iK H B m 'm "m UWSb m Roode Kruis. iJamrubriek. H K m at i§ lp Traag en Aanbod. Wat te doen wanneer men zwak is Wat te üoen om de algemeene zwaxie te oesirijüeu Men moet tiet bloed, te arm aan roode bouetjes, nieuw leven geven, tiet zenuwstelsel, dat geen veer- kracnt meer ueeit, versterken, en zoo zonder verzuim den levensweerstand vermeerderen. is daartoe een lange behandeling noodig Moet er een saamgestelde leefregel mee gepaard gaan? In het geheel niet Eenige doosjes Pink Pillen nemen, dat is alles. De zieke zal na weinig tijd zeil zijn leefregel vaststellen, zijn eetlust zal inderdaad terug zijn geko men en hij zal willen eten om zijn honger te stillen. Dan laat gij hem eten. Zijn levenskracht zal vermeer derd zijn ter eene zijde door hetgeen het geneesmiddel jlf heeft aangebracht, ter andere zijde door het over- oediger én beter opgenomen voedsel. De Pink Pillen kunnen het meest uitgeputte gestel eer opheffen, zij geven aan alle functies nieuw leven, j herstellen de lichaamskracht,-die door leeftijd en ijnen, door lichamelijk of geestelijk overwerken, 'door buitensporigheden of verdriet verzwakt is. Ziehier een nieuw bewijs van de werkdadigheid der Pink Pillen. Mej. O. Rosier, geb. van Vreeswijk, ouc 41 jaren, wonende te Utrecht, Brouwerstraat 10, schrijft ons: „Sedert eenigen tijd was mijn gezondheid niet zeer schitterend. Ik verkeerde in een toestand van algemee ne zwakte die aan uitputting grensde. Ondanks alle zorgen, was men er niet toe gekomen dien toestand te veranderen. Ik at niet meer, ik bad schele hoofdpijnen, hartkloppingen, benauwdheid en ook plaatselijke pij nen. Gelukkig heeft men mij de Pink Pillen doen ge bruiken, en deze Pillen hebben mij zooveel goed ge daan dat mijn gezondheid is hersteld." Onder een beknopten vorm bevatten de Pink Pillen alle noodige elementen om aan het bloed een nieuw le ven, nieuwen rijkdom te geven en om het zenuwstelsel te versterken. De Pink Pillen zijn verkrijgbaar 1,75 per doos, en 9,per zes doozen, bij het Hoofddépöt der Pink Pillen, Dacostakade 15, Amsterdam. Te Alkmaar bij de firma Nierop en Slothouber, Langestraat. bacht moet uitoefenen, om te kunnen leven. Je bent groot en krachtig, je hebt een flinken eetlust; jij be hoort tot die mannen, die tot dusver slechts voor hun genoegen hebben geleefd. Maar het geld, dat voor jou toereikend is, reikt niet uit voor een heel gezin. En met mijn handen alléén, Tacko, kan ik jullie niet alleen voeden, jou en de overigen." Hij bleef een oogenblik met vuurroode kleur stil zit ten. Hij zocht met een ietwat onderd'anigen blik Yéta, als een goedig, nederig dier zijn meerdere „Je hebt gelijk, als je zegt, dat ik tot dusver nog niet veel heb uitgevoerd. Wel leerde ik het horlogevak, maar mijn handen waren te lomp; ik was er onge schikt voor. Toen ben ik weggegaan om het schoenma kersvak te leeren, maar dat beviel me niet heel erg. Ik moet dus iets anders vinden, jij moet maar zeggen, wht." Opeens werd Yéta heel vroolijk, het scheen alsof ze nog nooit zooveel plezier had gehad en de groote Tac ko lachte mee, luid en rond. Hij dacht er heelemaal niet meer aan, dat het om een der ernstigste oogenblikken in zijn leven ging. „Tacko, maar wat vraag jij me nu! Jij, een man! Hoe kan een vrouw je den lust geven tot iets wat je zelf al niet in je handen of In je hoofd zoudt hebben. Je bent een malle vent!" Hij voelde zich even iets gekrenkt In zijn eigenwaar de en antwoordde met een tikje hoogmoed: „Maar een grappige kerel toch ook!" Doch inwendig was hij niet zoo zeker. „O, Tacko, wat ben jij nu voor een man," lachte Yéta opnieuw! „Als ik spreek over ons gezin van vijf per sonen, kun je mij dan niets beters antwoorden?" Hij schudde zijn hoofd, hij had willen schreien, nut- telooze kracht-kerel die hij was; hij eindigde met zacht jes te zuchten „Ja, ja, je hebt wel gelijk, als je dat zegt. Wij zou den vijf zijn, en ik, ik heb geen ambacht." Hij bemerkte niet hoe Yéta met verbleekt gezichtje naar den grond keek, alsof zij ook had gehoopt, dat hij uitroepen zou: kind, noch jou, noch de kleinen zal het aan iets ontbreken, van nu af aan zal ik werken Maar, helaas, de tijd van kracht, van wil, was aan hem voorbij gegaan, en hij uitte opnieuw korte zuchten „Denk je eens in, als ik direct ja had gezegd, Tacko! Pouffer zou je nu reeds kunnen zeggen, wat hij latei denkt te worden, terwijl jij je duimen slechts weet te draaien. Kom terug als je je iets voorgenomen hebt!" Hij nain haar hand in de zijne, een warme, dikke traan, die hij tevergeefs terug trachtte te houden, viel op haar vingers; tooi zei hij haar heel zacht: „Yéta, ik dank je. Je hebt ais een eerlijke vrouw met e gesproken, en je hebt niet neen gezegd. Ik belool ik zal daaraan denken." Doch toen hij den tuin uit was en zijn voetstappen oorde van de ietwat krakende nieuwe bruin-leeren larzen, op de harde chaussee, ontwaakte opnieuw zijn evoel van mannelijke meerderheid. „Ach wat," dacht hij, „Mina en de anderen vragen mij nooit naar eenig handwerk, 't Is echt een idee voor haar, zoo iets. Ik zou, als het er op aan kwam, mij wel redden. Waarom zorgen vóór den tijd terecht komen, theende hij na binnentredende, voelde hij zich zeer verlicht en ver- Tacko beoordeelde zichzelf te goeder trouw; alles zal wel terecht komen, nieende hij. En het cafétje van Mi- ruimd, De dagen gingen voorbij en Tacko dacht weinig meer over de kwestie van het ambacht-kiezen. Als hij bij Yéta kwam, vond hij haar bij de groenten In den tuin, of bij de kachel, of aan 't vertellen. Hij was Ver baasd over alles wat zij op één dag klaar speelde. „Goden! wat een schat van een wijfje zou ik aan bosch en Lohm, kwam zij Manske tegen. „Ik ging naar u toe," zei zij. „En ik ga naar hem," zei Anna. „O, lieve freuleriep Manske, en twee dikke tranen rolden langs zijn wangen. „Niet schreien," zei ze, „dat helpt hem niet." „Hoe zou het mogelijk zijn dat ik niet schreide, na alles wat ik vandaag heb bijgewoond?" Zij spoedde zich voort. „Kom, wij moeten geen tijd verbeuzelen. Hij heeft hulp noodig. Ik ga naar zijn huis om te zien of ik ook iets voor hem doen, kan. Waar hebben zij hem mee naar toe gebracht?" „Zij brachten hem naar de gevangenis." „Waar?" <„ln Straalsond." „Zal hij daar lang moeten blijven?" „Tot na het gerechtelijk onderzoek." „En wanneer zal dat zijn?" „Dat weet God alleen." „Ik ga naar hem toe. Ga met mij mee. Wij zullen zijn paarden nemen." „O, lieve freule, lieve freule", riep Manske handen wringende, „zij zullen ons niet bij hem toelaten u in geen geval en mij alleen over bergen van bezwaren heen. De ambtenaar, met de arrestatie belast, was de brutaliteit zelve toen ik hem permissie vroeg mijn ge liefden beschermheer te mogen bezoeken. „Waarom wou u hem bezoeken?" vroeg hij spottend. „De gees telijke van de gevangenis zal alles doen wat noodzake lijk is voor zijn ziel." „Laat het maar Manske", zei mijn dierbare beschermheer, maar toch hield ik vol. haar hebben", dach h!j dau bij zichzelf. „Zij, werkelijk zij zon het mij aan niets laten ontbreken i' En hij was gelukkig; hij zou zijn leven hebben wil len verslijten onder het genot van zijn pijpje, in haar nabijheid. De kinderen liet hij dansen op de knie, maar iets uit voeren, werken, mee-helpen in den tuin, het kwam niet op in zijn logge hersenen. Af en toe zei hij tegen Yéta: „Denk er je eens in, hoe gelukkig we zouden zijn, als wii bij elkaar woon den, wij alle vijfDaar ginder heb' ik een kleine boer derij, de boer betaalt goed zijn pacht, het zou ons aan mets ontbreken. Yéta lachte en antwoordde: „Jou, jou heeft het nooit aan iets ontbroken, omdat jij alleen maar voor je zelf behoeft te zorgen, maar ge looi mij, als er vrouw en kinderen zijn, verandert al les" lacko zuchtte zwaar, maar nauwelijks heenge gaan, was zijn bezorgdheid voorbij, en werd zijn adem haling licht en vrij. Eens kwam hij opnieuw aangestapt; ditmaal als een witte sneeuwpop, want de sneeuw viel in dichte vlokken en het was koud in het kleine huis. De kinderen zaten gehurkt bij het magere vuurtje; hij vroeg hun waar Yéta was en Pouffer. „Naar het bosch, hout sprokkelen", klonk het. „Dan zal ik ze hier opwachten", ze hij. Hij zette zich hij het vuur, Kéké begon te huilen, want hij nam al de warmte weg. Hij voelde een soort schaamte over zijn groote lijf, dat zooveel ruimte innam tevens dacht hij met spijt aan het lekkere vuur, dat er bij Mina branade en aat hij er aan gegeven had; om hierheen te komen. Klompen sloegen dof tegen den drempel, Yéta keer de met wat hout terug en zij lachte evenals in de zo merdagen. Tacko echter scheen zijn kalmte opnieuw verloren te hebben. „Yéta," zei hij, „ik zou nooit gedacht hébben, dat jij verplicht zoudt zijn zelf hout te zoeken. De boer heeft mij eenige dagen geleden hout gebracht, als je wilt, kun je er van krijgen." „Neen," zei ze, „neen, bewaar het voor je zelf; er zou toch niet genoeg zijn voor jou èn voor ons erbij. Trouwens, ik Zij draaide even in de kamer rond, toen nam zij een breiwerk, ging naast hem zitten en sprak met zachte stem: „Luister eens, ik moet eens even met je spreken. Ik heb je den tijd gegeven om eenig ambacht te zoeken; toen was het Zomer, nu is het winter geworden. Jij hebt je in niets veranderd. Hoewel ik niet om buren- praatjes geef, weet ik toch niet. wèt ik antwoorden moet als zij mij vragen, waarom je hier eiken dag aankomt." De groote Tacko voelde een heftigen schok door zijn lichaam. Hij wilde iets zeggen, maar de woorden kleef den hem aan de tong. Eindetijk sprak hij nederig: „Yéta, als je zeggen wilt, dat ik niet meer terug moet komen, voordiat ik een handwerk heb gevonden, zeg ik je eerlijk, dat ik dat niet kan. Weet je, het is voor mij te laat geworden nog zooiets te zoeken. Iemand van mijn leeftijd kan niet meer zijn leven opnieuw begin nen." Opeens biggelden de tranen hem langs de wangen; hij voelde zich werkelijk ongelukkig met zijn stevige handen, gemaakt om boom en in de boschen te vellen en die nu slechts tranen konden wegvegen. Toen was het die kleine Yéta, die hem troostte als een grooter zusje, alsof hun arme liefde om die redenen moest eindigen en hij op 't oogenblik niet meer was dan een broer, een oudere broer van Pouffer. „Het is jouw schuld niet, Tacko. Ik maak er geen verwijt van. De zaak kan nu eenmaal niet anders ge schikt, nietwaar. Weet je, wat je doet? kom nu voor taan, als je dit zelf ook wenschen mocht, alléén des Zondags, na de mis, de menschen zullen daaraan wel wennen. Dat zal het beste zijn. Hij zag naar haar met een uitdrukking vol vertrou wen. „Geloof je dat heusch, Yéta?" „Ja. Tacko, heusch. Jij blijft vrij, je blijft je eigen baas." Hij bleef nog geruimen tijd in de kamer, met behuild gezicht kijken naar Yéta, naar het vuur, naar de kinde ren, die door de warmte waren ingedommeld. Het wa ter zong in de ketelde kanarie zong in de kooi, nog nooit had het kamertje zoo rustig, zoo plechtig er uit gezien. Hij stond zachtjes op, drukte Yeta's hand, en zei haar, bi] de deur: „Ja, misschien heb je gelijk, Yéta. Ik zal alleen Zon dags aankomen, dat zal beter zijn, zooals je terecht op merkt." Zij zag hem met groote passen den weg opgaan, het hoofd gebogen als van iemand die in gedachten is. Al gauw werd de gestalte hooger, scheen ontdaan van druk, de vrijheid was hernomen! Yéta. bleef hem nasta ren, totdat hij uit liet gezicht verdwenen was. Zij schreide niet, haar hart bonsde alleen maar hevig. Daarop ging zij weer bij het vuur zitten en nam haar breiwerk op AAN DE DAMMERS! Met dank voor de ontvangen oplossingen van pro bleem 333 (auteur E. J, van Rijn). Stand Zwart: 1, 3, 6, 8, 10, 11, 14, 16, 17, 20, 25, 36. Wit: 18, 19, 23, 26, 28, 29, 32, 34, 37, 40, 48. Oplossing 1. 26—21 1. 16:38 2. 37—31 2. 36 27 3. 29—24 3. 20 29 4. 48—43 4. 38 49 5. 28-221! 5. 49:13 6. 18 20 6. 17 19 „Ik kan u geen permissie geven", zei de man eindelijk, de last, dien ik hem veroorzaakte, begon hem te verve len, „het is de zaak van mijn chef. U moet maar naar hem toe gaan." „Wie is die chef?" „Dat weet ik niet. Ik weet niets. Mijn hoofd loopt om." „Hij moet ergens in Straalsond wonen. Wij zullen hem vinden, al moeten wij vragen van deur tot deur. En ik zal voor mij zeif ook wel permissie krijgen." „O, lieve freule, die krijgt u zeker niet. De man zei, dat alleen zijn naaste familiebetrekkingen en die nog zeer zeldzaam werden toegelaten want ik vroeg zooveel ik kon; ik oegreep, dat de tijd kostbaar was mijn beschermheer sprak geen woord. „Zijn vrouw, als hij er een heeft", zei de man, een akelige grap hij wist heel goed, dat hij geen vrouw had „of zijn Braut als hij er een had, of een broer of een zuster, maar niemand anders." „Weten zijn broers en Trudi het?" „Ik heb hun dadelijk getelegrafeerd." „Dan kunnen zij vanavond, hier zijn." Vrouwen en kinderen in het dorp liepen uit om An na te zien, toen zij voorbij kwam. Zij zag ze niet. Axel's huis stond open! De Mamsell, buiten zichzelf van schaamte, omdat zij in zulk een dienst geweest was, was in de keuken en had het op haar zenuwen, en de inspecteur, een trouwe bediende, die zijn meester lief had, nam haar met bittere verontwaardiging onder handen, omdat zij zulke dingen van zulk een meester durfde te zeggen. De klachten van Mamsell en de 7. 34 5 7. 25 14 8. 5:13! Een schitterende ontleding. Goede oplossingen werd ons toegezonden door de heeren: G. Cloeek, D. Gerling, J. Houtkooper, J. K., G. van Nieuwkuijk, F. W. Roderwijn en H. Zaadnoordijk te Alkmaar, S. Homan, Wijdt Wormer, D. Klaij, Oudkar spel (zal probleem nazien), H. E. Lantmga, Haarlem, J. J. Rootring en J. Smit, Petten. Van 't vorig pro bleem nog een goede oplossing ontvangen van den heer F. Groot. De volgende stand, samengesteld door H. Zaad noordijk, te Alkmaar, is zeer eigenaardig. Wit kan hier het spel ten zijnen voordeele beslissen. Hoe? De lezer gelieve dit zelf te zoeken, 't Is de bedoe ling, dat de winst van 't diagram af wordt gezocht. In de volgende rubriek de oplossing. In den volgenden stand, samengesteld door J. de Haas, is een aardige winstgang mogelijk. Wit speelt: 1. 46-41 1. 37 46 2. 30—25 2. 46:14 3. 29—23 3. 14:19 4. 25 3! Na 2923 slaat niet alleen de Ham, maar slaan ook de schijven 18 en 20 op slag. Toch moet de dam de 4 schijven slaan en blijven staan op 19, daar hij niet ten tweeden male schijf 24 passeer en mag, waarna 25 op 3 slaat. Heel aardig! Ter oplossing voor deze wedt: Probleem 334 van N. SMIT Jz. (door ons gepubliceerd naar aanleiding van een stand uit een partij met wit gespeeld door N. Smit Jiz.) Wit speelt 30—25. Wat volgt nu, als zwart 9—13 antwoordt? lüi iWM. '/jêèl fflm. mm. Wm Zw. 3, 4, 8,12, 14, 17, 18, 19, 23, 24, 26 29. W. 27, 28, 30/33, 35/38, 40, 41, 43, 44, 48. Oplossingen vóór of op 22 April bureau van dit blad BURGERLIJKE IT AND. HF.ILOO. Maart. Ondertrouwd: OerardUa Stoop, weduwnaar van Maria Louisa Metsen, te Bergen op Zoom, en Cornelia Terhorst, alhier, laatstelijk te Haarlem. Geboren Nicolaas Cornells, z, van Cornelis Verinik en Trijntje Akkerman. Afra Maria, d. van Theodores Johannes Vreeker en Trijntje Groot. Jacoba, d. van Cornelis Mulder en Agatha Stam. woedende verwijten van den inspecteur weergalmden door het verlaten huis. De deur evenals het hek waren met bloemen versierd. Ruim een uur geleden was Axel er onder door gegaan, zijn ongeluk tegemoet. Anna ging regelrecht naar werkkamer van Axel. Zijn pap",* en lagen in wanorde verspreidde la van de schrijftafel was niet gesloten, de sleutel hing er aan. Hij had brieven geschreven, want één onvoltooide brief lag nog op de tafel. Zij bleef een oogenblik doodstil staan in de stille kamer. Manske was den koetsier gaan roepen, zij hoorde zijn voetstappen op de steenen, onder het openstaande raam. De soberheid van de verlaten kamer, de vreeselijke atmosfeer van een onge luk, erger dlan de dood, dié er heerschte, trof haar als een slag, welke voor altijd haar vrootijke jeugd vernie tigde. Nooit vergat zij den aanblik en het gevoel, dat die kamer haar gegeven had:. Zij ging naar de schrijf tafel, viel op haar "knieën en legde haar wang met een overgave van teederheid op den open, onvoltooiden brief. „Hoe zijn zulke dingen mogetijk hoe zijn ze mogelijkfluisterde zij hartstochtetijk, en zij sloot haar oogen, om de nuttelooze tranen terug te dringen. „Schreien helpt hem niet, het helpt hem niet," herhaal de zij droevig, toen zij niettegenstaande haar poging en om ze terug te houden, de heete tranen onder haar oogleden voelde dringen. En alle andere dingen die zij deed, of doen kon, hielpen hem niet. Wat kon zij doen voor hem, zij die in t geheel geen recht op hem had? Hoe kon zij tot hem komen, over dien afgrond van ellende 1 ?en Ja, het was goed dapper te zijn in deze wereld, net was goed moed te hebben, maar moed zonder wapens welk gebruik kon men er van maken Jacoba Helena, d van David öetaid Zoetmulder- en Frida Elisabeth Maria Fegtmaijer. Maria Cathari- na, van Gerardus Schouten en Neeltje Suiker. Overleden: Maartje Morsch, echtgenoote van Johannes Verduin, 67 j. Aaitje Brand, 77 j. Maria Brein, echtgenoote van Matthijs Dekker, 38 j. en ruim 7 m. Advertentiën van 1—6 regels 25 Cts. STEENHOUWERIJ - A. KALLANSEE. NIEUWESLOOT No. 1. Specialiteit in ORAFZERKEN. Foto gratis. J. B. L. SIMON, Steenhouwer, Koningsweg 46, MARMERSLIJP tot onderhoud van marmeren vloe ren. MARMERPOLITOER voor Schoorsteenmantels, Waschtafels enz. Onovertroffen kwaliteit. TE HUURKlein HEERENHUIS in de Prins Hendrikstraat. Huurprijs f 800 per jaar, direct te aanvaarden. Te bevragen Prins Hendrikstraat. 24. HET ADRtS voor Dames- en Heeren- en Kin- der-PARAPLUIES is bij B. GEERS. 30 Hekelstraat. Tevens versche GIST varkrijgbaar. TE KOOP GEVRAAGD geheele en gedeeltelijke INBOEDELS en alle voorkomende GOEDEREN. Is ook aan huis te ontbieden Adres K. VERWER, Koningsweg 65, Alkmaar. Voor SCHOONMAAK-ARTIKELEN als Boenders, Luiwagens, Straatbezems, lange en korte Stoffers, Zeemleer, Sponsen, Dweilen, enz. is het adres HE KELSTRAAT C 10. Aanbevelend, P. W. W. NAP. Tevens het adres voor het schoonmaken van ROLT AP1JTSCHUIERS. BESTE BROEDEIEREN van witte Leghorns, 6 cts., weder voorhanden. Hoenderpark „St. Willebrordu*", HEILOO. HEERENHUIS TE HUUR aangeboden op netten stand voorzien van gas- en waterleiding tuin, en andere gemakken, nabij de Alkm. Hout. Te bevr. bij J. DEGRAAFF, Laat 103, Alkmaar. Geen heerlijker en goedkooper GLAS BIER dan het beroemde TRAPPISTENBIER. Ook per halve flesch verkrijgbaar, bij J. H. ALBERS, in den Bierkelder Verdronkenoord, ingang Kapelplein. TE KOOP WEGENS PLAATSGEBREK: Een goedwerkende SINGER TRAPNAAIMACHI- NE, voor den spotprijs van 6 Gulden. Adres bureau van dit blad. TE KOOP GEVRAAGD: Eenige MUZIEKROLLEN voor Gramaphoon (geen platen), mits in goeden staat. Brieven met prijsopgaaf onder letter U 370, Bu reau van dit Blad 2 NETTE COMMENSAALS GEVRAAGD. Adres Bureau van dit Blad. TE KOOP: Een massief MAH. LINNENKAST. Adres Bureau van dit Blad. Puik beste BLAUWE AARDAPPELEN, 35 et en 40 ct ZEEUWSCHE BONTE, 35 ct. Puik beste DUINAARDAPPELEN, 50 ct. de 5 kop. Ook nog ver krijgbaar GROENTE UIT HET VAT. SNIJBOONEN, ANDIJVIE en ZUURKOOL. Beleefd' aanbevelend, G. W. v. d. POL, Schoutenstraat. Jb. MARYLAND, Koning»wag B 09. Beleefd aanbevelend voor in- en verkoop van Sa Kin derwagen*, Sportkarren, Ledikanta, enz. Ook can bale te ontbieden. Aan hetzelfde adres TB KOOP 1 witte en 1 grijze Mandenwagen. Met 1 Mei TE HUUR een PAKHUISJE, In de Krebbesteeg bij 't Postkantoor. Te bevragen bij D. KISTEMAKER, Zaadmarkt. DAMES! Te BERGEN bestaat gelegenheid voor Dames en jonge Meisjes haar eigen JAPONNEN en BLOUSEN zelf spoedig te leeren maken k 75 cts. per lts. Elegante coupe. De dames brengen zelf haar stof fen mee en maken in 4 a 5 lessen onder uitstekend toezicht haar costuum. Uur voor onderricht zelf door den leerling te be- palen. Brieven fr. letter D 371, Burau dezer Courant. ADVERTENTIëN. Het Comité voor Alkmaar roept ontwik kelde mannen van eiken stand, vrij van dienstplicht, van 20—40 jaar pp, bereid zich te verbinden voor de TRANSPORT COLONNE. Onderstaande leden van de transport-eoionne zfjn bereid tallohtingan to verstrekken i d. BROUWER, hulsschilder, Snaarmanslaan 50; H. P. DE 6RAAF, rijwialhazdelaar, ZJjdam J. GROEN, muziek onderwijzer, Keizerstraat 20; Oebr. MOLENAAR, sshilders, Nleuwesloot 291 H. C. STOUTJESDIJK, Directeur Lsndbouwkanfoor, Spoorstraat SO; d. A. ZWARTEVEEN. onderwijzer, Metiusstraat. Men kan zich Zaterdagavond half aeht aanmelden ton huize van Dr. R. J. v. d. HEiJDE, hoek Emma- straat, Nieuwlander Singel. Zij was een vrouw, een vreemdeling in een vreemd land zij had geen vrienden, geen invloed, zij was nutteloos. Manske vond haar daar neergeknield, met haar uitgestrekte armen stijf voor zich uit om de schrijftafel heen, met haar borst er tegen aan gedrukt, alsof het iets was dat voelen kon, met dichte oogen en wanhopig gelaat, „lieve freule, schrei niet het helpt hem niets." Zij sloten zijn papieren en alles wat van waarde kon wezen weg, voordat zij vertrokken. Manske nam de sleutel mee. Anna stak er haar hand al half naar uit, maar ze Het ze weer zakken. Zij had er minder aan spraak op dan Manske: hij was Axel's predikant, zij was in 't geheel niets van hem. Zij tieten de dogcart aan den ingang van de stad en gingen een Droschke opzoeken. Manske met zijn ver weerd gezicht werd donkerrood toen 'hij bevel gaf naar de gevangenis te rijden. De gevangenis was in een zij straat met vuile huizen. Toen de Droschke over de ongelijke steenen rammelde, kwamen er hoofden voor de ramen en de kinderen, die voor de deur in de goot speelden, hielden op met spelen en bleven staan kijken. Wordt vervolgd. i< i

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1915 | | pagina 10