DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN
o
ar 1
Van lat westelijk oorlogstarrein,
Honderd en zestiende Jaargang.
1015
8 Nestels per 3 iiPÉü ISJO, pffl.it II—
VRIJDAG
10 Pt riffil «rreote lettere mi plaatsralmte. Brïe?en fr0 N01 Boek» en HaniJgynfcfi ik BERN!», COSTER <S ZOON» YoorSai £1 Telefoon». I
7 MEI.
Houckamaleen te Bolsward.
Kwade prak tij kon by de keuring
van ingeschrevenen voor de
Militie»
No. 1%.
m m
ALKMAAR, 7 Mei.
Lord Kitchener's profetie, dat de oorlog eerst in Mei
recht zou beginnen heeft niet gefaald, al hadden velen
zich dezen aanvang wellicht iets anders gedacht.
De Daily Chronicle begint heden een artikel met de
opmerking, dat het den gewonen courantenlezer moet
worden vergeven, wanneer de militaire gebeurtenissen
der laatste weken hem wat in de war gebracht móch
ten hebben. Sinds Kerstmis was hij gewoon geraakt
aan het denkbeeld, dat de verbonden mogendheden het
offensief in het Westen zouden nemen eerst zouden
blijven „knabbelen" en dan in Mei een grootscher po
ging zouden doen. In het Oosten zag hij iets derge
lijks. Toen kwamen onverwachtse reeksen Duitsehe
vorderingen eerst de vergiftigde-gas-overwinning
van Yperen, toen de raid in de Oostzee-provincie in
de buurt van Libau, Mitau en bijna van Riga, daarna
de overwinning in West-Galicië, eindelijk de „rectifi
catie" van onze linie rond Yperen, niet door de vorde
ringen der verbondenen, maar door een Britsche te
rugtocht uit Zonnebeke. Thans zou het hem nauwelijks
verbazen, wanneer ook Yperen zelf wordt ontruimd;
en om de waarheid maar te zeggenwij vertalen
nog steeds uit het Engelsche blad men ziet geen mi
litaire reden, waarom dit niet zal gebeuren. Er is een
politieke reden, de inneming van Yperen zou een
pluim op 's vijands hoed zijn, die een begeerlijken in
druk zou maken op de Duitsehe en de neutrale publie
ke opinie. Maar wanneer de strategen, die den veld
tocht der verbondenen leiden, besloten, dat het mili
taire voordeel van het opgeven der vernielde stad op
woog tegen het politieke argument voor het behoud,
dan zou de gewone courantenlezer over die beslissing
niet moeten redetwisten. Wij geven hem den raad ge
duldig te blijven, ook al is hij een beetje in de war, de
generaals, die hun eigen zaken het best weten, te ver
trouwen en niet te veroordeelen hetgeen hij niet be-
oordeelen kan.
Buiten kijf is het echter, dat deze strategie den ver
bonden bevelhebbers niet is opgelegd door eenig ge
brek aan manschappen of munitie. Het is wel waar,
dat hun laatste eisch omtrent beiden, naar lord Kit
chener's woord, onbeperkt is. Maar het is ook waar,
dat Britten en Franschen op dit oogenblik gelijkelijk
onmetelijke reserves van beide in Frankrijk hebben, en
wanneer zij deze niet gebruiken om een o! ander
Duitsch „knabbeltje" hier of daar terug te werpen,
dan kan dit alleen zijn, omdat ze dit niet de moeite
waard vinden. Het valt ook niet moeielijk na te gaan,
waarom zij dezen koers volgen. Zij bereiden een
grootsch offensief voor. Zij wenschen de plaats en den
tijd hiervoor echter zelf te kiezen en willen zich deze
niet laten voorschrijven door den vijand. Met andere
woorden zij wenschen het initiatief te behouden, het
geen dikwijls meer waard is dan het behoud van een
of andere stad. Het voornaamste motief van de
Duitsehe aanvallen is waarschijnlijk geweest ons dit
initiatief af te persen en het zou dwaas zijn hen daarin
te doen slagen, wanneer wij dit kunnen verhinderen.
Oeneraal J off re heeft aanhoudend en met succes de
strategie toegepast van zijn fronten met voldoende,
maat niet meer dan voldoende strijdkrachten te hand
haven. Indien hij meer mannen aan het front plaatste,
zouden de dagelijksche verliezen veel zwaarder zijn
en de beschikbare hulpmiddelen om een emstigen
aanval tot staan te brengen of een emstigen klap toe
te brengen, zouden veel geringer en lang niet zoo
vlug geconcentreerd wezen.
Gaf lord Kitchener een voorspelling omtrent het be
gin van den oorlog, over het einde liet hij zich niet
uit en daar stelt men toch wel het meeste belang in
De Daily Chronicle geeft nog eens weer te verstaan,
dat op een spoedigen afloop niet te rekenen valt.
Duidelijker nog doet dit de Times. Dat wij een lang-
gen oorlog vóór ons hebben, is hoogstwaarschijnlijk,
zegt dit blad, dat in langzame uitputting van deze of
gene partij alleen de mogelijkheid van een beslissing
ziet. Ofschoon de Britsche oppermacht ter zee op
den tegenstander een zeer grooten druk kan uitoefe
nen, kan men niet zeggen, dat nog een of nog twee ja
ren oorlog hem zullen dwingen om vrede te smeeken.
„Heel natuurlijk hopen wij, aldus de Times, door
groote militaire successen, den oorlog te doen eindi
gen. Maar groote militaire sucessen van het oude, ver
nietigende slag heeft deze oorlog niet gekend, wel wa
ren wij getuige van plaatselijke en tactische overwin
ningen aan de eene of de andere zijde, maar nimmer
van een beslissenden slag. Daartoe zijn de wederzijd-
sche strijdmachten te zeer met elkaar in evenwicht, de
troepenafdeelingen te groot en de ontzaglijke fronts te
onmetelijk, terwijl er in de achterhoede gemeenlijk ver
bazende reserves aanwezig zijn, die na een verloren
slag het evenwicht dadelijk weer herstellen."
Men heeft van de zijde der verbondenen herhaalde
lijk gezegd, dat de tijd hun machtige bondgenoot was.
„Niet de tijd, meent de Times thans, zal ons de over
winning bezorgen, maar het verstandig gebruik van
dien tijd. Dit moet ons standpunt zijn: de oorlog
moet lang durenaan de vraag naar mannen en muni
tie mag van nu af geen grens meer worden gesteld
Engeland en Rusland vooral moeten reeds nu de
maatregelen nemen voor den tijd, waarop de fabrieken
der wereld aan onze superieure bevolking en hulp
bronnen de overmacht zullen hebben geschonken."
Engeland zal misschien den oorlog wel zoo lang
kunnen volhouden, maar als de tegenspoed van thans
voor de verbondenen eens mocht voortduren en steeds
grooter afmetingen mocht aannemen, dan is het zeer
de vraag of Rusland en Frankrijk wel in staat zullen
zijn om zich naar Engelands wil en wensch te schik
ken. En mocht omgekeerd, de voorspoed aan de ver
bondenen komen, dan is het eveneens de vraag of
Duitschland en Oostenrijk wel sterk genoeg zouden
zijn, om de uitputting zoo lang vol te houden als de
Times zich voorstelt, dat de oorlog zal duren.
Wel is waar begint de wereld langzamerhand te ge
wennen aan den oorlogstoestand en wellicht Is het
mogelijk, dat deze buitengewone toestand langzamer
hand de normale wordt, maar dat de oorlog nog zoo
veel jaren zou duren, dat wil er bij ons niet in!
Het klinkt misschien dwaas om fn dezen oorlogstijd
te spreken van een vredesprijs. Toch wordt hierover
gesproken. De Qiornale l'Italia bericht, dat de Nobel
prijs voor den vrede dit jaar aan den Paus zal wor
den toegekend. Men weet, dat de Paus zeer ijvert voor
het tot stand komen van den vrede. Ook voor het be
houd van den vrede, voorzoover het Italië betreft. Se
nator Balli zegt in de Popoio Romano, dat Koning
en Paus een menschelijken en christelijken plicht zou
den vervullen en de dankbaarheid van heel de wereld
op zich laden, indien Italië van den oorlog werd afge
houden en een vredessluiting werd bereikt.
De Stampa beweert zelfs, dat de Paus zijn uiterste
best heeft gedaan om een ingrijpen van Italië in den
oorlog te vermijden en bij Keizer Franz Jozef heeft
aangedrongen op het doen van territoriale conoessies
aan Italië, ten einde den vrede te bewaren.
Italië staat intusschen nog steeds op den twee
sprong.
De inlichtingen over den stand van zaken komen
alleen van Duitschen kant. Sommige Duitsehe bladen
insinueeren, dat Italië zich feitelijk reeds verbonden
heeft en wellicht als lid van het drievoudige verbond
feitelijk, ook reeds lid van de drievoudige entente was.
Anderen echter zeggen te vertrouwen op het juiste in
zicht en de redelijkheid van de Italiaansche regeering,
die op den kruissprong den weg van eer en trouw,
welke naar alle waarschijnlijkheid, meenen zij, ook
naar het welzijn leidt, zal weten -te vinden. Weer ande
ren verklaren, dat de volkeren van Duitschland en
Oostenrijk in alle kalmte de beslissing afwachten, doen
uitkomen, dat de berichten over een verscherpte situa
tie volkomen kalm, zonder zichtbare opwinding wor
den opgenomen en voegen er aan toe, dat de leiders
der Duitsehe politiek en legermacht niet zouden wor
den overvallen, daar met elke mogelijkheid reeds lang
rekening is gehouden.
Maar nog altijd is het beslissende woord niet ge
sproken.
Het zou ons bevreemden, wanneer dit officieele, be
slissende woord een oorlogsveridaring zou zijn.
En daar komt nu in eens het Reuter-bericht uit To
kio, dat Japan aan China een ultimatum heeft gericht,
met den eisch, om binnen 48 uur te antwoorden.
Zal de Chineesche president Joean Tsi Kai, die een
uitstekend diplomaat heet te zijn, dadelijk weigeren,
terwijl hij weet dat Japan leger en vloot voor den
overval gereed heeft? Zal hij hulp hopen te vinden in
Amerika of in Europa? Immers in geen der beide we-
relddeelen kan de bevrediging van Japan's expansie-
lust feitelijk worden geduld. Wellicht zal hij trachten
de Japanners eerst nog wat aan het lijntje te houden.
In elk geval zal hij wel nu of later aan de Japansche
eischen moeten toegeven. Doet hij dit niet, dan wordt
er een oorlog begonnen, die niet onmogelijk het einde
van den Europeeschen oorlog beteekent. De waar
schijnlijkheid, dat het gele gevaar de tegenstanders
van thans tot gezamenlijken tegenweer zou nopen is
geenszins uitgesloten. Hebben de bondgenooten Rus
land en Japan tien jaar geleden niet als op leven en
dood geworsteld en keerden in den Balkanstrijd de
strijdmakkers zich niet dra tegen elkaar?
Er is geen nieuws van het Westen. Het Fransche
communiqué heeft de kortheid van weieer herkregen:
De dag is kalm verloopen en er valt niets bijzonders
te vermelden.
Een Russisch communiqué hebben wij op dit oogen
blik nog niet ontvangen.
Volgens de Oostenrijksche berichten is nu ook reeds
Tamof hernomen, dank zij de Oostenrijksche 42 c.M.
batterijen, die 18 K.M. ver een projectiel moeten schie
ten, dat nog 600 pond zwaarder is dan de Duitsehe 42
c.M.'ers, bekend onder den naam „Dikke Bertha's".
Zullen de Oostenrijkers en Duitschers nu in staat
zijn, de Russen ook te verdrijven van de spoorlijn Tar-
nofPrzemysl? Het ontzet van de bekende vesting
Przemysl staat hierbij natuurlijk in de eerste plaats
op het spel als een belangrijke politieke factor. Het
schijnt, dat v. Hindenburg's strategie, om de Russen
van de groote spoorwegen af te dringen, hier rijke
vruchten zal dragen en het is op grond der Oosten
rijksche en Duitsehe berichten thans niet waarschijn
lijk, dat de betrokken Russische strijdmachten vóór de
San tot staan zullen komen.
Rekent men daarbij, dat bet nu volgens die berich
ten ook in Oost-Galicië voor de Russen te nijpen be
gint, dan zal men de waarschijnlijkheid moeten erken
nen, dat zij een belangrijke nederlaag hebben geleden,
waarvan de beteekenis echter vooral zal afhangen van
de vraag, of zij in staat zijn geregeld terug te trekken
en zich opnieuw te formeeren mochten zij echter
„murw" zijn geworden, dan zal dit weldra moeten
blijken uit de snelle stijging der cijfers van de gevan
gen Russen, die thans op 40.000 worden opgegeven.
Ter zee weer Britsche trawlers vernield, de „Cathay"
(4100 ton), een Deensche boot van Kopenhagen, op
een mijn geloopen of getorpilleerd, de Engelsche drie
mastschoener „Earl of Lathom" (1885 gebouwd, 132
ton), door een Duitschen onderzeeër in den grond ge
boord; de Engelsche „Cayo Romano" (3700 ton) door
een Duitschen onderzeeër nagezet en beschoten, wist
te ontsnappen.
DE STRIJD AAN HET OOSTELIJK FRONT.
Uuit Weenen werd gisteren officieel gemeld: Ook
de laatste Russische stellingen op de hoogte ten oosten
van de Doenajets en de Biala zijn dóór onze troepen
vermeesterd. Sedert tien uur hedenmorgen is Tamof
weder in ons bezit.
Het Oostenrijksche legerbericht meldde gisteren nog:
Over het géheele slagfront in West-Galicië dringen de
verbonden legers verder zegevierend voorwaarts. Nog
intact zijnde troepen van den vijand trachten in gunsti
ge verdedigingsstellingen dien snellen terugtocht te dek
ken. Sterke Russische strijdkrachten in de Beskiden
worden door een flankaanval zeer bedreigd. De om
geving van Jaslo en Doekla is reeds veroverd. De
vernietiging van het derde Russische leger wordt vol
tooid. Het aantal gevangenen is tot ruim 50.000 man
gestegen Overigens is de toestand onveranderd.
In het Oravadal werd een krachtige Russische aan
val tegen den berg Ostry bloedig afgeslagen. Zeven
honderd Russen werden krijgsgevangen gemaakt.
(Reeds in een deel onze vorige oplaag vermeld).
Het Duitsehe hoofdkwartier meldde gisterenTen
zuidwesten van Mitau, ten zuiden van Szadof en ten
oosten van Rossienie duren dé gevechten nog voort
Ten noordoosten en ten zuidwesten van Kalwaria
deden sterke Russische strijdkrachten gister herhaalde
lijk aanvallen op onze stellingen. Alle aanvallen mis
lukten onder zware verliezen voor den vijand.
Evenmin hadden de vijandelijke aanvallen succes op
onze bruggenhoofden aan de Pilitza.
De vesting Grodno is hedennacht met bommen be-
worpen.
In West-Galicië trachtten de achterhoeden van den
Vluchtenden vijand den onder bevel van generaal Mac-
kensen staande verbonden troepen gisteren wanhopigen
tegenstand te bieden, die echter op de hoogten aan den
linkeroever der Wisloka boven en beneden de monding
van de Ropa met krachtige slagen werd gebroken. Des
avonds werd niet alleen nog op verschillende plaatsen
de overgang over de Wisloka geforceerd, maar ook vas
te hand gelegd op de straat naar den Doeklapas en op
het plaatsje van dien naam.
In de streek ten oosten van Tamof en ten noorden
daarvan tot de Weichsel aan den rechteroever van de
Doenajets werd tot in den nacht gevochten.
Het aantal tot dusver gemaakte gevangenen steeg tot
ruim 40.000, waarbij dient opgemerkt, dat het hier een
zuivere frontaanval was.
In de Beskiden aan den straatweg naar Loepkof, vor
dert dé aanval der strijdkrachten onder den generaal
der kavalerie Von der Marwitz, samenwerkend in een
verband met die van het Oostenrijksch-Hongaarsche
leger, gunstig.
Het Russische legerbericht meldde gisteren: Bij Li
bau had gisteren een gevecht plaats met Duitsehe tor
pedobooten.
Ten zuiden van Mitau en bij het dorp Beisagola
werden voor ons gunstig verloopen schermutselingen
geleverd.
Aan den rchteroever van Ortsja sloegen wij in den
avond van 4 Mei een heftigen Duitschen aanval af die
voorbereid was door een hevig vuur, dat anderhalf
uur duurdé. Wij brachten den vijand zware verliezen
toe.
Ten oosten van den spoorweg van Mlawa slaagden
wij er door een plotselingen aanval in om ons meester
te maken van de oeve Pomiany. Op 5 Mei deed de
vijand gedurende zes uren onophoudelijke maar vruch-
telooze tegenaanvallen. Voor dé hoeve, die nog steeds
in onze handen is, lieten de Duitschers ongeveer dui
zend dooden achetr.
Aan den linkeroever van den Weichsel is het rustig.
In Galicië is gisteren de strijd tusschen den Weichsel
ende Karpathen met hardnekkigheid voortgezet. Onder
bescherming van een krachtig artillerievuur ging de
vijand voort strijdkrachten samen te trekken aan den
rechteroever van de Doenajets. De voornaamste in
spanning van den vijand concentreert zich in de rich
ting Bretsj-Jiaslo. Onze troepen leden zeer ten gevol
ge van de superioriteit van de zware artillerie van den
vijand, maar ook hij had duchtig te lijden van onze
granaten en ons geweervuur. In de richting van Stryj
ontwikkelden we op 4 Mei ons succes. Het aantal ge
vangenen hier gemaakt beloopt 2000 soldaten en veer
tig officieren. De vijand werd verslagen en over groo
ten afstand teruggeworpen.
Aan den bovenloop van dé Lommitsja hadden we
gisteren eveneens eenige successen.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK
MAAR brengen ter algemeene kennis, dat Bestuurders-
Collatoren van bovengenoemd leen voornemens zijn
over te gaan tot de begeving van een STUDIEBEURS.
Nakomelingen uit de familie van den stichter, die
naar dé beurs wenschen te dingen, zullen zich daar
toe, onder overlegging van eene geboorteakte, schrif
telijk moeten aanmelden bij den Heer Dr. C. J. NIE-
MEIJER te Bolsward, vóór 1 Juni a.s.
De begiftigde zal vrij zijn in de keuze van een vak
van studie.
De sollicitanten zullen zich hebben te onderwerpen
aan een vergelijkend examen, waarvan de datum later
zal worden bekend gemaakt.
Alkmaar, den 4 Mei 1915.
Burgemeester en Wethouders voornoemd.
G. RIPPING, Voorzitter.
DONATH, Secretaris.
KENNISGEVING.
Het HOOFD van het Plaatselijk Bestuur te ALK
MAAR brengt, op grond van artikel 1 der Wet van 22
Mei 1845 (Staatsblad No. 22) ter kennis der ingezete
nen, dat bij hem ingekomen en aan den Ontvanger der
Rijks Directe Belastingen binnen deze Gemeente ter
invordering is overgegeven:
HET KOHIER DER PERSONEELE BELAS
TING No. 6, voor het dienstjaar 1915,
executoir verklaard door den Directeur der Directe Be
lastingen in Noord-Holland te Amsterdam den 4en
Mei 1915;
dat ieder verplicht Is zijn aanslag, op den bij de Wet
bepaalden voet, te voldoen en dat heden ingaat de ter
mijn van zes weken binnen welken daartegen bezwaar
schriften kunnen worden ingediend.
Allkmaar, den 6en Mei 1915.
Het Hoofd van het Plaatselijk Bestuur voornoemd,
G. RIPPING.
De BURGEMEESTER van ALKMAAR,
Overwegende, dat gebleken Is dat er personen
zijn, die er hunne praktijk van] maken, om aan toe
komstige militieplichtigen, tegen betaling van eene
som gelds, hunne hulp aan te bieden, ten einde hun
ne ongeschikt-verklaring voor den militiedienst te
verkrijgen.
Waarschuwt voor bovenbedoelde praktijken en
wijst belanghebbenden met nadruk op het bepaal
de In art. 206 van het Wetboek van Strafrecht, lui
dende als volgt:
Met gevangenisstraf Van ten hoogste twee jaar
wordt gestraft:
lo. hij, die zich opzettelijk voor den dienst bij
de militie ongeschikt maakt of laat maken;
2o. hij, die een ander op diens verzoek opzette
lijk voor den dienst ongeschikt maakt. Indien
in het laatste geval het feit den dood ten ge
volge heeft, wordt gevangenisstraf van ten
hoogste zes jaren opgelegd.
Brengt verder te hunner kennis, dat de bemoeiing
van bovenbedoelde personen in geen enkel opzicht
lot afkeuring van den betrokkene kan leiden, terwijl
de raadpleging dier personen den militie-pliehtige
slechts financieel nadeel kan berokkenen.
De Burgemeester voornoemd,
Q. RIPPING.
Alkmaar, 7 Mei 1915.
DE STRIJD IN BELGIë EN NOORD-FRANKRIJK.
Het Fransche communiqué meldde gistermiddag:
Ten noorden van Yperen sloegen de Franschen een
nachtelijken aanval af die zich van Steenstraete uit
ontwikkeldë.
Ten zuiden van Yperen deden de Duitschers een
aanval bij Zwartelen op een loopgraaf, de vorige
maand door de Britsche troepen veroverd. Hun hevige
aanval, waarbij zij ook nu weer van verstikkende gas
sen gebruijc maakten, deed hun eerst deze positie ver
werven. De Britsche troepen echter deden vervolgens
een tegenaanval en hernamen een deel der verloren
loopgraven.
Een aanvalspoging der Duitschers in de Argonnen,
bij Four de Paris mislukte volkomen.
Tegen 10 uur deden de Duitschers op een loopgraaf
bij Colonne een aanval. Zij leden volkomen echec; hr
vuur der Franschen bracht hen voor de eerste Frai
sche linie, die intact bleef, tot staan. De Duitsehe ve
liezen zijn hoog. De Franschen maakten gevangenen.
Gistermorgen maakten de Franschen zich meester
van een hoogte ten oosten van Sillakerivasen (cote
850), vandaar gingen zij vooruit in de richting van
Steinbrück (900 meters van Metzeral).
In den afgeloopen nacht deden de Duitschers een
tegenaanval op de hoogte ten oosten van Sillakeriva
sen. Zij heroverden den top, maar het overige door de
Franschen in de richting van de Fecht gewonnen ter
rein bleef behouden en werd bevestigd.
Het Duitsehe hoofdkwartier meldde gisteren:
Over het geheele front hadden hevige artillerie-ge
vechten plaats. Bij Yperen werden verdere vorderin
gen gemaakt door de inneming van de hoeve Vanheule
aan den spoorweg MessinesYperen. Eenige honder
den gevangenen en 15 mitrailleurs vielen in onze han
den.
In het boschterrein ten westen van Combres vielen
bij een kleinen aanval 4 Fransche officieren en 135
man, en 4 mitrailleurs in onze handen. Onze tegelij
kertijd ondernomen aanval op het bosch van Ailly
leidde tot het gewenschte gevolg. De vijand werd uit
zijn stelling geworpen. Meer dan 2000 Franschen, on
der wie 21 officieren, werden gevangen genomen. Wij
maakten twee kanonnen, vele mitrailleurs en mijn-
COURANT.