DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Van liet wests! oorlogsterrein. Van let oostelijk oorlogster» Van hot zuidelijk oorlogsterrein. x* 1 No. 99 Honderd en zeventiende jaargang. 1915 AtaMtipri m 3 rkiéq f 0 SO, fr, p, mi liYertiieprtii 10 et. p. regel, groote letters naar plaatsruimte. Brieven fr. N. I Boek- en Handelsdrukkerij v.h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C9, Telefoonnr. 3. MAANDAG 19 APRIL Ter zoo een ENGELSCH TRANSPORTSCHIP AANGE VALLEN. In do Itoloniën. DUITSCHLAND. ALKMAAR, 19 April. Het schijnt, dat er op het oorlogstooneel in het Wes ten een kortere of langere rustpoos is ingetreden, wel ke misschien ten doel heeft, troepen op bepaalde pun ten samen te trekken en ook op andere manieren aan vallen op groote schaal voor te bereiden. De communiqué's van beide kanten maken tenminste melding van artillerie-gevechten en men weet nu wel, dat het gedonder van het geschut meestal den strijd in luidt, dat eerst wanneer de kanonnen loopgraven en andere versterkingen goed beschoten hebben, de in fanterie kan pogen door bajonet-aanvallen terrein te winnen, hetgeen volgens het laatste Fransche commu niqué hier en daar reeds is geschied. De officieele legerberichten behandelen heden uit voeriger dan gewoonlijk een operatie op een neven- terrein n.l. in den Elzas, in de Vogezen. Bij Metieral, een plaatsje aan het riviertje de Fecht, gelegen ten zuid-westen van Munster, een kilometer of zes van de Fransch-Duitsche grens, verklaren de Franschen een in dezen oorlog nog al beteekenend voordeel te heb ben behaald, aan beide oevers van het riviertje en op den Schnepfenrietkopf, welke een boschje moet be- heerschen, dat twee valleien scheidt, die uitloopen op Metzeral. De Duitschers gewagen enkel van het terug trekken van dé voorposten voor den overwegend ster keren tegenstander, zij spreken van het bemachtigen van een vooruitgeschoven Fransche stelling ten zuid westen van Stossweier, dat ten westen van Munster en ten noorden van Metzeral is gelegen, maar hierover zwijgen de Franschen geheel. Een en ander geeft den indruk, dat de Franschen er hier het best aan toe zijn, zoowel wat het troepen aantal als wat het succes betreft, maar van veel ge wicht zijn deze operaties niet. Havas geeft verder nog een uitvoerig officieel relaas van een overwinning, in de vorige maand behaald in het „Bois Brulé" bij St. Mihiel, dat aldus eindigt: „Een dergelijke heldenmoed maakt, dat de vijand se dert drie maanden langs heel het front machteloos is en het tegenover onze stoffelijke en zedelijke meerderr heid aflegt." Het is mogelijk, doch tot dusverre blijkt hiervan dan toch nog maar heel weinig, evenals van de juist heid van een ander Havas-bericht, waarin wordt ver klaard, dat de Duitschers in Noord-Frankrijk, in Champagne, in Woëvre terrein moeten afstaan en te rugtrekken. Het tegen het voorjaar aangekondigde of fensief der verbondenen kan dit gevolg hebben, maar dan moet het succes hun in een ander tempo dan tot nu toe ten deel vallen. Zooals ook van zelf spreekt, dat Duitsche aanvallen heel wat gunstiger verloop moeten hebben dan in het verleden en dat men ook in Duitschland over overwinningen luider juicht, dan de feiten wettigen. Pas is in Engeland, in verband met het hoogopgehemelde resultaat van den slag bij Nieuw-Kapelle, weer gebleken hoe verkeerd dit was. Overwinningen mogen worden opgeschroefd, neder lagen worden verkleind of verzwegen, de waarheid overwint tenslotte meestal en brengt, al duurt het soms wat lang, de voorstellingen tot de juiste afme tingen terug Een aardig voorbeeld daarvan levert Weenen. Toen Przemysl viel, liet de Oostenrijksche generale staf weten, dat de bezetting slechts bestond uit 20.000 h 30.000 man, terwijl de Russische commu niqué's spraken van. een 120.000 Oostenrijkers, die krijgsgevangen waren gemaakt. In een officieele recht vaardiging van de belegerden, uitgegeven door het Oostenrijksche oorlogspersb eau, waarin het vraag stuk der levensmiddelen wordt behandeld, wordt thans gezegd, dat er een.bezetting was van 128.000 man met 14.500 paarden. Duidelijker bevestiging van de juist heid der Russische mededeeling en krasser tegenspraak van de Oostenrijksche dan deze Oostenrijksche be schouwing biedt, is wel niet mogelijk! Over het Oostelijk oorlogstooneel geeft een Rus sisch communiqué uitvoerige bijzonderheden, welke hierop neerkomen, dat begin Maart (oude stijl, wij zouden zeggen half Maart) slechts de Doekla-pas in handen der Russen yas, dat sindsdien alle posities in de Karpathen, die de uitgangen 'in de Hongaarsche vlakte beheerschen, zijn veroverd, hetgeen in 18 dagen offensief optreden geschiedde, waarna latere gevech ten het karakter droegen van partieele acties, ten doel hebbende het behaalde succes te consolideeren. In de periode van 19 Maart tot 12 April werden er 70 000 gevangenen gemaakt onder wie 700 officieren, terwijl meer dan 30 kanonnen en 200 mitrailleuses buitge maakt werden. In de Dardanellen is een Engelsche onderzeeër tij dens een verkenningstocht aan den grond geloopen. Het was de E 15, hetgeen wil zeggen, dat het een der nieuwste is, daar de E 12E 18 de laatste onderzeeërs zijn, die voor den oorlog werden gebouwd. De be manning bedraagt 27 koppen volgens het bericht zijn 3 officieren en 21 minderen gered en gevangen genomen, zoodat er drie zouden zijn omgekomen. Vol gens het Turksche bericht bestond de équipage echter uit 31 man. Een Turksche torpedoboot heeft het Engelsche transportschip „Manitou" aangevallen, maar werd tot de vlucht gedwongen en liep op de kust, waarna de bemanning (25 Turken en 5 Duitsche officieren) ge vangen genomen werd. Honderd man van 't transport zouden volgens het bericht uit Londen verdronken zijn, onder welke omstandigheden wordt er niet bij verteld. Een nader telegram zegt, dat er 24 man verdronken waren en dat er 27 vermist worden, blijkbaar het ge volg van het omslaan van twee der booten, waarmee dan de troepen wel aan land zullen zijn gezet. De Turken beweren verder, dat ze het Engelsche slagschip de „Majestic" ernstig beschadigd hebben. Dagelijks moeten er volgens de Daily Chronicle schepen de Dardanellen binnengaan met het doel om de Turken te beletten de door de beschieting aange richte schade te herstellen. In het westelijk deel van de zeestraat doen dagelijks de mijnenvegers hun werk. Minister Churchill heeft verklaard dat er in de af- geloopen maand evenmin als in de Noordzee, aan de Dardanellen eenige andere actie heeft plaats gehad, behalve plaatselijke beschietingen en verkenningen doör afzonderlijke schepen. Sedert 16 Maart werden 213 man aan de Dardanei- len gewond. Geen Fransche of Britsche schepen gin gen verloren of werden beschadigd, zegt de minister Te Parijs verklaart men een draadloos Duitsch tele gram te hebben opgevangen, waarin Duitschland toe zegde onmiddellijk inzake de „Katwijk" schadevergoe ding te betalen en verontschuldigingen aan te bieden in overeenstemming met het internationale recht, ter wijl Duitschland-voorts moet hebben verzekerd dat geenerlei gespannen verhouding met Nederland te vreezen is Hoewel een dergelijke houding van Duitschland al leszins mogelijk moet worden geacht, dient natuurlijk het bericht (voor wie was het opgevangen telegram bestemd?) worden bevestigd en doet men dus goed of ficieele communicatie af te wachten. Te IJmuiden moet bericht zijn gekomen, dat, om tot dusverre nog niet bekend gemaakte redenen, de zes stoomtrawlers, welke verleden week naar Cuxjia- ven werden opgebracht, aldaar vastgehouden worden en dat ze weldra voor het Prijsgerecht te Hamburg zullen worden gebracht. Volgens de N. Rott. Ct. werden er in het geheel 13 trawlers van IJmuiden door Duitsche torpedobooten opgebracht, waarvan 7 de visch verkochten en weer voor de visscherij werden uitgerust de aanhouding moet hebben plaats gehad wegens gebreken in de monsterrol. Inmiddels is thans het Grieksche stoomschip „Ellis- pontos", duidelijk herkenbaar als neutraal schip, bij den Noordhinder op klaarlichten dag getorpilleerd. Zaterdag had het schip IJmuiden verlaten met Monte video (Uruguay, Zuid-Amerika) als bestemming. De bemanning werd gered, maar de kapitein werd ernstig verwond door een klinknagel, welke zijn slaapbeen had verbrijzeld. Het ligt voor de hand, dat door deze Duitsche daad het toch al opgewonden Grieksche volk opnieuw zal worden geprikkeld. Berichten uit Parijs beweren, dat de Italianen alle onderhandelingen met de Oostenrijkers en Duitschers hebben afgebroken. Bij geruchte verluidde hier reeds, dat Italië zich bij de verbondenen had aangesloten, hetgeen ons bij in formatie onjuist bleek. Tenslotte maken wij zonder meer melding van vre- desgeruchten, gebaseerd, zooals de Kreuzzeitung zegt op invloeden, die het Duitsche volk een verzoening aanbevelen op den grondslag, dat Engeland zijn krijgsdoel als bereikt kan beschouwen. De „Vorwarts" spreekt reeds in een zeer verzoenen den toon over een dergelijk plan. Maar van Fransche zijde wil men van zulke plannen niet weten, men ver zet zich er tegen en wenscht de beslissing op het slagveld tot stand te zien komen. DE STRIJD IN BELGIë EN N.-FRANKRIJK. Het Fransche communiqué meldde gistermiddag: Bij Notre dame de Lorette sloegen de Franschen in dien nacht van 16 op 17 April drie tegenaanvallen af, dlie echter minder hevig waren dan die van den vorl- gen nacht. De Franschen versterkten de veroverde po sitie. In die Aisne-vallei beschoot de Fransche zware artil lerie de grotten van Pasly, die den Duitschers tot schuilplaatsen dienden. Uit achtereenvolgende dier schuilplaatsen stuk geschoten waren. In Champagne ten noordoosten van Perthes lieten de Duitschers in de nabijheid der Fransche loopgraven twee mijnen springen, zij bezetten de daardoor ontstane holten, maar de Franschen verjoegen hen dadelijk uit de eene, terwijl de tweede in bezit der Duitschers bleef. Geen enkel gerdeelte van de loopgraven der Franschen werd door dé Duitschers bezet. Niet ver van daar, ten Noorden van Mesnil, werd een aanval op de Fransche linies zonder veel moeite af geslagen. In Woëvre hebben artillerie-gevechten plaats gehad, speciaal in het Montmarebosch. Noch gisteren, noch heden is de infanterie in actie getreden. In de Vogezen werd, na een voorafgaande beschieting, door een Duitsch bataljon een aanval gedaan op dte Fransche stellingen ten westen van Orbey in den Elzas. De aan val werd afgeslagen en de Duitschers lieten een groot aantal gesneuvelden achter bij de Fransche loopgra ven. De Franschen maakten ongeveer 40 krijgsge vangenen. Een aanmerkelijke vordering maakten de Franschen aan de beide oevers van dte Fecht. Aan den noordelij ken oever maakten zij zich meester van dte hoogte ten noordwesten van Sillekerwasen, ten westen van Metze ral. Fransche jagers hebben na een schitterenden aan val den Schnepfenri'terkopf genomen, een hoogte van 1255 M., het hoogste punt van berggroep, die de twee valleien, die uitloopen op Metzeral, scheidt. Een Belgische vlieger heeft een Duitsch vliegtuig bij Roesselaere naar beneden geschoten. In dezelfde buurt beschoot een der Fransche escadrilles het vlieg kamp. Een Fransch vliegtuig haalde een Duitsch bij Boe- singhe in België naar beneden. Het toestel viel nedter in de Fransche linies, de bestuurder werd gedood en de waarnemer krijgsgevangen gemaakt. Een Fransch luchtschip wierp bommen op het stati on en de loodsen van het vliegkamp te Freiburg en Breisgau. Het Duitsche hoofdkwartier meldde gisteren Na mijnen tot ontploffing te hebben gebracht, dron gen dte Engelschen gisteravond ten zuidoosten van Ype ren onze stelling vlak ten noorden van het kanaal bin nen, maar werden terstond in een tegenaanval terug geworpen. Er wordt nog slechts gevochten om drie door de Engelsche bezette gaten, door de mijnen ge slagen. In Champagne lieten dte Franschen naast de eergis teren door ons veroverde stelling een loopgraaf in de lucht vliegen zonder voordeel te behalen. Tusschen Maas en Moezel slechts artilleriegevech ten. In de Vogezen veroverden wij een ten zuidwesten van Stossweiler vooruitgeschoven Fransche stelling; ten zuidwesten van Metzeral werden onze voorposten teruggenomen voor een overmatigen vijand. DE STRIJD AAN HET OOSTELIJK FRONT. Het Oostenrijksche legerbericht van gisteren luidde De algemeene toestand is dezelfde gebleven. In de Karpathen zijn aanvallen der Russen bij Enagypolqny, Zelloe en Telepoce bloedig afgeslagen en zeven officie ren en 1425 man krijgsgevangèn gemaakt. Aan alle fronten slechts artilleriegeveeiiten. OP HET SINAï-SCHIEREILAND. Een officieel Fransch bericht meldt: Een Fransch oorlogsschip, dat een verkenning door aeroplanes steunde, heeft de Turksche versterkingen en troepen te El Arisj aan de noordkust van het Sinaï-schiereiland krachtig beschoten. Aan het Londensche Persbureau wordt uit Kaïro bericht: Drie aeroplanes deden van het Suez-kanaal uit op 15 April een verkenning tot op 25 mijl ten zui den van El Arisj en wierpen negen bommen. Men zag aan deze zijde van El Arisj ongeveer 150 tot 200 ten ten, maar geen vijandelijke troepen. De vliegers hadden een afstand afgelegd van 170 Ki lometer. IN MESOPOTAMIA Het Engelsche Persbureau bericht: De gevechten in de nabijheid van Sjabia op 13 en 14 April hebben een voor ons gunstig verloop gehad. Oud-Basrah, Zobeir, Berdsjisie en Sjwebda zijn van vijanden gezuiverd. Zij zijn teruggetrokken tot voorbij Mokhailah. In het gevecht van 14 April namen wij meer dan 200 man gevangen en maakten wij verscheidene machi negeweren buit. Op hun overhaasten terugtocht lie ten de Turken een groote menigte tenten, uitrustings stukken en munitie (70.0.000 geweerpatronen en 450 kisten met artillerie-munitie) in den steek, die door de Engelschen öf medegenomen öf vernield werd. Het Turksche hoofdkwartier deelde nog mede: Ten gevolge van door de voorhoedte onzer troepen in de streek van Bassorah gedane aanvallen hebben in de buurt van Sjabia en Berdsjisie gevechten plaats ge had. Onze troepen drongen de versterkte stellingen van den vijand binnen, trokken echter wegens de aan komst van Engelsche versterkingen uit het gebied de zer versterkingen terug. De Engelsche admiraliteit maakt bekend, dat het transportschip „Manitou" met Engelsche troepen aan boord Zaterdagochtend' in de Egeïsche Zee is aange vallen door een Turksche torpedoboot, die drie tor pedo's afvuurde, welke alle misten. De torpedoboot nam daarop de vlucht. De Engelsche kruiser „Miner va" en Engelsch torpedojagers achtervolgden haar. Ze werd op het strand gejaagd en op de kust van Chios vernield. De bemanning is gevangen gemaakt. Ongeveer 100 man van het transportschip zijn ver dronken. Verdere bizonderheden zijn echter nog niet ontvangen. DE BESCHIETING DER DARDANELLEN. Het Turksche hoofdkwartier deelde mede, dat een vijandelijke hyroplane bij een vlucht over de Golf van Saros door Turksch vuur beschadigd en voor Sazlili- han in zee viel. Een tweede hydroplane, die op zee nederdaalde om de eerste te bergen, werd door het Turksche vuur tot zinken gebracht. Het Engelsche pantserschip „Lord Nelson" en een hydroplane-moederschip, die naderbij kwamen, wer den door granaten getroffen. De „Lord Nelson" trok terug en het hydroplane-moederschip, dat de bescha digde hydroplane op sleeptouw had, eveneens. HINDERWET. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK MAAR brengen ter algemeene kennis, dat zi] bi] be sluit Van heden vergunning hebben verleend aan de Directie der N. V. v/h. W. Hoogenstraaten Co., te LeidenAlkmaar, tot het uitbreiden van de bestaan de fabriek van verduurzaamde levensmiddelen, door het bijplaatsen van een Deutz-gasmotor van 25 P.K., in het perceel Fabrieksweg E 16. Alkmaar, den 15 April 1915. Burgemeester en Wethouders voornoemd G. RIPPING, Voorzitter. DONATH, Secretaris. DRANKWET. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK MAAR brengen ter algemeene kennis, dat bij hun Col lege is ingekomen een verzoekschrift van J. ZERVAS, aldaar, om verlof tot den verkoop van alcoholhouden den andteren dan sterken drank in het perceel Voor- meer, D, No. 8. Binnen twee weken na deze bekendmaking kunnen tegen het verleenen van het verlof schriftelijk bezwaren worden ingediend. Alkmaar, den 16 April 1915. Burgemeester en Wethouders voornoemd: G. RIPPING, Voorzitter. DONATH, Secretaris. De Engelsche onderzeeër „E. 15" werd in de Dar danellen ten oosten van Karanlik Liman in den grond geboord. Van de uit 31 man bestaande bezetting wer den drie officieren en 21 man gered en krijgsgevangen gemaakt. Tot hen behoort o. a. de gewezen Engel sche vice-consul voor de Dardanellen. Van de overige oorlogstooneelen valt niets te be richten. Het Londensche Persbureau bericht hieromtrent nog: De Engelsche ondterzeeër „E 15" is bij een moei lijke verkenning van het mijnenveld bij Kephez in de Dardanellen aan de rotspunt van Kephez op het strand geloopen. De officieren en 21 man van de équipage werden volgens een Turksch communiqué gered en krijgsge vangen gemaakt. EEN GRIEKSCH SCHIP GETORPILLEERD. Naar het departement van marine verneemt, is het Grieksche stoomschip „Ellispontos", hetwelk Zaterdag van IJmuiden is vertrokken naar Montevideo, in de Noordzee getorpilleerd. De bemanning, sterk 21 kop pen en de Nederlandsche loods, heeft zich kunnen red den op het lichtschip Noord-Hinder en zou gisteroch tend opgehaald worden door het vaartuig van het loodswezen. OP EEN MIJN GELOOPEN. Bij Petershead is Zaterdag het Zweedsche stoom schip „Folke", op een mijn geloopén. De bemanning is voor het grootste deel gered en te Edinburg (Enge land), aan wal gebracht. IN DUITSCH-OOST-AFRIKA. Uit Duitsch-Oost-Afrika zijn te Berlijn de volgende officieele berichten ontvangen: „In een tweedaagsch gevecht werd een sterke vijandelijke legermacht op 18 en 19 Januari bij Jassini verslagen. Hij verloor daar bij ongeveer 200 man aan dooden. Vijf compagnieën werden gevangen genomen. Een machine-geweer, twee rijpaarden en 60.000 patronen werden buitgemaakt. Aan Duitsche zijde sneuvelden zeven officieren en elf man en werden twaalf officieren, twee officieren van gezondheid en 22 man gewond, terwijl twee man vermist worden. Het eiland Mafia is op 10 en 11 Januari door de Engelschen bezet. IN DUITSCH-ZUHDWEST-AFRIKA. Saar Reuter uit Kaapstad seint hebben de Unie troepen Schakelskopf, Kuibis, Bethany en Brakwasser zonder tegenstand bezet. Brakwasser ligt 55 mijl ten oosten van Lüdcritzbocht. DE DUITSCHE REPRESAILLE-MAATREGELEN. Als represaille tegen de behandeling van de gevange nen der onderzeeërs in Engeland, zijn uit 't officiers- gevangenkampement te Halle een tiental Engelsche officieren, waaronder de zoon van den vroegeren En gelschen gezant te Berlijn, naar Maagdenburg overge bracht in afzonderlijke opsluiting, wordt uit Berlijn ge meld. HET RAMMEN VAN DUITSCHE ONDERZEEëRS "Wolff meldt, dat de Engelsche regeering met de on derscheiding aan den kapitein van de Thordis ver leend, opnieuw 't bewijs heeft geleverd, dat zij 't optre den der bemanningen van hare koopvaardijschepen goedkeurt en beloont, die, in strijd met alle volkenrecht, de gewapende macht aanvallen en zich zoodoende buiten elk volkenrecht stellen. Op waarschuwing of welke consideraties ook kunnen zulke vaartuigen min der dan ooit rekenen. DE KRIJGSGEVANGENKAMPEN. In verband met de klachten in het onlangs versche nen Engelsche Witboek over de behandeling der Engel sche krijgsgevangenen in Duitschland wordt door het Wolffbureau het volgende meegedeeld: De bewering, dat de Duitsche regeering het inwin nen van inlichtingen over de gevangenenkampen be lemmert en in 't bijzonder aan Amerikaansche verte genwoordigers het bezoeken van dergelijke kampen wei gert, is onjuist. Waar is, dat een tijd lang de Ameri kaansche officieele vertegenwoordigers niet in dte gele genheid waren zulke bezoeken te brengen, daar alle oorlogvoerende landen verboden hadden de gevange nenkampen te bezoeken. Sinds het verbod opgeheven is, hebben de vertegen woordigers van het Amerikaansche gezantschap alge- heele vrijheid de kampen te bezichtigen en zij maakten daarvan dan ook veelvuldig gebruik. Het algemeene oordeel dier heeren is'gunstig. De ongunstige beoordeelingen in het Engelsche Wit boek stammen uit het begin van den oorlog. Wanneer in eenig kamp grond tot klachten was, is deze door dte nauwe en vriendschappelijke samenwerking tusschen de Amerikaansche vertegenwoordigers en de autoritei- COURANT.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1915 | | pagina 1