DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN, li let lutullik ooÉftoÉ, Van liet westeli oorloisterraiii, Van bat zuidelijk oorlogsterrsin. Goedkoop ongfiboild Tarwe-(water)lirood en Tarwemeel. Honderd en zoT^itiende Jaargang. m*èt NA I.pal ft—. IMMII i m*. pwfe Mes us jhehnttt, Hm ir. ft. I. Ba* e ImMÉiül it BHft HSIRfHM, Mm ïl fékm. I. WOIISDAG 5 MEI. 13 O O Ter ze©, ENGELAND. KOo DM b*8Sae® is"! 2 bladen. ALKMAAR, 5 Mei. i iet heeft maar weinig gescheeld of de militaire ver rassing in het Oosten had voor de overwinnaars pijn lijke politieke gevolgen kunnen hebben. De officieele communiques toonen dit ten duidelijk ste aan. In de allereerste Duitsche tnededeeling werd ge zegd „onder opperbevel van kolonel-generaal von /yiackensen hebben de verbonden troepen" enz. Al heel gauw daarop kwam de verbetering, dat het begin van het bericht aldus had moeten luiden: „In tegenwoordigheid van den opperbevelhebber aartsher tog Frederik, en onder aanvoering van kolonel-gene raal von Mackensen." Men voelt het verschil en mocht men misschien niet het buitengewone gewicht van deze wijziging begrij pen, dan bedenke men, dat vooral veldheerseer teer is! Te Weenen heeft men de aanvoering geheel in het midden gelaten en het legerbericht aldus aangevan gen: „De vereenigde Oostenrijksch-Hongaarscke en Duitsche krijgsmacht" enz. Maar men heeft blijkbaar gevoeld, dat men ook zelf een beetje te ver gegaan is. Althans het laatste communiqué, dat te Weenen werd uitgegeven, begint aldus: „In trouwe wapenbroeder schap hebben de Duitsche en Oostenrijksch-Hongaar- sche verbonden troepen een nieuwe overwinning be haald." Het ia wel aardig waar te nemen, hoe de couranten trachten den onaangenamen indruk, welken de com muniqué-schrijvers wellicht in haast en ondoordacht hebben verwekt, zooveel mogelijk weg te nemen. Het Tageblatt bijv. schrijft: „Overwinnaars zijn de Duitsche en Oostenrijksch-Hongaarsche legers. De laatsten hielden sinds maanden in West-Galicië den druk tegen, de eersten vormden een nieuw leger, dat door den kolonel-generaal v. Mackensen. aangevoerd werd en onder opperbevel van veldmaarschalk aarts hertog Frederik kwam, die sinds het begin van den oorlog aan 't hoofd der met ons verbonden legers van het dubbel-rijk staat en wiens chef van den generalen staf generaal Conrad v. Hötzendorf is." Hier is toch wel eere gegeven wien eere toekomt en den aartshertog wat des aartshertogen is! Moeten bij een bondgenootschap in tijden van te genspoed de verantwoordelijke personen er op bedacht zijn geen onderling wantrouwen te wekken, niet den schuijn op zich te laden van bijzondere eigenbelangen te beschermen, in tijden van voorspoed dienen zij ei vooral op uit te zijn, geen aanstoot te geven, door te veel eer voor zichzelf op te eischen. Hoe moeielijk deze klip, waarop een geheel bondge nootschap zoo niet stranden dan toch stooten en ove- rij oploopen kan, te omzeilen is, blijkt uit de commu- niqué's over de overwinning in West-Galicië. Schoone beschouwingen kan men houden over de vruchten, welke deze overwinning kan opleveren en de Duitsche bladen zijn er dan ook vol van. Verstandiger is het echter om op den vasten grond van hetgeen bereikt is te blijven en zich niet te veel te verdiepen in hetgeen mogelijk kan worden nóch het resultaat te hoog in de hoogte te steken. Wij kunnen om voorstellen, dat de Duitschers, le zend de uitbundigs couraaten-anikelm en meedoend aan het officieei-voorgeschreven feestvertoon, zich ten slotte bij het vernemen van nadere bijzonderheden, nuchter gaan afvragen; „Is düt allesi" Wel is waar is, volgens r»a Duitsche legerbericht, het aantal tot dusverre gemaakte krijgsgevangen Rus sen reeds gestegen tot 21.500 man (het Oostenrijksche zegt 30.000), maar de Berlijnsche volksmond sprak reeds van "enige honderdduizenden gevangen Russen, terwijl er in de Duitsche hoofdstad extra-bladen wer den verspreid, vaischelijk voorzien van de letters W. 'T. B. (Wolff's Telegraafbureau), waarin Werd verkon digd, dat er 150.000 Russen gevangen genomen wa ren 1 En nu verzekert sindsdien Berlijn, dat het offen sief goede vorderingen maakt en Weenen, dat er in den voortgezetten aanval nieuwe successen werden bevochten en dat de Russen overhaast naar het Oosten terug moeten, maar de gegevens, waardoor deze mede- deelingen worden, gepreciseerd, ontbreken. Ook al is men overtuigd, dat eén voortgaand offensief, waarbij de Russen Oostwaarts worden gedreven, van zeer groot gewicht kan worden, ja, het heele Russische front kan doen oprollen en massa's „murw" geworden Russen tot zich overgeven kan nopen, zoolang men geen tastbare bewijzen beeft van de vorderingen der Duitschers en Oostenrijkers, mist men het bewijs, dat de Russen zich niet hebben kunnen herstellen. Het is immers geenszins uitgesloten, dat zij de bres weer weten dicht te maken, of wel dadelijk krachtige posi ties kunnen innemen, waar zij zich kunnen handhaven. In het zich mooi terugtrekken, in het zich verdedigen, hebben de Russen in dezen oorlog hun ouden roem goed gehandhaafd. Het is reeds eerder gebleken, dat de Russen zich uit een schijnbaar hachelijken toestand wisten te redden, door eerst defensief en daarna zelfs weer offensief op te treden. Eerst over eenige dagen zal kunnen blijken, waartoe de vervolging heeft geleid. Een veeg teeken schijnt het intusschen wel, dat de Russische communiqué- schrijver niet flink-weg de nederlaag erkent, maar haar tot de geringste afmetingen tracht terug te bren gen. En onheilspellend klinkt de mededeeling, dat de Duitsch-Oostenrijksche troepen zich bijzonder actief vertoonden en enorme hoeveelheden munitie verbruik ten, omdat hierin een der voorwaarden ligt, om ver der succes te behalen. De Times schrijft, dat er geen twijfel kan bestaan of de overwinning van de Duitschers en Oostenrijkers in de Karpathen is Van het grootste belang. Een blik op de kaart leert de ernst van deze tijding van strategisch standpunt, ook al mocht zij slechts bij benadering waar zijn, meent het cityblad, dat heden gekapitteld wordt door de Daily Chronicle, wegens de critiek, welke het op de regeering uitoefent en waarmee het speelt in de kaart der tegenpartij. De Chronicle geeft te verstaan, dat zij een censuur op beschouwingen voor de nationale veiligheid gewenscht zou vinden, vooral wanneer die gepaard zou gaan met verminde ring van de censuur op nieuws. Het blad betoogt overigens, dat het een zeldzaam ironie van het lot is, dat mr. Asquith, de premier, die zooveel voor de vrij heid heeft gedaan, die vrijheid misbruikt ziet door een perscampagne tegen zichzelf! Berichtten de Duitschers gisteren, dat ze ten Oosten van Yperen succes hebben behaald, waartoe de Fran- schen het zwijgen doen, de Engelsche generaal French bevestigt de Duitsche mededeeling door de verkla ring, dat een wijziging van de Engelsche linie aan het front bij Yperen noodig was geworden door terrein- verlies, zoodat de nieuwe linie nu ten Westen van Zonnebeke loopt. Tot dusverre liep de linie ten Oosten van deze plaats, zoodat de Duitschers weer wat dich ter bij Yperen zijn gekomen. Aan de Dardanellen handhaven de bondgenooten zich en volgens een bericht uit Londen rukken ze thans, ondanks de aanvallen der Turken, in het bin nenland van het schiereiland Gallipoli op. In de Noordzee werd het Londensche stoomschip „M interne" (3000 ton) zonder waarschuwing getor- pilleerd, de bemanning werd gered, de Èngelsche trawler „Cruiser" werd door een onderzeeër bescho ten, waarbij eenige opvarenden werden gedood. Een Duitsche mededeeling verzekert, dat vliegtuigen met succes aanvallen hebben gedaan op oorlogs- en koop vaardijschepen en dat o. m. den 24sten April een En- genscli linie-schip van de Formidable-klasse aan de Belgische kust werd beschadigd. Aau president Wilson wordt door Reuter het voor nemen toegeschreven om in éénzelfde nota het torpil- leeren van de „Gulflight", het verdrinken van Trasher, (een passagier van de „Falaba") en de andere aanval len door Duitschers op Amerikaansche schepen ge daan, te behandelen. Uit Tokio meldt hetzelfde Engelsche nieuwsagent schap, (fat men daar vermoedt, dat Japan aan China nu werkelijk een ultimatum zal zenden. Het heeft er allen schijn van, dat de dag van heden in. Italië niet zal brengen, hetgeen de voorstanders van deelneming aan den oorlog ervan verwacht hebben. DE STRIJD AAN HET OOSTELIJK FRONT. Het Duitsche legerbericht meldde gisteren: Het aan tal bij dte vervolging naar Mitau knjgsgevangen ge maaide Russen steeg tot ruim 4000 man. Een hernieuwde aanval der Russen zuidwestelijk van Kalwarja werd afgeslagen. Wij maakten 170 gevan genen. Evenzoo mislukten Russische aanvallen zuid oostelijk van Augustowo onder zware verliezen voor dien vijand, die daar bovendien aan gevangenen vier officieren en 420 man verloor, terwijl 2 mitrailleurs werden buitgemaakt. Ook bij Jedwaboso, ten noordoosten van Lomsja, werd een nachtelijke aanval der Russen afgeslagen. Het ofensief tusschen de Woudkaipathen en den Boven-Weichsel maakte goede vorderingen. De buit van de eerste dagen beloopt 21.500 gevangenen, 16 kanonnen? 47 mitrailleurs en een nog niet te schatten hoeveelheid oorlogsvoorraden van allerlei aard. (Reeds in een deei onzer vorige oplaag vermeld). Het Oostenrijksche legerbericht meldde: In trouwe wapenbroederschap hebben de Duitsche en Oosten rijksch-Hongaarsche verbonden troepen een, nieuwe overwinning behaald. Bij den terugtocht der Russen na onze overwinning in den slag bij Limanowo (West-Galicië) is het goed versterkte vijandelijke front tusschen Weichsel en hoofd kam der Karpathen in geheele uitgestrektheid vermees- teerd. In den voortgezetten aanval bevochten de Oos tenrijksch-Hongaarsche en Duitsche strijdkrachten ook gisteren aan het geheele front onder de oogen van dén legeropperbevelhebber, aartshertog veldmaarschalk Friedrich, nieuwe successen. Zij drongen onweerstaan baar naar het oosten voort en dwongen de Russische strijdkrachten tot overhaasten terugtocht. De beteeke- nis van het geheele resultaat is nog niet te overzien. Het aantal der tot dusver gemaakte krijgsgevangenen is tot ruim 30.000 man gestegen en neemt ieder uur toe. In de talrijke veroverde stellingen der Russen is een ontzaglijke hoeveelheid oorlogsmateriaal buitge maakt. Bij den eersten buit bevinden zich 22 kanonnen en 64 mitrailleurs. Aan alle overige fronten is de toestand in het alge meen onveranderd. DE STRIJD IN BELGIë EN NOORD-FRANKRIJK. Het Fransche legerbericht meldde gistermiddag: In de Axgonnen wonnen de Franschen terrein bij Bagatelle. Het Duitsche legerbericht luidde gisteren gelijk we reeds in een deel onzer vorige oplaag meldden: In Vlaanderen zetten wij onze aanvallen van het noorden en oosten met groot succes voort. Heden morgen vielen Zevenkothe, Zonnebeke, Westhoek, de veelhoek tusschen Veld en het Nonnebosch, allen plaatsen, waarom sinds vele maanden heftig gestreden is, in onze handen. De terugtrekkende vijand bevindt zich onder flankvuur van onze batterijen noordelijk en oostelijk van Yperen. In de Argonnen trachtten de Franschen ten noorden van Four-de-Paris tevergeefs de doör ons op 1 Mei veroverde loopgraven terug te nemen. Tusschen Maas en Moezel werd gisteren de artille rie-strijd! voortgezet AAN DE DARDANELLEN. Uit Londen werd gisteren officieel gemeld: De Tur ken hebben gedurende den nacht van i op 2 Mei hevige aanvallen met een sterke legermacht gedaan op de stel ling der geallieerden aan de Dardanellen, waarbij zij voortdurend nieuwe troepen in het vuur brachten. De geallieerden sloegen niet alleen deze aanvallen af met ontzeglijke verliezen aan de zijde van den vij and, maar zij hervatten ook het offensief en verdreven den vijand uit zijn stellingen. 'j Wij rukken nu het binnenland van het schiereiland binnen. IN DEN KAUKASUS. De Staf van het Russische Kaukasus-leger berichtte gisterenOp 2 en 3 Mei hadden in de streken van Trans-Tsjorak en Olty weinig beteekenende gevechten plaats. In de streek van Khoi en Dilmon zijn onze troepen na een gevecht van drie dagen tot een krachtig offen sief tegen het Turksche legerkorps van Khalil bey over gegaan en hebben het een volledige nederlaag toege bracht. Hoe groot d verliezen dér Turken zijn, valt af te lei den uit het feit, dat na het gevecht meer dan 3500 lij ken van Turken op het slagveld lagen 900 alleen in dien centralen sector van de gevechtslinie op een front van 800 pas. Te Dilman namen wij een Turksch hospitaal met het geheele personeel. De vervolging van den verslagen vijand duurt voort. ENGELSCH SCHIP GETORPILLEERD. De Engelsche stoomboot „Minteme" is Maandag ter hoogte van de Scilly-eilanden zonder waarschuwing getorpilleerd. De bemanning werd opgepikt, nadat ze den geheelen dag in een kleine boot te midden van een hevigen storm had rondgezwalkt. EEN ZWEEDSCH SCHIP IN BRAND GESCHOTEN. Uit Leith wordt bericht, dat de Zweedsche schoener „Elsa Helmstadt" Zondagochtend in brand is gescho ten door dén Duitschen onderzeeër „U 39". De be manning is door het stoomschip „Fermebo" te Leith aan wal gebracht. ENGELSCHE TRAWLER BESCHOTEN. De Engelsche trawler „Cruiser" is door een Duit schen onderzeeër beschoten. Vier man van de équipa ge werden gedood. De overigen, ten getale van zeven, trachtten in een boot te ontkomen. De Duitschers open den daarop het vuur, waardoor er vier werden gewond. De boot sloeg om, de inzittenden werden echter gered door een kolenschip en te Aberdeen aan land gebracht. UIT HET LAGERHUIS. Minister Lloyd George diende de begrooting in. Hij deelde mede, dat de eerste acht oorlogsmaanden een uitgaaf van 3.684.000.000 hadden geëischt. Hij vestigde verder de aandacht op de hooge op brengst van de inkomstenbelasting, die geraamd was op 732 millioen en inderdaad 828 millioen had bedra gen. De nationale schuld, zoo vervolgde minister, was thans geklommen tot 13.990.284.000. Hij schatte de inkomsten voor het volgende jaar op 3.293.984.000. BINNENLAND. Gemengd Nieuws. TWEEDE KAMER. Aan de orde was gisteren de interpellatie Schaper, omtrent de levensmiddelen-circulaire van den minister van landbouw enz. van 24 April, in verband met de intrekking der circulaire van 20 Maart. De heer Schaper (S.D.) achtte een groote verbetering dat in de tweede circulaire is vervallen de eisch dat de gemeenten 'de helft der kosten zullen moeten betalen dlaar vooral groote gemeenten door de tijdsomstandig heden zwaar worden gedrukt. Doch spr. achtte het ver keerd', dait in de tweede circulaire alleen over onge- build brood gesproken wordt. De regeering erkende zelf, in alle klassen der maatschappij te zijn gestuit op tegenzin tegen bruin brood. Blijkens een uitspraak van deskundigen werkt het zeer slecht op het menschelijk organisme, als men gedwongen is voedsel met tegenzin te nuttigen. Spr. stelde ten slotte de volgende vragen: Ie is de minister bereid dén maatregel, vervat in de Alkmaarsche Huishoud- en Industrieschool. Het Bestuur van bovengenoemde School bericht hierbij, dat de Algemeene Ledenvergadering niet gehouden zal worden op Donderdag 6 Mei, doeh op VRIJDAG 14 HEI a.s. Namens het Bestuur: C. M. EITSNEIJENHUIJS, Secretaresse. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK MAAR brengen hierbij ter algemeene kennis, dat hunne publicatie van 1 Mei 1.1., betreffende het ver krijgbaar stellen van goedkoop ongebuild tarwe- (water)brood, voorzooverre deze door de advertentie van de Directie der E. H. Alkmaarsche Broodfabriek tot misvatting aanleiding zou kunnen geven, niet slechts omvat de genoemde fabriek, maar alle bakkers in de gemeente, voorzooverre deze zich tot de levering van genoemd brood bereid ver klaren.; De aangifte tot het bekomen van dit brood en meel zal nog openstaan tot Donderdag- morgen elf nnr. ALKMAAR, 5 Mei 1915. Burgemeester en Wethouders voornoemd, O. RIPPINQ, Voorzitter. DONATH, Secretaris. circulaire van 24 April uit te strekken over gebuild' zoo wel als over ongebuild tarwebrood? 2e. Overweegt de minister dienzelfden maatregel toe te passen op de andere levensmiddélen in dé circu laire van 20 Maart, behalve varkensvleesch genoemd, in het bijzondér op aardappelen? 3e is de minister voornemens, ten aanzien van andere levensmiddelen al het mogelijke te doen om door bepaling van maximum prijzen en door uitvoer-verboden benevens strenge hond having van een en ander de prijzen te doen dalen, of stijging ervan te voorkomen? Minister Posthuma wees er o.m. op, dat de tegenzin in bruin brood vooral zijn oorzaak vindt in onbekend heid. In gansche streken wordt bruinbrood gegeten. Eet men bruinbrood op wittebrood dan krijgt men voedsel, dat net zoo duur is als het brood vóór dezen oorlog, ja het scheelt nog een gulden per week, d. L twee pond varkenslappen voor Zondag. De import van buitenlandsch vet en spek behoort thans tot de bemoeiingen van het distributiebureau. Op de eerste en de tweede vraag van den heer Scha per antwoordt de minister ontkennend, en op de derde vraag, zegt de minister voornemens te zijn, het moge lijke te doen om door uitvoerverbod en maximum-prij zen laag te houden. De heer Schaper stelde bij repliek een motie voor be helzende, dat de circulaire ook tot witbrood uitgebreid worde. De heer de Jong (U.-L) protesteerde er tegen, dat „Het Volk." de circulaire als een agitatiemiddel bezig de 'en dat geïnsinueerd zou zijn, dat de minister onder den invloed is gekomen van krachten, die wenschten dat er nu iets gedaan werd, d^t is verachtelijke dema gogie. Spr. betoogde, dat als de circulaire meer gebruik van bruinbrood ten gevolge had, dit zeer toe te juichen zou zijn. Geneeskundige prijzen het gébruik ervan aan, ec uit economisch oogpunt verdient het de voorkeur, om dat daardoor de arbeidende klasse aan een goedkoope re broodvoorziening wordt geholpen. Tegenover de bezwaren der Leidsche bakkers tegen controle betreffende goedkoope verstrekking van 'bruin brood stelde spr. het feit dat de groote bakkerswerkge- versorganisatie de bezwaren niet overwegend achtten. »en aanzien van aardappelen achtte spr. dé uitvoer- politiek van dén minister zeer bevredigend. Wat dé maximumprijzen betreft, zegt spr.: hét is de taak der burgemeesters, die te handhaven. De hoer van Vuur en (R.-K.) wees er o.m. op, dat wat de tweede circulaire betreft, de gemeentebesturen van Amsterdam, Den Haag en Rotterdam die uitvoe ring materieel mogelijk achten, maar dat zij de controle ervoor niet op zich kunnen nemen. Spr. schetstte de moeilijkheden, die zich voor de bak kers tengevolge van het broodkaartensysteem zullen kunnen voordoen en hetwelk tot knoeierijen aanleiding kan geven. Hij kwam er tegenop, dat over de circulaire met vooraf de gemeentebesturen zijn gehoord, en dat door de circulaire het besteden van gelden werd in uitzicht gesteld, waarover de Staten-Generaal nog niet hadden gestemd. Minister Posthuma riep: „U moet mij aan toonen, dat ik het geld ervoor niet had." De heer van Vuur en verklaarde, voor de gelden ter uitvoering te zullen stemmener moet iets gedaan worden. De verantwoordelijkheid blijft voor den minis ter. Hij wil vooral erop wijzen, dat de minister de aan gewezen raadsleden, n.l. de gemeentebesturen, niet heeft geraadpleegd. Hij zal tegen de motie-Schaper stemmen, ook omdat hij niet weet, wat de geldelijke ge volgen van den maatregel zullen zijn. Hedenochtend voortzetting. MOND- EN KLAUWZEER. Nu de weidetijd voor het vee is aangebroken, heeff de minister van landbouw, nijverheid en Handel als vervolg op de reeds gehouden vergaderingen van 28 December en 1 Februari 1.1. wedérom met de vertegen woordigers van de verschillende landbouwvereeniging- en een bespreking gehouden aan zijn departement ten einde htm gevoelen te vernemen omtrent de vraag of die bestrijding van het mond- en klauwzeer op de tot nu toe gevolgde wijze dient te worden voortgezet dan wel of een andere gedragslijn zou moeten worden gevolgd, waarbij tevens de vraag gesteld was of de tegenwoor dige bestrijding al of niet op prijs wordt gesteld. Deze vergadering werd tevens bijgewoond door den directeur generaal van den landbouw, den inspecteur van d<*n veeartsienijkundige dienst en de districtsveeartsen. In Groningen en Drente zijn na Januari geen geval len van mond- en klauwzeer voorgekomen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1915 | | pagina 1