partij-en aan het impe rialisme zouden vastzitten. Hij wil de gelegenheid overlaten voor -die partij-en om zich wat den vrede be treft bij -de socialisten aan te sluiten. Spr., die zes uur lang het woord voerde, sprak ten slotte -de hqpp uit, -diat die eenheid behoudten zal worden en tot daadkracht leiden. Gistermorgen negen uur werd de zitting hemt. Voor de discussies haddten zich ruim 40 sprekers opgegeven. Pas na middernacht werd tot stemming overgegaan. In de eerste plaats werd! gestemd tusschen de resolu tie van het Partijbestuur in zake de Partijleiding, ge lijk zij nader -is geamendeerd door invoeging van een olinea, en een resolutie Zaandam-Dordrecht. (Ver werping der landsverdediging). Besloten werd, dat degeen, die de partijleiding wil afkeuren, blanco zal stemmen. Voorat wordt echter met groote meerderheid verwor pen (12 stemmen voor) de volgende resolutie van Schiedam: „Het Congres enz. spreke zijn teleurstelling uit over de houding dier partijleiding in zake den oorlog. verklare het noodzakelijk, dat de partij voortdurend streve naar verheldering der massa inzake het imperi alisme en scherper dan tot heden -positie neme tegen nationalisme en imperialisme, besluite -dat voortaan de strijd 'tegen deze bei-de, in het bijzonder tegen het militarisme, zal gevoerd wor den ook met de scherpste wapenen, opdat onzerzijds worde medegewerkt om, zoo noodig met algemeene dienstweigering en algemeene werkstakingen, een vol genden wereldoorlog te voorkomen." Bij de nu volgende stemming werden uitgebracht op de resolutie van het Partijbestuur 555 stemmen, en op die van Zaandam-Dordrechit 231 stemmen, terwijl 10 stemmen in blanco worden uitgebracht. De resolutie van het Partijbestuur is dus met groote meerderheid aangenomen. De uitslag werd met applaus begroet. De resolutie van het Partijbestuur in zake het mili tarisme werd hierna met groote meerderheid aangeno men, evenals die in zake den Anti-Oorlogs-Raad, na- dat medegedeeld is, dat over aansluiting van de Partij als zoodanig eerst de Partij zal worden geraadpleegd. Ten slotte werd nog aangenomen een motie in zake die neutraliteit. Het congres spreekt zich 'hierin uit ten gunste van de meest strikte neutraliteit en-eischt van allen, die een verantwoordelijke positie in de partij be kleeden, zich daarnaar te gedragen. Het Congres werd te half één verdaagd tot Dins dagmorgen tien uur. houd van Emilie en ik zal het haar alles vergeven." „Dus dan blijft zij hier?" „Ja, zoo lang als ze wil. En doe uw best, ach doe uw best in te zien hoe goed zij is en hoeveel er in haar is om lief te hebben. U heeft haar een echten dienst bewezen", voeg4e Anna er glimlachend bij, „want nu heeft zij dat leugentje niet meer op haar hart en zij zal in staat zijn zich werkelijk gelukkig te voe len." De barones nam haar werk bij elkaar en stond op. Mevrouw von Treumann keek haar zenuwachtig aan en stond ook op. „Dan begon de barones, bleek van beleedigde trots en fatsoen. „Werkelijk dan begon mevrouw von Treumann wat flauwer, maar zich gedwongen gevoelende in deze zaak haar voorbeeld te volgen. Zij konden zich in ie der geval laten overreden om van meening te verande ren. Anna stond ook op en zoo stonden zij tegenover elkaar. Er zou iets vreeselijks gebeuren, dat begreep zij, maar wat? Waren zij van plan beiden haar af scheid aan te kondigen? De barones, verheven tot haar volle lengte, keek haar aan, deed haar mond open om den volzin te vol-v eindigen en sloot dien weder. Zij was ontzettend ge agiteerd en hield haar kleine klauwtjes van handen stijf ineen, om te verbergen hoezeer zij trilden. Het eenige wat zij nog op de wereld bezat was de trots een Elmreich te wezen en barones; en toen de mee- doogeniooze jaren over haar waren gegaan en zij ar mer geworden was en leelijker, en onbeduidender, was haar trots toegenomen en versterkt en dit, ge voegd1 bij haar hartstochtelijk gevoel voor gepastheid en afschuw van alles wat in het minst twijfelachtig was op het gebied van reputatie, was eindelijk de hoofdader geworden van haar geheele wezen. „Dan", zoo begon zij nogmaals met groote inspanning, want zij bedacht hoe zij vaak geen voedsel had gehad, wan neer zij hongerig was en geen vuur wanneer zij het koud had, geen dokter wanneer zij ziek was en dat de koude geregeld scheen in te vallen, wanneer zij het meest gebrek aan geld had waardoor zij eerst veel meer honger had dan anders en later veel vaker ziek was, alsof de natiiur zelf een wrok tegen haar koes terde. Wordt voTvolard. Me Veeprantt

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1915 | | pagina 5