VERKIEZING
FEUILLETON.
DE WELDOENSTER
Homtafd m Zeveniieade Jaargang. 1915.
Woensdag 7 April.
te ALKMAAR
°p Maandag 19 April 1915.
Tan een lid yan den gemeenteraad.
De BURGEMEESTER der gemeente ALKMAAR
brengt, overeenkomstig art. 51 der Kieswet, ter al-
gemeene kennis, dat bij hem op DINSDAG 18
APUEL c.R., ter secretarie dier gemeente, van des
voormiddags tot des namiddags 4 uur, kunnen
worden ingeleverd opgaven van candidaten voor
een lid van den Gemeenteraad, ter vervulling der
vacature, ontstaan door het ontslag nemen als zoo
danig van den heer Mr. A. J. F. M. N. DORBICK,
die zitting had voor het 2de kiesdistrict.
Voor zooveel noodig wordt er aan herinnerd, dat
die opgaven moeten inhouden den naam, de voor
letters en de woonplaats van den candidaat, en on
derteekend zijn door ten minste vier eri twintig
kiezers, bevoegd tot deelneming aan deze verkiezing.
De tot invulling bestemde formulieren voor de
bedoelde opgaven zijn van heden af ter secretarie dezer
gemeente kosteloos verkrijgbaar.
De Burgemeester voornoemd,
O. RIPPING.
BINNENLAND.
Gemengd Nieuws.
CONGRES S. D. A. P.
Het 21ste congres der S.D.A.P. werd gedurende de
Paaschid'agen in de groote zaal van Musis Sacrum te
Arnhem gehouden. 285 Afdeelingen waren vertegen
woordigd door 428 leden. Zaterdagavond werd als
gewoonlijk vöör een congres, een feestelijke vergade
ring gehouden, waarin de heer J. E. W. Duys, lid der
Tweede Kamer als spreker optrad.
Zondagmorgen werd het congres geopend met een
rede van den voorzitter van het Partijbestuur (P.B.),
den heer W. H. Vliegen, die er op wees, dat 1914, het
geen een jubeljaar had kunnen worden naar aanlei
ding van het 25-jarig bestaan der Internationale, een
oorlogsjaar werd, waarin de Internationale tijdelijk
werd uiteengejaagd1. Er was anders wel reden tot te
vredenheid geweest, de partij nam steeds in sterkte toe,
de stakingen dn Zaandam en Almelo toonden, dat het
proletariaat wakker was. Ook op politiek gebied ge
schiedde een en ander, dat reden tot tevredenheid gaf
de grondwetsherziening werd voorbereid^ stuwadoors
wet en andere sociale wetten aangenomen.
Spr. wees er op, dat de partijleiding bij het uitbreken
van dien oorlog maatregelen heeft getroffen die de par
tij als orgisatie intact deden blijven, wèl heeft ze gele
den döor innerlijke verdeeldheid, in het teeken waar
van het 21ste congres staat.
Spr. wees er op, dat de houding van de
in sommige opzichten te prijzen is (werklooa
ievensmiddelenwet, zeeoorlogsongevallenwet, werk- en
crediet-verschaffing)maar daar staat schaduw tegen
over: de leeningswet en de wijze .van dekking, waarbij
de arbeiders een veel te grooten last dragen; de ver-
f oeding aan gemobiliseerden en werkloozen, die veel te
lein is.
Spr. herdacht de diverse feesten uit het afgeloopen
jaar en de personen van nationale en internationale be-
teekeais, die in het afgeloopen jaar overleden.
Aan de orde was daarna de bespreking der partij
leiding. Hierbij kwamen in behandeling de volgende
voorstellen van het P. B. met de bijbehoorende amende
menten der afdeelingen.
Het partijbestuur had deze moties gesteld:
I. Het congres,
van oordeel, dat het standpun t van de sociaal-demo
cratie inzake militarisme, volksleger of ontwapening
voor de naaste toekomst in hoofdzaak slecbis interna
tionaal kan worden vastgesteld,
en dat de vraag welke houding in heit bizonder de
kleine staten van Europa nopens deze vraagstukken
zullen hebben aan te nemen, eerst zal tonnen worden
onder de oogen gezien als na den vrede die kleine sta
ten zekerheid zullen hebben gekregen omtrent hun in
ternationale positie;
wijst iedere poging om vóór dien tijd deze belang
rijke kwestie in een commissie te doen onderzoeken, als
voorbarig van de hand,
en spreekt het vertrouwen uit, dat, zoodra het oogen-
blik daartoe zal zijn gekomen, het partijbestuur een in
ternationale behandeling dezer vraagstukken tijdig en
deling de
breed zal doen voorbereiden
II. 'Het congres:
overwegende dat in dien toestand^ door het uitbreken
van den tegenwoordigen oorlog geschapen, het belang
van de Nederlandsche arbeidersklasse, samenvallende
met dat van de geheele natie, de handhaving van de
onzijdigheid en onafhankelijkheid des lands met alle
beschikbare middelen gebood, overeenkomstig het door
de Socialistische Internationale steeds geëisdite recht
van zelfbeschikking voor alle volken
keurt de döoi de partijleiding gevolgde gedragslijn
goed 'en verklaart uat, zoo lang deze toestand voort
duurt, dezelfde gedragslijn moet worden gevolgd.
III. Het congres verklaart, tot bevordering der in
ternationale ontwapening en ter voorkoming van nieu
we oorlogen, de actie voor den vrede, in overeenstem
ming met de andere partijen der Internationale, met al
le eneiigie te zullen voeren en aarvaardt voor die actie
het standpunt, -dat de partij de mogelijkheid van samen
werking met andere naar den wereldvrede strevende
krachten in het volk moet openlaten.
IV. Het congres spreek zich uit ten gunste der
meest strikte neutraliteit en eischt van allen, die een
verantwoordelijke positie in de partij bekleeden, zich
daarnaar te gedragen.
IV. Het congres spreekt zich uit ten gunste der
die delegatie der partij in het Internationaal Sodalis*
tisch Bureau om daarin het standpunt der neutrale
landen te vertegenwoordigen en die geschiktheid van
het bureau als bemiddelaar tusschen de socialistische
partijen der oorlogvoerende landen te versterken.
Vanwege de oppositie werd het eerst het woord ge
voerd door den heer R. Kuyper, Amsterdam. Deze
deed een aanval op de moties en zette daartoe het Anti
militaristische denkbeeld uiteen. Geen man en geen
cent is -door de oppositie niet geheel aanvaard maar
beperkt, met het oog op de tijdsomstandigheden.
De -eerste motie van het Partijbestuur houdt in de
landsverdediging met wapengeweld- door die kapitalis
ten. De arbeiders zullen zich dus aan een oproep van
den staf -en -dte kapitalistische regeering moeten onder
werpen.
De Internationale heeft volgens Spr. niet steeds ge-
ëisoht het recht van zelfbeschikking voor alle volken,
zooals -de motie der Partijleiding zegt; dat recht be-
teeken-t nog geen plicht om voor die nationale verdedi
ging op te komen.
Hoe i3 -de nationale verdediging verdedigbaar met
de resolutie, dat alle geldmiddelen voor oorlogsdoel
einden geweigerd moeten worden?
De volksleger-eisch is op het Congres te Leeuwarden
aanvaard om op te komen tegen de bourgeoisie bij een
sociale revolutie; toen is -door Vliegen bet bestaan van
een vaderland ontkend en de gedachte aan nationale
verdediging door het leger is daar verworpen door
Troelstra. Er bestaat geen bindende motie betreffende
de landsverdediging. Nooit is door Troelstra in de
Kamer de nationale verdediging ondubbelzinnig aan
vaard; hij heeft steeds de restrictie hierbij gevoegd, dat
alleen dan de landsverdediging te billijken is, al3 het
vaderland voor de proletariërs wat waard is, en dat is
nog niet het geval.
Spr. betoogde, dat de nationale gedachte moet wor
den overwonnen. Wanneer deze gedachte te krachtig
blijkt, komt dlit doordat de socialisten ten strijde trek
ken voor eigen have en goed, uit zelfbehoud of staats-
behoud, niet door de nationale gedachte.
De aanvaarding der nationale gedachte brengt met
zich piéé-stemmen vóór de oorlogsbegrooting; wanneer
-de nationale verdediging aanvaard wordt, moeten alle
militaire maatregelen, zoowel in tijden van oorlog als
in -die van vrede, goedgekeurd worden, en dus ook in
vredestijd met -de bourgeoisie meegaan.
Aanvaarding -der oorlogscredieten brengt veel meer
met zich mee -dan die mobilisatie ter handhaving der
neutraliteit.
Waneer bij niet-mobilisatie ons land door vreemde
troepen werd overstroomd, zouden wij bij den vrede
op onze onafhankelijkheid kunnen aandringen en daar
bij op dien steun der sociaal-democraten over de grens
kunnen rekenen, daar men dan alleen uit sociale, inter
nationale gedachte gedemobiliseerd was gebleven.
Spr. oordeelde dien Godsvrede den besten tijd voor
propaganda, de bourgeoisie heeft er partij van getrok
ken, 'en de partijleiding der S. D. A. P. heeft zich daar
bij in het gezicht laten slaan, zonder Iets tegen te Hoen.
Spr. keurde het zitting nemen van Schaper en Vlie
gen in den AntLOorlograad af, samenwerking tus
schen bourgeoisie en proletariaat-acht hij in -dit opzicht
niet mogelijk. Trouwens volgens spr. was nu al geble
ken, dat de Anti-Oorlog-Raad als propagandalichaam
niets beteekent en een doodgeboren kind ia.
Na het Congres in Zwolle twijfelde spr. reeds eraan,
of de partij haar karakter behield; hij heeft thans haar
degeneratie gezien en een op den voorgrond plaatsen
van die toternationale na den oorlog verwacht spr. na
Troelstris brochure niet meer. Daarin plaatst deze de
nationaliteit op dien voorgrond, aanvaardt dte nationale
gedachte; daaraan kleeft een verbreking dier internati
onale soliditeit Verder wil Troelstra in zijn brochu
re een propaganda voor de massa, een buigen dus voor
de massa; Sdiapei vil dit eveneens. Dat beteekent
door de schrijfster van
„Elizabeth and her German Garden".
74) o
„Lieve Anna", zei mevrouw von Treumann geme
lijk, „er is geen sprake van, dat dames van goede fa
milie en opvoeding haar kunnen dulden."
„Geen sprake van", stemde de barones met nadruk
toe.
„Waarom niet? Is zij niet een vrouw evenals wij?
Was zij ook niet ongelukkig en arm? En zal zij ook
niet eenmaal in den hemel komen, evenals wij er op
hopen
Dit vonden zij profaan.
„Wij zullen elkaar allen, hoop ik, in den hemel we
derzien", zei mevrouw von Treumann zacht. Toen
kuchte zij even en ging voort: „Maar intusschen reke
nen wij het tot onzen plicht je te vragen of je wel
weet, wat haar vader geweest is."
„Hij was een letterkundig man", zei Anna; zij her
innerde zich Früulein KuhrSuberis antwoord op haar
vraag daaromtrent.
„Jawel, maar welk soort Ietteren?"
„Zij trachtte ons datzelfde antwoord te geven",
klonk de stem van de barones.
„Van welk soort letteren herhaalde Anna vragend.
„Hij bracht al de letteren in brieven rond in een
tasch", zei mevrouw von Treumann.
„In een tasch?"
„In één woord, lief kind, hij was brievenbesteller,
en zij heeft een onwaarheid aan je verteld."
Er ontstond een oogenblik stilzwijgen.^ Anna duwde
met de tip van haar schoen een voetbankje voort. „Het
is niet aardig onwaarheden te vertellen", zei ze, toen
met haar oogen op het voetbankje gevestigd.
„Neen, zeker niet", stemde de barones toe.
„Vooral in dit geval", zei mevrouw von Treumann.
„Ja, vooral in dit geval", sprak Anna opkijkende.
„Wij dachten wel dat je het niet wist en wisten ze
ker dat je er van schrikken zou. Nu begrijp je toch hoe
onmogelijk het is voor dames van goede familie, om
om te gaan met zulk een menschwij weten zeker, dat
je zoo iets ook niet van ons vergen zult, maar haar
wegzenden."
„Neen", zei Anna heel zacht.
„Wat, neen, kindlief?" vroeg mevrouw von Treu
mann vriendelijk.
„Ik kan haar niet wegzendten."
„Kan je haar niet wegzenden?" riepen zij beiden
tegelijk. Beiden lieten haar werk in haar schoot val
len en beiden keken Anna verbaasd aan, die de oogen
steeds op het voetbankje gericht hield.
„Heb je een levenslang contract met haar gesloten?"
vroeg mevrouw von Treumann met groote opgewon
denheid; want zulk eeü contract was met haar niet
aangegaan.
„Ik heb niet precies gezegd wat ik bedoel", zei An
na, de oogen opslaande. „Ik meen niet, dat ik haar
werkelijk niet kan wegzenden, want dat kan ik natuur
lijk wel als ik wil. Maar wat ik precies meen, is, dat
ik het niet wil."
Weder een pauze. Geen van de dames had zulk een
houding verwacht.
„Dit is een zeer ernstig geval", merkte mevrouw
von Treumann wanhopig op. Zij nam haar werk weer
in de hand, trok aan de steken, maakte knoopen in den
draad. Zij en de barones hadden beiden zeker gedacht,
dat Anna te recht zeer vertoornd1 zou zijn als zij de
waarheid hoorde. Men zag zonder eenigen twijfel aan
haar manier van doen dat het haar onaangenaam was,
maar haar.misnoegen, hoe zonderling het schijnen
moge, scheen haar zelf te gelden in plaats van Frau-
lein Kuhrtober. Wat konden zij, zonder haar waar
digheid te verliezen, nu doen?' Mevrouw von Treu
mann was boos en verbaasd. Zij dacht aan Karl-
chen's raad ten opzichte van ultimatums, ze wou dat
ze er vroeger aan gedacht had; maar wie had1 zich dan
ook zulk een dwaasheid van Anna tonnen voorstel
len Nooit had zij zulk een dwaasheid ontmoet.
een uiteenvallen der Internationale, een bukken voor
de gunst der andere partijen in den lande, om dte mas
sa én kleurlooze middenstof te winnen. Nooit zal spr.
een -diergelijke ver doorgevoerde propaganda sanction-
neeren.
Met -dte moties zou slechts een schijo-eenheid worden
verkregen om het P.B. te houden. Spr., die wanneer de
moties aangenomen worden, in de partij blijft tot rusti
ger tijden, oor-deelde dat ze des avoueeren dte mannen,
diie in Servië en Du-itschland tegen -dte oorlogscredieten
stemden.
De heer Mr. G. W. Sannes, Kamerlid, zei -dat het
hettn niet mogelijk is, den meermal-en gegeven raad, om
die geschillen bij te leggen, op te volgen. Spr. riep den
afgevaardigden toe,.zich los te maken van overwe
gingen over de gevolgen van een aftreden der leiding,
en zich zelf te zijn.
Een onzuiverheid noemde spr. het samenkoppelen
van de kwesties-de partijleiding en het stemmen voor
de oorlogscredieten. Spr. wilde een uitspraak over
deze punten afzonderlijk. De beslissing der Kamer
fractie over de mobilisatie-credieten had tot grondslag
de overtuiging,dat de mobilisatie -de kans op oorlog
vermindert, het' waren meer vrediescredieten dan oor
logscredieten. Daarom wilde -de fractie haar stem er
niet aan onthouden.
Spr. was van oordeel, dat de partij zich moet blijven
gedragen als oppositie zoolang het de militaristische
politiek betreft, -en -dus de landsverdbd'iging niet moet
steunen. Wanneer men het standpunt aanvaardt, dat
men in geval van oorlogsgevaar wel voor mobilisatie-
credieten stemt, als daardoor kans bestaat een oorlog
te voorkomen, dan blijft men afhankelijk van dte bour
geoisie. Wanneer men -daarentegen de internationale
o andten herstelt en versterkt, dan zal het internationaal
volksbestaan van welk land ook worden gewaarborgd.
Een volk dat niet wil vechten voor de landsverdedi
ging, -is geen volk van lammelingen, zooals men het
genoemd heeftdat volk zal in den klassestrijd bewij-
zij geen laf volk te zijn. Het begrip van nationale eer
e. d. laat de sociaal-democraten -koud.
De Stuttgarter resolutie: werken voor den vrede,
ook in oorlogstijd, is geen onding, zooals beweerd -is;
de -internationale band, die ook thans nog die vrouwen
bindt, bewijst dat. Spr. hoopte, dat di-t congres de stem
dter vrouwen zal beantwoorden en ia het buitenland
den -drang naar de Internationale zal versterken. Al
leen dan kan de vrede verzekerd worden.
Daarna was het woord aan mr. P. J. Troelstra, -die
het kapitalisme alléén voor de gruwelen van dozen oor
log verantwoordelijk stelde. De toekomst is -donker en
het valt moeilijk, te beoondeelen of men goed heeft ge
daan en welke gedragslijn te volgen is. Een Congres
in dezen -tijd kan onmogelijk een program vaststellen.
Spr. wees er op, dat in alle landen ae socialistische
partij bij het stemmen over de oorlogscredieten de natl-
onalte gedachte heeft aanvaard. Spr. stond daarna stil
bij die verschillende vormen, waarin zich hier te lande
de oppositie daartegen uitte.
Het eenige positieve, dat die oppositie gedaan heeft,
is het voostel tot een nieuw program, dat echter door
de idee: geen man en geen cent, geen levensvatbaar
heid had. De Kamerfractie heeft vóór dte mobilisatie-
credieten gestemd, terwijl sommige leden er misschien
niiet van harte mee instemden. Spr. zelf beschouwde
dteze credieten noodig voor de verdediging der natio
nale onafhankelijkheid.
Zelfs door de oppositie is toegegeven, dat de hou
ding der Kamerfractie kan worden gebillijkt -door vroe
gere resoluties. Men is nu gaan snuffelen of er geen
uitlegging dier resolutie te vinden is, die een andere
lezing toestaat.
Spr. geeft hier niet om; het program heeft op deze
resoluties gesteund, steunt op een volksleger, en niet op
de uitlatingen van de personen die aan de samenstel
ling der resoluties hebben meegewerkt.
Spr. heeft het woord gesproken: de nationale ge
dachte overheersebt de nationale geschillen.
Men zegt: dte arbeider heeft geen vaderland; maar
het streven der sociaal-democraten richt zich juist
daarop, 'dat men de toestanden voor de soc.-dem. zal
verbeteren, zoodat zij zullen krijgen wat zij noodig
hebben en dus aan -dat land gebonden zullen worden,
waar een dergelijke toestand voor hen verkregen is.
De Nederlandsche socialisten achten zich blijkbaar
beter dan in andere landen, als zij zich verbeelden an
diers te zullen handelen dan zij, die te hoop liepen om
hun land en hun volk te verdedigen.
Spr. acht -dit geen breede opvatting, maar bekrom
pen. Wanneer dte overval het geheele volk verrast,
wordt ieder meegesleept, lot welke partij men ook be
hoort- het instinct tot zelfbehoud beheerscht dan alles,
tijd tot denken en praten bestaat niet, en een program
valt als een kaartenhuis ineen. Spr. ziet geen absolu
te tegenstelling tusschen nationaal en internationaal;
het woord internationaal beduidt iets samenhoorigs,
naties die bij elkander behooren en in een bepaaldte ver
houding tot elkander staan; maai- vervalt de natie,
dan verdwijnt ook de combinatie.
Spr. heeft hier zijn overtuiging gegeven als socialist,
die voor zich en zijn makkers een vaderland wil ver
overen, en met deze overtuiging staat en valt hij. Ver
loochening van karakter ton niet van hem gevraagd
wordendat eischt hij ook van niemand anders en hij
kan alleen leider blijven als hij weet, niet -te handelen
„Het is een geval waar de politie in gemengd moet
worden", viel de barones driftig in; al de trots van
de Elmreich's kwam in opstand tegen het dreigend
lot, dat haar veroordeelen zou de rest van haar levens
dagen door te brengen in gezelschap van de nakome
ling van een brievenbesteller. „In uw advertentie
stond uitdrukkelijk vermeld, dat een goede afkomst
vereischt werd en zij is hier gekomen onder bedriege-
lijke voorwendsels. U heeft de bewijzen in haar brie
ven. Zij is binnen bereik van de armen der wet."
Anna kon niet nalaten te glimlachen. „Geef haar
niet bij de politie aan", zei ze. „Ik zou schrikken als
iets als dte armen der wet mijn huis binnen trad. Ik
zal straks na tafel de bewijzen verbranden." Toen
wendde zij zich tot mevrouw von Treumann. „Als u
er goed over nadenkt", zei ze, „dan weet ik zeker,
dat u niet van mij verlangen zult, dat ik zoo onbarm
hartig, zoo onmeedoogend zou zijn, Emilie weg te
zenden tot haar vroegere armoede, alleen omdat haar
vader, die al dertig jaar dood' is, brievenbesteller
was."
„Maar Anna, je moet verstandig wezen je moet
de zaak ook eens van den anderen kant bekijken. Nooit
heeft men van een Treumann geëischt om te gaan
met
„Maar als het een braaf mensch was? Als hij zijn
werk eerlijk gedaan heeft, gebeden heeft en zich goed
gedragen? Wij hebben geen enkele reden om te betwij
felen, dat hij een uitstekende brievenbesteller geweest
is", ging zij voort en er scheen een ondeugend lichtje
in haar oogen„stipt, vlijtig, in één woord prijzens
waardig."
„Dan ziet u nergens bezwaar in?" riep de barones
buitengewoon bitter. „Trekt u nergens een grens?
Zijn alle overleveringen en vooroordeelen van den
adel u onverschillig?"
„O, ik heb tegen veel dingen bezwaar. Ik zou het
prettiger gevonden hebben als de brievenbesteller wer
kelijk de verlichte letterkundige geweest was, .zooals
de arme Emilie gezegd heeft in haar eigen belang,
in het mijne en in het uwe. En ik houd niets van on
waarheden en dat zal ik ook nooit doen. Maar ik
tegen den wil dter partij.
Het Congres heeft niet ten doel, zooals beweerd is,
het nationalisme in -de partij vast te leggen; het is
thans niet het oogenbliik, nieuwe standpunten te bespre
ken en vast te stellen. Geen uitspraak over de nati
onale gedachte is noodig; het Congres zal zich slechts
hebben uit te spreken over de resolutie van het Partij
bestuur.
Geheel Nederland- voelt voor -die handhaving der Bel
gische onafhankelijkheid; maar dan voelt men toch ze
ker ook voor de handhaving der Nederlandsche onaf
hankelijkheid. Dat België zich verdtedigt heeft, wordt
algemeen goedgekeurd (geroep jal ja! neenl neen!).
De heer Troelslra is van meening, dat een vliegraid
van Duiitsdhe vliegmachines en eenige bommen het ge
roep van „neen" wel zouden doen verstommen.
Hij verklaart, bij de nieuwe aanvrage van een oor-
logsleening in de Kamer net zoo -te willen spreken als
op 3 Aug.men weet dus wat hij zal -doen en welke
maatregelen men moet nemen om -dit te voorkomen.
Spr. wees daarna elke bewering, dat de S. D. A. P.
dien Godsvrede heeft voorgesteld, terug. Het zou,
naar spr. meent, waanzin zijn geweest, als de sociaal-
democratie in Nederland niet met -die regeering was
meegegaan, maar een revolutie op touw had gezet.
De regeering en de bourgeoisie hebben bij den Gods
vrede meer toegegeven dan de S. D. A. P.
Spr. behandelde daarna de resolutie. Hij wees er
o.m. op, -dat de oppositie bereid had moeten zijn, die
plaats der partij-leiding in te nemen, dan was zij con
sequent geweest, thans wil zij de leiding aanlaten, na
haar gedrag te hebben laten onderzoeken door een
commissie.
Betreffende de ontwapening, die quaestie „geen man
en geen cent", bestaan nog zeer verwarde denkbeelden.
Ook het partijbestuur is vóór ontwapening, internati
onale ontwapening echter. Het is echter de vraag, of
deze quaestie -thans gesteld kan worden op het pro
gram van Nederland, dat door gewapende landen om
ringd isontwapening van Nederlah-d zou thans neer
komen op inlijving bij het militaristische stelsel van
Duitsehland. Ook in de Kamerfractie gaan stemmen
op voor ontwapening; maar mr. Mendels b.v. waar
schuwt ervoor, dat ontwapening niet past in het raam
onzer maatschappij en mr. Sannes acht ontwapening
meer een strij-dkreet dan een eisch van het oogenblik.
Ten aanzien van den Anti-Oorlograad bestreed spr.
die meening dat alle burgerlijke partij-en aan het impe
rialisme zouden vastzitten. Hij wil de gelegenheid
overlaten voor -die partij-en om zich wat den vrede be
treft bij -de socialisten aan te sluiten.
Spr., die zes uur lang het woord voerde, sprak ten
slotte -de hqpp uit, -diat die eenheid behoudten zal worden
en tot daadkracht leiden. Gistermorgen negen uur
werd de zitting hemt. Voor de discussies haddten
zich ruim 40 sprekers opgegeven.
Pas na middernacht werd tot stemming overgegaan.
In de eerste plaats werd! gestemd tusschen de resolu
tie van het Partijbestuur in zake de Partijleiding, ge
lijk zij nader -is geamendeerd door invoeging van een
olinea, en een resolutie Zaandam-Dordrecht. (Ver
werping der landsverdediging).
Besloten werd, dat degeen, die de partijleiding wil
afkeuren, blanco zal stemmen.
Voorat wordt echter met groote meerderheid verwor
pen (12 stemmen voor) de volgende resolutie van
Schiedam:
„Het Congres enz.
spreke zijn teleurstelling uit over de houding dier
partijleiding in zake den oorlog.
verklare het noodzakelijk, dat de partij voortdurend
streve naar verheldering der massa inzake het imperi
alisme en scherper dan tot heden -positie neme tegen
nationalisme en imperialisme,
besluite -dat voortaan de strijd 'tegen deze bei-de, in
het bijzonder tegen het militarisme, zal gevoerd wor
den ook met de scherpste wapenen, opdat onzerzijds
worde medegewerkt om, zoo noodig met algemeene
dienstweigering en algemeene werkstakingen, een vol
genden wereldoorlog te voorkomen."
Bij de nu volgende stemming werden uitgebracht op
de resolutie van het Partijbestuur 555 stemmen, en op
die van Zaandam-Dordrechit 231 stemmen, terwijl 10
stemmen in blanco worden uitgebracht.
De resolutie van het Partijbestuur is dus met groote
meerderheid aangenomen.
De uitslag werd met applaus begroet.
De resolutie van het Partijbestuur in zake het mili
tarisme werd hierna met groote meerderheid aangeno
men, evenals die in zake den Anti-Oorlogs-Raad, na-
dat medegedeeld is, dat over aansluiting van de Partij
als zoodanig eerst de Partij zal worden geraadpleegd.
Ten slotte werd nog aangenomen een motie in zake
die neutraliteit. Het congres spreekt zich 'hierin uit ten
gunste van de meest strikte neutraliteit en-eischt van
allen, die een verantwoordelijke positie in de partij be
kleeden, zich daarnaar te gedragen.
Het Congres werd te half één verdaagd tot Dins
dagmorgen tien uur.
houd van Emilie en ik zal het haar alles vergeven."
„Dus dan blijft zij hier?"
„Ja, zoo lang als ze wil. En doe uw best, ach doe
uw best in te zien hoe goed zij is en hoeveel er in
haar is om lief te hebben. U heeft haar een echten
dienst bewezen", voeg4e Anna er glimlachend bij,
„want nu heeft zij dat leugentje niet meer op haar hart
en zij zal in staat zijn zich werkelijk gelukkig te voe
len."
De barones nam haar werk bij elkaar en stond op.
Mevrouw von Treumann keek haar zenuwachtig aan
en stond ook op.
„Dan begon de barones, bleek van beleedigde
trots en fatsoen.
„Werkelijk dan begon mevrouw von Treumann
wat flauwer, maar zich gedwongen gevoelende in deze
zaak haar voorbeeld te volgen. Zij konden zich in ie
der geval laten overreden om van meening te verande
ren.
Anna stond ook op en zoo stonden zij tegenover
elkaar. Er zou iets vreeselijks gebeuren, dat begreep
zij, maar wat? Waren zij van plan beiden haar af
scheid aan te kondigen?
De barones, verheven tot haar volle lengte, keek
haar aan, deed haar mond open om den volzin te vol-v
eindigen en sloot dien weder. Zij was ontzettend ge
agiteerd en hield haar kleine klauwtjes van handen
stijf ineen, om te verbergen hoezeer zij trilden. Het
eenige wat zij nog op de wereld bezat was de trots
een Elmreich te wezen en barones; en toen de mee-
doogeniooze jaren over haar waren gegaan en zij ar
mer geworden was en leelijker, en onbeduidender,
was haar trots toegenomen en versterkt en dit, ge
voegd1 bij haar hartstochtelijk gevoel voor gepastheid
en afschuw van alles wat in het minst twijfelachtig
was op het gebied van reputatie, was eindelijk de
hoofdader geworden van haar geheele wezen. „Dan",
zoo begon zij nogmaals met groote inspanning, want
zij bedacht hoe zij vaak geen voedsel had gehad, wan
neer zij hongerig was en geen vuur wanneer zij het
koud had, geen dokter wanneer zij ziek was en dat de
koude geregeld scheen in te vallen, wanneer zij het
meest gebrek aan geld had waardoor zij eerst veel
meer honger had dan anders en later veel vaker ziek
was, alsof de natiiur zelf een wrok tegen haar koes
terde.
Wordt voTvolard.
Me Veeprantt