DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN,
B e Ooarlo^.
Van hat retell oorlagstarrein,
Van let oostelijk oorlogsterrein,
Van bat zuil! oorlogsterrein.
No- 109.
Honderd en zeventiende Jaargang.
1915
ma
m 3 wmê® ffl.11, t pHi—fliiiteigpi» 10 p, mi pato liters our pJinWratB. Brief® fr. H. f. floeL m MaMnktall iX MEBfs, COSTERS Z001Ï, fnoiiai Ct Worn I
ÜÏNSDAG
11 MEL
Ter zee.
ALKMAAR, 11 Mei.
Had de Duitsche regeering den 19den April ver
klaard, dat zij niet zou aarzelen onmiddellijk haar le
vendig leedwezen te betuigen en volledige schadeloos
stelling toe te zeggen, indien de „Katwijk" door een
Duitsch onderzeeër in den grond geboord mocht zijn,
thans, nu zij zelve vastgesteld heeft, dat een Duitsch
onderzeeër inderdaad de schuldige is, is de Duitsche
regeering de verplichtingen, aanvaard in de uit eigen
beweging vier dagen na de torpilleering afgelegde
verklaring, loyaal nagekomen.
Wij hebben geen oogenblik anders gedacht. Wel
hebben we op de mogelijkheid gewezen, dat de schul
dige misschien niet ontdekt zou kunnen worden, maar
met vertrouwen hebben wij afgewacht, dat de Duit
sche regeering haar medewerking zou verleenen om
deze ernstige zaak tot klaarheid, maar ook tot bevredi
gende oplossing zou brengen.
Schriftelijk heeft tie Duitsche regeering thans laten
weten, dat zij na vergelijking van de verklaringen, af
gelegd door de bemanning van de „Katwijk", met het
rapport van den commandant van een Duitschen on
derzeeër de overtuiging heeft gekregen, dat het zinken
door dezen is teweeg gebracht Zij spreekt daarom
haar oprecht leedwezen uit over 't gebeurde, waaraan
elk opzet vreemd is geweest, en verklaart zich bereid
de economische schade te vergoeden. En dat er van
opzet geen sprake is geweest, wordt gemotiveerd door
de mededeeling, dat de commandant van den onder
zeeër de thans voor neutrale schepen gebruikelijke
kenteekenen, welke de „Katwijk" bij de ingevallen
duisternis nog niet had verlicht aan de zijde, waar het
schip werd getroffen, niet heeft kunnen onderscheiden.
Is het Katwijk-incident door deze loyale houding
der Duitsche regeering op voor ons land alleszins be
vredigende wijze opgelost, niet weggenomen echter is
de bezorgdheid, dat binnenkort een herhaling zich zal
kunnen voordoen. Geen enkele garantie wordt er ge
geven, dat voortaan Neder landsche schepen, varende
onder Nederlandsche vlag, van de eene neutrale haven
naar de andere, op zee die veiligheid en die zekerheid
zullen vinden, waarop ze zelfs in oorlogstijd recht
hebben.
De Duitsche mededeeling geeft dus geen volledige
geruststelling, omdat er niet uit blijkt, dat de Duitsche
commandanten van onderzeeërs met meer omzichtig
heid tegen de Nederlandsche scheepvaart zullen optre
den, dan de voor ons onbekend gebleven commandant
die de „Katwijk" overviel, heeft gedaan. Toch mag
verondersteld, dat de U-boot-commandanten nog
eens met nadruk herinnerd zijn aan de instructie,
waarvan de Duitsche memorie van 4 Februari ge
waagt, wanneer zij verklaart: „Gewelddadigheden te
genover neutrale schepen voorzoover zij als zoodanig
te herkennen zijn, moeten worden vermeden".
Let men op de woorden van de instructie en de
woorden „thans voor neutrale schepen geldende" in
de laatste Duitsche mededeeling van gisteren, dan
krijgt men den indruk, dat er zelfs bij ingevallen du's-
ternis voorzichtiger zal worden opgetreden. Hoewel
dus een totvoeging aan de mededeeling gewenscht
ware geweest, geeft deze toch voldoening, vooral aan
de bezadigdets in den lande, die tegen de ophitsers
met den mond en de pen zijn opgekomen en gewaar
schuwd hebben tegen een gevaarlijke opwinding, te
gen een hartstocht om mee te willen doen, tegen elke
poging om de regeering in die richting te drijven. Ie
der die het wèl meent met zijn land en zijn volk,
wenscfit onze onzijdigheid v handhaven, zoolang eer
en belang van de natie dit gedoogen, en ieder, die de
regeering vertrouwt, zal in elk afzonderlijk geval gaar
ne aan haar de beslissing overlaten en haar taak niet
noodeloos beinoeielijken door een grooten mond op te
zetten, een paar ophitsende woorden te schrijven of
een fèl-partijdige plaat te teekenen.
Steenstraete
PasschendaleJ
Graventaf el
St. Julien
Fortuin
Lizer
Het Sas
Broodseinde
Yperen
Over de gevechten bij Yperen heeft het Duitsche
hoofdkwartier een uitvoerig overzicht gegeven, dat
een goed beeld biedt omtrent het verloop dezer voor-
jaars-operaties en waaruit men een voorstelling kan
krijgen van de wijze, waarop hier offensief is opgetre
den. Wij laten daarom een beschouwing hierover vol
gen en plaatsen ter verduidelijking hiervan weer een
situatie-plan.
Sinds de hardnekkige gevechten van October was
hier en daar aan beide zijden wel plaatselijk aanval
lend opgetreden, maar over het geheel heerschte ook
hier de starre positie-oorlog. De frontlinie volgde
vrijwel het IJserkanaal, maar tusschen Steenstraate
(8 kilometer ten noorden van Yperen) en Oosthoek (4
kilometer ten zuiden van die stad) maakte het front
wigvormig een vrij sterk vooruitspringend bastion,
waarvan Yperen als het reduit kan worden beschouwd
of duidelijker gezegd was hier een zak gevormd, be
grensd door het IJserkanaal en het front, bezet door
Belgen, Franschen, Engelschen en koloniale troepen.
Toen de Duitsche legermacht op dit punt voldoende
versterkt was, werd een aanval op het IJserkanaal ge
daan, in de verwachting, dat men de opening van den
zak langzamerhand zou kunnen dichtsnoeren en daar
door de tegenstanders, die ten Oosten van Yperen
stonden, In hun achterwaartsche verbindingen tref
fen. Het kwam er dus op aan, de tegenstanders in het
Oosten zoo lang mogelijk bezig te houden. De hoofd
aanval mocht dus niet te ver in Oostelijke richting ge
schieden. Den 22sten April werd met het offensief een
aanvang gemaakt, 's Avonds om zes uur rukten de
Duitsche troepen uit de linie Steenstraate-Langemark
op. De tegenstanders vluchtten aanvankelijk over het
kanaal, maar boden spoedig geduchten tegenstand,
vooral bij Steenstraate, dat echter evenals het Sas ge
nomen werd, terwijl de aanvallers er in slaagden op
twee punten over het kanaal te komen. Het tactische
resultaat van den eersten dag was, dat terrein ter
breedte van 9 K.M. en ter diepte van 3 K.M. gewon
nen was, zoodat de opening van den zak dus aanzien
lijk verkleind was, terwijl men in twee nieuwe posities
ten Westen van het kanaal vasten voet gekregen had.
Tegelijkertijd werd de tegenstander ook elders bezig
gehouden. Onmiddellijk trachtten de verbondenen den
23sten April het terrein-verlies terug te winnen en ter
wijl de Duitschers poogden zich hier te handhaven,
beproefden ze van den straatweg Paschendaele
Broodseinde nieuwe vorderingen naar het Zuiden te
maken. In de verbitterde gevechten traden beide par
tijen beurtelings als aanvaller en verdediger op. Lang
zaam werd de Duitsche linie in de streek St. Julien
vooruitgeschoven, terwijl in den nacht van 23 op 24
April het dorp Lizeme aan den westelijken kanaal
oever huis voor huis werd genomen; „aan beide kan
ten waren de verliezen zwaar", zegt het overzicht. Wel
probeerden de Duitschers ook bij Boesinghe over het
kanaal te komen, doch dit wisten de verbondenen te
verhinderen, o. a. door de bruggen tijdig te vernielen.
De verbondenen namen toen Lizeme onder zulk heftig
geconcentreerd vuur, dat de Duitschers deze plaats in
den nacht van 26 op 27 April gedwongen werden
(vrijwillig heet zulks officieel!) te ontruimen. Den
28sten liep ook een oogenblik Het Sas gevaar, maar
de reserve wist de positie te redden.
Den 2den Mei werd besloten den zak ten Oosten
van Yperen nu zelf krachtig aan te tasten, 's Avonds
begon de aanval op het heele noord- en noord-oost-
front. Nog voordat de nacht aanbrak was ten zuiden
van St. Julien terrein gewonnen ter diepte van tot
1 Kilometer en het huizengevecht om Fortuin, eindig
de met een overwinning, terwijl een als steunpunt ge
ducht versterkt boschje ten noorden van 's-Graventafel,
een hoeksteen in het snijpunt van het Oost- en Noord
front der verbondenen, werd genomen. Weer was de
zak nauwer geworden en naarmate de Duitsche aan
val verder vorderingen zou maken, zou het gevaar
toenemen, dat de troepen der verbondenen, die het
verat in het Oosten stonden, niet meer op tijd konden
worden teruggenomen. Reeds den 2den Mei hadden
Duitsche vliegers den aftocht van kleine troepen-afdee-
lingen gesignaleerd en in den nacht van den 3den op
den 4den Mei, werd het geheele Noord-, Oost- en
Zuid-front tusschen Fortuin, Broodseinde, Klein Zille-
beke over een breedte van 15 Kilometer ontruimd en
konden de Duitschers 3 Kilometers vooruit komen
nu was het even weer een bewegingsoorlog en zag
men tafereelen van troepen- en munitie-colonnes, wel
ke sinds lang niet waren aanschouwd.
In het Westen en in het midden-gedee.ie van hun
Noord-front en in de westelijkste deelen van hun Zuid
front, handhaafden de verbondenen hun stellingen met
taaien tegenstand, ten einde den terugtocht der andere
troepen te dekken, die zich in een nieuwe linie vastzet
ten, loopend zuid-westelijk van Fortuin—Frezenberg,
Ekstemest—oostrand van het bosch ten oosten van
Zillebeke. En hiermede, zoo besluit het overzicht, be
gint een nieuw hoofdstuk in de gevechten. Het door
de verbondenen bezette gebied ten Oosten van het ka
naal, dat 22 April een frontbreedte van 25 Kilometer
en een diepte van 9 Kilometer had, is teruggebracht
tot een breedte van 13 en een diepte van 5 Kilometer.
Het oude en het nieuwe front hebben wij op 't schets
kaartje aangegeven. De zak is dus vrij wat nauwer ge
worden en nog meer dan te voren aan het concentri
sche vuur der Duitsche artillerie blootgesteld.
En waar de Duitschers alle heuvels, welke Yperen
in het Oosten omgeven, in het bezit hebben, zal de
verdediging der stad ongetwijfeld moeielijke dagen
doorleven.
Inmiddels zijn de Franschen ten noorden van
Atrecht, een zestig k zeventig kilometer ten zuiden van
Yperen, aanvallend opgetreden, zij hebben over een
lengte van 7 kilometer twee en op sommige plaatsen
drie stevig versterkte loopgraven veroverd en meer
dan 3000 Duitschers gevangen genomen en tien ka
nonnen en 50 machine-geweren buit gemaakt. Het
Duitsche communiqué verklaart, dat het hier een groot
Fransch-Engelsch offensief betreft, waarvoor bij de
daar staande troepen minstens 4 nieuwe legercorprsen
zijn samengetrokken. Desondanks werden de aanvallen
afgeslagen, zoo gaat het communiqué voort, alleen in
een streek gelukte het den tegenstander zich in de
Voorste Duitsche linie vast te zetten.
Het is duidelijk, dat de verbondenen hier een aan
vankelijk succes hebben behaald. Maar de aanval zal
zich verder moeten ontwikkelen en dan kan blijken wat
het beoogde doel is, slechts een tactische plaatselij
ke stoot, een operatie met een kleine strategischen
opzet of wel een ernstige poging om het front over
een flinken afstand terug te dringen, kan het zijn te
doorbreken.
In het Oosten gaat het toch andera. Daar rekent men
niet met een paar kilometers, maar met grootere af
standen. Wanneer bijv. de Duitschers in het Westen
zoover waren teruggeslagen als de Russen dezer da
gen in Galicië, dan zouden ze van de linie Verdun
Reims zijn terechtgekomen in België en in Luxem
burg, dus heel Frankrijrk hebben moeten ontruimen.
En wanneer we hier in Alkmaar een vijand hadden en
we slaagden er in, dezen zoover te dringen, dan zou
den we hem tot Rotterdam hebben verdreven!
Het succes is voor de Duitschers en Oostenrijkers
mooi, maar het beantwoordt tot dusverre niet aan de
gestelde verwachtingen en waarschijnlijk zal het deze
ook niet evenaren en niet de gehoopte omsingelingen
brengen. Het Russische leger heeft hier een verlies
van 150.000 man geleden volgens de Oostenrijksche
schatting maar hoeveel hebben de Oostenrijksch-
Hongaarsche legers ingeboet aan kracht? In elk geval
de Russen hebben zich vermoedelijk meesterlijk te
ruggetrokken.
In het uiterste noorden schijnen de Russen zich ook
hersteld te hebben van de verrassing, hun daar door
de Duitschers bereid. De actie der Duitschers in de
richting van Riga hebben ze bedwongen en in de
streek van Schawl treden ze met succes aanvallend op.
Veel wordt er geschreven over de „Lusitania", veel
ook over Italië, maar over beide onderwerpen valt op
het oogenblik weinig nieuws te vermelden. Alleen zij
aangeteekend, dat president Wilson te kennen heeft
gegeven, dat Amerika den vrede zal bewaren, maar er
naar zal streven Duitschland te overtuigen van de on
rechtvaardigheid der ramp.
Tenslotte zij aangestipt, dat er in Duinkerken weer
twee granaten van het reuzengeschut zijn gevallen en
dat het Britsche stoomschip „Queen Wilhelmina"
door een Duitschen onderzeeër getorpilleerd is
volgens een berekening trof sinds 18 Februari thans
honderd schepen dit lot, waarvan 23 Britsche trawlers
en 47 Britsche stoomschepen, 6 Fransche stoomsche
pen en 3 Russische.
DE STRIJD IN BELGIë EN NOORD-FRANKRIJK.
Het Fransche communiqué van gistermiddag zegt:
Tusschen Nieuwpoort en de zee werden de Duitsche
aanvallen met belangrijke verliezen afgeslagen. Ten
oosten van St. Georges maakten Fransche fusitiera en
matrozen zich meester van de hoeve Union, die door
de Duitschers zeer krachtig versterkt was, waarbij
dertig gevangenen werden gemaakt.
Duinkerken is hedenochtend opnieuw beschoten met
twee granaten.
De Engelsche troepen wonnen terrein in de streek
van Fromelles.
De Franschen gingen krachtig vooruit ten Noorden
van Atrecht in de richting van Loos en ten zuiden van
Carency.
In dit laatste gebied namen de Franschen over een
gebied van 7 Y> K.M. twee en vaak drie Duitsche loop-
gravenlinies, die krachtig versterkt waren.
De Franschen maakten zich meester van het dorp
Latagette en van de helft van het dorp NeuvilleSt.
Vaast.
De Fransche vooruitgang is op enkele punten meer
dan 4 K.M. Zij maakten meer dan 2000 gevangenen
en namen 6 kanonnen.
In Champagne sloegen de Franschen een aanval af
bij St. Thomas. Aan den rand van het Argonnenwoud,
bij Bagatelle, waren de Franschen in staat de belang
rijke verliezen der Duitschers bij hun aanval van 8
Mei waar te nemen. De Duitschers hadden ook daar,
zonder echter eenig succes, gebruik gemaakt van bom
men met vloeibare en brandende stikgassen gevuld.
Aan het geheele verdere front, voornamelijk in de
Argonnen, aan het Bois-Le-Prêtre en bij Sillakerwasen
hadden slechts artilleriegevechten plaats.
Het Duitsche hoofdkwartier meldde gisteren: Aan
de kust maakten wij vorderingen in de duinen in de
richting van Nieuwpoort, en namen een aantal vijan-
dielijke loopgraven.
In een tegenaanval gelukte het den vijand m den
afgeloopen nacht tot Lombaertzijde te komen. Hij
werd daarop echter totaal teruggeslagen. Ook in
Vlaanderen werd weder terrein gewonnen, en bij Ver-
lorenhoek werden 162 Engelschen krijgsgevangenen
gemaakt.
HINDERWET.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van \LK
MAAR brengen ter algemeene kennis, dat hedm op de
gemeente-secretarie ter visie is gelegd het aan hen in
gediende verzoek met bijlagen van M. Zwaan Mz.,
drukker aldaar, om vergunning tot ihet oprichten van
eene drukkerij, waarin 3 electro-motoren, resp. van 21/»
ijven van drukpersen, in het
perceel Nieuwesloot, Wijk B, No. 77.
Bezwaren tegen deze oprichting kunnen worden in
gediend ten raadhuize dezer gemeente, mondeling op
Dinsdag 25 Mei e.k., 's voormiddags te elf uur en
schriftelijk vóór of op dien tijd. Gedurende drie dagen
vóór gemelden dag kan de verzoeker en hij, die bezwa
ren heeft ingebracht, op de secretarie dezer gemeente
van de terzake ingekomen schrifturen kennis te nemen.
Alkmaar, 11 Mei 1915.
Burgemeester en Wethouders voornoemd:
G. RIPPING, Voorzitter.
DONATH, Secretaris.
Ten zuidwesten van Rijssel begon de, in antwoord
op ons succes in Galicië verwachte groote Fransch-
Engelsche aanval. Hij richtte zich op onze stellingen,
ten oosten van Fleurbaix, ten oosten van Richebourg,
Vennelles, AblamCarencyNeuvilleSt. Lorand bij
Atrecht. De vijand, Franschen zoowel als blanke en
gekleurde Engelschen bracht minstens vier nieuwe le
gerkorpsen in het veld, behalve de op die linie reeds
lang gebruikte troepen.
Desniettegenstaande zijn herhaalde aanvallen overal
met zeer sterke verliezen voor den vijand afgeslagen.
Speciaal was dit het geval bij een aanval van de En
gelschen.
Ongeveer 500 gevangenen werden gemaakt.
Alleen in de streek tusschen Carency en Neuville
slaagde de vijand erin, zich te nestelen in onze voorste
linies.
Een tegenaanval is aan den gang.
Ten Noorden van Steinbruck, in het dal van de
Fecht sloegen wij den vijand terug, die zich vlak voor
onze stellingen genesteld had, tijdens een dichte mist.
Wij vernielden zijn loopgraven.
De Engelsche opperbevelhebber, veldmaarschalk
French, berichtte gisteren, dat de Duitschers zonder
succes vijf aanvallen deden op de Engelsche linies ten
oosten van Yperen, waarbij zij zeer zware verliezen
leden.
DE STRIJ1D AAN HET OOSTELIJK FRONT.
Het Oostenrijksche legerbericht meldde gisterenHet
met zoo zware verliezen uit West-Galicië en dé Kar-
pathen teruggeslagen Russische derde leger heeft den
druk uit beide richtingen niet kunnen doorstaan en is
met de hoofdmacht in het gebied van Sanok en Lesko
samengeperst. Tegen deze massa rukt het leger der
bondgenooten ook verder met succes ophet heeft van
uit het Westen den overgang over de Wislok geforceerd
en van het zuiden uit de linie Dwemik-Baligrod-Boe
kowsko bereikt.
Aan den noordelijken vleugel van het West-Galic
sche front namen gisteren de Oostenrijksche troepe
stormenderhand een aantal plaatsen ten oosten en te
noordoosten van Debica.
Het aantal der in West-Galicië gemaakte krijgsge
vangenen is tot 80,000 gekomen. Daarbij komen nog
meer dan 20,000 man, die bij de vervolging in de Kar-
pafchen krijgsgevangen werden gemaakt.
Het derde Russische leger, dat uit het 9 de, 10de,
12de, 24ste en het 3de Kaukasische corps en uit een
aantal reserve-divisies bestond1, heeft dus alleen aan
gevangenen een verlies van ÏOQ.OOO man geleden. Re
kent men het aantal gesneuvelden en gewonden daar
bij, dan kan men aannemen, dat het verlies minstens
150.000 man bedraagt.
Tot dusverre zijn op de groote menigte oorlogsmate-
rieel, dat nog niet geheel te schatten is, 60 kanonnen
en 200 machinegeweren geteld.
De gevechten in zuidoostelijk Galicië duren voort.
Door een tegenaanval werd op de hoogte ten noord
oosten van Ottynia een sterke vijandelijke groep terug
geslagen.
Het Duitsche hoofdkwartier meldde gisterenOn
danks alle pogingen van den vijand om door snel, per
spoor of te voet aangekomen nieuwe troepen onze ver
volging te doen ophouden, sloegen de troepen van de
legergroep Mackensen ook gisteren den vijand van
stelling tot stelling achteruit, en namen zij meer dan
12.000 man gevangen, terwijl zij ook wel materiaal
buit maakten.
Het aantal der alleen door deze legergroep gemaak
te gevangenen stijgt daarmede tot meer dan 80.000
man. Onze voortroepen naderden den Stoknicasector
en bereikten de Brzezenka beneden de beneden Wislok.
De vervolging wordt voortgezet.
IN DEN KAUKASUS.
Het Russische legerbericht meldde gisteren:
Aan de overzijde van de Tsjorok en in de richting
langs de kust gaat de beschieting als gewoonlijk voort.
De gevechten zijn van weinig belang. Aan den mid
denloop van de Tsjorok hebben onze troepen de streek
van Arkins en Teva bezet. In de richting van Olty
verjoegen onze troepen de Turken uit hun stellingen
en wierpen hen terug naar het zuidwesten. In over
haasten terugtocht lieten de Turken talrijke tenten ach
ter, benevens veel oorlogsmunitie. In een der streken
die onze troepen bezetten namen zij het kanselarij-re
giment. In de richting van Tapariz werden de Turken
teruggeworpen naar het zuiden van den bergkam,
waar onze troepen de dorpen bezetten. In de andere
streken bleef de toestand ongewijzigd.
HET VERGAAN VAN DE „LUSITANIA".
Naar aanleiding van een vraag inzake de „Lusita
nia", verklaarde de Engelsche minister van marine
Churchill in bet Lagerhuis, dat het voorbarig zou zijn
COURAN
Wis -allSbafc-KSte:...
I