EN OMSTREKEN Vod hot westei oorlogsterren Honderd en aewntiende Jaargang. 1915 ZATERDAG 8 MEI. te» BjIto fr If I Bnek- en H«offolsdrpJtMi iM PRfi CfflRSÏODN* hwim Cl TéfoonaL 1 O Aan boord der Lusitania. ms Vte bmt ■a^»s^:B^.<KBWHaMi!&.5«ftjijaBaBaiiaaKaBBB»6aBBaiBEreB»a«cgg^ tvckx-. ALKMAAR, 8 Mei. De prachtige Engelsche Cunard-boot, de „Lusita- nia" is aan de zuid-tot van Ierland door een Duit- schen onderzeeër in den grond geboord! Ziedaar het belangrijkste bericht van heden. Dus toch, is wen allereerst geneigd te zeggen. Immers de commandant Turner, de kapitein van dit schip, heeft handelende op order of in verband met in formaties van Britsche autoriteiten, den 7den Februari de Amerikaansche vlag geheschen, toen het vaartuig de Britsche kust naderde, ten einde te ontsnappen aan aanvallen van Duitsche onderzeebooten. En voordat de „Lusitania" ditmaal Nieuw-York verliet, had het Duitsche gezantschap in de Amerikaansche bladen een advertentie geplaatst, waarin er aan werd herinnerd, dat overeenkomstig de proclamatie der Duitsche re geering, schepen, die de vlag van Engeland of die van zijn bondgenooten voeren, in de tot oorlogsgebied verklaarde wateren kunnen vernietigd worden en dat passagiers van dergelijke schepen, die zich in dit oor logsgebied bevinden, het zichzelf te wijten hebben, wanneer zij daarvan het slachtoffer worden. Verscheiden passagiers kregen brieven, waarin te- gvn de reis gewaarschuwd werd. Sommigen zullen misschien achtergebleven zijn, de mcesten, o. a. beken de Amerikanen als Alfred van der Bilt, lieten zich ech ter niet weerhouden. De waarschuwing werd in den wind geslagen. Men waande zich veilig op dit vlugge zeekasteel. Met zijn snelheid van 23 knoopen, zou het een Duitschen on derzeeër wel kunnen ontloopen. Waakzaam zou men aan boord zijn en Britsche pa trouille-booten zouden het kustwater wel veilig hou den. (SfadrnlK verboden). \Dank zij de welwillendheid van een lezer zijn wij In staat de volgende levendige beschrijving van een reis in oorlogstijd met de Lusitania te geven. Red. Alkm.\ Men is blijkens een telegram in dit nummer waakzaam geweest. Maar de patrouille-booten hebben de onderzeeërs niet kunnen houden uit de Iersche zee en de scherpe uitkijk heeft het gevaar niet tijdig genoeg kunnen ontdekken, op een kilometer afstand zagen passagiers plotseling een U.-bcot, onmiddellijk daar op de bellen, die den weg van een afgeschoten tor pedo aangaven, het reuzenschip werd in zijn voorste ven getroffen, een ontploffing volgde, een tweede tor pedo naderde snel en gaf de naar stuurboord hellende boot den doodsteek. Conan Doyle, de Engelsche schrijver, heeft van deze ramp een visie gehad. Men herinnert zich misschien nog, dat hij een jaar geleden een schets schreef, die onder den titel „Het Gevaar" in het Juli-nummer van The Strand Magazine werd opgenomen. In dit verhaal heeft de denkbeeldige kapitein Joh. Sirius met profe tische juistheid den gang van den handelsoorlog met onderzeeërs geschetst, met dit onderscheid echter, dat die oorlog op het papier in enkele dagen was beslist. Kapitein Sirius nu, deelt, o. a. mede, dat hij den 17en April de vorstelijke Olympic van de White Star Line, in het zicht kreeg, de koningin der zee, die hij onmid dellijk besloot buit te maken. „De boot was ongeveer vijf mijl van ons verwijderd toen wij onderdoken, om haar den weg af te snijden. Toen wij voldoende genaderd waren, vuurden wij een toipedo af en troffen haar goed. Door de beweging in het water werden wij zelf gedraaid. Ik zag door de periscoop, hoe zij overhelde en wist nu dat zij ten on dergang was gedoemd. Zij zonk langzaam, zoodat er voldoende tijd was om de bemanning te redden. Op ongeveer drie mijlen afstand kwamen wij weer boven en de geheele bemanning kwam aan dek, om het prach- zakken leegden hun inhoud In het schijnbaar nooit ver zadigde lichaam der „Lusitania" en het werd 4 uur voor de zware stoomfluit het sein tot vertrek gaf. De dikke kabels werden losgemaakt en drie sterke sleep- booten sleepten de groote boot naar het midden der mistige Mersey. Daar kregen we allen een hevige schrik te pakken, want plotseling doemde in den mist lil Donderdag 26.11.'14. Nog 30 uur «tcomeas scheiden ons van het land v.tu Columbus, en au de zee weer wat tot kalmte ge komen ia, es m'n maagwanden niet meer dat beroerde g--oei veroorzaken dat men zeeziekte heet, zal ik maar eens beginnen met het boekstaven mijner weder waardigheden. Zaterdagmorgen 7 uur wekte de kell- ner me to. hotel Cecil, m m ju* flink ontbijt ia de prachtige Abessyniach getegewle ontbijtzaal, die uit ziet op hst Thames embankment met Cleopatra's Needle, wachtte ons de automobiel voor Euston Sta tion I.n het groote Londonsche hotel waren meer dan 100 passagiers voor de Lusitania en den ganschen morgen droegen de liften zware koffers naar beneden. Om 8 uu r stapten we in de „car" die met een vlugge zwaai de groote hotelpoort uitreed in de zonnige Strand, en stootten al direct op een korps bruine In dische'soldaten, die, meer dan 3000 in getal, op de to nen van het „It is a long way to Tipperary" voorbij marcheerden. Ze droegen allen den Boeddistischen of.Brahmaanschen hoofddoek^ waaruit het volkswa pen, de drievingerige dolk, blinkend opstak. Ze waren allen tot aan de tanden gewapend en ik kon vanuit de auto de voorsten het groote hek van Charing Cross Station zien binnengaan, het kleurige vaandel hoog boven hen uitwapperend. Dien middag van denzelfden dag zonden ze reeds in Frankrijk zijn, misschien des avonds reeds in het vuur. Tier minuten later gingen we onder de grijze poort van Euston Station door en stonden direct midden in de herrie van een perron, waarvan een boottrein ver trekt Twee speciale treinen liepen dien morgen voor de „Lusitania in de eerste waarvan ik plaats nam, en 8.25 rolden de zware wagens naar het noordwesten. Spoedig hadden we Londen achter ons en gingen met een 90 kilometer-vaartje Liverpool tegemoet. We arri veerden er om half één in mist en sneeuw aan River- sidequai-Statión en door de geopende deuren zagen we de „Lusitania" reeds onder stoom liggen. We scheepten ons vlug in, doch niet, nadat onze passen zeer scherp onderzocht waren. Ik liet mijn koffers in de hut brengen en bemerkte een zeer frissdie hut op het dek C. te hebben met drie andere heeren. Vervolgens ging ik weer aan dek en zag de post inladen langs de bewegende trap; nu het oorlog is ook de post voor Au stralië, China en Japan. Twee groote treinen vol post- achter ons de zwenkende achtersteven der groote „Scandinavian" op. die. uit Amerika terugkomend, al draaiende Queens Pier trachtte te bereiken. *De dikke mist had hel onmogelijk gemaakt, haar te onderschei den en van het achterdek begon men. bij ons reeds al les weg te sjouwen wat bij een botsing overboord kon gaan. Wij stonden angstig op het hooge A.-dek en hoorden den officier achter ons schreeuwen „Go ahead, go ahead", en inmiddels kwam dreigend de „Scandi navian" op ons al. De „Lusitania" trilde eenige minu ten over haar geheele lengte, en slijk en grauw schuim sloeg hoog op ocder de vinnige schroefslagen Toen schoof op geen halve meter lengte de „Scandinavian" ons voorbij, en eenige seconden later sloegen de schroeven den eentonigen maatzang die het groote schip door de Iersche Zee en Atlantische Oceaan naar Amerika blijven vergezellen. De reis was weêr begon nen. In de salon nam ik m'n medepassagiers eens goed op, en kwam tot de conclusie, dat 80 uit Amerikanen en derzelver echtgenooten inclusief'kinderen bestond. In den middag passeerden we de laatste rotsachtige eilandjes, die nog tot Ierland behooren, en toen het donker begon te worden, ving de wind aan naargeestig te huilen en werd het zoo vinnig koud,' dat. alles naar binnen ging. Inmiddels begon de zware boot de dei ning van de Atlantische duchtig te gevoelen, en terwijl ze in den nacht gracieucelijk The swaying Tanga dans te en de noordoosterwind haar door 't touwwerk mu zikaal begeleidde, was 't meerendeel der passagiers tot de overtuiging gekomen, dat het aan land beter is dan op zee, zelfs op de „Lusitania" en trachtte door zwaar te offeren Neptunus te bewegen zich rustiger te 'houden. Ook ik ben weer bar ziek geweest, en Maandagmorgen even aan dek komend kreeg ik direct natte sneeuw en schuim in m'n gezicht. De zee was dreigend, grauw en de lange golfruggen witgekamd zoo vèr we konden zien. De lucht was donker en vol regenflarden en al les was er om iemand die zeeziek is nog naarder te maken, en zich zelf en de zee, èn de dansende horizon, èn de groote luxe boot te verwenschen. De boot danste .hevig, en de weeraanwijzer stond: „heavy northern gale, heavy sea". Ik zuchtte en dacht aan dë week slingeren, die nog voor me lag, want ten gevolge van den oorlog varen ze slechts 22 m. inplaats 27 zoodat we 1 of 2 dagen later in Nieuw-York zul len komen dan gewoonlijk. 's-Nachts varen we met ge doofde lichten teneinde de één of andere Duitsche tige schouwspel te zien. Zij zonk met den boeg vooruit en plotseling hoorden wij een hevige ontploffing, die een der schoorsteenen in de lucht slingerde. Wij had den het recht gehad te juichen, maar geen onzer dacht daaraan. We waren allen echte zeelui en het ging ons aan het hart, zulk een schip te zien ondergaan. Ik gaf een kort bevel en allen waren weer op hun post. We voeren Noord-west verder. Toen we Lands End om- stevenden, riep ik mijn twee wapenbroeders, op en wij ontmoetten elkaar den volgenden dag bij Hartland Point aan het zuidelijke einde van Bidford Baai. Voor het oogenblik was het Kanaal vrij, maar de Engelschen konden dat niet weten en ik rekende er op, dat het ver lies van de „Olympic" alle andere schepen minstens één of twee dagen zou tegenhouden." Helaas, de opvarenden der „Lusitania" werden niet allen gered. Wel wordt gemeld, dat In de twintig mi nuten, waarin het schip zonk, het te water laten van een twintigtal booten geregeld geschiedde, wel kwam er spoedig ook van buiten af hulp opdagen, doch van de bijkans twee-duizend menschen aan boord zijn er volgens de tot dusverre ontvangen berichten slechts zeshonderd acht-en-vijftig gered. Toen drie jaar geleden bij de „Titanic"-ramp zoo vele menschen het leven lieten, was heel de wereld ont roerd de herinnering aan het „Nearer to thee, my God", dat velen destijds niet zonder tranen konden aanhooren, is voldoende om de gevoelens van destijds weêr even op te wekken. En ook nu zullen in de mees te landen de gedachten toeven bij al die weerlooze bur gers, die het slachtoffer zijn geworden, nu niet van een ijsberg, maar van een andere natuurkracht, die oorlog heet, met georganiseerd geweld optreedt en met bil lijkheid en redelijkheid geen rekening houdt, omdat zij in wezen onredelijk en gruwelijk is. Naar gelang van het standpunt, dat men in dezen oorlog heeft ingenomen, zal men ook de daad van den onderzeeër beschouwen. Wie zich neutraal heeft gehouden, zal zich ook nu door zijn deernis met de betreurenswaardige offers niet laten verleiden tot het wijzigen van zijn opinie. En nog veel minder zal na tuurlijk de voorstander van een der partijen door deze droevige gebeurtenis zijn meening herzien. De vraag zal het zijn, wat Amerika zal doen. Men meent een aanwijzing te hebben gevonden in de nota van half Februari van Amerika aan Duitsch- land, waarin wordt gezegd, dat de Amerikaansche re geering het haar plicht acht üe Duitsche regeering te verzoeken, alvorens tot daadwerkelijk handelen over te gaan, den critieken toestand te overwegen, welke in de betrekkingen tusschen de Vereenigde Staten en Duitschland ontstaan kunnen, wanneer Duitsche oor logsschepen ergens koopvaardijschepen der Vereenig de Staten vernielden, of den dood van Amerikaansche staatsburgers veroorzaakten. Maar dit slaat op de mogelijkheid, dat neutrale schepen bij vergissing ge- kruiser die in de buurt mocht komen te ontgaan en al- Les aan dek is zwart geverfd. De vier schoorsteenen die in normale omstandighe den lichtrood zijn, de masten, de witte condensed wa terketels, de banken^ de railings en alles wat er maar meer op dek staat. De gong voor lunch! Straks verder! 's Namiddags 3 uur. Dat was de eerste lunch, die me werkelijk smaakte sinds Zondag, en ik hoop nu maar, dat we nu geen stormweer meer krijgen. Verder dan 1 Maandagmor gen 10 uur ben ik maar weer- op de kooi gekropen, en heb tot Dinsdagmorgen wakier gelegen, steeds dood ziek met de drie anderen, die ook ziek waren. Eén. er van mr. H. gaat via de U. S. naar Australië. Dit is z'n vijf de reis, de wereld om, en de oude heer is nog tiptop. Vanmorgen vertelde hij .me, dat hij 53 jaar geleden met een zeilschip van Glasgow naar Australië was gegaan. Het Suez Canaal was er toen nog niet en langs Kaap de Goede Hoop, duurde die reis toen 83 dagen. Ik ben ten slotte maar blij, dat ik een halve eeuw later geboren ben. Dinsdagmorgen was de zee tamelijk kalm, en waag den alle 400 2e Klasse passagiers zich bleekneuzig aan dek. Het ging prachtig dien dag, maar 's avonds ging de barometer achteruit, en 's nachts gierde er een noordwesterstorm die de hagel uren lang op het dek deed kletteren. Het moet vinnig koud geweest zijn, want 's morgens hadden we allen ijsvoeten, ondanks drie dikke wollen dekens en m'n plaid. Het water in de karaffen was be vroren. Teneinde de kou te ontgaan, kleedden we ons zoo goed als 't ging aan en waagden ons aan dek. De lucht was staalblauw met enkele jagende wolken, en er stond een zeer hooge zee. De „Lusitania" slingerde als een klein schip, en aan de windzijde was het niet uit te houden. Ijskoude vlagen en rijkelijk schuim, maakten een verblijf daar onmogelijk. Alles hokte een oogen blik samen aan de loefkant maar ook daar was het te koud, en dra gingen we naar de eetzaal. Ik werkte er ondanks het heerlijke menu met moeite een kop thee en twee haringen naar binnen, maar toen begonnen er al een paar van tafel te vliegen, gevolgd door anderen, onder wie ook ik. Ik ben toch maar den geheelen dag op dek geble ven, daar het in de hutten op den duur niet uit te hou den is. Op de zeekaart konden we zien, dat we den kouden golfstroom doorvoeren en 's middags wees de wijzer aan, dat we de banken van Newfoundland be reikt hadden en een uur daarna was de storm bedaard en de „Lusitania" in kalmer water. Ik sliep vannacht uitstekend eri voelde me vanmor gen opgekwikt. Vanmiddag twaalf uur hadden we nog 660 zeemijlen te maken en morgenmiddag 5 uur den ken we in Nieuw-York te landen. Tenzij er mist komt, torpilleerd worden door Duitsche onderzeeërs. Met de „Lusitania" staat het anders; dit is een Rritsch schip, behoorende aan een maatschappij, waarbij de Britsche regeering financieel nauw betrokken is. Ver gissen wij ons niet, dan heeft de Ameiikaansche re geering tot dusverre, ondanks hetgeen hierover ge schreven is, ook niet geprotesteerd wegens het omko men van een Amerikaansch burger, die aan boord der Britsche „Falaba" toefde. Maar het is mogelijk, dat de verontwaardiging, welke in Amerika natuurlijk ont staat, de regeering noopt tot een andere houding met vèr-strekkende gevolgen. Waarschijnlijk achten wij dit echter niet. Verder zijn getorpilleerd, eveneens in de Iersche zee, de „Candidate" (gebouwd 1906, metend 5900 ton) en de „Centurin" (1908, 6000 ton), beide Britsche sche pen. Van het Westelijk oorlogstooneel is er geen nieuws. Op het Oostelijk oorlogstooneel schijnt de omsinge ling van een belangrijke Russische troepenmacht in Galicië onontkoombaar, zoodat wel spoedig de gevan genneming van een groot aantal Russen zal worden gemeld. Naar verluidt, zal China „bijna" alle Japansche ei- schen aanvaarden, terwijl het een voorstel zal doen met betrekking tot de rest van die rest kan natuur lijk veel afhangen. In het Engelsche Lagerhuis heeft minister Lloyd George de woorden van Abraham Lincoln over het einde van den oorlog tot de zijne gemaakt: eerst als het doel bereikt is. Als voornaamste doel noemde hij de vrijheid van Europa; de vernietiging van de Prui sische militaire eerzucht. Dit doel zal Europa een ont zaggelijken prijs kosten, maar spreker hoopte, dat de strijd niet eerder zou eindigen, voordat dit bereikt is. Honderdduizenden van de Britsche soldaten doen hun plicht en er zijn nog twee millioen Britsche soldaten meer, die even dapper zijn, zeide de minister. DE STRIJD IN BELGIë EN NOORD-FRANKRIJK. Het Fransche legerbericht meldde gisteren: Een Duitsche aanval had gisteren tegen het einde van den dag plaats in de Argonnen, bij Bagatelle, doch mislukte volkomen. Op het geheele overige deel van het front, voorna melijk ten noorden van Yperen, en in de omstreken van Vauquois, hadden slechts hevige artillerie-gevech ten plaats. Het Duitsche hoofdkwartier rapporteerde gisteren: Bij Yperen zijn alle pogingen der Engelschen om de sedert 17 April in het brandpunt van den strijd liggen de hoogte „60" ten zuid-oosten van Zillebeeke te ont rukken, afgeslagen. Wij wonnen daar terrein in de richting van Yperen. De vijand verloor in deze ge want dan wordt het wel Zaterdagmorgen. De muziek gaat nu juist beginnen en is dit zaaltje meer dan vol. Ik ontmoette hier op de „Lusitania" een dame, die ik zoowel op m'n heenreis met de „Maure- tania" als op de terugreis met de „Carmania" in 1913 ontmoet heb. Ze is een oude dame, vrouw van een „zee-kaptein", die nu en dan haar man in Nieuw-York gaat opzoeken, en den godganschen dag niets anders doet dan haken en breien. Ze herkende mij ook direct en u ziet hieruit ai weer, dat men zoowel dezelfde menschen ontmoet tusschen Londen en Nieuw-York als tusschen Harlingen en Leeuwarden. Als je het maar treft! Daa zijn er hier natuurlijk weer veel Russen aan boord, en ook veel Duitschers, die Engeland verlaten moeten. Aan kinderen is hier geen gebrek. Op 't oogenblik slaan een paar kleine Engelsche jongens elkaar vlak voor m'n voeten een paar blauwe oogen en de mama's staan op het punt ruzie te krijgen. Overigens is het hier aan boord natuurlijk best uit te houden, als je maar niet zeeziek bent. Maar dat laatste zal ook wel van de verveling komen. Lucht, water en water en lucht. Het eenige wat we nu sedert Zondag gezien hebben, is een zwak rookwolkje aan den noordelijken horizon, dat de aanwezigheid van een naar het oosten gaande stoomboot verried. Ik zal blij zijn, als we in Nieuw-York zijn en ik wat aan bu siness kan doen. Het weer is op 't moment schitte rend en als we dat zoo houden, passeeren we morgen om 12 uur Ambrose Channel Lightship en liggen om 5 uur in de Hudson aan de kaai Vrijdagmorgen 8 uur. 27 November 1914. a. b. R. M. S. „Lusitania". Zoo juist kom ik van het breede dek, waar het uit zicht door een ijle nevel belemmerd wordt. Vannacht sliep ik heerlijk en toen ik vanmorgen boven kwam, passeerden we juist het eerste Amerikaansche vuur schip Sandy Hook, dat in de wijde zee monotoon lag te dobberen. De Stars and Stripes werden naast de Union Jack geheschen, even lagen we stil om den loods aan boord te nemen en dan ging de „Lusitania" de laatste 200 mijl die ons nog van de Cunard Pier scheiden inloopen. Als het niet te mistig blijft, kunnen we vanavond nog aan wal komen, anders moeten we tot Zaterdagmorgen aan boord blijven. De mail sluit fiier aan boord om 12 uur en daar ik me straks nog wil laten scheren en knippen, zal ik het hierbij maar laten. Niet zonder te vermelden, dat we hier gisterenavond grand concert hadden, waar allen hun uiterste best deden, zoodat er verschrikkelijk valsch gezongen is. Ongecorrigeerd 'A 'i^^- ic iEES^ MT*«? 1 v j .vs..:.. -

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1915 | | pagina 1