DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN
De Wilde Olyf.
No. 104
Honderd en zeventiende jaargang.
19ïé
3 maanden fD.80, t p, post ft— AdyertentieprÜB 10 ot» p. regel, groote letters naar plaatsruimte. Brleyen ii. N. I. Boek- en
W OENSDAG
Handelsdrukkerij ?.li. HERIHs. COSTERfiZOON» Voordam 09. Telefoonnr» 3,
5 MEI
FEUILLETON.
n.
HENDRIK NANNES EN CATRIJN EPES LEEN
TE BOLSWARD.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK
MAAR brengen ter algemeene kennis, dat Bestuurders-
Uoiiatoren van bovengenoemd Leen voornemens zijn
op een nader te bepalen dag in de maand Juni over
te gaan tot eene begeving;
dat jongelieden uit het geslacht der stichters, wier
ouders niet in staat zijn uit eigen middelen hun studie
te bekostigen, worden uitgenoodigd zich voor mede
dinging schriftelijk aan te melden bij den heer D. N
ZUITHOFF, Ontvanger des Leens te Bolsward, vóór
of op 1 Juni e.k., onder overlegging van een geboorte
akte, aanwijzing van genoten onderwijs en, zoo noo-
dig, bewijs van afstamming;
dat sollicitanten op 1 Mei, den dag der inschrij
ving, ten minste 12 jaar oud moeten zijn en den leef
tijd van 24 jaar nog niet hebben bereikt en zich zullen
te hebben onderwerpen aan een vergelijkend exarr-m
en
dat volgens art. 8 van het reglement des Leens geen
jongelieden, ouder dan 16 jaar, die niet eene opleiding
aan een Gymnasium, Hoogere Burgerschool of eene
daarmede in hoofdzaak gelijkstaand onderwijs hebben
ontvangen, worden benoemd, dan bij gebreke van hen,
welke die opleiding of dat onderwijs wel genoten
hebben.
Alkmaar, 4 Mei 1915
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
O. RIPPING, Voorzitter.
DONATH, Secretaris.
KENNISGEVING.
Het HOOFD van het Plaatselijk Bestuur te ALK
MAAR brengt, op grond van artikel 1 der Wet van 22
Mei 1845 (Staatsblad No. 22) ter kennis der ingezete
nen, dat bij hem ingekomen en aan den Ontvanger der
Rijks Directe Belastingen binnen deze Gemeente ter
invordering zijn overgegeven:
de KOHIEREN der BEDRIJFSBELASTING
Nos. 14 en 15, voor het dienstjaar 1914/15,
executoir verklaard door den Directeur der Directe
belastingen in Noord-Holland te Amsterdam den 30
April 1915;
dat ieder verplicht is zijn aanslag, op den bij de
Wet bepaalden voet, te voldoen en dat heden ingaat
de termijn van zes weken binnen welken daartegen be
zwaarschriften kunnen worden Ingediend.
Alkmaar, 4 Mei 1915.
Het Hoofd van het Plaatselijk Bestuur
voornoemd,
O. RIPPING.
STADNIBUWS.
ARRONDISSEMENTS RECHTBANK.
Zitting van Dinsdag 4 Mei.
Den veldarbeider O. R. te bergen, die de rij
opende, was ten laste gelegd, dat hij 1 April aldaar
den landman D. Koopman heeft mishandeld door hem
opzettelijk te slaan. Bekl. was op Koopman's land
aan den Koogerdijk aan het kievitseieren zoeken. Hij
moest er af, doch ging „voor geen tien politieagenten"
terug. Tenslotte kreeg Koopman met een stok een
slag tegen zijn neus, het bloed „tapte er uit", zeide hij.
Er werd 25 boete subs. 10 dagen hechtenis tegen
R. geëiseht.
De visscher P. K. was in Egmond aan Zee ge
bleven. Hij had bekend zich 4 April schuldig te heb
ben gemaakt aan mishandeling van A. Bakker, thans
milicien te Haarlem.
Bakker sprak 's avonds negen uur aan de Voorstraat
te Egmond aan Zee een paar meisjes aan, toen K. hem
tracteerde op slagen en schoppen. Bekl. had' later ge
zegd, dat hij gemeend had Bakker's broer voor zich te
hebben, die in de instructie is geweest in een zaak
over de aanranding van K.'fl zuster. Eisch: 20 boete
sub®. 5 dagen fcechtenR
Roman naar hei Eügelseh.
3f o
Hij kon nu waarnemen, dat de dame, die gesproken
had, invalide was en in een langen stoel lag met een
reisdeken luchtig over zich heen. Een teer, sierlijk
schepseltje; haar kanten, sieraden en ringen duidden
aan, dat zij eens tot een anderen, eleganten kring had
behoord, maar dat het lot haar naar den zoom van de
wildernis had gevoerd, om daar te leven en wellicht
te sterven. Hij maakte dezelfde opmerking ten op
zichte van den mamn, die met zijn rug naar het raam
zat. Zijn avondtoilet was niet gesoigneerd een om
standigheid, die in dit land van meer of minder pri
mitieven eenvoud van iets als verbanning sprak. Hij
was tenger en van middelbaren leeftijd en ofschoon
zijn gezicht voor hem verborgen was, kreeg Ford deq,
indruk alsof hij hem reeds eerder had gezien, maar
van een ander gezichtspunt. De manier waarop hij
een vergrootglas gebruikte, terwijl hij met eenige
moeite een courant las in het licht van een lamp met
groene kap, kwam Ford vooral bekend voor, ofschoon
andere meer dringende gedachten hem verhinderden
zich te bedenken waar en wanneer hij nog onlangs
iemand gezien had, die juist hetzelfde had gedaan.
Terwijl hij bij het raam zat gehurkt om hen gade te
slaan, kwam de gedachte bij hem op, dat zij juist het
soort menschen waren voor wie hij het minst bevreesd
behoefde te zijn. De tragedie boven in de bergen had
hen waarschijnlijk weinig geïnteresseerd en in elk ge
val konden zij nog niets van zijn ontsnapping gehoord
hebben. Wanneer hij hen kwam storen en voedsel
vroeg, dan zouden zij hem dat geven als aan een ge
wonen landlooper en blij zijn als ze hem weer kwijt
raakten Als er iemand was, die vrees inboezemde, dan
was hij het, met zijn groote gestalte, zijn jeugd en zijn
verwilderd voorkomen Hij dacht er over na hoe hij
Ook W. G., schilder uit Uitgeest, was er niet. Hij
is niet erg „getapt" bij den caféhouder van het „Wapen
van Heemskerk" aan de Breedstraat te Alkmaar. Toen
dan ook 5 April met Paschen „muziek en dans"
op de bovenzaal was, had de controleur aan den in
gang der zaal van den heer Th. T. van Gijzen op
dracht gekregen den Uitgeester schilder niet toe te la
ten. G. was dan ook de controle niet gepasseerd, maar
toch trof men hem in de bovenzaal. „Liefde" voor de
plaats van vermaak had list gezocht, naar later bleek
was hij op het balkon geklommen en zoo in de zaal
beland. De bediende, die voor een rondje aan acht man
de centen niet kon krijgen, vestigde de aandacht van
den caféhouder op dezen klant, get. van Gijzen had
hem bevolen de zaal te verlaten. Een weigering. De
agent van. politie J. Marbus herhaalde later dit bevel
uit naam van v Gijzen. Weer een weigering. Get.
Marbus had bekl. toen uit het café verwijderd. Wegens
huisvredebreuk werd 15 boete subs 5 dager» hechte
nis gerequireerd.
De Hoomsche melkslijter J. J. L., die toen zijn
opwachting moest maken, was ook al niet gekomen.
Die heeft het 2 April aan stok gehad met den niet
verschenen jongen Konings aldaar, dien hij opzettelijk
sloeg en trapte. Bekl. had verklaard, dat het een kas
tijding was geweest wegens gepleegde baldadigheid
van het jongemensch, wiens neus tengevolge daarvan
bloedde. Er werd 20 boete subs. 5 dagen hechtenis
geëiseht tegen L.
Daarna een appèlzaak, die van dien kleermaker N.
G. A. te Alkmaar, die door den Kantonrechter ws
veroordeeld wegens het verkrijgbaar stellen van bier,
zonder in het bezit te zijn van een verlof.
Bekl. zei, dat alles geheel buiten hem was omge
gaan. Hij heeft meermalen bier in huis, doch geheel
voor eigen gebruik. Op den bewusten dag, dat er
zich militairen, die bier dronken, in zijn huis bevon
den, was hij elders werkzaam, hij kan ook in het ge
heel niet zeggen of de soldaten betaald hebben.
Het O. M. eischte met verbetering der gronden,
waarop het rustte, bevestiging van het vonnis van den
Kantonrechter.
De bloemist H. J. V. te Enkhuizen heeft zich 26
Maart aldaar schuldig gemaakt aan diefstal van een
horloge met ketting, toebehoorende aan T. Boogaard,
zonder beroep te Enkhuizen. Er was een tooneeluit-
voering in „Het Park" en in de kleedkamer nam hij
het horloge weg. Bekl. bekende. De zaak werd behan
deld zonder de tegenwoordigheid van de beide gedag
vaarde getuigen T. Boogaard en O. R. Vleeming, agent
van politie te Enkhuizen ze waren in Hoorn even
uit eten trein gestapt en deze was toen vertrokken, eer
ze weer waren ingestapt!
De Substituut-Officier eischte een zeer clemente
straf: 10 boete subs. 5 dagen hechtenis.
De Enkhuizer visscher J. H, was in verzet geko
men van het vonnis, waarbij hij veroordeeld werd tot
14 dagen gevangenisstraf, omdat hij 26 Februari, toen
hij de openbare orde verstoorde hetgeen tengevolge
had, dat de agent van politie Straatman hem naar het
bureau wilde brengen zich tegen dezen verzette
door te rukken en te trekken. Bevestiging luidde de
eisch.
Daarna werd behandeld de de vorige week op
diens verzoek aangehouden appèlzaak van den tapper
P. de K. te Helder, voor wien thans ais gemachtigde
optrad de heer A. Staalman, uit Amsterdam.
de K. werd door den Kantonrechter te Helder ver
oordeeld tot 5 boete, subs. 5 dagen hechtenis wegens
het in zijn vergunning (welke door veel matrozen
wordt bezocht) gebruik maken van de diensten van
een vrouwspersoon. Er was proces-verbaal tegen
hem opgemaakt door den, agent van politie J, de Glop-
per, die eerst den 30en Augustus twee keer, 's avonds
de tapperij passeerend, van de straat af gezien had,
dat de 21-jarige Johanna Ridderink naar bezoekers
een blaadje met g'azen bier bracht en den 31en Au-
op da meest natuurlijke nrjater eeo kleine p&kkeatie
komedie zou kunnen speien, toen de snan plotseling
met een zucht de courant liet vallen. In hetzelfde
oogenblik sprak de dame aisof zij op een geschikte
gelegenheid had gewacht.
„Ik begrijp niet, waarom of jij je dat zoo zoudt aan
trekken", zei zij, terwijl zij een hoestbui trachtte te
onderdrukken. „Je moet iets dergelijks hebben voor
zien, toen je rechter werd."
Het anawoord klonk in Ford's ooren slechts als een
gemompel, maar hij maakte de beteekenis daarvan uit
het antwoord op.
„Toegegeven", hernam zij, toen hij had gesproken,
„mogelijkheden voorzien en ze ondervinden zijn twee
verschillende dingen, maar als men er op voorbereid
is, dan geeft dat kracht, wanneer men tot handelen ge
noodzaakt wordt."
Weer hoorde Ford een gemompel, waarin hij niets
kon onderscheiden, maar weer zei haar antwoord hem
wat het bedoelde.
„Recht en onrecht, zooals ik het opvat", ging zij
voort, „is iets waarmee jij niets hebt te maken. Het is
jouw plicht de wet toe te passen en niet om te beoor-
deelen hoe die werkt."
Wederom was Ford niet in staat iets van het ant
woord op te vangen, maar weer brachten de woorden
der dame hem op de hoogte.
„Is dat het ergste er van? 't Kan zijn; maar 't is het
beste er van, want daar het je van alle verantwoorde
lijkheid ontheft, is het dwaas om er wroeging over te
gevoelen."
Wat gaf aanleiding tot die opmerkingen? Een zon
derlinge nieuwsgierigheid bekroop Ford om dat te
weten. Hij naderde zoo dicht hij durfde de open deur,
maar er werd voor het oogenblik niets meer gezegd.
In de stilte, die volgde, begon hij er weer over te pein
zen hoe hij het best zijn verzoek om voedsel zou kun
nen inkleeden, toen een geluid achter hem, hem deed
schrikken. Het was het geluid, dat hem onder alle an
deren het meest schrik aanjoeg, en wel dat van een
menschelijken voetstap. Zijn eerste beweging ont
sproot uit dezelfde blinde impulsie die een opgejaag-
den vos een schuilplaats in een kerk doet zoeken, en
kel de begeerte om voor het oogenblik veilig te zijn
gustus dat ze een blaadje met een glas bier en een
glas port bracht aan een matroos en de dame, welke
zich in zijn gezelschap bevond.
Den eersten avond de Glopper had bekl. toen
niet gezien was deze naar zijn gemachtigde mede
deelde, den geheelen avond thuis geweest, den vol
genden avond was bekl. naar de bioscoop geweest en
het meisje had het bier en de port van het buffet geno
men, hoewel haar uitdrukkelijk was verboden te be
dienen.
De agent de Glopper handhaafde zijn proces-ver-
baal, den 2en September door hem opgemaakt hij
was den 30en Augustus, den eersten dag, dat hij Jo
hanna zag, niet naar binnen gegaan, om proces-ver
baal aan te zeggen.
Johanna Ridderink, uit Amsterdam, die volgens
haar verklaring in Augustus logeerde bij bekl., zei
maar één enkele maal te hebben bediend, n.l. het glas
bier en het portje op 31 Augustus, toen de X- er niet
was. Ze wist van hem, dat ze het niet mocht doen
maar uit vrijen wil had ze, toen de juffrouw de glaas
jes op het buffet had gezet, deze weggebracht.
In haar verklaring, op het politie-bureau aan de
Glopper gedaan, had ze gezegd ook 30 Augustus te
hebben bediend de Glopper had het concept van
de verklaring nog bij zich maar ter zitting hield het
meisje vol, dat ze het niet gezegd kon hebben, daar ze
30 Augustus niet had bediend Later werd het: ik kan
het me niet herinneren.
Het O. M. wees er op, dat door bekl. veel werk van
deze zaak wordt gemaakt, het is voor hem een levens
kwestie, daar bij veroordeeling de kans bestaat, dat
zijn vergunning wordt ingetrokken. Misschien heeft
bekl. zijn raadsman verkeerd ingelicht om dit te voor
komen. Z.E.A. vond, dat get. Ridderink een zonder
lingen indruk maakte, haar verklaring is van weinig
waarde. Eisch: bevestiging van het vonnis.
De heer Staalman wees er op, dat het inderdaad
voor bekl. een levenskwestie geldt, daar hij al eens
veroordeeld is wegens het gebruik maken van een
vrouwspersoon n.l. toen zijn vrouw ziek was en de
dienstbode een kop koffie gaf aan een bezoeker. De
heer S. wees er op, hoe Johanna voor een verlovings
feest in den Helder was gekomen, zóó voor eenige da
gen logeerend bij bekl., waar ze niet was als „lokmid
del" ook volgens de verklaringen van de Glopper
en een collega staat ze gunstig bekend. Betrof het hier
een zaak met een luchtje er aan, dan zou spr. niet de
verdediging op zich hebben genomem Hij vroeg zich
af, of niet een andere juffrouw, door get. de Glopper
kon zijn gezien, verder is het niet onmogelijk dat de
fantasie hem eenigszins parten heeft gespeeld, toen hij
den derden dag na 30 Augustus zijn proces-verbaal
opmaakte. Spr. zegt dit- zonder te twijfelen aan de
oprechtheid van get. de Glopper, doch waarnemen is
een moeilijk iets de Glopper is 30 Augustus niet i n
de tapperij geweest.
Maar wanneer het Johanna Ridderink is geweest,
heeft bekl. haar dan werkelijk dienst laten doen? Er
moet een soort opdracht, een soort opzet tot dienst la
ten doen zijn en die is er in dit geval niet. Spr. meen
de, dat de vraag of bekl. dienst heeft laten doen in elk
geval ontkennend moet worden beantwoord.
De uitspraak in deze zaken werd bepaald op Dins
dag a.s.
BlNHBNfeAMD.
©émeagd Nieuws.
GASFABRIEK VOOR DEN LANÖENDIJK.
In het door de commissie van beheer uitgebrachte
verslag omtrent'den toestand en de exploitatie der
Gemeenschappelijke Gasfabriek voor den Langendijk
te Noord-Scharwoude, over het jaar 1914, wordt op
gemerkt, dat het tengevolge tan den oorlog niet de
zelfde mooie cijfers vertoont als vorige jaren; wel
ging de gasaflevering nog vooruit bij he+ voorgaande
Hit was overeind gesprongen, stapte over den drem
pel en sprong de kamer in, voordat hij bedacht had,
dat, als hij gepakt werd, hij ten minste ais een moedig
man moest gepakt worden. En zich dus weer naar de
deur toekeerend, waardoor hij was binnen gekomen,
bleef hij uitdagend staan, in afwachting van zijn ver
volgers, zonder te letten op de verbaasde oogen, die
op hem waren gevestigd. En niet vóórdat er een paar
seconden waren verstreken en hij bemerkte, dat men
hem niet achtervolgde, wierp hij een blik door de ka
mer. Hij zag daarbij langs de vrouw heen en vestigde
al zijn aandacht op den kleinen, grijzen man, die nog
altijd op zijn stoel zittend, hem met open mond aan
staarde. Op zijn beurt was Norrie Ford sprakeloos en
sperde zijn oogen open van verbazing. Er verstreken
verscheidene oogenblikken voordat een van beiden
sprak.
Dit eenlettergrepig woord klonk te gelijker tijd van
beide kanten. De kleine dame sprong van schrik op.
Er was zoowel een vragende als angstige uitdrukking
op haar gezicht en haar echtgenoot voelde zich ge
drongen op die vraag te antwoorden.
„Dit is de man", zei hij op een gedwongen kalmen
toon, „over wien wij zoo juist hebben gesproken."
„Toch niét de man dien jij
„Ja", knikte hij, „de man dien ik vanmorgen ter
dood heb veroordeeld."
„Evie!"
Mevrouw Wayne begaf zich naar de deur, maar op
Ford's verzekering, dat haar kind niets van hem te
vreezen had, liet zij haar hand op den knop rusten en
keek nieuwsgierig den jongen, verwilderden man aan,
wiens veroordeeling hem iets belangwekkends ver
leende. Weer bewaarden alle drie in de overmaat van
hun verbazing, een minuut het stilzwijgen. Wayne zat
rechtop en keek den indringer aan met turende oogen,
die beneveld waren door een gedeeltelijke blindheid.
Ofschoon tenger van lichaamsbouw en zwak van ui
terlijk, was hij toch niet bevreesd van aard en terwijl
jaar (met 18585 kub. Meter of 3.13 pet.), maar de fi-
nancieele uitkomsten bleven beneden die van 1913,
doordat de kolen ruim 1.05 per H.L. kostten, de loo-
nen o. a. door de invoering van het drieploegenstelsel
met ruim 1600 stegen, terwijl de cokes- en teerprij-
zen niet onbelangrijk lager waren als in 1913. Dien
tengevolge leverde de exploitatie een verliessaldo op.
Stagnatie in de gasaflevering heeft er niet plaats ge
had, wel werden de verbruikers in Augustus aange
maand tot zuinig gasverbruik, terwijl de straatver
lichting belangrijk ingekrompen werd.
De lengte van 'het buizennet bedroeg op 31 Decem
ber totaal 16160 Meter, in het afgeloopen jaar kwam
er 2400 Meter bij. Het aantal lantaarns bleef 229,
waarvan 4 aan den Twuijverweg en 2 bij de fabriek
voor fabrieksrekening brandend.
Uit het financieel overzicht der straatverlichting
voor de vier aangesloten gemeenten blijkt, dat de to
tale kosten voor ae fabriek waren 3614.86 en dat van
de gemeenten werd ontvangen 1840, zoodat in 1914
door de gasfabriek op de straatverlichting is verloren
1774.86 (jaar te voren 1934.50 Jd).
De vermeerdering van het aan particulieren gelever
de gas bedroeg 22.439 kub. Meter of 4.38 pet.
Het dagverbruik bedroeg 291.224 kub. Meter en
het avond- en nachtverbruik 321.517 kub. Meter, tegen«
resp. 276.663 kub. Meter en 317.493 kub. Meter in
1913.
Het aantal gasverbruikers, dat op 1 Januari 1914
1653 was, bedroeg op 1 Januari 1915 1745. De ver
meerdering bedroeg 27 licht- en kookgasverbruikers,
64 muntgasverbruikers en 1 industriegas-verbruiker.
Het gasverbruik per inwoner bedroeg ruim 73 kub.
Meter tegen 71 kub. Meter over 1913.
Op 1 Januari 1915 waren in totaal aangelegd 401
muntgas-installaties.
De bruto-winst der exploitatie bedroeg 8539.04.
Deze werd vermeerderd voor gekweekte rente met
f 117.56,» samen 8.656.60. Ze werd vermindmerd met
Rente 9643.70, Onkosten Gascommissie 387.28,
Afschrijving Meubilair 20, samen 10.050.98, zoo
dat het verlies bedraagt 1.394.38.
Volgens de Gemeenschappelijke Regeling wordt dit
verlies uit het Reservefonds gedekt, welk fonds zoo
doende op 31 December 1914 bedroeg 10.243.55 J*.
UIT OUDKARSPEL.
In de Dinsdagavond gehouden ledenvergadering
van den A. N. O. O. B., die vrij goed bezocht was,
werd besloten medewerking te verleenen aan de po
gingen van de afd. Schagen van de N. V. om aldaar
omstreeks half Juni een meeting te beleggen. Als com
missieleden voor de meeting te Schagen werden aange
wezen de heeren C. de Jong Sr., C. de Geus en Jb.
Smit Sr.
Medegedeeld werd, dat de meeting van. de N. H. P.
C. begin Augustus te Heiloo te houden, waarschijnlijk
niet zal doorgaan, omdat de N. V. er daar in Juli een
zal houden.
Een achttal personen gaven zich op voor het houden
van een propaganda-fietstocht op a.s. Zondag, terwijl
door hen tevens werd besloten een vaste fietsclub op
te richten.
Na de eigenlijke vergadering werden enkele zeer
leerzame lezingen gehouden, die bijzonder in den
smaak vielen.
UIT OUDE NÏEDORP.
De heer T. Hooiveld, vroeger alhier, is benoemd
tot onderwijzer aan» een der openbare lagere scholen
te Amsterdam,
UIT ST. PANCRAS.'
In de laatste nachten heeft het dikwijls flink gevro
ren, tot groote schade van de jonge aardappels. Voor
al in 't zuideinde der gemeente hebben aardappclak-
kers duchtig' geleden.
de seconden verstreken, kon Mj zich een denkbeeld
vormen van hetgeen er was gebeurd. Hij zelf had aan
geraden, dat men Ford, met het oog op de dnstuimige
sympathie, aan den dag gelegd door jagers en hout
hakkers, met den man die een goed kameraad voor hen
was geweest, uit de.aardige poppengevangenis van het
landelijke plaatsje naar de strengere te Plattsville te
laten overbrengen. De gevangene was natuurlijk bij
zijn vlucht geholpen, hetzij vóórdat de verandering
had plaats gehad of terwijl die gebeurde. Daarin was
niets buitengewoons, maar wel was het verbazingwek
kend, dat de vluchteling zijn weg naar dit huis boven
alle anderen had gevonden. Mrs. Wayne scheen dat
ook te denken, want zij begon het eerst te spreken op
een toon, dien zij trachtte streng te doen klinken on
danks een angstig beven.
„Waarom kwam je hier heen?"
Ford keek haar voor het eerst aan verbouwereerd
en toch met een soort van welbehagen. Het was min
stens twee of drie jaar geleden, sinds hij zoo iets
moois had gezien neen, eigenlijk niet sinds zijn
moeders dood. Zijn geest werkte ten allen tijde lang
zaam, zoodat hij geen antwoord vond vóórdat zij haar
vraag met een vertoon van grootere gestrengheid her
haalde.
„Ik kwam hier een toevlucht zoeken", zei hij toen.
Zijn aarzeling en verbouwereerdheid brachten de
nog altijd verbaasde bewoners van het huis eeniger-
mate op streek.
„Is dit niet een vreemde plaats daarvoor?" vroeg
Wayne met een zenuwachtigheid, die hij poogde te
onderdrukken.
Die vraag was de prikkel, welke Ford noodlg had
om zijn brein te doen werken.
„Neen", hernam hij langzaam. „Ik heb recht op de
bescherming van den man, die mij ter dood veroor
deelde voor een misdaad, waaraan ik, zooals hij weet,
onschuldig ben."
Wayne verborg zijn plotselingen schrik door de
courant op zijn over elkaar geslagen knieën glad te
strijken, maar zijn stem klonk eenigszins gesmoord,
toen hij antwoordde:
Wordt vervolgd.
ALKMAARSCHE
L-*.'
„Gij?"
„Gij?"