iK H B
m
'm "m
UWSb
m
Roode Kruis.
iJamrubriek.
H
K
m
at
i§
lp
Traag en Aanbod.
Wat te doen wanneer men zwak is
Wat te üoen om de algemeene zwaxie te oesirijüeu
Men moet tiet bloed, te arm aan roode bouetjes,
nieuw leven geven, tiet zenuwstelsel, dat geen veer-
kracnt meer ueeit, versterken, en zoo zonder verzuim
den levensweerstand vermeerderen.
is daartoe een lange behandeling noodig Moet er
een saamgestelde leefregel mee gepaard gaan? In het
geheel niet Eenige doosjes Pink Pillen nemen, dat
is alles. De zieke zal na weinig tijd zeil zijn leefregel
vaststellen, zijn eetlust zal inderdaad terug zijn geko
men en hij zal willen eten om zijn honger te stillen.
Dan laat gij hem eten. Zijn levenskracht zal vermeer
derd zijn ter eene zijde door hetgeen het geneesmiddel
jlf heeft aangebracht, ter andere zijde door het over-
oediger én beter opgenomen voedsel.
De Pink Pillen kunnen het meest uitgeputte gestel
eer opheffen, zij geven aan alle functies nieuw leven,
j herstellen de lichaamskracht,-die door leeftijd en
ijnen, door lichamelijk of geestelijk overwerken, 'door
buitensporigheden of verdriet verzwakt is.
Ziehier een nieuw bewijs van de werkdadigheid der
Pink Pillen. Mej. O. Rosier, geb. van Vreeswijk, ouc
41 jaren, wonende te Utrecht, Brouwerstraat 10,
schrijft ons:
„Sedert eenigen tijd was mijn gezondheid niet zeer
schitterend. Ik verkeerde in een toestand van algemee
ne zwakte die aan uitputting grensde. Ondanks alle
zorgen, was men er niet toe gekomen dien toestand te
veranderen. Ik at niet meer, ik bad schele hoofdpijnen,
hartkloppingen, benauwdheid en ook plaatselijke pij
nen. Gelukkig heeft men mij de Pink Pillen doen ge
bruiken, en deze Pillen hebben mij zooveel goed ge
daan dat mijn gezondheid is hersteld."
Onder een beknopten vorm bevatten de Pink Pillen
alle noodige elementen om aan het bloed een nieuw le
ven, nieuwen rijkdom te geven en om het zenuwstelsel
te versterken.
De Pink Pillen zijn verkrijgbaar 1,75 per doos,
en 9,per zes doozen, bij het Hoofddépöt der Pink
Pillen, Dacostakade 15, Amsterdam. Te Alkmaar bij
de firma Nierop en Slothouber, Langestraat.
bacht moet uitoefenen, om te kunnen leven. Je bent
groot en krachtig, je hebt een flinken eetlust; jij be
hoort tot die mannen, die tot dusver slechts voor hun
genoegen hebben geleefd. Maar het geld, dat voor
jou toereikend is, reikt niet uit voor een heel gezin. En
met mijn handen alléén, Tacko, kan ik jullie niet alleen
voeden, jou en de overigen."
Hij bleef een oogenblik met vuurroode kleur stil zit
ten. Hij zocht met een ietwat onderd'anigen blik Yéta,
als een goedig, nederig dier zijn meerdere
„Je hebt gelijk, als je zegt, dat ik tot dusver nog
niet veel heb uitgevoerd. Wel leerde ik het horlogevak,
maar mijn handen waren te lomp; ik was er onge
schikt voor. Toen ben ik weggegaan om het schoenma
kersvak te leeren, maar dat beviel me niet heel erg. Ik
moet dus iets anders vinden, jij moet maar zeggen,
wht."
Opeens werd Yéta heel vroolijk, het scheen alsof ze
nog nooit zooveel plezier had gehad en de groote Tac
ko lachte mee, luid en rond.
Hij dacht er heelemaal niet meer aan, dat het om een
der ernstigste oogenblikken in zijn leven ging.
„Tacko, maar wat vraag jij me nu! Jij, een man!
Hoe kan een vrouw je den lust geven tot iets wat je
zelf al niet in je handen of In je hoofd zoudt hebben.
Je bent een malle vent!"
Hij voelde zich even iets gekrenkt In zijn eigenwaar
de en antwoordde met een tikje hoogmoed:
„Maar een grappige kerel toch ook!"
Doch inwendig was hij niet zoo zeker.
„O, Tacko, wat ben jij nu voor een man," lachte Yéta
opnieuw! „Als ik spreek over ons gezin van vijf per
sonen, kun je mij dan niets beters antwoorden?"
Hij schudde zijn hoofd, hij had willen schreien, nut-
telooze kracht-kerel die hij was; hij eindigde met zacht
jes te zuchten
„Ja, ja, je hebt wel gelijk, als je dat zegt. Wij zou
den vijf zijn, en ik, ik heb geen ambacht."
Hij bemerkte niet hoe Yéta met verbleekt gezichtje
naar den grond keek, alsof zij ook had gehoopt, dat hij
uitroepen zou: kind, noch jou, noch de kleinen zal het
aan iets ontbreken, van nu af aan zal ik werken
Maar, helaas, de tijd van kracht, van wil, was aan
hem voorbij gegaan, en hij uitte opnieuw korte zuchten
„Denk je eens in, als ik direct ja had gezegd, Tacko!
Pouffer zou je nu reeds kunnen zeggen, wat hij latei
denkt te worden, terwijl jij je duimen slechts weet te
draaien. Kom terug als je je iets voorgenomen hebt!"
Hij nain haar hand in de zijne, een warme, dikke
traan, die hij tevergeefs terug trachtte te houden, viel
op haar vingers; tooi zei hij haar heel zacht:
„Yéta, ik dank je. Je hebt ais een eerlijke vrouw met
e gesproken, en je hebt niet neen gezegd. Ik belool
ik zal daaraan denken."
Doch toen hij den tuin uit was en zijn voetstappen
oorde van de ietwat krakende nieuwe bruin-leeren
larzen, op de harde chaussee, ontwaakte opnieuw zijn
evoel van mannelijke meerderheid.
„Ach wat," dacht hij, „Mina en de anderen vragen
mij nooit naar eenig handwerk, 't Is echt een idee
voor haar, zoo iets. Ik zou, als het er op aan kwam,
mij wel redden. Waarom zorgen vóór den tijd
terecht komen, theende hij
na binnentredende, voelde hij zich zeer verlicht en ver-
Tacko beoordeelde zichzelf te goeder trouw; alles zal
wel terecht komen, nieende hij. En het cafétje van Mi-
ruimd,
De dagen gingen voorbij en Tacko dacht weinig
meer over de kwestie van het ambacht-kiezen. Als hij
bij Yéta kwam, vond hij haar bij de groenten In den
tuin, of bij de kachel, of aan 't vertellen. Hij was Ver
baasd over alles wat zij op één dag klaar speelde.
„Goden! wat een schat van een wijfje zou ik aan
bosch en Lohm, kwam zij Manske tegen.
„Ik ging naar u toe," zei zij.
„En ik ga naar hem," zei Anna.
„O, lieve freuleriep Manske, en twee dikke tranen
rolden langs zijn wangen.
„Niet schreien," zei ze, „dat helpt hem niet."
„Hoe zou het mogelijk zijn dat ik niet schreide, na
alles wat ik vandaag heb bijgewoond?"
Zij spoedde zich voort. „Kom, wij moeten geen tijd
verbeuzelen. Hij heeft hulp noodig. Ik ga naar zijn
huis om te zien of ik ook iets voor hem doen, kan. Waar
hebben zij hem mee naar toe gebracht?"
„Zij brachten hem naar de gevangenis."
„Waar?"
<„ln Straalsond."
„Zal hij daar lang moeten blijven?"
„Tot na het gerechtelijk onderzoek."
„En wanneer zal dat zijn?"
„Dat weet God alleen."
„Ik ga naar hem toe. Ga met mij mee. Wij zullen
zijn paarden nemen."
„O, lieve freule, lieve freule", riep Manske handen
wringende, „zij zullen ons niet bij hem toelaten u
in geen geval en mij alleen over bergen van bezwaren
heen. De ambtenaar, met de arrestatie belast, was de
brutaliteit zelve toen ik hem permissie vroeg mijn ge
liefden beschermheer te mogen bezoeken. „Waarom
wou u hem bezoeken?" vroeg hij spottend. „De gees
telijke van de gevangenis zal alles doen wat noodzake
lijk is voor zijn ziel." „Laat het maar Manske", zei
mijn dierbare beschermheer, maar toch hield ik vol.
haar hebben", dach h!j dau bij zichzelf. „Zij, werkelijk
zij zon het mij aan niets laten ontbreken i'
En hij was gelukkig; hij zou zijn leven hebben wil
len verslijten onder het genot van zijn pijpje, in haar
nabijheid.
De kinderen liet hij dansen op de knie, maar iets uit
voeren, werken, mee-helpen in den tuin, het kwam niet
op in zijn logge hersenen.
Af en toe zei hij tegen Yéta: „Denk er je eens in,
hoe gelukkig we zouden zijn, als wii bij elkaar woon
den, wij alle vijfDaar ginder heb' ik een kleine boer
derij, de boer betaalt goed zijn pacht, het zou ons aan
mets ontbreken.
Yéta lachte en antwoordde:
„Jou, jou heeft het nooit aan iets ontbroken, omdat
jij alleen maar voor je zelf behoeft te zorgen, maar ge
looi mij, als er vrouw en kinderen zijn, verandert al
les" lacko zuchtte zwaar, maar nauwelijks heenge
gaan, was zijn bezorgdheid voorbij, en werd zijn adem
haling licht en vrij.
Eens kwam hij opnieuw aangestapt; ditmaal als een
witte sneeuwpop, want de sneeuw viel in dichte vlokken
en het was koud in het kleine huis. De kinderen zaten
gehurkt bij het magere vuurtje; hij vroeg hun waar
Yéta was en Pouffer.
„Naar het bosch, hout sprokkelen", klonk het.
„Dan zal ik ze hier opwachten", ze hij.
Hij zette zich hij het vuur, Kéké begon te huilen,
want hij nam al de warmte weg. Hij voelde een soort
schaamte over zijn groote lijf, dat zooveel ruimte innam
tevens dacht hij met spijt aan het lekkere vuur, dat er
bij Mina branade en aat hij er aan gegeven had; om
hierheen te komen.
Klompen sloegen dof tegen den drempel, Yéta keer
de met wat hout terug en zij lachte evenals in de zo
merdagen. Tacko echter scheen zijn kalmte opnieuw
verloren te hebben.
„Yéta," zei hij, „ik zou nooit gedacht hébben, dat jij
verplicht zoudt zijn zelf hout te zoeken. De boer heeft
mij eenige dagen geleden hout gebracht, als je wilt,
kun je er van krijgen."
„Neen," zei ze, „neen, bewaar het voor je zelf; er
zou toch niet genoeg zijn voor jou èn voor ons erbij.
Trouwens, ik
Zij draaide even in de kamer rond, toen nam zij een
breiwerk, ging naast hem zitten en sprak met zachte
stem:
„Luister eens, ik moet eens even met je spreken. Ik
heb je den tijd gegeven om eenig ambacht te zoeken;
toen was het Zomer, nu is het winter geworden. Jij
hebt je in niets veranderd. Hoewel ik niet om buren-
praatjes geef, weet ik toch niet. wèt ik antwoorden moet
als zij mij vragen, waarom je hier eiken dag aankomt."
De groote Tacko voelde een heftigen schok door zijn
lichaam. Hij wilde iets zeggen, maar de woorden kleef
den hem aan de tong. Eindetijk sprak hij nederig:
„Yéta, als je zeggen wilt, dat ik niet meer terug moet
komen, voordiat ik een handwerk heb gevonden, zeg ik
je eerlijk, dat ik dat niet kan. Weet je, het is voor mij
te laat geworden nog zooiets te zoeken. Iemand van
mijn leeftijd kan niet meer zijn leven opnieuw begin
nen."
Opeens biggelden de tranen hem langs de wangen;
hij voelde zich werkelijk ongelukkig met zijn stevige
handen, gemaakt om boom en in de boschen te vellen en
die nu slechts tranen konden wegvegen. Toen was het
die kleine Yéta, die hem troostte als een grooter zusje,
alsof hun arme liefde om die redenen moest eindigen
en hij op 't oogenblik niet meer was dan een broer, een
oudere broer van Pouffer.
„Het is jouw schuld niet, Tacko. Ik maak er geen
verwijt van. De zaak kan nu eenmaal niet anders ge
schikt, nietwaar. Weet je, wat je doet? kom nu voor
taan, als je dit zelf ook wenschen mocht, alléén des
Zondags, na de mis, de menschen zullen daaraan wel
wennen. Dat zal het beste zijn.
Hij zag naar haar met een uitdrukking vol vertrou
wen.
„Geloof je dat heusch, Yéta?"
„Ja. Tacko, heusch. Jij blijft vrij, je blijft je eigen
baas."
Hij bleef nog geruimen tijd in de kamer, met behuild
gezicht kijken naar Yéta, naar het vuur, naar de kinde
ren, die door de warmte waren ingedommeld. Het wa
ter zong in de ketelde kanarie zong in de kooi, nog
nooit had het kamertje zoo rustig, zoo plechtig er uit
gezien. Hij stond zachtjes op, drukte Yeta's hand, en
zei haar, bi] de deur:
„Ja, misschien heb je gelijk, Yéta. Ik zal alleen Zon
dags aankomen, dat zal beter zijn, zooals je terecht op
merkt."
Zij zag hem met groote passen den weg opgaan, het
hoofd gebogen als van iemand die in gedachten is. Al
gauw werd de gestalte hooger, scheen ontdaan van
druk, de vrijheid was hernomen! Yéta. bleef hem nasta
ren, totdat hij uit liet gezicht verdwenen was. Zij
schreide niet, haar hart bonsde alleen maar hevig.
Daarop ging zij weer bij het vuur zitten en nam haar
breiwerk op
AAN DE DAMMERS!
Met dank voor de ontvangen oplossingen van pro
bleem 333 (auteur E. J, van Rijn).
Stand
Zwart: 1, 3, 6, 8, 10, 11, 14, 16, 17, 20, 25, 36.
Wit: 18, 19, 23, 26, 28, 29, 32, 34, 37, 40, 48.
Oplossing
1. 26—21 1. 16:38
2. 37—31 2. 36 27
3. 29—24 3. 20 29
4. 48—43 4. 38 49
5. 28-221! 5. 49:13
6. 18 20 6. 17 19
„Ik kan u geen permissie geven", zei de man eindelijk,
de last, dien ik hem veroorzaakte, begon hem te verve
len, „het is de zaak van mijn chef. U moet maar naar
hem toe gaan."
„Wie is die chef?"
„Dat weet ik niet. Ik weet niets. Mijn hoofd loopt
om."
„Hij moet ergens in Straalsond wonen. Wij zullen
hem vinden, al moeten wij vragen van deur tot deur.
En ik zal voor mij zeif ook wel permissie krijgen."
„O, lieve freule, die krijgt u zeker niet. De man zei,
dat alleen zijn naaste familiebetrekkingen en die nog
zeer zeldzaam werden toegelaten want ik vroeg
zooveel ik kon; ik oegreep, dat de tijd kostbaar was
mijn beschermheer sprak geen woord. „Zijn
vrouw, als hij er een heeft", zei de man, een akelige
grap hij wist heel goed, dat hij geen vrouw had
„of zijn Braut als hij er een had, of een broer of een
zuster, maar niemand anders."
„Weten zijn broers en Trudi het?"
„Ik heb hun dadelijk getelegrafeerd."
„Dan kunnen zij vanavond, hier zijn."
Vrouwen en kinderen in het dorp liepen uit om An
na te zien, toen zij voorbij kwam. Zij zag ze niet.
Axel's huis stond open! De Mamsell, buiten zichzelf
van schaamte, omdat zij in zulk een dienst geweest
was, was in de keuken en had het op haar zenuwen,
en de inspecteur, een trouwe bediende, die zijn meester
lief had, nam haar met bittere verontwaardiging onder
handen, omdat zij zulke dingen van zulk een meester
durfde te zeggen. De klachten van Mamsell en de
7. 34 5 7. 25 14
8. 5:13!
Een schitterende ontleding.
Goede oplossingen werd ons toegezonden door de
heeren:
G. Cloeek, D. Gerling, J. Houtkooper, J. K., G. van
Nieuwkuijk, F. W. Roderwijn en H. Zaadnoordijk te
Alkmaar, S. Homan, Wijdt Wormer, D. Klaij, Oudkar
spel (zal probleem nazien), H. E. Lantmga, Haarlem,
J. J. Rootring en J. Smit, Petten. Van 't vorig pro
bleem nog een goede oplossing ontvangen van den
heer F. Groot.
De volgende stand, samengesteld door H. Zaad
noordijk, te Alkmaar, is zeer eigenaardig.
Wit kan hier het spel ten zijnen voordeele beslissen.
Hoe? De lezer gelieve dit zelf te zoeken, 't Is de bedoe
ling, dat de winst van 't diagram af wordt gezocht.
In de volgende rubriek de oplossing.
In den volgenden stand, samengesteld door J. de
Haas, is een aardige winstgang mogelijk.
Wit speelt:
1. 46-41 1. 37 46
2. 30—25 2. 46:14
3. 29—23 3. 14:19
4. 25 3!
Na 2923 slaat niet alleen de Ham, maar slaan ook
de schijven 18 en 20 op slag. Toch moet de dam de 4
schijven slaan en blijven staan op 19, daar hij niet ten
tweeden male schijf 24 passeer en mag, waarna 25 op
3 slaat.
Heel aardig!
Ter oplossing voor deze wedt:
Probleem 334 van N. SMIT Jz.
(door ons gepubliceerd naar aanleiding van een stand
uit een partij met wit gespeeld door N. Smit Jiz.)
Wit speelt 30—25. Wat volgt nu, als zwart 9—13
antwoordt?
lüi iWM. '/jêèl
fflm. mm. Wm
Zw. 3, 4, 8,12, 14, 17, 18, 19, 23, 24, 26 29.
W. 27, 28, 30/33, 35/38, 40, 41, 43, 44, 48.
Oplossingen vóór of op 22 April bureau van dit
blad
BURGERLIJKE IT AND.
HF.ILOO. Maart.
Ondertrouwd: OerardUa Stoop, weduwnaar
van Maria Louisa Metsen, te Bergen op Zoom, en
Cornelia Terhorst, alhier, laatstelijk te Haarlem.
Geboren Nicolaas Cornells, z, van Cornelis
Verinik en Trijntje Akkerman. Afra Maria, d. van
Theodores Johannes Vreeker en Trijntje Groot.
Jacoba, d. van Cornelis Mulder en Agatha Stam.
woedende verwijten van den inspecteur weergalmden
door het verlaten huis. De deur evenals het hek waren
met bloemen versierd. Ruim een uur geleden was Axel
er onder door gegaan, zijn ongeluk tegemoet.
Anna ging regelrecht naar werkkamer van Axel.
Zijn pap",* en lagen in wanorde verspreidde la van de
schrijftafel was niet gesloten, de sleutel hing er aan.
Hij had brieven geschreven, want één onvoltooide brief
lag nog op de tafel. Zij bleef een oogenblik doodstil
staan in de stille kamer. Manske was den koetsier
gaan roepen, zij hoorde zijn voetstappen op de steenen,
onder het openstaande raam. De soberheid van de
verlaten kamer, de vreeselijke atmosfeer van een onge
luk, erger dlan de dood, dié er heerschte, trof haar als
een slag, welke voor altijd haar vrootijke jeugd vernie
tigde. Nooit vergat zij den aanblik en het gevoel, dat
die kamer haar gegeven had:. Zij ging naar de schrijf
tafel, viel op haar "knieën en legde haar wang met een
overgave van teederheid op den open, onvoltooiden
brief. „Hoe zijn zulke dingen mogetijk hoe zijn ze
mogelijkfluisterde zij hartstochtetijk, en zij sloot
haar oogen, om de nuttelooze tranen terug te dringen.
„Schreien helpt hem niet, het helpt hem niet," herhaal
de zij droevig, toen zij niettegenstaande haar poging
en om ze terug te houden, de heete tranen onder haar
oogleden voelde dringen. En alle andere dingen die
zij deed, of doen kon, hielpen hem niet. Wat kon zij
doen voor hem, zij die in t geheel geen recht op hem
had? Hoe kon zij tot hem komen, over dien afgrond
van ellende 1 ?en Ja, het was goed dapper te zijn in
deze wereld, net was goed moed te hebben, maar moed
zonder wapens welk gebruik kon men er van maken
Jacoba Helena, d van David öetaid Zoetmulder- en
Frida Elisabeth Maria Fegtmaijer. Maria Cathari-
na, van Gerardus Schouten en Neeltje Suiker.
Overleden: Maartje Morsch, echtgenoote van
Johannes Verduin, 67 j. Aaitje Brand, 77 j.
Maria Brein, echtgenoote van Matthijs Dekker, 38 j.
en ruim 7 m.
Advertentiën van 1—6 regels 25 Cts.
STEENHOUWERIJ - A. KALLANSEE.
NIEUWESLOOT No. 1.
Specialiteit in ORAFZERKEN.
Foto gratis.
J. B. L. SIMON, Steenhouwer, Koningsweg 46,
MARMERSLIJP tot onderhoud van marmeren vloe
ren. MARMERPOLITOER voor Schoorsteenmantels,
Waschtafels enz. Onovertroffen kwaliteit.
TE HUURKlein HEERENHUIS in de Prins
Hendrikstraat. Huurprijs f 800 per jaar, direct te
aanvaarden.
Te bevragen Prins Hendrikstraat. 24.
HET ADRtS voor Dames- en Heeren- en Kin-
der-PARAPLUIES is bij B. GEERS. 30 Hekelstraat.
Tevens versche GIST varkrijgbaar.
TE KOOP GEVRAAGD geheele en gedeeltelijke
INBOEDELS en alle voorkomende GOEDEREN. Is
ook aan huis te ontbieden
Adres K. VERWER, Koningsweg 65, Alkmaar.
Voor SCHOONMAAK-ARTIKELEN als Boenders,
Luiwagens, Straatbezems, lange en korte Stoffers,
Zeemleer, Sponsen, Dweilen, enz. is het adres HE
KELSTRAAT C 10. Aanbevelend,
P. W. W. NAP.
Tevens het adres voor het schoonmaken van
ROLT AP1JTSCHUIERS.
BESTE BROEDEIEREN
van witte Leghorns, 6 cts., weder voorhanden.
Hoenderpark „St. Willebrordu*", HEILOO.
HEERENHUIS TE HUUR aangeboden
op netten stand voorzien van gas- en waterleiding
tuin, en andere gemakken, nabij de Alkm. Hout.
Te bevr. bij J. DEGRAAFF, Laat 103, Alkmaar.
Geen heerlijker en goedkooper GLAS BIER dan het
beroemde TRAPPISTENBIER. Ook per halve flesch
verkrijgbaar, bij
J. H. ALBERS,
in den Bierkelder Verdronkenoord, ingang Kapelplein.
TE KOOP WEGENS PLAATSGEBREK:
Een goedwerkende SINGER TRAPNAAIMACHI-
NE, voor den spotprijs van 6 Gulden.
Adres bureau van dit blad.
TE KOOP GEVRAAGD: Eenige MUZIEKROLLEN
voor Gramaphoon (geen platen), mits in goeden
staat. Brieven met prijsopgaaf onder letter U 370, Bu
reau van dit Blad
2 NETTE COMMENSAALS GEVRAAGD.
Adres Bureau van dit Blad.
TE KOOP:
Een massief MAH. LINNENKAST.
Adres Bureau van dit Blad.
Puik beste BLAUWE AARDAPPELEN, 35 et en
40 ct ZEEUWSCHE BONTE, 35 ct. Puik beste
DUINAARDAPPELEN, 50 ct. de 5 kop. Ook nog ver
krijgbaar GROENTE UIT HET VAT. SNIJBOONEN,
ANDIJVIE en ZUURKOOL.
Beleefd' aanbevelend,
G. W. v. d. POL, Schoutenstraat.
Jb. MARYLAND, Koning»wag B 09. Beleefd
aanbevelend voor in- en verkoop van Sa Kin
derwagen*, Sportkarren, Ledikanta, enz.
Ook can bale te ontbieden.
Aan hetzelfde adres TB KOOP 1 witte en 1 grijze
Mandenwagen.
Met 1 Mei TE HUUR een PAKHUISJE, In de
Krebbesteeg bij 't Postkantoor. Te bevragen bij
D. KISTEMAKER,
Zaadmarkt.
DAMES! Te BERGEN bestaat gelegenheid voor
Dames en jonge Meisjes haar eigen JAPONNEN en
BLOUSEN zelf spoedig te leeren maken k 75 cts. per
lts. Elegante coupe. De dames brengen zelf haar stof
fen mee en maken in 4 a 5 lessen onder uitstekend
toezicht haar costuum.
Uur voor onderricht zelf door den leerling te be-
palen. Brieven fr. letter D 371, Burau dezer Courant.
ADVERTENTIëN.
Het Comité voor Alkmaar roept ontwik
kelde mannen van eiken stand, vrij van
dienstplicht, van 20—40 jaar pp, bereid
zich te verbinden voor de TRANSPORT
COLONNE.
Onderstaande leden van de transport-eoionne zfjn
bereid tallohtingan to verstrekken i d. BROUWER,
hulsschilder, Snaarmanslaan 50; H. P. DE 6RAAF,
rijwialhazdelaar, ZJjdam J. GROEN, muziek
onderwijzer, Keizerstraat 20; Oebr. MOLENAAR,
sshilders, Nleuwesloot 291 H. C. STOUTJESDIJK,
Directeur Lsndbouwkanfoor, Spoorstraat SO; d. A.
ZWARTEVEEN. onderwijzer, Metiusstraat.
Men kan zich Zaterdagavond half aeht aanmelden
ton huize van Dr. R. J. v. d. HEiJDE, hoek Emma-
straat, Nieuwlander Singel.
Zij was een vrouw, een vreemdeling in een vreemd
land zij had geen vrienden, geen invloed, zij was
nutteloos. Manske vond haar daar neergeknield, met
haar uitgestrekte armen stijf voor zich uit om de
schrijftafel heen, met haar borst er tegen aan gedrukt,
alsof het iets was dat voelen kon, met dichte oogen en
wanhopig gelaat, „lieve freule, schrei niet het helpt
hem niets."
Zij sloten zijn papieren en alles wat van waarde kon
wezen weg, voordat zij vertrokken. Manske nam de
sleutel mee. Anna stak er haar hand al half naar uit,
maar ze Het ze weer zakken. Zij had er minder aan
spraak op dan Manske: hij was Axel's predikant, zij
was in 't geheel niets van hem.
Zij tieten de dogcart aan den ingang van de stad en
gingen een Droschke opzoeken. Manske met zijn ver
weerd gezicht werd donkerrood toen 'hij bevel gaf naar
de gevangenis te rijden. De gevangenis was in een zij
straat met vuile huizen. Toen de Droschke over de
ongelijke steenen rammelde, kwamen er hoofden voor
de ramen en de kinderen, die voor de deur in de goot
speelden, hielden op met spelen en bleven staan kijken.
Wordt vervolgd.
i<
i