DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN De Wilde Olyf. No. 104 Honderd en zeventiende jaargang. 19ïé 3 maanden fD.80, t p, post ft— AdyertentieprÜB 10 ot» p. regel, groote letters naar plaatsruimte. Brleyen ii. N. I. Boek- en W OENSDAG Handelsdrukkerij ?.li. HERIHs. COSTERfiZOON» Voordam 09. Telefoonnr» 3, 5 MEI FEUILLETON. n. HENDRIK NANNES EN CATRIJN EPES LEEN TE BOLSWARD. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK MAAR brengen ter algemeene kennis, dat Bestuurders- Uoiiatoren van bovengenoemd Leen voornemens zijn op een nader te bepalen dag in de maand Juni over te gaan tot eene begeving; dat jongelieden uit het geslacht der stichters, wier ouders niet in staat zijn uit eigen middelen hun studie te bekostigen, worden uitgenoodigd zich voor mede dinging schriftelijk aan te melden bij den heer D. N ZUITHOFF, Ontvanger des Leens te Bolsward, vóór of op 1 Juni e.k., onder overlegging van een geboorte akte, aanwijzing van genoten onderwijs en, zoo noo- dig, bewijs van afstamming; dat sollicitanten op 1 Mei, den dag der inschrij ving, ten minste 12 jaar oud moeten zijn en den leef tijd van 24 jaar nog niet hebben bereikt en zich zullen te hebben onderwerpen aan een vergelijkend exarr-m en dat volgens art. 8 van het reglement des Leens geen jongelieden, ouder dan 16 jaar, die niet eene opleiding aan een Gymnasium, Hoogere Burgerschool of eene daarmede in hoofdzaak gelijkstaand onderwijs hebben ontvangen, worden benoemd, dan bij gebreke van hen, welke die opleiding of dat onderwijs wel genoten hebben. Alkmaar, 4 Mei 1915 Burgemeester en Wethouders voornoemd, O. RIPPING, Voorzitter. DONATH, Secretaris. KENNISGEVING. Het HOOFD van het Plaatselijk Bestuur te ALK MAAR brengt, op grond van artikel 1 der Wet van 22 Mei 1845 (Staatsblad No. 22) ter kennis der ingezete nen, dat bij hem ingekomen en aan den Ontvanger der Rijks Directe Belastingen binnen deze Gemeente ter invordering zijn overgegeven: de KOHIEREN der BEDRIJFSBELASTING Nos. 14 en 15, voor het dienstjaar 1914/15, executoir verklaard door den Directeur der Directe belastingen in Noord-Holland te Amsterdam den 30 April 1915; dat ieder verplicht is zijn aanslag, op den bij de Wet bepaalden voet, te voldoen en dat heden ingaat de termijn van zes weken binnen welken daartegen be zwaarschriften kunnen worden Ingediend. Alkmaar, 4 Mei 1915. Het Hoofd van het Plaatselijk Bestuur voornoemd, O. RIPPING. STADNIBUWS. ARRONDISSEMENTS RECHTBANK. Zitting van Dinsdag 4 Mei. Den veldarbeider O. R. te bergen, die de rij opende, was ten laste gelegd, dat hij 1 April aldaar den landman D. Koopman heeft mishandeld door hem opzettelijk te slaan. Bekl. was op Koopman's land aan den Koogerdijk aan het kievitseieren zoeken. Hij moest er af, doch ging „voor geen tien politieagenten" terug. Tenslotte kreeg Koopman met een stok een slag tegen zijn neus, het bloed „tapte er uit", zeide hij. Er werd 25 boete subs. 10 dagen hechtenis tegen R. geëiseht. De visscher P. K. was in Egmond aan Zee ge bleven. Hij had bekend zich 4 April schuldig te heb ben gemaakt aan mishandeling van A. Bakker, thans milicien te Haarlem. Bakker sprak 's avonds negen uur aan de Voorstraat te Egmond aan Zee een paar meisjes aan, toen K. hem tracteerde op slagen en schoppen. Bekl. had' later ge zegd, dat hij gemeend had Bakker's broer voor zich te hebben, die in de instructie is geweest in een zaak over de aanranding van K.'fl zuster. Eisch: 20 boete sub®. 5 dagen fcechtenR Roman naar hei Eügelseh. 3f o Hij kon nu waarnemen, dat de dame, die gesproken had, invalide was en in een langen stoel lag met een reisdeken luchtig over zich heen. Een teer, sierlijk schepseltje; haar kanten, sieraden en ringen duidden aan, dat zij eens tot een anderen, eleganten kring had behoord, maar dat het lot haar naar den zoom van de wildernis had gevoerd, om daar te leven en wellicht te sterven. Hij maakte dezelfde opmerking ten op zichte van den mamn, die met zijn rug naar het raam zat. Zijn avondtoilet was niet gesoigneerd een om standigheid, die in dit land van meer of minder pri mitieven eenvoud van iets als verbanning sprak. Hij was tenger en van middelbaren leeftijd en ofschoon zijn gezicht voor hem verborgen was, kreeg Ford deq, indruk alsof hij hem reeds eerder had gezien, maar van een ander gezichtspunt. De manier waarop hij een vergrootglas gebruikte, terwijl hij met eenige moeite een courant las in het licht van een lamp met groene kap, kwam Ford vooral bekend voor, ofschoon andere meer dringende gedachten hem verhinderden zich te bedenken waar en wanneer hij nog onlangs iemand gezien had, die juist hetzelfde had gedaan. Terwijl hij bij het raam zat gehurkt om hen gade te slaan, kwam de gedachte bij hem op, dat zij juist het soort menschen waren voor wie hij het minst bevreesd behoefde te zijn. De tragedie boven in de bergen had hen waarschijnlijk weinig geïnteresseerd en in elk ge val konden zij nog niets van zijn ontsnapping gehoord hebben. Wanneer hij hen kwam storen en voedsel vroeg, dan zouden zij hem dat geven als aan een ge wonen landlooper en blij zijn als ze hem weer kwijt raakten Als er iemand was, die vrees inboezemde, dan was hij het, met zijn groote gestalte, zijn jeugd en zijn verwilderd voorkomen Hij dacht er over na hoe hij Ook W. G., schilder uit Uitgeest, was er niet. Hij is niet erg „getapt" bij den caféhouder van het „Wapen van Heemskerk" aan de Breedstraat te Alkmaar. Toen dan ook 5 April met Paschen „muziek en dans" op de bovenzaal was, had de controleur aan den in gang der zaal van den heer Th. T. van Gijzen op dracht gekregen den Uitgeester schilder niet toe te la ten. G. was dan ook de controle niet gepasseerd, maar toch trof men hem in de bovenzaal. „Liefde" voor de plaats van vermaak had list gezocht, naar later bleek was hij op het balkon geklommen en zoo in de zaal beland. De bediende, die voor een rondje aan acht man de centen niet kon krijgen, vestigde de aandacht van den caféhouder op dezen klant, get. van Gijzen had hem bevolen de zaal te verlaten. Een weigering. De agent van. politie J. Marbus herhaalde later dit bevel uit naam van v Gijzen. Weer een weigering. Get. Marbus had bekl. toen uit het café verwijderd. Wegens huisvredebreuk werd 15 boete subs 5 dager» hechte nis gerequireerd. De Hoomsche melkslijter J. J. L., die toen zijn opwachting moest maken, was ook al niet gekomen. Die heeft het 2 April aan stok gehad met den niet verschenen jongen Konings aldaar, dien hij opzettelijk sloeg en trapte. Bekl. had verklaard, dat het een kas tijding was geweest wegens gepleegde baldadigheid van het jongemensch, wiens neus tengevolge daarvan bloedde. Er werd 20 boete subs. 5 dagen hechtenis geëiseht tegen L. Daarna een appèlzaak, die van dien kleermaker N. G. A. te Alkmaar, die door den Kantonrechter ws veroordeeld wegens het verkrijgbaar stellen van bier, zonder in het bezit te zijn van een verlof. Bekl. zei, dat alles geheel buiten hem was omge gaan. Hij heeft meermalen bier in huis, doch geheel voor eigen gebruik. Op den bewusten dag, dat er zich militairen, die bier dronken, in zijn huis bevon den, was hij elders werkzaam, hij kan ook in het ge heel niet zeggen of de soldaten betaald hebben. Het O. M. eischte met verbetering der gronden, waarop het rustte, bevestiging van het vonnis van den Kantonrechter. De bloemist H. J. V. te Enkhuizen heeft zich 26 Maart aldaar schuldig gemaakt aan diefstal van een horloge met ketting, toebehoorende aan T. Boogaard, zonder beroep te Enkhuizen. Er was een tooneeluit- voering in „Het Park" en in de kleedkamer nam hij het horloge weg. Bekl. bekende. De zaak werd behan deld zonder de tegenwoordigheid van de beide gedag vaarde getuigen T. Boogaard en O. R. Vleeming, agent van politie te Enkhuizen ze waren in Hoorn even uit eten trein gestapt en deze was toen vertrokken, eer ze weer waren ingestapt! De Substituut-Officier eischte een zeer clemente straf: 10 boete subs. 5 dagen hechtenis. De Enkhuizer visscher J. H, was in verzet geko men van het vonnis, waarbij hij veroordeeld werd tot 14 dagen gevangenisstraf, omdat hij 26 Februari, toen hij de openbare orde verstoorde hetgeen tengevolge had, dat de agent van politie Straatman hem naar het bureau wilde brengen zich tegen dezen verzette door te rukken en te trekken. Bevestiging luidde de eisch. Daarna werd behandeld de de vorige week op diens verzoek aangehouden appèlzaak van den tapper P. de K. te Helder, voor wien thans ais gemachtigde optrad de heer A. Staalman, uit Amsterdam. de K. werd door den Kantonrechter te Helder ver oordeeld tot 5 boete, subs. 5 dagen hechtenis wegens het in zijn vergunning (welke door veel matrozen wordt bezocht) gebruik maken van de diensten van een vrouwspersoon. Er was proces-verbaal tegen hem opgemaakt door den, agent van politie J, de Glop- per, die eerst den 30en Augustus twee keer, 's avonds de tapperij passeerend, van de straat af gezien had, dat de 21-jarige Johanna Ridderink naar bezoekers een blaadje met g'azen bier bracht en den 31en Au- op da meest natuurlijke nrjater eeo kleine p&kkeatie komedie zou kunnen speien, toen de snan plotseling met een zucht de courant liet vallen. In hetzelfde oogenblik sprak de dame aisof zij op een geschikte gelegenheid had gewacht. „Ik begrijp niet, waarom of jij je dat zoo zoudt aan trekken", zei zij, terwijl zij een hoestbui trachtte te onderdrukken. „Je moet iets dergelijks hebben voor zien, toen je rechter werd." Het anawoord klonk in Ford's ooren slechts als een gemompel, maar hij maakte de beteekenis daarvan uit het antwoord op. „Toegegeven", hernam zij, toen hij had gesproken, „mogelijkheden voorzien en ze ondervinden zijn twee verschillende dingen, maar als men er op voorbereid is, dan geeft dat kracht, wanneer men tot handelen ge noodzaakt wordt." Weer hoorde Ford een gemompel, waarin hij niets kon onderscheiden, maar weer zei haar antwoord hem wat het bedoelde. „Recht en onrecht, zooals ik het opvat", ging zij voort, „is iets waarmee jij niets hebt te maken. Het is jouw plicht de wet toe te passen en niet om te beoor- deelen hoe die werkt." Wederom was Ford niet in staat iets van het ant woord op te vangen, maar weer brachten de woorden der dame hem op de hoogte. „Is dat het ergste er van? 't Kan zijn; maar 't is het beste er van, want daar het je van alle verantwoorde lijkheid ontheft, is het dwaas om er wroeging over te gevoelen." Wat gaf aanleiding tot die opmerkingen? Een zon derlinge nieuwsgierigheid bekroop Ford om dat te weten. Hij naderde zoo dicht hij durfde de open deur, maar er werd voor het oogenblik niets meer gezegd. In de stilte, die volgde, begon hij er weer over te pein zen hoe hij het best zijn verzoek om voedsel zou kun nen inkleeden, toen een geluid achter hem, hem deed schrikken. Het was het geluid, dat hem onder alle an deren het meest schrik aanjoeg, en wel dat van een menschelijken voetstap. Zijn eerste beweging ont sproot uit dezelfde blinde impulsie die een opgejaag- den vos een schuilplaats in een kerk doet zoeken, en kel de begeerte om voor het oogenblik veilig te zijn gustus dat ze een blaadje met een glas bier en een glas port bracht aan een matroos en de dame, welke zich in zijn gezelschap bevond. Den eersten avond de Glopper had bekl. toen niet gezien was deze naar zijn gemachtigde mede deelde, den geheelen avond thuis geweest, den vol genden avond was bekl. naar de bioscoop geweest en het meisje had het bier en de port van het buffet geno men, hoewel haar uitdrukkelijk was verboden te be dienen. De agent de Glopper handhaafde zijn proces-ver- baal, den 2en September door hem opgemaakt hij was den 30en Augustus, den eersten dag, dat hij Jo hanna zag, niet naar binnen gegaan, om proces-ver baal aan te zeggen. Johanna Ridderink, uit Amsterdam, die volgens haar verklaring in Augustus logeerde bij bekl., zei maar één enkele maal te hebben bediend, n.l. het glas bier en het portje op 31 Augustus, toen de X- er niet was. Ze wist van hem, dat ze het niet mocht doen maar uit vrijen wil had ze, toen de juffrouw de glaas jes op het buffet had gezet, deze weggebracht. In haar verklaring, op het politie-bureau aan de Glopper gedaan, had ze gezegd ook 30 Augustus te hebben bediend de Glopper had het concept van de verklaring nog bij zich maar ter zitting hield het meisje vol, dat ze het niet gezegd kon hebben, daar ze 30 Augustus niet had bediend Later werd het: ik kan het me niet herinneren. Het O. M. wees er op, dat door bekl. veel werk van deze zaak wordt gemaakt, het is voor hem een levens kwestie, daar bij veroordeeling de kans bestaat, dat zijn vergunning wordt ingetrokken. Misschien heeft bekl. zijn raadsman verkeerd ingelicht om dit te voor komen. Z.E.A. vond, dat get. Ridderink een zonder lingen indruk maakte, haar verklaring is van weinig waarde. Eisch: bevestiging van het vonnis. De heer Staalman wees er op, dat het inderdaad voor bekl. een levenskwestie geldt, daar hij al eens veroordeeld is wegens het gebruik maken van een vrouwspersoon n.l. toen zijn vrouw ziek was en de dienstbode een kop koffie gaf aan een bezoeker. De heer S. wees er op, hoe Johanna voor een verlovings feest in den Helder was gekomen, zóó voor eenige da gen logeerend bij bekl., waar ze niet was als „lokmid del" ook volgens de verklaringen van de Glopper en een collega staat ze gunstig bekend. Betrof het hier een zaak met een luchtje er aan, dan zou spr. niet de verdediging op zich hebben genomem Hij vroeg zich af, of niet een andere juffrouw, door get. de Glopper kon zijn gezien, verder is het niet onmogelijk dat de fantasie hem eenigszins parten heeft gespeeld, toen hij den derden dag na 30 Augustus zijn proces-verbaal opmaakte. Spr. zegt dit- zonder te twijfelen aan de oprechtheid van get. de Glopper, doch waarnemen is een moeilijk iets de Glopper is 30 Augustus niet i n de tapperij geweest. Maar wanneer het Johanna Ridderink is geweest, heeft bekl. haar dan werkelijk dienst laten doen? Er moet een soort opdracht, een soort opzet tot dienst la ten doen zijn en die is er in dit geval niet. Spr. meen de, dat de vraag of bekl. dienst heeft laten doen in elk geval ontkennend moet worden beantwoord. De uitspraak in deze zaken werd bepaald op Dins dag a.s. BlNHBNfeAMD. ©émeagd Nieuws. GASFABRIEK VOOR DEN LANÖENDIJK. In het door de commissie van beheer uitgebrachte verslag omtrent'den toestand en de exploitatie der Gemeenschappelijke Gasfabriek voor den Langendijk te Noord-Scharwoude, over het jaar 1914, wordt op gemerkt, dat het tengevolge tan den oorlog niet de zelfde mooie cijfers vertoont als vorige jaren; wel ging de gasaflevering nog vooruit bij he+ voorgaande Hit was overeind gesprongen, stapte over den drem pel en sprong de kamer in, voordat hij bedacht had, dat, als hij gepakt werd, hij ten minste ais een moedig man moest gepakt worden. En zich dus weer naar de deur toekeerend, waardoor hij was binnen gekomen, bleef hij uitdagend staan, in afwachting van zijn ver volgers, zonder te letten op de verbaasde oogen, die op hem waren gevestigd. En niet vóórdat er een paar seconden waren verstreken en hij bemerkte, dat men hem niet achtervolgde, wierp hij een blik door de ka mer. Hij zag daarbij langs de vrouw heen en vestigde al zijn aandacht op den kleinen, grijzen man, die nog altijd op zijn stoel zittend, hem met open mond aan staarde. Op zijn beurt was Norrie Ford sprakeloos en sperde zijn oogen open van verbazing. Er verstreken verscheidene oogenblikken voordat een van beiden sprak. Dit eenlettergrepig woord klonk te gelijker tijd van beide kanten. De kleine dame sprong van schrik op. Er was zoowel een vragende als angstige uitdrukking op haar gezicht en haar echtgenoot voelde zich ge drongen op die vraag te antwoorden. „Dit is de man", zei hij op een gedwongen kalmen toon, „over wien wij zoo juist hebben gesproken." „Toch niét de man dien jij „Ja", knikte hij, „de man dien ik vanmorgen ter dood heb veroordeeld." „Evie!" Mevrouw Wayne begaf zich naar de deur, maar op Ford's verzekering, dat haar kind niets van hem te vreezen had, liet zij haar hand op den knop rusten en keek nieuwsgierig den jongen, verwilderden man aan, wiens veroordeeling hem iets belangwekkends ver leende. Weer bewaarden alle drie in de overmaat van hun verbazing, een minuut het stilzwijgen. Wayne zat rechtop en keek den indringer aan met turende oogen, die beneveld waren door een gedeeltelijke blindheid. Ofschoon tenger van lichaamsbouw en zwak van ui terlijk, was hij toch niet bevreesd van aard en terwijl jaar (met 18585 kub. Meter of 3.13 pet.), maar de fi- nancieele uitkomsten bleven beneden die van 1913, doordat de kolen ruim 1.05 per H.L. kostten, de loo- nen o. a. door de invoering van het drieploegenstelsel met ruim 1600 stegen, terwijl de cokes- en teerprij- zen niet onbelangrijk lager waren als in 1913. Dien tengevolge leverde de exploitatie een verliessaldo op. Stagnatie in de gasaflevering heeft er niet plaats ge had, wel werden de verbruikers in Augustus aange maand tot zuinig gasverbruik, terwijl de straatver lichting belangrijk ingekrompen werd. De lengte van 'het buizennet bedroeg op 31 Decem ber totaal 16160 Meter, in het afgeloopen jaar kwam er 2400 Meter bij. Het aantal lantaarns bleef 229, waarvan 4 aan den Twuijverweg en 2 bij de fabriek voor fabrieksrekening brandend. Uit het financieel overzicht der straatverlichting voor de vier aangesloten gemeenten blijkt, dat de to tale kosten voor ae fabriek waren 3614.86 en dat van de gemeenten werd ontvangen 1840, zoodat in 1914 door de gasfabriek op de straatverlichting is verloren 1774.86 (jaar te voren 1934.50 Jd). De vermeerdering van het aan particulieren gelever de gas bedroeg 22.439 kub. Meter of 4.38 pet. Het dagverbruik bedroeg 291.224 kub. Meter en het avond- en nachtverbruik 321.517 kub. Meter, tegen« resp. 276.663 kub. Meter en 317.493 kub. Meter in 1913. Het aantal gasverbruikers, dat op 1 Januari 1914 1653 was, bedroeg op 1 Januari 1915 1745. De ver meerdering bedroeg 27 licht- en kookgasverbruikers, 64 muntgasverbruikers en 1 industriegas-verbruiker. Het gasverbruik per inwoner bedroeg ruim 73 kub. Meter tegen 71 kub. Meter over 1913. Op 1 Januari 1915 waren in totaal aangelegd 401 muntgas-installaties. De bruto-winst der exploitatie bedroeg 8539.04. Deze werd vermeerderd voor gekweekte rente met f 117.56,» samen 8.656.60. Ze werd vermindmerd met Rente 9643.70, Onkosten Gascommissie 387.28, Afschrijving Meubilair 20, samen 10.050.98, zoo dat het verlies bedraagt 1.394.38. Volgens de Gemeenschappelijke Regeling wordt dit verlies uit het Reservefonds gedekt, welk fonds zoo doende op 31 December 1914 bedroeg 10.243.55 J*. UIT OUDKARSPEL. In de Dinsdagavond gehouden ledenvergadering van den A. N. O. O. B., die vrij goed bezocht was, werd besloten medewerking te verleenen aan de po gingen van de afd. Schagen van de N. V. om aldaar omstreeks half Juni een meeting te beleggen. Als com missieleden voor de meeting te Schagen werden aange wezen de heeren C. de Jong Sr., C. de Geus en Jb. Smit Sr. Medegedeeld werd, dat de meeting van. de N. H. P. C. begin Augustus te Heiloo te houden, waarschijnlijk niet zal doorgaan, omdat de N. V. er daar in Juli een zal houden. Een achttal personen gaven zich op voor het houden van een propaganda-fietstocht op a.s. Zondag, terwijl door hen tevens werd besloten een vaste fietsclub op te richten. Na de eigenlijke vergadering werden enkele zeer leerzame lezingen gehouden, die bijzonder in den smaak vielen. UIT OUDE NÏEDORP. De heer T. Hooiveld, vroeger alhier, is benoemd tot onderwijzer aan» een der openbare lagere scholen te Amsterdam, UIT ST. PANCRAS.' In de laatste nachten heeft het dikwijls flink gevro ren, tot groote schade van de jonge aardappels. Voor al in 't zuideinde der gemeente hebben aardappclak- kers duchtig' geleden. de seconden verstreken, kon Mj zich een denkbeeld vormen van hetgeen er was gebeurd. Hij zelf had aan geraden, dat men Ford, met het oog op de dnstuimige sympathie, aan den dag gelegd door jagers en hout hakkers, met den man die een goed kameraad voor hen was geweest, uit de.aardige poppengevangenis van het landelijke plaatsje naar de strengere te Plattsville te laten overbrengen. De gevangene was natuurlijk bij zijn vlucht geholpen, hetzij vóórdat de verandering had plaats gehad of terwijl die gebeurde. Daarin was niets buitengewoons, maar wel was het verbazingwek kend, dat de vluchteling zijn weg naar dit huis boven alle anderen had gevonden. Mrs. Wayne scheen dat ook te denken, want zij begon het eerst te spreken op een toon, dien zij trachtte streng te doen klinken on danks een angstig beven. „Waarom kwam je hier heen?" Ford keek haar voor het eerst aan verbouwereerd en toch met een soort van welbehagen. Het was min stens twee of drie jaar geleden, sinds hij zoo iets moois had gezien neen, eigenlijk niet sinds zijn moeders dood. Zijn geest werkte ten allen tijde lang zaam, zoodat hij geen antwoord vond vóórdat zij haar vraag met een vertoon van grootere gestrengheid her haalde. „Ik kwam hier een toevlucht zoeken", zei hij toen. Zijn aarzeling en verbouwereerdheid brachten de nog altijd verbaasde bewoners van het huis eeniger- mate op streek. „Is dit niet een vreemde plaats daarvoor?" vroeg Wayne met een zenuwachtigheid, die hij poogde te onderdrukken. Die vraag was de prikkel, welke Ford noodlg had om zijn brein te doen werken. „Neen", hernam hij langzaam. „Ik heb recht op de bescherming van den man, die mij ter dood veroor deelde voor een misdaad, waaraan ik, zooals hij weet, onschuldig ben." Wayne verborg zijn plotselingen schrik door de courant op zijn over elkaar geslagen knieën glad te strijken, maar zijn stem klonk eenigszins gesmoord, toen hij antwoordde: Wordt vervolgd. ALKMAARSCHE L-*.' „Gij?" „Gij?"

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1915 | | pagina 5