in m m füP jm a m m m hp i u m m m m m in m De Veldpost. Damrubriek. iü m ÜP §31 H üH Jii m ■i m m H li 11 JP 9 M II lllll De noodzakelijkheid sterk te zijn. De hulp der Pink Pillen. WÊ m M E. KEUTER Az. Ik dacht aan den dienstbodennood enprak- kisecrde totdat ik er iets anders op had gevonden Tk raadde Dina haar hoed in een kussensloop te spelden en dit aan een touw aan de haak op haar kamertje te hangen, waar eigenlijk lamp hoorde. Alzoo geschiedde. Maar 't was een lastige bewaarplaats. Zonder trapje kon ze den hoed noch wegbergen, noch te voorschijn halen, ener was geen ruimte genoeg op haar ka mertje om er nog een trap bij te bewaren. Met den hoed was het ongenoegen in ons huisje gekomen. Ik zei haar, dat ze een malle ijdelheid was om zoo'n grooten hoed te koopen. In Zwolle waar ze van daan was zou ze zeker niet met zoo'n reuzenhoed durven loopen. „Groot? Heelemaal niet groot. Dat is de mode!" hield ze onverstoorbaar vol. We kregen woorden. Ze „ging" met de zes weken. Van uit Zwolle kreeg ik een briefje van Dina, waar in ze mij om getuigen vroeg. „Uwees vond mijn hoed toch zoo groot. Nou maar voor hier is hij niemendal niet groot. In Zwolle dra gen ze 'r nog véél grootere", zoo eindigde ze triom fantelijk haar epistel. Een rijke kan arm worden, maar zoo iets is een uit zondering. Daarentegen heeft een arme in het leven veel meer kans nog armer te worden. Uit het oogpunt van gezondheid is het evenzoo gesteld. Het is boven twijfel verheven dat de ziekten en epidemieën bij voor keur hen treffen die reeds een weinig aangedaan, een weinig verzwakt zijn uit het oogpunt van gezondheid. De ziekte valt op hen zooals de ellende het op de ar men doet en maakt hen af. Om tegen de verkoudheid, de hoest, de griep en an dere epidemische winterziekten te strijden, i#het nood zakelijkste te zorgen dat men krachtig blijft. De be handeling met de Pink Pillen is het gemakkelijkste, het snelste, het zekerste middel om daartoe te komen. Ziet eens hoe spoedig de persoon wier - geval wij gaan verhalen, van een bloedarmoede die haar® sedert 4 jaren ondermijnde, genezen is dadelijk dat zij zich aan de behandeling met de Pink Pillen onderworpen heeft. Mejuffr. W. van Zutphen, oud 23 jaren, wonende Heesdie Laan 230 te Nijmegen, schrijft ons „Het is mij aangenaam u de schitterende resultaten te kunnen meedeelen die ik dank zij de behandeling met uwe uitmuntende Pink Pillen heb verkregen. Se dert 4 jaren ongeveer leed ik aan bloedarmoede en ze nuwuitputting. Ik gevoelde dat ik iederen dag zwak ker werd en dat mijn gestel al minder en minder weer stand kon bieden. „Ik wist niet meer wat ik doen moest noch wat ik worden zou. Men beval mij toen aan de Pink Pillen te nemen en men zeide mij er zooveel goeds van, dat ik in die Pillen mijn laatste hoop stelde. Wat men mij had! voorspeld, is gebeurd, de Pink Pillen hebben mij genezen." De Pink Pillen zijn verkrijgbaar 1.75 per doos en 9,— per zes doozen bij het Hoofddépöt der Pink Pillen, Dacostakade 15, Amsterdam. Te Alkmaar bij Nierop en Slothouber, Langestraat. Nu bijna iedereen een vriend of kennis, je nagenoeg elke familie tengevolge van de mobilisatie betrekkingen in 't leger heeft en daar af en toe brieven, postpakket ten, postwissels enz. aan verzendt of van ontvangt, zul len velen misschien belang stellen in de werking van den veldpostdienst hier te lande. Zoodra het bevel tot mobilisatie is gegeven, wordt onder den naam van „Veldpost" een bizondere post dienst ingericht, die in samenwerking met den bestaan- den dienst der posterijen wordt uitgeoefend ten dienste van het gemobiliseerde leger. In den regel wordt bij elke divisie van het veldleger en zoo noodig bij zelf standig optredende andere groote aideelingen, als bijv. een brigade, een veldpostkantoor ingedeeld. In liniën of stellingen wordt dit aantal naar de be hoefte bepaald. Expeditiekantoren worden in werking gende stem tot een bierjongen, die juist passeerde, hem urn Gottes Willen een glas bier te geven. Axel was in de ontvangkamer, waar de overblijfse len van Karlchen's afscheidskofïie en -koek nog op ta fel lagen, toen Anna beneden kwam.. „Het spijt mij zoo voor u", zei hij, „prinses Ludwig heeft mi] ver teld wat er gebeurd is." „Laat het u niet voor mij spijten. Met mij is er niets gebeurd. Laat het u spijten voor dat ongelukkige schepseltje boven." Axel kuste Anna's rechter- hand, wat zooals zij wel wist, de gewoonte was; en dadelijk daarop kuste hij ook de andere hand, wat de gewoonte volstrekt niet is. Zij zag er innig droefgeestig uit, met roode oogleden en bleeke wangenmaar nu kwam er (jen flauw kleur tje op haar wangen, want hij deed het met zulk èen onmiskenbare toewijding, dat voor het eerst de onaan gename vraag bij haar opkwam, of er niet spoedig een einde zou komen aan hun vriendschap. „Wees niet al te vriendelijk", zei ze, terwijl zij haar handen terugtrok en trachtte te glimlachen. „Ik ik voel mij zoo raar vandaag en zou graag vreeselijk willen schreien", zei ze. „Nu, doe dat dan, ik zou het doen, dan is het over." „Ik heb het gedaan, maar het is niet overgegaan." „Nu, denk er dan niet meer over. Hoe is het met de barones?" „Precies hetzelfde. De dokter ziet het ernstig in. En ze heeft een zwak gestel. Zij heeft jaren lang nooit ge noeg gehad ze had geen voedsel genoeg, geen klee- ren, niets." Zij liep gauw naar de koffietafel om te verbergen hoezeer zij behoefte had om te schreien. „Wilt u een kopje koffie", zei ze, met haar rug naar hem toegekeerd, terwijl zij de kopjes doelloos ver zette. „Vergeet niet", zei Axel, „dat de ellende van de ar me vrouw nu tot het verledene behoort. Bedenk welk een gelukje zij op het laatst gehad heeft. Als zij dit te boven komt, dan is zij hier veilig en wel bij u, om ringd van liefde en zorg en teederheid zegeningen, die niet voor ons allen zijn weggelegd." „Maar zij wil liever geen liefde en zorg en teeder heid. Ten minste niet van mij. Zij houdt niet van mij." Axel kon geen uitroep van verbazing doen hooren, want hij was niet verbaasd. De barones scheen hem zoo wanhopig verbitterd, en hoe zal een wanhopig verbitterde het bovennatuurlijk zachte kunnen liefheb ben? Daarom keek hij Anna aan, die met rustelooze zenuwachtige handen de kopjes in elkaar zette en hij wachtte, of zij nog meer zou zeggen. „Waarom zegt u dat?" vroeg zij, met haar rug nog naar hem toegekeerd. „tyat?" „Dat als ze dit te boven komt, ze al die prettige din gen om zich heen heeft. U heeft mij gezegd, toen zij pas hier was, dat ik haar in geen geval hier moest gesteld ten behoeve van een of meer veldpostkantoren er M'orden op aanwijzing van den inspecteur van den veldpostdienst opgericht in een of ander postkantoor, dat geschikt is gelegen, wat betreft de verbinding met de verschillende veldpostkantoren, terwijl een bizonder expeditiekantoor, onder den naam van hoofd-expeditie- kantoor, dat zijn zetel heeft bij den Generalen Staf, dienst verricht ten behoeve van alle andere expeditie- kantoren en veldpostkantoren. Tijdens den mobilisatie zijn er 12 veldpostkantoren, 3 expeditiekantoren en 1 hoofd-expeditiekantoor opge richt. Een veldpostkantoor is hiervan weder opgehe ven, daar de behoefte daaraan niet noodzakelijk bleek. Aan 't hoofd van den veldpostdienst staat die inspec teur van die veldpost, terwijl de functiën van chef en directeur van expeditie- of veldpostkantoor zijn opge dragen aan een hoofdcommies of commies bij het dienstvak der posterijen. Gewoonlijk is 't beheer van een veldpostkantoor op gedragen aan een directeur, die de beschikking heeft over 2 adsistenten en 2 bestellers; een en ander houdt evenwel verband met de troepenmacht, die ondier het ressort behoort. Uit den aard der zaak is aan een ex peditiekantoor meer personeel verbonden, daar dit de meeste correspondentie voor de onder zijn ressort be- hoorende veldpostkantoren ontvangt. De standplaatsen der veldpostkantoren worden be paald door de militaire autoriteiten. De veldpostkan toren bij het veldleger bevinden zich bij de divisie-sta ven. In plaatsen, waar geen post- of hulppostkantoor gevestigd of waar deze-kantoren geene voldoende ruim te voor de inrichting van een veldpostkantoor bieden, wordt door de zorg van de militaire autoriteit eene lo kaliteit beschikbaar gesteld De plaats waar de veld postdienst is ondergebracht, woreft aangeduid door een zwarte vlag, waarop met witte letters het woord „Veldpost" is vermeld. De inrichting van een veld postkantoor moet, zooals begrijpelijk is, zeer eenvoudig zijn, omdat het té allen tijde gereed moet zijn om te worden opgebroken en de divisie te volgen. De veld post is belast mei alle zaken, den postdienst betreffen de, met deze uitzondering, diat quitantiën niet worden behandeld, geen abonnementen op couranten worden aangenomen en geene inlagen of terugbetalingen op spaarbankboekjes worden gedaan. Als men nu in beginsel aanneemt, -dat een leger op voet van oorlog in beweging is, is het vermelden van de plaats van bestemming op dé stukken niet mogelijk, daar eene troepenafdeeling vandaag bier, morgen daar is gelegerd. Voorgeschreven is dan ook, dat slechts het korps, en bet onderdeel, waartoe geadiresseerde be hoort, op de stukken moeten worden vermeld. Uit diii voorschrift blijkt al reeds, dat de gewone postdienst hier noodzakelijk moet worden bijgestaan door een bij- zonderen dienst, die steeds bekend is met de legering en de beweging der troepen. Het feit, dat tegen genoemd voorschrift wordt gezon digd en toch de plaats van bestemming wordt vermeld, in welk geval de stukken rechtstreeks naar die plaats gaan, en waar dus het expeditie of veldpostkantoor geen tusschenschakel vormt, heeft reeds dikwijls aan leiding gegeven tot vertraging, hetgeen bij verplaat sing der onderdeden een onvermijdelijk gevolg is. Worden de voor de troepen bestemde stukken dus ge adresseerd zonder plaais van bestemming, dan worden ze opgenomen m rechtstreeksche zendingen of bundels en geadresseerd aan een expeditiekantoor. Daar wor- dten ze verzameld en naar de verschillende veldpost- kanforen verzonden. De veldpost wordt van de plaat sen, waar dé troepen zich bevinden, steeds op de hoog te gehouden dioor den legeringsstaat, die door den staf toegezonden wordt, en waarop alle onderdeden met de plaatsen, waar ze zijn gelegerd, zijn vermeld. Na tuurlijk is deze legeringsstaat strikt geheim en nie mand dan het betrokken personeel mag daarvan ken nis nemen. Een veldpostkantoor ontvangt eenige zendingen per dag van zijn expeditiekantoor, in welke zendingen de correspondentie zooveel mogelijk reeds wordt afgebun- deld. Op bet veldpostkantoor worden nu depêches ge- lormeerd voor de verschillende onderdeden, als bijv. oen bataljon infanterie een eskadron huzaren, eene compagnie wielrijders, eene mitrailleursafdeeling, eene afdieeling veldartillerie, verbandplaatsafdeeling, enz. Bij ieder van die onderdeden is een onderofficier aangewezen, aan wien die depêches worden uitgereikt. De verdere uitreiking aan de belanghebbenden ge schiedt door de facteurs. Zoo is b.v. bij een bataljon houden als ze werkeiijk de zuster was van die arme danseres. Herinnert u u niet meer?" „Heel goed. Maar heb ik geen gelijk, als ik veron derstel, dat. u haai" wèl houden wilt? U ziet, ik ken u beter dan toen." „Als zij graag hier was als het haar gelukkig maakte dan zou ik haar houden en de heele wereld tarten." ,Maar nu Zij kwam naar hem toe met een kopje koude koffie in de hand. Hij nam het aan en roerde er werktuige lijk in. „Zooals de zaken nu staan", zei ze, „is ze heel ziek en ze moet weer beter worden, voordat wij iets beslis sen kunnen. Misschien", voegde zij er bij en zij sloeg de oogen peinzend tot hem op, „zal deze ziekte een' verandering in haar teweeg brengen, niet waar?" Hij schudde het hoofd, „Ik ben bang van niet. Voor een klein poosje misschien voor een paar we ken, wanneer ze er nog aart denkt hoe u haar opge past heeft en dan dan komt het oude ik weer te voorschijn." Hij z^-ue het kopje, waar hij niet van geproefd had, op een tafeltje. „Er is geen ontkomen aan", zei hij, naderbij komende, „aan zijn eigen ik. Daarom is het werk dat u heeft ondernomen zoo hopeloos." „Hopeloos?" riep zij verschrikt. Hij sprak luide uit wat zij in het binnenste van haar hart meer dan eens bijna nooit geheel en al had gefluisterd. „U had met de barones zeker dertig jaar geleden moeten beginnen om eenige kans op succes te heb- oen." „Ja, toen was ze vijf jaar en zeker een heel vroolijk kind. En ik was er nog niet." „Vijf jaar, dat moest inderdaad over 't algemeen de eeftijd zijn voor de uitverkorenen. Wat helpt het on gelukkige menschen op te nemen, die al een heel eind van 't leven achter den rug hebben en te denken dat men ze gelukkig zal gaan maken? Hoe kunt u er iets aan dóen dat ze gelukkig zijn? Als het mogelijk ge weest was en overeenkomstig hun aanleg, dan zouden zij al lang geleden gelukkig geweest zijn, hoe arm ze ook waren. En ze zouden zoo arm en ongelukkig niet geweest zijn, als ze hadden willen werken. Werken is zulk een bewonderenswaardig versterkend middel. De prinses werkt en zij vindt het leven heel best uit te houden. U zult nooit succes hebben met menschen als mevrouw von Treumann en de barones. Zij behooren tot een klasse van menschen die brommen zouden, al waren zij in den hemel. U zou gemakkelijk personen nog gelukkiger kunnen maken die het al zijn, want het geluk ligt in hen dankbaarheid en waardeering van het leven en zijn zegeningen; maar dat zijn natuurlijk niet de menschen die u hebben wilt. Vindt u niet dat ik sta te preeken?" vroeg hij eensklaps. „Doet u dat dan niet?" „Dat komt omdat ik niet kan toezien dat u uw eigen infanterie, behalve genoemde onderofficier, die de dê- S>êch* in ontvangMVemt, voor iedere compagnie een acteur aangewezen, die voor die uitreiking aan belang hebbenden zorg draagt. Gewoonlijk worden brieven bestellers of postboden voor facteurs gekozen, die in werkelijkheid' dit beroep uitoefenen en derhalve zeer ge schikt kunnen worden geacht voor de uitvoering van dezen dienst. Het overbrengen van dé zendingen, die niet rechtstreeks van het veldpostkantoor worden ge haald, maar naar verder gelegen plaatsen moeten wor den verzonden, geschiedt onder geleide van een postbe ambte per bestaande postgelegenheid, per postautomo biel of ander voertuig. Daar speciale adreslijsten in duplo zijn ingesteld, waarop de postpaketten, postwissels, kennisgevingen voor aangeteekemde stukken, enz. worden ingeschreven, is 't begrijpelijk, dat door het betrokken veldpostkan toor de noodige controle op de facteurs wordt uitge oefend. Daar in vredestijd slechts bij de groote manoeuvres de veldpost optreedt, is het thans zeker wel de eerste keer in ons land, dat deze dienst nu reeds ruim 8 maanden in werking is en.wie weet hoelang nog. 3. 37—3! 3. 26:28 4. 38-33! 4. 21 32 5. 33 13 5. 19: 8 6. 34—30 6. 25 :34 7. 39 371 Zeer leerzaam. AAN DE DAMMERS! Met dank voor de ontvangen oplossingen van pro bleem 332 (auteur J. v. Geemen). Stand Zwart: 1, 5, 8, 9, 10, 12, 14, 18, 26, en dam op 45. Wit: 16, 17, 24, 27, 28, 33/38, 40, 41. De ontleding van dit probleem is zóó mooi, als wij nog maar zelden hebben gezien. Evenals bij 't vorige probleem, zijn ook nu weer getrouwe oplossers ge struikeld, wat ons echter in 't geheel niet verwondert. Oplossing: 1. 38—32 1. 12 21 2. 2420! Verwijdert de zwarte schijf op 14 en dwingt straks zwart tot slaan op 30. 2. 14 25 3. 3731 Geeft zwart een tweeden dam, die straks op 30 moet komen. 3. 26 46 4. 2823! Zwart moet drie schijven slaan. 4. 46 30 5. 23 14 5. 45 31 6. 16:271 6. 31:20 7. 35 4. Niemand verzuime dit na te spelen! Goede oplossingen ontvingen! wij van de heeren: W. Blokdijk, D. Gerling, J. Houtkooper, F. W. Ro- ierwijn te Alkmaar, S. Homan, Wijde Wormer, D. Klaij, Oudkarspel, H. E. Lantinga, Haarlem, J. Smit, Petten en J. J. Rootring, Petten. EEN SCHIJFWINST. In den volgenden mooien partijstand wist Moli- mard een schijf te winnen: EEN SLAGZET, DIE WINST BRACHT. Toen in een wedstrijdpartij de volgende stand bereikt, was m:-. im Wél speelde zwart 22—28. Deze zet werd hem noodlottig, want wit antwoordde: 1. 47—42 1. 28 37 2. 25—20 2. 14 34 3. 38—32 3. 37 28 4. 27—22 4. 18 27 5. 32 24 5. 19 30 6. 40 9 met gewonnen stand. Ter oplossing voor deze week wederom een schitte rend probleem, waarvan onze lezers echter de oplos sing best kunnen vinden, 't Is van een componist, waarvan nu ongeveer twee jaar geleden prachtstukjes verschenen in de damrubriek van de „Telegraaf'. Probleem 333 van E. J. VAN RIJN (Rotterdam). W4 H lHf ÉP ■am Zwart: 1, 3, 6, 8, 10, 11, 14, 16, 17, 20, 25, 36. Wit: 18, 19, 23, 26, 28, 29, 32, 34, 37, 40, 48. Oplossingen vóór of op 15 April, bureau van dit blad. H. Z. te A. Zal de door u gezonden stand de vol gende week plaatsen als bladprobleem. ADVERTENTIëN. Hij speelde, zeer bekwaam, als volgt: 1. 28—22 1. 17:28 2. 33 13 2. 9 18 (op 19 8 volgt 34—30) jj COMPLETE MEIBELEEBOG V ERDRONKENOORD - - - - 113-115. - - - - ae TAPIJTEJf, OORPIJMEJf K.\Z. leven vernietigt." „Och, u is een man en kunt u gemakkelijk door het .even slaan. U heeft het goed en het loopt u mee, Hoe zou u sympathie kunnen voelen voor vrouwen als Else? Omdat zij niet jong meer is, voelt u niets voor jaar niets dan onverschilligheid1. U zegt, dat ik mijn eigen leven vernietigen zal u geeft met om de narde slagen die zij ondervond. Als ik veertig was, wist ik zeku dat u u mijn leed ook niet zou aantrek ken." „Jawel, dat zou ik wei", zei Axel met zooveel over tuiging, dat zij er dadelijk bijvoegde: „Och laten wij maar niet praten over leed en harde slagen van het lot." „Ik hoop dat de barones spoedig den wraeden slag vergeten zal, dien die merkwaardig lompe jonge man aan haar heeft toegebracht. U is het zeker met mij eens, dat hij een merkwaardig lompe jonge man is?" „Volkomen." „En als zij weer beter is hoop ik dat u haar zoo ge lukkig zult maken als zij worden kan." „Als ik maar wist hoe." „Door haar weg te laten gaan en haar zooveel mee te geven, dat zij er fatsoenlijk op zich zelf van leven kan. Dat zou verreweg het beste zijn, zoowel voor u zelf als voor haar." Anna sloeg de oogen neer. „Ik heb hetzelfde ge dacht", zei ze met zachte stem. het was of zij haar ei gen vlag neerhaalde. „Misschien wilt u mij laten meehelpen." „Meehelpen?" „Laat mij ook wat contribueereu. Waarom mag ik ook niet liefdadig zijn? Indien wij ons vereenigen is het in haar voordeel. Zij hoeft het niet te weten. U is geen millionair." „U ook niet", zei Anna hem glimlachend aanziende. „Wij ongelukkigen, die van onze aardappelen leven, zijn nooit millionaire. Toch kunnen wij liefdadig zijn." „Maar waarom zou de barones helpen? Ik heb haar opgespoord en hier naar toe gehaald; ik ben de eenige persoon die verantwoordelijk voor haar is." „Het zal veel meer geld kosten dan haar hier te hebben." ,Dat kan mij niet schelen, als zij maar gelukkig is. En ik wil niet hebben dat u de onkosten betaalt van mijn proeven op philantropisch terrein." „Voelt mevrouw von Treumann zich gelukkig?" vroeg hij kortaf. „Neen", zei Anna met een flauw lachje. „Is FiAulein Kuhrauber gelukkig?" „Neen." „Vertel mij nog iets", zei hij, „is u gelukkig?" Anna bloosde. „Dat is een zonderlinge vraag. Waarom zou ik niet gelukkig zijn?" „Maar is u het?" Zij keek hem aarzelend aan. Toen zei ze met een heel zachte stem: „Neen". Axel liep twee- of driemaal de kamer op'en neer. Dat wist ik wel", zei hij en voegde er fluisterend iets oij in het Duitsch over Weiber. „Na hetgeen er ge beurd is zult u dien jongen Treumann toch niet weer ontvangen?" vroeg hij, terwijl hij eensklaps voor haar bleef staan. „Nooit weer." „Dan wacht u een moeilijke tijd met zijn moeder." Anna bloosde. „Daar ben ik ook bang voor", stem de zij toe. „U heeft heel moeilijke weken voor u", zei hij. „De barones waarschijnlijk gevaarlijk ziek en mevrouw von Treumann heel boos op u. Ik weet wel dat prinses Ludwig alles doet wat zij kan, maar toch is u alleen tegenover alle bezwaren." De bezwaren waren grooter dan zij wist. Hij was den geheelea dag ambtshalve bezig geweest met on derzoek naar de oorzaak van den brand den vorigen avond en alle omstandigheden wezen Klutz aan als den schuldige. Hij had om Klutz gezonden en Klutz, zeiden ze, was naar huis gegaan. Toen had hij een telegram gezonden naar zijn huis en zijn vader had geantwoord, dat hij zijn zoon niet verwachtte en dat hij niet ziek was. Klutz was dus verdwenen om de ge volgen te ontgaan van hetgeen hij gedaan had; maar het was slechts een kwestie van dagen en dan zou de politie hem terug brengen en hij zou de heele onzin nige geschiedenis vertellen en heel Pommeren zou in wendig lachen ten koste van Anna. Als hij maar dacht aan dat inwendig lachen, dan werd Axel koud van woede. Hij stond uit het raam te kijken naar den verdroog den tuin, de neerhangende seringenbomen, het wazige eiland aan den anderen kant van het water. De wind was gaan liggen, de lucht was bedekt door een grijzen nevel. Achter in den tuin, onder een kastanjeboom, zat miss Leech te naaien en Letty las haar voor. De eento nige dreun van Letty's stem, telkens afgebroken door luide klachten, wanneer ze door een mug gestoken werd, drong door tot Axel's oor, toen hij daar stil zwijgend voor het raam stond. Hij had een moeielij- ken inwendigen strijd. Hij had Anna lief met 'n harts tocht, dien hij niet langer kon verbergen; en hij be greep dat hij het toch verbergen moest. Hij wist zoo zeker dat zij niet om hem gaf. Hij wist zoo zeker, dat zij er nooit over zou denken met hem te trouwen. En toch, als ooit een vrouw de bescherming noodig had voor een dl les omvattende liefde, dan Was het Anna op dat oogenblik. „Dat kind daar ginds heeft een groote massa kwaads gesticht voor een persoontje van haar leeftijd", viel hij opeens uit met een heftigheid, die Anna deed schrikken. „Welk kind?" zei ze. Zij trad nadter achter hem en keek over zijn .schouder. '/AM, WK WWw. ■n Qf0S/t(/. Wordt vervolgd

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1915 | | pagina 6