DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Van let westelijk oorlogsterrnin.
¥au kt oostei oorlogsterrein,
m*
Honderd en zeventiende jaargang.
im
ff Kfiti lllfl, fr n pit ft.—. ijMrifili 19 et rep!, frosts ktters naai plaatsruimte. Brieyen fr. H. Beek- en Handelsdrukkerij y.h. HERMs. COSTERAZnoN, Voord?ro C9. Tfllefoonnr. 3.
DONDEEBAG
33 o O o Xs o gr,
22 APRIL
ENGELAND.
NEDERLAND.
Dl! mamms? Ibestea! al! 1 bladen.
tiüfeji mm
ALKMAAR, 22 April.
Dezer dagen hadden we het toevallig en terloops
over vlootpolitiek in het algemeen. Vandaag willen
we op dit interessante onderwerp wat nader ingaan
en een nieuwe serie korte beschouwingen over marine
aangelegenheden inleiden, welke de vroegere voortzet
en aanvult.
Het spreekt van zelf, dat men zich in vredestijd ge
reed maakt voor den oorlog, dat dan het zwaard
Wordt gesmeed, om getrokken te kunnen worden, wan
neer het oogenblik gekomen is. Vooropgesteld dient
daarbij, dat oorlog georganiseerd geweld is, en dat
het doel is het weerstandsvermogen van den vijand te
breken en hem daardoor tot onderwerping te dwingen.
Hoe meer schade de vijandelijke strijdmacht wordt
toegebracht en hoe sneller dit geschiedt, des te gau
wer haar offensieve kracht wordt verminderd en des te
geringer de schade is, welke zij kan toebrengen. De
taak van de staatslieden is het te bepalen, welken oor
log of welke oorlogen het waarschijnlijkst mogen
worden geacht en dienovereenkomstig moeten natuur
lijk de voorbereidende maatregelen zijn Er wordt
voor eiken mogelijk gedachten oorlog een zooveel mo
gelijk in onderdeelen uitgewerkt veldtochtsplan, een
plan de campagne, opgemaakt, waarnaar de toebereid
selen worden getroffen. Alle maatregelen en alle
voorzieningen welke met de oorlogsgereedheid en de
juiste aanvangs-opstelling der weermacht onmiddellijk
verband houden, worden samengevat onder den naam
van „vredes-strategie". De vredes-strategie is dus een
uitvloeisel van de politiek en daaraan ten deele onder
geschikt, maar zoodra de oorlog is uitgebroken en de
oorlogs-strategie aan de orde komt, dient de politiek
te zwijgen dat dit niet altijd geschiedt, bewijst me
nig voorval uit dezen oorlog en wij hebben slechts te
herinneren aan de Dardanellen, om duidelijk te ma
ken, wat hiermede wordt bedoeld.
Een groote zeemogendheid zal er vooral naar stre
ven, dat een inval over zee onmogelijk voor den vij
and, daarentegen mogelijk is in het vijandelijk gebied,
dat de eigen overzeesche handel in oorlogstijd de ge
ringste, .de vijandelijke echter de grootste schade on
dervindt.
De veiligheid wordt het best verzekerd, de kans van
slagen het meest vergroot door bewapening en door
verdragen met andere mogendheden, doch daar de
waarde van elk verdrag wordt bepaald door de kracht
van wapenen, welke er aan verbonden is, leidt dit al
les vanzelf tot den bewapeningswedijver, dien we
maar al te goed kennen.
Het komt er bovenal op aan de zee te beheerschen.
De Britsche zeeheld Raleigh schreef eens: „Wie de
zee beheerscht, beheerscht den handel, wie den handel
beheerscht, beheerscht de rijkdommen van de wereld
en dientengevolge de wereld zelf." En Bacon verklaar
de: „Dit is buiten kijf, dat wie de zee beheerscht,
groote vrijheid bezit en zooveel of zoo weinig gebruik
van den oorlog kan maken als hij wil."
In vredestijd is er geen sprake van het beheerschen
der zee. De zee staat dan voor allen open. Maar in
oorlogstijd streeft de eene oorlogvoerende partij er
naar ue zet te beheerschen, ten opzichte van de andere
wel te verstaan, want in theorie blijft de zee open en
vrij voor de mogendheden, die buiten ce partijen
staandat he practijk iets anders leert, hebben we ze
ker niet te zeggen, noch minder door voorbeelden te
staven.
Tot dusverre beheerscht ot-Brittanje de zee.
Maar het staat hiermede eenigszius, zegt de Engelsch-
man Carr Laughton in een dezer dagen verschenen
werkje, als met het kampioenschap, dat gewonnen is
in een wedstrijd. Het is een prijs voor een overwinning
ook al gaat die overwinning weer verloren en hij
wordt slechts zoolang behouden als de kampioen be
reid is een mededinger te ontmoeten en in staat is hem
te verslaan. Acht dus Duitschland den tijd gekomen
om ter zee te vechten, dan is de beheersching der zee
opgeschort totdat de beslissing tusschen de hoofd-
machten ter zee is gevallen, want op de afrekening
met de vijandelijke hoofdmacflt komt het in de eerste
plaa'ts aan. Het zou kunnen gebeuren, dat één groote
zeeslag de beslissing bracht, het is echter evenzeer
mogelijk dat deze niet dan na ettelijke gevechten zou
kunnen worden verkregen. Algeheeie beheersclmg der
zee is dus de prijs van een algeheeie overwinning.
Want wanneer een mogendheid de zee beheerscht, om
dat zijn tegenstander niet buiten komt, kan zij niet
vrij handelen; zij moet de wacht houden voor de vij
andelijke havens, ten einde dadelijk gereed, dat is slag
vaardig, te zijn op het eerste alarm De Britsche
„Grand fleet" is niet vrij in hare bewegingen, zoolang
de Duitsche „Ausfallflotte" nog veilig en onverzwakt
in de Duitsche havens ligt. En zoolang dit het geval
is, beheerscht Groot-Brittanje slechts ad interim de
zee.
Het bovenstaande verduidelijkt, hetgeen de Times
eergisteren schreef„De vloot kan niet genoeg gepre
zen worden voor het feit, dat zij de zeeën over de ge-
heele wereld heeft schoongeveegd, maar bij die lof be
hoort de erkentenis, dat de Dluiische slagvloot nu
sterker is, dan toen de oorlog begon."
Slagschepen toch verloor Duitschland in dezen oor
log nog niet en met den aanbouw is hier evengoed
kunnen worden voortgegaan als in Groot-Brittanje.
Want dit is een groot verschil tusschen den tegen-
woordigen oorlog en de daaraan voorafgaande, dat
thans de arbeid aan nieuwe schepen rustig kan worden
voortgezet, terwijl toen alle werkkrachten en werk
tuigen noodig waren voor herstelling van beschadigde
schepen. Tot dusverre liepen slechts weinig schepen
averij op en wanneer zij getroffen werden, was dit
dikwijls doodelijk slechts bij uitzondering zonken
zij niet en konden derhalve naar een werf gebracht
worden, teneinde daar weer strijdvaardig te worden
gemaakt.
Overgaande van de algemeene beschouwingen tot de
oijzondere, de actueele feiten, moeten we heden aller
eerst de aandacht vragen voor den Karpathen-strijd,
waaromtrent een Russisch en een Oostenrijksch com
muniqué nadere inlichtingen verschaffen.
MJITSCH- o RUSLAND
LAND o
Jabloenka-
II
D Krakau
Gorlice
O.Przemysl 's\r|
Dnjestr
Karpathen
ir
JBeskiden II
Doekla- Loepkow- Oeszok- R
pas pas pas Beskid
pas
HONGARIJE
In het legerbericht uit Weenen wordt meegedeeld,
dat faalden de pogingen der Russen om de stel
lingen, die de dalen van Ondowa, Laborkza en Ung
bestrijken, te nemen. De drie genoemde dalen liggen
ten zuiden van den Doekla- en den Loepkow-pas en
zouden de Russen gelegenheid kunnen bieden Honga
rije binnen te stroomen en zij stonden daartoe op het
punt, toen Duitsche legerscharen den bondgenoot
hulp kwamen bieden. Genoemde passen zijn in het be
zit der Russen, maar de Oeszek-pas is door de Oos-
tenrijksche troepen behouden, ondanks de hardnekkig
ste poging der Russen om dezen te heroveren.
Het voor Oostenrijk dreigende, zeer ernstige gevaar
is het wordt nog eens weer bevestigd hier, in
het westen der Karpathen, dus voorloopig geweken.
Hoe staat het echter in het Oosten? Daar zijn de
Oostenrijkers Galicië binnengerukt en hopen ze de
spoorwegen, die de verbindingslijnen der Russen vor
men, weldra te kunnen bedreigen. Zij vallen in de daar
gelegen passen hardnekkig aan, maar zij zijn er blijk
baar nog niet in geslaagd veel vooruit te komen
en daar komt het tenslotte toch op aan. Vermoedelijk
zullen hier de gevechten met dezelfde kracht worden
voortgezet als in de voorafgaande periode, zonder dat
evenwel een beslissing werd verkregen, in het Westen
van het Karpathen-gebied wer.d aangewend,
In het Westen duren de gevechten tusschen Maas en
Moezel voort, maar ze worden blijkbaar niet aaneen
geschakeld, doch afzonderlijk geleverd, zoodat er van
een algemeen offensief niet gesproken kan worden en
beide partijen tactisch offensief optreden. De waardee
ring van de uitslagen loopt natuurlijk zeer uiteen, het
best worden wellicht de operaties gekenschtst door de
mededeeling in het laatste Fransche communiqué, dat
de terreinwinsten van de Franschen in de laatste da
gen zich uitstrekken over een aaneengeschakeld front
van 700 Meter.
Voor het overige wordt er hoofdzakelijk van mijn-
ontploffingen en artillerie-gevechten melding gemaakt
De Engelsche bladen raken maar niet uitgepraat
over hun succes bij een heuvel nabij Yperen, waarin
aan weerszijden zware verliezen moeten zijn geleden.
Engeland heeft nu alle scheepvaartverkeer met en
van Nederland stopgezet. Het motief is nog steeds
niet bekend, mag echter met spanning worden afge
wacht.
De Duitsche marinestaf brengt het onwaarschijnlijk
klinkende bericht, dat er 17 April een Engelsche on
derzeeër in den grond geboord is en dat hetzelfde
vermoedelijk met meerdere schepen is geschied, terwijl
„uit vertrouwbare" bron wordt gemeld, dat er bij den
z.eppeiin-aanval op de Tyne ook een Engelsch slag-
sctiip aanzienlijk moet zijn beschadigd, waaraan we
ook al geen geloof hechten
Berichten over een nieuwe actie der Dardanellen
houden aan. Het Turksche leger dat de zee-engte en
Gallipoli moet verdedigen, is onder leiding gebracht
van den Duitschen generaal Liman von Sanders, ter
wijl de Duitsche maarschalk v. d. Goltz opperbevel
hebber van het Turksche leger is geworden, dat Kon-
stantinopel moet verdedigen, maatregelen, die er op
wijzen, dat er aan Duitsche zijde toch meer aandacht
aan deze actie wordt geschonken, dan aan de vooraf
gaande.
Naar officieus verluidt heeft de reis van dr. Nolens
naar Rome de strekking om onze regeering zoo moge
lijk in te lichten ten aanzien van de pogingen, welke
door het Vaticaan in het werk moeten zijn gesteld tot
bevordering ter zijner tijd! van den vrede.
De regeering der Vereenigde Staten heeft geant
woord op de memorie van den Duitschen gezant,
waarin deze die regeering beschuldigde van inbreuk
maken op de neutraliteit door verhindering van den
handel in oorlogsmateriaal. De Amerikaansche regee-
nng stelt zich echter op het standpunt, dat elke wijzi
ging in de bepalingen betreffende de neutraliteit, wel
ke een ongelijkmatige verhouding tusschen de Veree
nigde Staten en de oorlogvoerenden zou beteekenen,
een ongerechtvaardigde afwijking zou zijn van het be
ginsel van strikte onzijdigheid en verklaart, dat een
verbod van wapenhandel zulk een wijziging zou betee
kenen.
DE STRIJD IN BELGIë EN NOORD-FRANKRIJK.
Het Fransche communique meldde gistermiddag:
Bij Airecnt en tusschen Uise en Aisne bad een vrij
nevige kanonnade plaats.
Vijftig brandbommen werden op Reims geworpen.
Tusschen Maas en Moezel wonnen de Franschen in
het Mortmarebosch bij den weg FlireyEssey bij hun
aanvallen eenig terrein. Twee Duitsche tegenaanvallen
op de loopgravenlinies, den 20en door de Franschen
genomen, werden 's avonds afgeslagen.
In het Prétrebosch' deden de Duitschers, na de
Fransche stellingen hevig gebombardeerd te hebben,
bij Croix des Cannes een poging om aan te vallen,
welke echter onmiddellijk door de Fransche artillerie
werd belet.
Aan den rand van het Parroybosch had een vrij he
vige kanonnade plaats en werden voorpostengevechten
geleverd
In den avond van 19 April werdén twee Duitsche
tegenaanvallen op den Hartmannsweilerkopf afgesla
gen.
Belgische vliegers bombardeerden het arsenaal te
Brugge en het vliegkamp bij Lisseweghe.
Reuter meldt uit LondenDe vijand doet nog voort
durend hevige tegenaanvallen op heuvel No. 60. Gis
teravond zijn twee krachtige aanvallen door de infan
terie met groot verlies voor den vijand afgeslagen. De
heuvel is den geheelen nacht zwaar beschoten. Ver
schillende latere aanvallen werden nog afgeslagen.
Er is met succes een stoute aanval gedaan op de
luchtschiploodsen van den vijand te Gent. De aange
richte schade moet aanzienlijk zijn.
DE STRIJD AAN HET OOSTELIJK FRONT.
De Russische generale staf meldde gisteren: In
West-Galicië hebben wij in den nacht van 20 April een
aanval der Oostenrijkers bij Gorlisj afgeslagen.
In de Karpathen deed de vijand op 19 April aanval
len op onze stellingen i-n de streek van Verkhniave, Ja-
blonka, Polen en ten noorden van Oroszpatak.
De aanval van den vijand op de hoogte bij Polen, die
door ons was genomen, was van buitengewoon hard-
nekkigen aard. Zijn verliezen bij dien aanval waren
zeer aanzienlijk. De eerste afdeeling krijgsgevangenen
ten getale van 500, is reeds ingeschreven.
Op andere sectoren van het geheele front geen ver-'
anderingen.
Een escadrille Duitsche aeroplanes wierp op 20 Ap
ril ongeveer 100 bommen op Bjelostök en doodde en
wondde daar burgers.
Bijzondere materieele schad'e werd niet aangericht.
In den nacht van 20 April werd de stad Tsjechano!
(Russisch Polen) door een Zeppelin gebombardeerd.
De geworpen bommen richtten echter geen schade aan.
Onze luchtschepen bombardeerden met succes het
station van Soldau (Oost-Pruisen).
Het Oostenrijksche legerbericht luidde: De vijand
heeft zijn aanvallen op de belangrijkste sectoren van
ons front in de Karpathen sedert geruimen tijd reeds
gestaakt, vooral op die gedeelten van onze stellingen,
die de geschikste wegen om door -te breken naar Hon
garije, de Ondawa-, Laborcza- en Oengdalen n.I., dek
ken.
Terzijde van deze linies, in het Woudgebergte tus
schen het Laborcza- en het Oengdal, trachtte de vij
and ook thans nog met een sterke legermacht door te
dringen. Een doorbraak in deze richting zou den
tegenstand van onze dal- en de zich daaraan sluiten
de hoofdstellingen, die, ondanks de groote opofferin
gen, d'oor een fron taan val niet te bedwingen was, bre
ken dbor een omtrekkende beweging. Zoodoende ont
wikkelden zich in het dal van de Boven-Tsjiroko bij
Nagypolany en in het geheele brongebied van deze ri
vier hevige gevechten, die verscheiden dagen en nach
ten duurden. Ook hier werden de aanvallen der Rus
sen afgeslagen. Nadat de vijand vele duizenden aan
doo-dten en gewonden had verloren, terwijl bovendien
meer dan 3000 ongewo-nde gevangenen in onze handen
waren gevallen, gaf hij den aanval op.
Naar aanleiding van de vele in het buitenland ver
spreide en door het Russische legerbestuur medegedeel
de berichten, dait de Russen in de langdurige gevechten
in de Karpathen succes zouden hebben gehad, kunnen
wij volstaan met de korte mededeeling, dat de door den
vijand steeds als het hoofddoel van zijn aanvallen en
als buitengewoon belangrijk aangegeven Oeszokerpas
nog steeds in onze handen is.
Aan de andere fronten hebben artilleriegevechten
plaats gehad.
De -toestand is overal dezelfde gebleven.
Töl* LS<3<3.
ENGELSCHE ONDERZEEËRS IN DEN GROND
GEBOORD?
Uit Berlijn wordt officieel gemeld
In den Iaatsten tijd zijn herhaaldelijk Engelsche
onderzeeërs in de Duitsche Bocht van de Noordzee
gezien en dikwijls is door Duitsche schepen een
aanval op hen gedaan. Op 17 April werd een vijan
delijke onderzeeër in den grond geboord. Waar-,
schijnlijk zijn ook andere onderzeeërs vernield, niet
volle zekerheid kan dit echter niet geconstateerd
wonden.
DE MUNITIE AANMAAK.
Minister Lloyd George verklaarde in het Lagerhuis
in den loop van het debat, dat terwijl voor den
oorlog niemand had gedacht, dat het expeditie-leger
uit. meer dan zes divisies zou bestaari, hij thans op
gezag van Lord Kitchener kan mededeelen, dat thans
6 maal dif aantal in het veld is, volledig uitgerust
en behoorlijk van munitie voorzien en dat voor ieder
man, die gevallen is, een ander in de plaats is ge
komen.
De heer Lloyd George behandelde uitvoerig het
probleem van den aanmaak van munitie en de maat
regelen door de regeering daarovor genomen en
deelde mede, dat thans 19 maal meer munitie wordt
gefabriceerd dan in September.
KORTE BERICHTEN.
De Engelsche regeeringsconimissie voor de spoor
wegen heeft besloten, dat er van nu af aan geen man,
die voor den krijgsdienst geschikt is, bij de sporen zal
aangesteld worden, tenzij waar het werk door geen
vrouw kan geschieden, b. v. rangeeren.
Voor het fonds van den prins van Wales is nu
55.664.000 bijgedragen. Van deze som is reeds
22.300.000 voor uitkeeringen bestemd.
Het Hamburger Fremdenblatt stelt voor, in plaats
van torpedeeren, het werkwoord weddigenin te voe
ren, ter herinnering aan den heldhaftigen commandant
van de U 29.
Voor het Weddigen-gedachtenisfonds in Duitsch
land is in enkele dagen, terwijl de inschrijvingen nog
moeten beginnen, reeds 268.629,60 bijeengebracht.
Bovendien is 6000 geschonken voor de nagelaten be
trekkingen van de met de „U 29" omgekomen beman
ning.
De Pruisische minister van spoorwegen heeft be
paald, dat, in verband met den oorlogstoestand, dezen
zomer geen bijzondere treinen voor vacantie- en plei-
zierreizen zullen loopen.
Een Reuter-telegram uit Kaapstad1 meldt, dat de
Volksraad v&n Zuid-Afrika een oorlogsbelasting van
een 6 millioen gulden op de opbrengst van de goudmij
nen heeft gelegd.
Volgens offitieele berichten wordt de arbeid in
de steengroeven in Henegouwen (België) langzamer
hand hervat.
Te Bangor (Engeland) is een boer, die een ge
trouwde vrouw op straat had gekust, tot een maand
gevangenisstraf met dwangarbeid veroordeeld. De
man was bij zijn liefkozig erg ruw geweest en had de
vrouw, die hij plotseling vastgreep, aan de lip ver
wond.
EEN NEDERLANDER ALS SPION
GEVANGEN GENOMEN.
De Köln. Ztg. meldt uit Kresel, dat daar een Neder
lander als spion is gevangen genomen, die opgaf jhr.
van Raders te zijn. Volgens het blad moet het nau
welijks twijfelachtig ,zijn, of hij is een spion in dienst
van een buitenlandsche mogendheid.
DE INDISCHE GELDLEENING.
Op de vragen van den heer Van Vuuren, tot den mi
nister van Koloniën gericht, betreffende de wijze van
uitgifte der Indische geldleening Ingezonden 7 April
1915):
I. Welk bedrag der Indische leening heeft de groep
van bankiers, door wie de inschrijving voor het publiek
is opengesteld, zich verbonden te nemen tot een koers
van 95%, onder welk voorbehoud en onder welke reso
lute ire condities?
II. Was de minister onvoorwaardtelijk gebonden
haar dit déél der leening en desverlangd het restant te
gunnen of waren ook zijnerzijds resolutoire condities
gesteld, en zoo ja, welke?
III. Is de minister bereid de overeenkomst in haar
geheel aan de Kamer mede te deelen
IV. Welke redenen van Staatsbelang of van finan-
cieelen aard hebben den minister er toe geleid het gel
delijk offer te brengen, dat de afspraak vroeg, zonder
dat daardoor de plaatsing dér geheele leening vooraf
werd verzekerd?
Heeft -de minister van Koloniën, de heer Pleyte, het
volgende geantwoord: (ingezonden 20 April 1915):
Ik ben bereid, dé Kamer in de gelegenheid te stellen,
kannis te nemen van de acte, gedagteekend 19 Febru
ari 1915, behelzende hetgeen tusschen Nederlandsch-
Indië eenerzijds en de Nedérlandsche Handel-Maat-
schappij, de Nederlandsch-Indische Handelsbank en
de Nederlandsch-Indische Escompto Maatschappij an
derzijds in overeengekomen, als gevolg waarvan hier
nevens een afschrift wordt aangeboden, opdat dit ter
griffie, ter raadpleging door de leden, kan worden ne-
dërgelegd.
Uit -de akte blijkt, dat ovengenoemde kredietinstel
lingen tot 7 dagen na hare dagteekening de bevoegd
heid hadden mij (minister) kennis te geven, of zij op de
aangegeven voorwaarden een overeenkomst tot overna
me van een deel der -ten laste van Nederlandsch-Indië
uit te geven schuldbrieven wenschten aan te gaan.
Uit het eerste lid van het sub 2o. bepaalde volgt,
dat de daarin bedoelde koop en verkoop van uit te ge
ven schuldbrieven tot een beloop van 40 millioen gul
den zou komen te vervallen, indien de wet, die den mi
nister van Koloniën tot de uitgifte moest machtigen,
niet uiterlijk op 15 Maart 1915 zou zijn tot stand ge
komen.
In de bepaling van sub 7o. worden de voorwaarden
aangegeven, bij wier vervulling de koopovereenkomst
geacht zou worden niet te zijn tot stand gekomen, te
weten
aWanneer Nederland in oorlog mocht worden ge
wikkeld;
b. wanneer door of aan Nederland een ultimatum
mocht zijn gesteld;
c. wanneer de koers der 5 Nederlandsche staats-
i - mi,
O O O
O O
0 O O 0