DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Van let westelijk oorlogsterrein.
Van 1st oostelijk oorlogsteirein
DINSDAG
13 APRIL
O O 3T 1 O*
No. 85
Honderd en zeventiende jaargang.
1915
m S t p» post fl— AMififieDrlis 10 8t. p. regel, groote letters naar
Brieven fr. N. V. Boek- en Handelsdrnkkerij v.h. HERUÜs. COSTER ZOON, Voordai C9t Telefoonnr. I
Ter zee,
ENGELAND.
DUITSCHLAND.
BELGIE.
YARIA.
ALKMAAR, 13 April.
„Vredespraet" staat bovenaan vandaag.
Van alle kanten wordt de kwestie van den vrede be
sproken en vredesgeruchten vinden hun weg in de ko
lommen der bladen.
„Wij zijn van meening, zoo sprak de Paus in het
bekende vraaggesprek met een Amerikaan, dat deze
ontzettende oorlog zoo spoedig mogelijk ten einde
moet worden gebracht en de vrede hersteld. Daarnaar
moet worden gestreefd met alle moreele middelen van
invloed, die ons ten dienste staan."
„Ik zet mijn geheele hoop op een spoedigen vrede
op het Amerikaansche volk, alsmede op den invloed
en de macht, waarover het in de geheele wereld be
schiktAmerika zal, zoodra het geschikte oogenblik
tot het inleiden van de vredesonderhandelingen is ge
komen, zeker zijn van den uitdrukkelijken steun van
den H. Stoel".
Het ligt voor de hand, dat millioenen op deze woor
den, op de daaruit blijkende gezindheid, hun vertrou
wen vestigen, dat de oorlog dra een einde zal hebben
genomen.
Anderen bouwen hun hoop op een spoedigen vrede
op ander fundament. Zij nemen de Beurs als barome
ter en leiden uit de stemmingen op de gebouwen van
den geldhandel af, dat met Juni, uiterlijk met Augus
tus de vijandelijkheden gestaakt zullen worden. Zij
„ruiken" als het ware een vrede, die door geldnood
onvermijdelijk wordt. Naar hun meening zullen de
sommen, welke door alle oorlogvoerende mogendhe
den samen worden uitgegeven weldra niet meer be
taald kunnen worden. Anderen voegen bij dezen fi-
nancieelen ook nog den economischen factor en gron
den daarop hun verwachting op een spoedige komst
van den vrede.
Ja zelfs militaire overwegingen brengen me
nigeen tot het besluit, dat tegen dat het winteren
gaat, het vredescongres wel bijeengeroepen zal zijn.
„De oorlogvoerenden zouden niet den moed heb
ben, hun troepen en him bevolking een nieuwen win-
terveldtocht op de schouders te leggen, heet een Bel
gische persoonlijkheid, die in nauwe betrekking staat
tot de Belgische en Engelsche regeeringen, verklaard
te hebben. Weldra zullen er, volgens deze mededee-
ling, 1.700.000 Engelschen en 1.300.000 Franschen
aan het front zijn en deze massa's, bezield met nieu
wen moed, zullen wel in staat zijn de Duitschers te
verslaan en uit Frankrijk te drijven, waarna er in Oc
tober een vrede kan worden gesloten, al is die dan
ook niet zoo, als de Belgen hem wenschen.
En van een anderen kant uit Amerika wordt
gezegd, dat het aan een half millioen, misschien een
millioen menschen het leven moet kosten, wil men de
Duitschers terugwerpen op hun eigen verdedigings
linie langs den Rijn. Zoo Duitschland bekend maakt,
dat het over vrede wil onderhandelen, zijn de bondge-
nooten bereid te luisteren, wanneer Duitschland maar
geneigd is waarborgen te geven tegen een verstoring
van den vrede in de toekomst.
Men spreekt reeds over vredesvoorwaarden: alles
wordt in Europa gelijk het vóór den oorlog was, ge
biedsuitbreiding is dlis uitgesloten, Duitschland neemt
tegen redelijken prijs den Kongo over, zoodat België
zich herstellen kan, de andere koloniën der oorlog
voerende mogendheden, voornamelijk in Afrika, wor
den herverdeeld en de vrijheid van de zeeën en de on
schendbaarheid, van den handel worden in tijd van
oorlog voortaan gewaarborgd.
Het zou niet goed zijn v.: ri deze verwachtingen
en beschouwingen geen nota te nemen. Maar aan den
anderen kant is een waarschuwing zeker niet mis
plaatst, om er niet te veel geloof aan te hechten.
Het is best mogelijk, dat de oorlog plotseling ein
digt. Het is ook geenszins uitgesloten, dat de vijande
lijkheden vóór den winter inderdaad reeds gestaakt
zijn, hetzij er sprake is van een gewonnen, dan wel
van een remise-partij. Doch het verstandigste lijkt ons
nog steeds, zich maar te houden aan het woord van
lord Kitchener: „Ik weet niet wanneer de oorlog
eindigt, maar wel, dat hij in Mei begint".
De belangstelling te Londen voor ons land, waar
van we Maandag gewaagden, duurt voort. Naar wij
in het Tageblatt lezen, zouden te Londen en te Parijs
loopende geruchten hebben gewaagd van schending
van onze onzijdigheid door Duitschland, dat troepen-
afdeelingen op ons grondgebied zou hebben ge
worpen, officieel door onze gezanten zijn tegengespro
ken. Nu weer duikt het gerucht op, dat aan boord van
het Duitsche schip „Main", hetwelk sedert het uitbre
ken van den oorlog te Vlissingen lag, een draadloos
telegrafietoestel aangetroffen is.
De Daily Telegraph deelt hieromtrent mede
„Op een van de Hollandsche draadlooze telegrafie-
stations was een telegram onderschept. Dit kwam van
Zeebrugge en hoewel in code taal, wees het op eeni-
gerlei wijze er op, dat het betrekking had op de bewe
gingen van schepen en onderzeeërs. Bovendien had
den de autoriteiten reden te gelooven, dat het was ge
adresseerd1 aan een te Vlissingen liggend schip. Dien
overeenkomstig werd een onderzoek ingesteld. Aan
boord van de „Main" werd een draadloos telegrafie
toestel gevonden dat geheel gereed was om te werken.
De ontvangdraden waren op een vindingrijke wijze
verborgen langs de masten, ladders en ander scheeps
tuig gestrengeld; de dynamo was in de machinekamer.
Hoewel geen officieele inlichting is gegeven, verneem
ik (aldus de berichtgever van de Daily Telegraph), dat
deze zaak door de Nederlandsche autoriteiten als zeer
ernstig wordt beschouwd. Het is duidelijk, dat het op
deze wijze gebruik maken van een geïnterneerd stoom
schip een ernstig misbruik is van de regelen welke in
een neutrale haven op geïnterneerde schepen van toe
passing zijn".
Zooals uit een bericht, elders in dit blad opgeno
men, blijkt, heeft de „Main", het Duitsche stoomschip,
sedert het begin van den oorlog in de Vlissingsche
binnenhaven liggende, deze moeten verlaten en is het
gisteren naar Antwerpen vertrokken. Het spreekt Wel
haast van zelf, dat de regeering de „Main" wel zou
hebben vastgehouden, wanneer de overtreding, waar
van het Engelsche gerucht gewaagd, inderdaad was
geconstateerd.
Overigens is het wellicht niet de eerste keer, dat het
te Vlissingen liggend Duitsche schip belangstelling
van Engelsche zijde geniet. Het moet immers geens
zins uitgesloten zijn, dat de twee bommen, welke den
11 den Februari van een Engelsche vliegmachine uit op
Vlissingen neerkwamen, bestemd waren voor de
„Main".
Vanmorgen heeft een Duitsche tweedekker men
spreekt zelfs van twee een zeer ongewenschte be
langstelling aan den dag gelegd, door geruimen tijd
boven het eiland Walcheren te manoeuvreeren. Geluk
kig moest het vliegtuig landen, zoodat de beide inzit
tenden geïnterneerd konden worden, die heden of
morgen wel naar Bergen zullen worden gebracht. Bo
ven Middelburg kwam geen bom maar een bus naar
beneden, waaruit papieren vielen, die, naar het bericht
meldt, nog niet terecht waren.
Uit de indeeling van dit overzicht blijkt reeds dat er
geen belangrijke militaire feiten te bespreken vallen.
Omtrent het Fransche offensief tusschen Maas en Moe
zel valt weinig te zeggen. Het laatste Fransche com
muniqué gewaagt enkel van tegenaanvallen bij les
Eparges (ten zuid-oosten van Verdun dus) en in het
Priesterwoud (bij Pont-a-Mousson), zoodat dus aan
beide beenen van de tang Maandag de actie is uitge
gaan van de Duitsche troepen. Is het offensief ook
hier in letterlijken zin doodgebloed? Het heeft
er allen schijn van, maar het zou voorbarig zijn nu
reeds te spreken van een verlamming. Tenslotte is het
nog niet eens uitgesloten, dat het, hoezeer dte aanwij
zingen anders, zouden doen veronderstellen, hier
slechts een schijn-beweging, of een tast-poging heeft
gegolden. Hervatting van het Fransche offensief hier
of elders is dan ook te wachten. Wij blijven verder de
aandacht vestigen op de Duitsche aanvallen ten noor
den van Albert, waarvan bijzonderheden merkwaardi
gerwijs alleen' uit Fransche bron tot ons komen.
Uit het Oosten klinken de Russische berichten iets
minder, de Oostenrijksche iets meer opgewekt.
Aan de Dardanellen blijft het volgens een Duitsch
bericht rustig, voor het eiland Lemnos zouden thans
enkel drie hospitaalschepen liggen.
De Turken „onderwerpen aan het oordeel der be
schaafde wereld, die er over moge oordeelen" het be
schieten van onverdedigde plaatsen, hetwelk zij als
een wraakoefening voor het mislukken van de pogin
gen aan de Dardanellen opvatten. De beschaafde we
reld is echter aan soortgelijke berichten al te zeer ge
wend, dan dat zij aan het Turksche bericht veel aan
dacht zal wijden.
De Duitschers gaan ook weerwraak oefenenEngel
sche officieren zullen eenzelfde behandeling onder
vinden, als den gevangen genomen equipages der
Duitsche onderzeeërs in Engeland ten deel valt.
Bij het torpilleeren van de „Wayfarer" (in 1903 ge
bouwd, 9600 ton, thuishoorend te Liverpool), gisteren
reeds vermeld, zijn geen menschenlevens verloren ge
gaan en de bemanning heeft heelemaal geen onder
zeeër gezien.
Volgens een nog niet bevestigd bericht van Lloyd's
uit Plymouth, is het Engelsche stoomschip „The Pre
sident" aangevallen door een Duitschen onderzeeër.
De bemanning, uit tien personen bestaande, is naar
Plymouth gebracht. Het is nog niet bekend of „The
President" gezonken is.
Zes Fransche vliegers hebben Zondag boven een
vliegkamp bij Mühlhausen (Elzas) bommen geworpen
de meer en meer gebruikelijke mededeeling „geen
schade" ontbreekt niet in de Duitsche bladen.
Gemeld wordt verder dat generaal v. Moltke, die
aanvankelijk de leiding der operaties van de Duitsche
legers had, geheel hersteld en geschikt is voor den
velddienst of hij echter weer een belangrijke verant
woordelijke functie zal krengen?
In Engeland heeft sir Edward Grey, de minister
van buitenlandsche zaken, zijn ambt weer hervat.
DE STRIJD IN BELGIë EN N.-FRANKRIJK.
Het Fransche middagconununiqué meldde gisteren:
In België, tusschen Oise en Aisne en in Champagne
hadden gisteren artillerie-duels plaats.
Ten noorden van Albert deden de Duitschers in den
nacli van 10 op 11 April een aanval op de beide oevers
van de Angre, op de Fransche loopgraven van Hamel
en het Bosch van Thiepval.
De Duitschers werden teruggeslagen, na een ge
vecht van man tegen man.
In denzelfden nacht had een hevige strijd plaats in
het Argonnenwoud. De Franschen vernielden een
Duitsch blokhuis, namen 300 M. loopgraaf, en wisten
deze winsten te behouden, ondanks twee tegenaanval
len. Tusschen Maas en Moezel had geen infanterie-
actie plaats, in het gebied Eparges-Combres, sedert
het Fransche succes van 9 April. De Franschen
richtten zich in, in de posities, die zij bij de vorige ge
vechten veroverden.
In het bosch van Ailly bracht een Fransche aanval
in den avond van 10 April een nieuwe loopgravenlinie
in ons bezit.
In het bosch van Mortmare slaagden de Duitschers
erin, in den nacht van 10 op 11 April de loopgraven
te heroveren, die zij in den loop van den dag hadden
verloren. De stellingen, die de Franschen den 8en
April veroverden, bleven geheel in ons bezit.
Twee hevige aanvallen der Duitschers op den west
rand van het Bois le Prêtre mislukten onder het
Fransche artillerie- en infanterievuur.
Fransche vliegeniers wierpen bommen op het marine
station en de ijzergieterij te Brugge.
Het Duitsche groote hoofdkwartier meldde gisteren,
zooals we reeds in een deel onzer vorige oplaag mede
deelden: In het Argonnenwoud mislukten kleine
Fransdie aanvallen. Tusschen Maas en Moezel was
het Zondag betrekkelijk rustig. Eerst tegen den avond
begonnen de Franschen een aanval op de stellingen;
na een gevecht dat twee uur duurde werd de aanval af
geslagen.
In het bosch van Ailly en in het bosch Le Prêtre had
den over dag gevechten plaats, waarin wij de overhand
behielden. In den nacht werd een nieuwe aanval afge
slagen.
Ter beantwoording van den op 5 April door een vij
andelijken vlieger gedanen tocht naar de open, en
buiten het operatiegebied gelegen stad Müllheim,
waarbij bommen werden geworpen, waardoor drie
vrouwen werden gedood, werden in Chanzy, de hoofd
plaats van de bevestigde groep van dien naam, door
ons spring- en handbommen geworpen.
Volgens mededeelingen van Fransche officieren, zijn
de kathedralen van Notre Dame ide Paris en Troyes,
en belangrijke staatsgebouwen, als de Bibliothèque na
tionale, kunstverzamelingen als het gebouw des Invali
des en het Louvre en andere, te Parijs, met militaire
inrichtingen voorzien, als zoeklichten, draadlooze sta
tions en mitrailleurs.
DE STRIJD AAN HET OOSTELIJK FRONT.
Het Duitsche groote hoofdkwartier meldde gisteren
Bij een aanval uit Mariampol in oostelijke richting
ontnamen wij dien Russen 9 officieren en 1350 man;
vier mitrailleurs werden buitgemaakt.
Ten N.O. van Lomsja wierpen de Russen met bom-
men-werpmachines bommen, die niet sprongen, maar
langzaam leegbrandend stinkende gassen ontwikkel
den.
Het in de pers medegedeelde officieele bericht van
mishandeling en verminking van een Russischen on
derofficier, in tegenwoordigheid van Duitsche officie
ren, is onwaar.
(Reeds vermeld in een deel onzer vorige oplaag).
Het Oostenrijksche legerbericht meldde gisterenDe
algemeene toestand is onveranderd.
In Russisch-Polen en West-Galicië worden op enke
le plaatsen artilleriegevechten geleverd.
Aan het front in de Karpathen werden in het Woud
gebergte en voornamelijk in de gedeelten ten oosten
van den Oeszok-pas, verschillende Russische aanval
len met groote verliezen voor den vijand afgeslagen.
Daarbij werden 830 man gevangen genomen.
In Zuidoost-Galicië en in de Boekowina hadden op
enkele plaatsen hevige artilleriegevechten plaats.
BOMMEN OP EEN ENGELSCH SCHIP.
Gisternacht liep het Engelsche stoomschip „Seru-
la", van de Cork Ship Company, komende van Man
chester, den Waterweg binnen. De kapitein rappor
teerde, dat bij het vuurschip Noordhinder twee Duit
sche vliegtuigen beproefd hadden bommen op het
schip te werpen.
Aanvankelijk werden d'e Duitschers niet opgemerkt,
omdat van de brug scherp naar voren werd getuurd
om het mijnengevaar, en de vliegers het schip achterop
kwamen.
Eerst verscheen een kleine vliegmachine boven het
schip en wierp een aantal bommen, telkens drie bij
drie, naar het schip. Deze bommen vielen niet recht
omlaag, maar dwarrelden langzaam naar beneden. De
kapitein, die een goed schutter is, nam zelf een ge
weer eg begon op de vliegmachine te schieten. Nu
kwam er ook een watervliegmachine opdagen, die
eveneens drie bij drie bommen naar de „Serula" wierp.
Deze bommen vielen in d'e onmiddellijke nabijheid van
het Engelsche stoomschip, maar troffen evenmin als
die van de vliegmachine. Intusschen ging de kapitein
door met schieten en trof de vliegmachine, toen deze
het schip dicht 'naderde, eenige malen, zoodat een
vleugel van de aeroplane ernstig beschadigd werd.
Beide vliegtuigen verdwenen daarop in de richting
van Zeebrugge.
Het schip had zoo goed als geen schade geleden,
slechts waren er eenige scherven van bommen, die in
de onmiddellijke nabijheid van het schip ontploft wa
ren, op het dek gevallen. De kapitein was overtuigd,
dat de kleine vliegmachine Zeebrugge niet meer had
kunnen bereiken.
DE „BOTHA".
Reuter meldt uit LondenEen nieuwe groote torpe
dojager, die dezer dagen bij de vloot is ingedeeld,
draagt den naam van „Botha", den gewezen bevel
hebber van de Boeren in den oorlog tegen Groot-Brit-
tannië, en thans eerste minister van de Unie van Zuid-
Afrika en bevelhebber van de strijdmacht der Unie te
gen Duitschland.
Ter gelegenheid van de indienststelling van het
schip werd door den minister van koloniën het vol
gende telegram gezonden aan den gouverneur-generaal
van Zuid-Afrika:
„Wees zoo goed het volgende telegram van Z. M.'s
„Botha" over te brengen aan generaal Botha„De ka
pitein en de bemanning van de „Botha" zenden u hun
beste wenschen en spreken de hoop uit, dat het schip
nieuwen roem zal toevoegen aan den naam, die in het
geheele Britsche rijk reeds zoo geëerd is."
Daarop werd het volgende telegram ontvangen:
„Generaal Botha verzoekt u aan dén kapitein en de
bemanning zijn diepgevoelden dank over te brengen
voor hun telegram. Hij is overtuigd, dat zij het schip
tot roem zullen brengen en wenscht hun goed succes
en Gods zegen bij hun edele taak."
EEN VERGELDINGSMAATREGEL.
Het Berlijnsche Wolff-bureau meldt: De door de
Engelsche regeering genomen maatregel tot bestraf
fing van de bemanningen der Duitsche onderzeeërs,
die bij de trouwe vervulling hunner plichten in han
den der Engelschen zijn gevallen, door hun een eer
volle krijgsgevangenschap te onthouden en hen te
huisvesten in de marine-gevangenissen, heeft de Duit
sche regeering aanleiding gegeven tot tegenmaatrege
len. Voor ieder krijgsgevangen lid van de bemanning
van een onderzeeër, zal n.l. zoo lang de slechte be
handeling duurt, op een Engelsch officier, zonder aan
zien des persoons, dezelfde behandeling worden toe
gepast. In verband daarmede zijn op 12 April 39 En
gelsche officieren uit dé kampen van krijgsgevangen
officieren overgebracht naar de militaire huizen van
arrest.
HET VAANDEL GEZEGEND,
Het „Giomale d'Italia" meldt, dat de Paus het Bel
gische vaandel zegende, symbool van geloof en hoop
van het geheele Belgische volk in de bevrijding en
herleving van het vaderland. Het vaandel is bestemd
voor het heiligdom te Paray-le-Monial. Gedurende de
plechtigheid der zegening sprak dé Paus de volgende
woorden„Dat het H. Hart van Jezus België redde,
het wederom opheffe en sterker en schooner make na
de harde beproeving".
EEN WASCHINRICHTING PER AUTOMOBIEL.
Aan het front gebruiken de oorlogvoerende mogend
heden speciaal ingerichte automobielen als waschin
richting bij de veldhospitalen. De waschinrichting
bestaat uit vier voertuigen, waarvan het voorste een
zeer krachtige vrachtauto is, waar een gemakkelijk ver
plaatsbare stoommangel op straat. De tweede wagen
van den trein bevat een geheele stoommachine met ketel
turbine, droogkamer en desinfectiekuip. De eigenlijke
waschmachine staat op den derden wagen, verder zijn
daar nog bij centrifugaal droogtrommels, pompen voor
warm en koud water en een stoomcondensor voor het
geval, dat het water uit de buurt te hard voor wasch-
water is.
De vierde wagen is volgeladen met zeep, soda, kolen
(om de machine te stoken), benzine en gereedschap.
Op marsCh worden de vier wagens aan elkaar vast
gehaakt, terwijl, als zij in de gevechtslinie zijn geko
men, zijn bij het veldhospitaal in hoefijzervorm worden
opgesteld. Over de geheele wasscherij kan een linnen
tent geplaatst worden. Als de stoommangel afgeno
men wordt, wordt de wagen gebruikt voor het brengen
en halen van waschgoed naar en van het hospitaal.
Bebloed linnengoed wordt eerst in de ontsmettings-
kuip geworpen met sterke soda en cresootzeep. De
droogkamer wordt gebruikt voor wollen goederen, die
in den mangel moeilijk droog te wringen zijn.
Per dag kan ongeveer 3000 pond linnengoed ver
werkt worden. De geheele inrichting blijkt een groot
succes te zijn.
KORTE BERICHTEN.
De gemeenteraad van Schöneburg (Duitschl.)
heeft het sociaal-democratisch lid van den Raad Mol-
kenbuhr met algemeen stemmen gekozen tot lid van het
stedelijk bestuur.
De jongste broeder des Pausen, markies Guilio
de 11a Chiesa is te Pegli tengevolge van een longont
steking overleden, meldt de Msb.
Het Italiaansche schip „America" dat van Nieuw-
York te Napels is aangekomen, werd bij Gibraltar
door de Engelschen doorzocht, en moest daarbij twee
Duitschers aan land zetten.
De Zuid-Afrikaansche bladen die de nationale
strooming volgen, winnen voortdurend meer lezers.
Zoo meldt het Westen, van Potchefstroom, dat het da
gelijks tal van nieuwe inteekenaars krijgt, op één dag
zelfs 130. Gen. de Wet heeft uit de gevangenis inge-
teekend en geschreven, dat het blad in geheel Zuid-
Afrika gelezen verdient te worden.
In de nabijheid van het station Roedziski aan den
spoorweg tusschen Warschau en Wilna botsten treinen
op elkaar. 12 spoorwagens werden vernield, meldt
een bericht uit Krakau. 20 Personen werden gedood
en 38 gewond.
Naar men aan de N. R. Crt. meedeelt was aan
den gezagvoerder van het getorpilleerde Engelsche
stoomschip Har paly ce door den Duitschen gezant in
Den Haag een pas uitgereikt, waarbij dat stoomschip
gedurende de reis tegen aanvallen van Duitsche duik-
booten zou worden gevrijwaard.
Een Havas-bericht uit Petersburg meldt, dat
Czernowitz, de hoofdstad van Boekowina, bijna geheel
door brand verwoest is. De brand moet ontstaan zijn
COURANT