in
m
m
füP
jm
a
m
m
m
hp
i
u
m
m
m
m
m
in
m
De Veldpost.
Damrubriek.
iü
m
ÜP
§31
H
üH
Jii
m
■i
m
m
H
li
11
JP
9
M
II
lllll
De noodzakelijkheid sterk te zijn.
De hulp der Pink Pillen.
WÊ
m
M
E. KEUTER Az.
Ik dacht aan den dienstbodennood enprak-
kisecrde totdat ik er iets anders op had gevonden Tk
raadde Dina haar hoed in een kussensloop te spelden
en dit aan een touw aan de haak op haar kamertje te
hangen, waar eigenlijk lamp hoorde.
Alzoo geschiedde.
Maar 't was een lastige bewaarplaats. Zonder trapje
kon ze den hoed noch wegbergen, noch te voorschijn
halen, ener was geen ruimte genoeg op haar ka
mertje om er nog een trap bij te bewaren.
Met den hoed was het ongenoegen in ons huisje
gekomen.
Ik zei haar, dat ze een malle ijdelheid was om zoo'n
grooten hoed te koopen. In Zwolle waar ze van
daan was zou ze zeker niet met zoo'n reuzenhoed
durven loopen.
„Groot? Heelemaal niet groot. Dat is de mode!"
hield ze onverstoorbaar vol.
We kregen woorden.
Ze „ging" met de zes weken.
Van uit Zwolle kreeg ik een briefje van Dina, waar
in ze mij om getuigen vroeg.
„Uwees vond mijn hoed toch zoo groot. Nou maar
voor hier is hij niemendal niet groot. In Zwolle dra
gen ze 'r nog véél grootere", zoo eindigde ze triom
fantelijk haar epistel.
Een rijke kan arm worden, maar zoo iets is een uit
zondering. Daarentegen heeft een arme in het leven
veel meer kans nog armer te worden. Uit het oogpunt
van gezondheid is het evenzoo gesteld. Het is boven
twijfel verheven dat de ziekten en epidemieën bij voor
keur hen treffen die reeds een weinig aangedaan, een
weinig verzwakt zijn uit het oogpunt van gezondheid.
De ziekte valt op hen zooals de ellende het op de ar
men doet en maakt hen af.
Om tegen de verkoudheid, de hoest, de griep en an
dere epidemische winterziekten te strijden, i#het nood
zakelijkste te zorgen dat men krachtig blijft. De be
handeling met de Pink Pillen is het gemakkelijkste, het
snelste, het zekerste middel om daartoe te komen.
Ziet eens hoe spoedig de persoon wier - geval wij
gaan verhalen, van een bloedarmoede die haar® sedert
4 jaren ondermijnde, genezen is dadelijk dat zij zich
aan de behandeling met de Pink Pillen onderworpen
heeft.
Mejuffr. W. van Zutphen, oud 23 jaren, wonende
Heesdie Laan 230 te Nijmegen, schrijft ons
„Het is mij aangenaam u de schitterende resultaten
te kunnen meedeelen die ik dank zij de behandeling
met uwe uitmuntende Pink Pillen heb verkregen. Se
dert 4 jaren ongeveer leed ik aan bloedarmoede en ze
nuwuitputting. Ik gevoelde dat ik iederen dag zwak
ker werd en dat mijn gestel al minder en minder weer
stand kon bieden.
„Ik wist niet meer wat ik doen moest noch wat ik
worden zou. Men beval mij toen aan de Pink Pillen te
nemen en men zeide mij er zooveel goeds van, dat ik
in die Pillen mijn laatste hoop stelde. Wat men mij
had! voorspeld, is gebeurd, de Pink Pillen hebben mij
genezen."
De Pink Pillen zijn verkrijgbaar 1.75 per doos
en 9,— per zes doozen bij het Hoofddépöt der Pink
Pillen, Dacostakade 15, Amsterdam. Te Alkmaar bij
Nierop en Slothouber, Langestraat.
Nu bijna iedereen een vriend of kennis, je nagenoeg
elke familie tengevolge van de mobilisatie betrekkingen
in 't leger heeft en daar af en toe brieven, postpakket
ten, postwissels enz. aan verzendt of van ontvangt, zul
len velen misschien belang stellen in de werking van
den veldpostdienst hier te lande.
Zoodra het bevel tot mobilisatie is gegeven, wordt
onder den naam van „Veldpost" een bizondere post
dienst ingericht, die in samenwerking met den bestaan-
den dienst der posterijen wordt uitgeoefend ten dienste
van het gemobiliseerde leger. In den regel wordt bij
elke divisie van het veldleger en zoo noodig bij zelf
standig optredende andere groote aideelingen, als bijv.
een brigade, een veldpostkantoor ingedeeld.
In liniën of stellingen wordt dit aantal naar de be
hoefte bepaald. Expeditiekantoren worden in werking
gende stem tot een bierjongen, die juist passeerde,
hem urn Gottes Willen een glas bier te geven.
Axel was in de ontvangkamer, waar de overblijfse
len van Karlchen's afscheidskofïie en -koek nog op ta
fel lagen, toen Anna beneden kwam.. „Het spijt mij
zoo voor u", zei hij, „prinses Ludwig heeft mi] ver
teld wat er gebeurd is."
„Laat het u niet voor mij spijten. Met mij is er
niets gebeurd. Laat het u spijten voor dat ongelukkige
schepseltje boven."
Axel kuste Anna's rechter- hand, wat zooals zij wel
wist, de gewoonte was; en dadelijk daarop kuste hij
ook de andere hand, wat de gewoonte volstrekt niet is.
Zij zag er innig droefgeestig uit, met roode oogleden
en bleeke wangenmaar nu kwam er (jen flauw kleur
tje op haar wangen, want hij deed het met zulk èen
onmiskenbare toewijding, dat voor het eerst de onaan
gename vraag bij haar opkwam, of er niet spoedig een
einde zou komen aan hun vriendschap.
„Wees niet al te vriendelijk", zei ze, terwijl zij haar
handen terugtrok en trachtte te glimlachen.
„Ik ik voel mij zoo raar vandaag en zou graag
vreeselijk willen schreien", zei ze.
„Nu, doe dat dan, ik zou het doen, dan is het over."
„Ik heb het gedaan, maar het is niet overgegaan."
„Nu, denk er dan niet meer over. Hoe is het met
de barones?"
„Precies hetzelfde. De dokter ziet het ernstig in. En
ze heeft een zwak gestel. Zij heeft jaren lang nooit ge
noeg gehad ze had geen voedsel genoeg, geen klee-
ren, niets."
Zij liep gauw naar de koffietafel om te verbergen
hoezeer zij behoefte had om te schreien.
„Wilt u een kopje koffie", zei ze, met haar rug naar
hem toegekeerd, terwijl zij de kopjes doelloos ver
zette.
„Vergeet niet", zei Axel, „dat de ellende van de ar
me vrouw nu tot het verledene behoort. Bedenk welk
een gelukje zij op het laatst gehad heeft. Als zij dit
te boven komt, dan is zij hier veilig en wel bij u, om
ringd van liefde en zorg en teederheid zegeningen,
die niet voor ons allen zijn weggelegd."
„Maar zij wil liever geen liefde en zorg en teeder
heid. Ten minste niet van mij. Zij houdt niet van mij."
Axel kon geen uitroep van verbazing doen hooren,
want hij was niet verbaasd. De barones scheen hem
zoo wanhopig verbitterd, en hoe zal een wanhopig
verbitterde het bovennatuurlijk zachte kunnen liefheb
ben? Daarom keek hij Anna aan, die met rustelooze
zenuwachtige handen de kopjes in elkaar zette en hij
wachtte, of zij nog meer zou zeggen.
„Waarom zegt u dat?" vroeg zij, met haar rug nog
naar hem toegekeerd.
„tyat?"
„Dat als ze dit te boven komt, ze al die prettige din
gen om zich heen heeft. U heeft mij gezegd, toen zij
pas hier was, dat ik haar in geen geval hier moest
gesteld ten behoeve van een of meer veldpostkantoren
er M'orden op aanwijzing van den inspecteur van den
veldpostdienst opgericht in een of ander postkantoor,
dat geschikt is gelegen, wat betreft de verbinding met
de verschillende veldpostkantoren, terwijl een bizonder
expeditiekantoor, onder den naam van hoofd-expeditie-
kantoor, dat zijn zetel heeft bij den Generalen Staf,
dienst verricht ten behoeve van alle andere expeditie-
kantoren en veldpostkantoren.
Tijdens den mobilisatie zijn er 12 veldpostkantoren,
3 expeditiekantoren en 1 hoofd-expeditiekantoor opge
richt. Een veldpostkantoor is hiervan weder opgehe
ven, daar de behoefte daaraan niet noodzakelijk bleek.
Aan 't hoofd van den veldpostdienst staat die inspec
teur van die veldpost, terwijl de functiën van chef en
directeur van expeditie- of veldpostkantoor zijn opge
dragen aan een hoofdcommies of commies bij het
dienstvak der posterijen.
Gewoonlijk is 't beheer van een veldpostkantoor op
gedragen aan een directeur, die de beschikking heeft
over 2 adsistenten en 2 bestellers; een en ander houdt
evenwel verband met de troepenmacht, die ondier het
ressort behoort. Uit den aard der zaak is aan een ex
peditiekantoor meer personeel verbonden, daar dit de
meeste correspondentie voor de onder zijn ressort be-
hoorende veldpostkantoren ontvangt.
De standplaatsen der veldpostkantoren worden be
paald door de militaire autoriteiten. De veldpostkan
toren bij het veldleger bevinden zich bij de divisie-sta
ven.
In plaatsen, waar geen post- of hulppostkantoor
gevestigd of waar deze-kantoren geene voldoende ruim
te voor de inrichting van een veldpostkantoor bieden,
wordt door de zorg van de militaire autoriteit eene lo
kaliteit beschikbaar gesteld De plaats waar de veld
postdienst is ondergebracht, woreft aangeduid door
een zwarte vlag, waarop met witte letters het woord
„Veldpost" is vermeld. De inrichting van een veld
postkantoor moet, zooals begrijpelijk is, zeer eenvoudig
zijn, omdat het té allen tijde gereed moet zijn om te
worden opgebroken en de divisie te volgen. De veld
post is belast mei alle zaken, den postdienst betreffen
de, met deze uitzondering, diat quitantiën niet worden
behandeld, geen abonnementen op couranten worden
aangenomen en geene inlagen of terugbetalingen op
spaarbankboekjes worden gedaan.
Als men nu in beginsel aanneemt, -dat een leger op
voet van oorlog in beweging is, is het vermelden van
de plaats van bestemming op dé stukken niet mogelijk,
daar eene troepenafdeeling vandaag bier, morgen daar
is gelegerd. Voorgeschreven is dan ook, dat slechts
het korps, en bet onderdeel, waartoe geadiresseerde be
hoort, op de stukken moeten worden vermeld. Uit diii
voorschrift blijkt al reeds, dat de gewone postdienst
hier noodzakelijk moet worden bijgestaan door een bij-
zonderen dienst, die steeds bekend is met de legering
en de beweging der troepen.
Het feit, dat tegen genoemd voorschrift wordt gezon
digd en toch de plaats van bestemming wordt vermeld,
in welk geval de stukken rechtstreeks naar die plaats
gaan, en waar dus het expeditie of veldpostkantoor
geen tusschenschakel vormt, heeft reeds dikwijls aan
leiding gegeven tot vertraging, hetgeen bij verplaat
sing der onderdeden een onvermijdelijk gevolg is.
Worden de voor de troepen bestemde stukken dus ge
adresseerd zonder plaais van bestemming, dan worden
ze opgenomen m rechtstreeksche zendingen of bundels
en geadresseerd aan een expeditiekantoor. Daar wor-
dten ze verzameld en naar de verschillende veldpost-
kanforen verzonden. De veldpost wordt van de plaat
sen, waar dé troepen zich bevinden, steeds op de hoog
te gehouden dioor den legeringsstaat, die door den staf
toegezonden wordt, en waarop alle onderdeden met
de plaatsen, waar ze zijn gelegerd, zijn vermeld. Na
tuurlijk is deze legeringsstaat strikt geheim en nie
mand dan het betrokken personeel mag daarvan ken
nis nemen.
Een veldpostkantoor ontvangt eenige zendingen per
dag van zijn expeditiekantoor, in welke zendingen de
correspondentie zooveel mogelijk reeds wordt afgebun-
deld. Op bet veldpostkantoor worden nu depêches ge-
lormeerd voor de verschillende onderdeden, als bijv.
oen bataljon infanterie een eskadron huzaren, eene
compagnie wielrijders, eene mitrailleursafdeeling, eene
afdieeling veldartillerie, verbandplaatsafdeeling, enz.
Bij ieder van die onderdeden is een onderofficier
aangewezen, aan wien die depêches worden uitgereikt.
De verdere uitreiking aan de belanghebbenden ge
schiedt door de facteurs. Zoo is b.v. bij een bataljon
houden als ze werkeiijk de zuster was van die arme
danseres. Herinnert u u niet meer?"
„Heel goed. Maar heb ik geen gelijk, als ik veron
derstel, dat. u haai" wèl houden wilt? U ziet, ik ken u
beter dan toen."
„Als zij graag hier was als het haar gelukkig
maakte dan zou ik haar houden en de heele wereld
tarten."
,Maar nu
Zij kwam naar hem toe met een kopje koude koffie
in de hand. Hij nam het aan en roerde er werktuige
lijk in.
„Zooals de zaken nu staan", zei ze, „is ze heel ziek
en ze moet weer beter worden, voordat wij iets beslis
sen kunnen. Misschien", voegde zij er bij en zij sloeg
de oogen peinzend tot hem op, „zal deze ziekte een'
verandering in haar teweeg brengen, niet waar?"
Hij schudde het hoofd, „Ik ben bang van niet.
Voor een klein poosje misschien voor een paar we
ken, wanneer ze er nog aart denkt hoe u haar opge
past heeft en dan dan komt het oude ik weer te
voorschijn."
Hij z^-ue het kopje, waar hij niet van geproefd had,
op een tafeltje. „Er is geen ontkomen aan", zei hij,
naderbij komende, „aan zijn eigen ik. Daarom is het
werk dat u heeft ondernomen zoo hopeloos."
„Hopeloos?" riep zij verschrikt. Hij sprak luide
uit wat zij in het binnenste van haar hart meer dan
eens bijna nooit geheel en al had gefluisterd.
„U had met de barones zeker dertig jaar geleden
moeten beginnen om eenige kans op succes te heb-
oen."
„Ja, toen was ze vijf jaar en zeker een heel vroolijk
kind. En ik was er nog niet."
„Vijf jaar, dat moest inderdaad over 't algemeen de
eeftijd zijn voor de uitverkorenen. Wat helpt het on
gelukkige menschen op te nemen, die al een heel eind
van 't leven achter den rug hebben en te denken dat
men ze gelukkig zal gaan maken? Hoe kunt u er iets
aan dóen dat ze gelukkig zijn? Als het mogelijk ge
weest was en overeenkomstig hun aanleg, dan zouden
zij al lang geleden gelukkig geweest zijn, hoe arm ze
ook waren. En ze zouden zoo arm en ongelukkig niet
geweest zijn, als ze hadden willen werken. Werken is
zulk een bewonderenswaardig versterkend middel. De
prinses werkt en zij vindt het leven heel best uit te
houden. U zult nooit succes hebben met menschen als
mevrouw von Treumann en de barones. Zij behooren
tot een klasse van menschen die brommen zouden, al
waren zij in den hemel. U zou gemakkelijk personen
nog gelukkiger kunnen maken die het al zijn, want het
geluk ligt in hen dankbaarheid en waardeering van
het leven en zijn zegeningen; maar dat zijn natuurlijk
niet de menschen die u hebben wilt. Vindt u niet dat
ik sta te preeken?" vroeg hij eensklaps.
„Doet u dat dan niet?"
„Dat komt omdat ik niet kan toezien dat u uw eigen
infanterie, behalve genoemde onderofficier, die de dê-
S>êch* in ontvangMVemt, voor iedere compagnie een
acteur aangewezen, die voor die uitreiking aan belang
hebbenden zorg draagt. Gewoonlijk worden brieven
bestellers of postboden voor facteurs gekozen, die in
werkelijkheid' dit beroep uitoefenen en derhalve zeer ge
schikt kunnen worden geacht voor de uitvoering van
dezen dienst. Het overbrengen van dé zendingen, die
niet rechtstreeks van het veldpostkantoor worden ge
haald, maar naar verder gelegen plaatsen moeten wor
den verzonden, geschiedt onder geleide van een postbe
ambte per bestaande postgelegenheid, per postautomo
biel of ander voertuig.
Daar speciale adreslijsten in duplo zijn ingesteld,
waarop de postpaketten, postwissels, kennisgevingen
voor aangeteekemde stukken, enz. worden ingeschreven,
is 't begrijpelijk, dat door het betrokken veldpostkan
toor de noodige controle op de facteurs wordt uitge
oefend.
Daar in vredestijd slechts bij de groote manoeuvres
de veldpost optreedt, is het thans zeker wel de eerste
keer in ons land, dat deze dienst nu reeds ruim 8
maanden in werking is en.wie weet hoelang nog.
3.
37—3!
3.
26:28
4.
38-33!
4.
21 32
5.
33 13
5.
19: 8
6.
34—30
6.
25 :34
7.
39 371
Zeer leerzaam.
AAN DE DAMMERS!
Met dank voor de ontvangen oplossingen van pro
bleem 332 (auteur J. v. Geemen).
Stand
Zwart: 1, 5, 8, 9, 10, 12, 14, 18, 26, en dam op 45.
Wit: 16, 17, 24, 27, 28, 33/38, 40, 41.
De ontleding van dit probleem is zóó mooi, als wij
nog maar zelden hebben gezien. Evenals bij 't vorige
probleem, zijn ook nu weer getrouwe oplossers ge
struikeld, wat ons echter in 't geheel niet verwondert.
Oplossing:
1. 38—32 1. 12 21
2. 2420! Verwijdert de zwarte schijf op 14 en
dwingt straks zwart tot slaan op 30.
2. 14 25
3. 3731 Geeft zwart een tweeden dam, die
straks op 30 moet komen.
3. 26 46
4. 2823! Zwart moet drie schijven slaan.
4. 46 30
5. 23 14 5. 45 31
6. 16:271 6. 31:20
7. 35 4.
Niemand verzuime dit na te spelen!
Goede oplossingen ontvingen! wij van de heeren:
W. Blokdijk, D. Gerling, J. Houtkooper, F. W. Ro-
ierwijn te Alkmaar, S. Homan, Wijde Wormer, D.
Klaij, Oudkarspel, H. E. Lantinga, Haarlem, J. Smit,
Petten en J. J. Rootring, Petten.
EEN SCHIJFWINST.
In den volgenden mooien partijstand wist Moli-
mard een schijf te winnen:
EEN SLAGZET, DIE WINST BRACHT.
Toen in een wedstrijdpartij de volgende stand
bereikt,
was
m:-.
im
Wél
speelde zwart 22—28. Deze zet werd hem noodlottig,
want wit antwoordde:
1. 47—42 1. 28 37
2. 25—20 2. 14 34
3. 38—32 3. 37 28
4. 27—22 4. 18 27
5. 32 24 5. 19 30
6. 40 9 met gewonnen stand.
Ter oplossing voor deze week wederom een schitte
rend probleem, waarvan onze lezers echter de oplos
sing best kunnen vinden, 't Is van een componist,
waarvan nu ongeveer twee jaar geleden prachtstukjes
verschenen in de damrubriek van de „Telegraaf'.
Probleem 333 van E. J. VAN RIJN (Rotterdam).
W4
H
lHf
ÉP
■am
Zwart: 1, 3, 6, 8, 10, 11, 14, 16, 17, 20, 25, 36.
Wit: 18, 19, 23, 26, 28, 29, 32, 34, 37, 40, 48.
Oplossingen vóór of op 15 April, bureau van dit
blad.
H. Z. te A. Zal de door u gezonden stand de vol
gende week plaatsen als bladprobleem.
ADVERTENTIëN.
Hij speelde, zeer bekwaam, als volgt:
1. 28—22 1. 17:28
2. 33 13 2. 9 18 (op 19 8 volgt
34—30)
jj COMPLETE MEIBELEEBOG
V ERDRONKENOORD
- - - - 113-115. - - - -
ae TAPIJTEJf, OORPIJMEJf K.\Z.
leven vernietigt."
„Och, u is een man en kunt u gemakkelijk door het
.even slaan. U heeft het goed en het loopt u mee, Hoe
zou u sympathie kunnen voelen voor vrouwen als
Else? Omdat zij niet jong meer is, voelt u niets voor
jaar niets dan onverschilligheid1. U zegt, dat ik
mijn eigen leven vernietigen zal u geeft met om de
narde slagen die zij ondervond. Als ik veertig was,
wist ik zeku dat u u mijn leed ook niet zou aantrek
ken."
„Jawel, dat zou ik wei", zei Axel met zooveel over
tuiging, dat zij er dadelijk bijvoegde:
„Och laten wij maar niet praten over leed en
harde slagen van het lot."
„Ik hoop dat de barones spoedig den wraeden slag
vergeten zal, dien die merkwaardig lompe jonge man
aan haar heeft toegebracht. U is het zeker met mij
eens, dat hij een merkwaardig lompe jonge man is?"
„Volkomen."
„En als zij weer beter is hoop ik dat u haar zoo ge
lukkig zult maken als zij worden kan."
„Als ik maar wist hoe."
„Door haar weg te laten gaan en haar zooveel mee
te geven, dat zij er fatsoenlijk op zich zelf van leven
kan. Dat zou verreweg het beste zijn, zoowel voor u
zelf als voor haar."
Anna sloeg de oogen neer. „Ik heb hetzelfde ge
dacht", zei ze met zachte stem. het was of zij haar ei
gen vlag neerhaalde.
„Misschien wilt u mij laten meehelpen."
„Meehelpen?"
„Laat mij ook wat contribueereu. Waarom mag ik
ook niet liefdadig zijn? Indien wij ons vereenigen is
het in haar voordeel. Zij hoeft het niet te weten. U is
geen millionair."
„U ook niet", zei Anna hem glimlachend aanziende.
„Wij ongelukkigen, die van onze aardappelen leven,
zijn nooit millionaire. Toch kunnen wij liefdadig
zijn."
„Maar waarom zou de barones helpen? Ik heb
haar opgespoord en hier naar toe gehaald; ik ben de
eenige persoon die verantwoordelijk voor haar is."
„Het zal veel meer geld kosten dan haar hier te
hebben."
,Dat kan mij niet schelen, als zij maar gelukkig is.
En ik wil niet hebben dat u de onkosten betaalt van
mijn proeven op philantropisch terrein."
„Voelt mevrouw von Treumann zich gelukkig?"
vroeg hij kortaf.
„Neen", zei Anna met een flauw lachje.
„Is FiAulein Kuhrauber gelukkig?"
„Neen."
„Vertel mij nog iets", zei hij, „is u gelukkig?"
Anna bloosde. „Dat is een zonderlinge vraag.
Waarom zou ik niet gelukkig zijn?"
„Maar is u het?"
Zij keek hem aarzelend aan. Toen zei ze met een
heel zachte stem: „Neen".
Axel liep twee- of driemaal de kamer op'en neer.
Dat wist ik wel", zei hij en voegde er fluisterend iets
oij in het Duitsch over Weiber. „Na hetgeen er ge
beurd is zult u dien jongen Treumann toch niet weer
ontvangen?" vroeg hij, terwijl hij eensklaps voor haar
bleef staan.
„Nooit weer."
„Dan wacht u een moeilijke tijd met zijn moeder."
Anna bloosde. „Daar ben ik ook bang voor", stem
de zij toe.
„U heeft heel moeilijke weken voor u", zei hij. „De
barones waarschijnlijk gevaarlijk ziek en mevrouw von
Treumann heel boos op u. Ik weet wel dat prinses
Ludwig alles doet wat zij kan, maar toch is u alleen
tegenover alle bezwaren."
De bezwaren waren grooter dan zij wist. Hij was
den geheelea dag ambtshalve bezig geweest met on
derzoek naar de oorzaak van den brand den vorigen
avond en alle omstandigheden wezen Klutz aan als
den schuldige. Hij had om Klutz gezonden en Klutz,
zeiden ze, was naar huis gegaan. Toen had hij een
telegram gezonden naar zijn huis en zijn vader had
geantwoord, dat hij zijn zoon niet verwachtte en dat
hij niet ziek was. Klutz was dus verdwenen om de ge
volgen te ontgaan van hetgeen hij gedaan had; maar
het was slechts een kwestie van dagen en dan zou de
politie hem terug brengen en hij zou de heele onzin
nige geschiedenis vertellen en heel Pommeren zou in
wendig lachen ten koste van Anna. Als hij maar dacht
aan dat inwendig lachen, dan werd Axel koud van
woede.
Hij stond uit het raam te kijken naar den verdroog
den tuin, de neerhangende seringenbomen, het wazige
eiland aan den anderen kant van het water. De wind
was gaan liggen, de lucht was bedekt door een grijzen
nevel. Achter in den tuin, onder een kastanjeboom, zat
miss Leech te naaien en Letty las haar voor. De eento
nige dreun van Letty's stem, telkens afgebroken door
luide klachten, wanneer ze door een mug gestoken
werd, drong door tot Axel's oor, toen hij daar stil
zwijgend voor het raam stond. Hij had een moeielij-
ken inwendigen strijd. Hij had Anna lief met 'n harts
tocht, dien hij niet langer kon verbergen; en hij be
greep dat hij het toch verbergen moest. Hij wist zoo
zeker dat zij niet om hem gaf. Hij wist zoo zeker, dat
zij er nooit over zou denken met hem te trouwen. En
toch, als ooit een vrouw de bescherming noodig had
voor een dl les omvattende liefde, dan Was het Anna op
dat oogenblik. „Dat kind daar ginds heeft een groote
massa kwaads gesticht voor een persoontje van haar
leeftijd", viel hij opeens uit met een heftigheid, die
Anna deed schrikken.
„Welk kind?" zei ze. Zij trad nadter achter hem
en keek over zijn .schouder.
'/AM,
WK
WWw.
■n
Qf0S/t(/.
Wordt vervolgd