DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN, o O o ï*I o Van liet westelijk eorlegsterreia, Van kt saste! oorlogsterrein. No, m Honderd en zeYenti>nde Jaargang, 1915 ItaspiBtipfs pt 3 suNbB Ml k p. ptó 11—, PfftiMSi W w*l P# WK» m Mm i I, l M* m WMfclf il TOfte CQSPIÏ881» fporta 09. TdefMttk l MAANDAG Ter aee. ITALIË. NEDERLAND. 17 MEI ALKMAAR, 17 Mei. Reeds van het begin van den oorlog al aan, heeft Italië's houding de wereld bezig gehouden. Den 6en Augustus dus in het aanvangstijdperk met zijn ze nuwachtige opgewondenheid en zijn veelheid van la ter onwaar gebleken berichten meldde een tele gram, dat Duitschland aan Italië een ultimatum had gezonden, waarin steun werd geëischt op straffe van een oorlogsverklaring. Het telegram bleek onjuist. Italië achtte zich niet tot steun verplicht, wijl zijn bondgenooten geen verdedigingsoorlog voerden, maar het wenschte bovendien niet den plicht der onzijdig heid te erkennen. Vrij wilde het bujven en zijn houding enkel laten afhangen van het voordeel, dat er mee te behalen viel. Het bleef zonder vasten koers ronddob beren; een speelbal van de politieke winden, zocht het steeds aarzelend naar de richting, welke het meeste voordeel beloofde te geven. In de afgeloopen week scheen het, alsof in Italië zich zou herhalen, wat in de dagen van Maart in Griekenland plaats vond, dat dus de onzijdigheid ge handhaafd zou blijven en de mannen, die een anderen weg wenschten in te slaan, van het roer van het schip van staat verwijderd zouden worden. Het ministerie-Salandra ging maar het ministerie- Salandra keert weer. De regeeringsmannen, die het bondgenootschap met Duitschland en Oostenrijk heb ben opgezegd en zich hebben1 aangesloten bij, Enge land en Frankrijk, werden door den Koning opnieuw in hun ambt bevestigd en de vredelievende staatsman Giolitti, met gejouw van het gepeupel ontvangen en daarna door brullende barricade-helden beschimpt, heeft geen invloed meer op de belangrijke beslissing kunnen uitoefenen. Het zou al een zeer groot wonder zijn, indien Italië zich nu buiten den krijg hield. 01 dit den stand van zaken belangrijk zal wijzigen, zal de toekomst leerea. Duitschland en Oostenrijk hebben van den beginne af aan rekening gehouden met deze mogelijkheid en strategische reserves gereed ge houden voor het geval, dat Italië mocht ingrijpen. Het is echter niet met zekerheid te zeggen, of de komst van een nieuwen strijder in het bloedige strijd perk, den duur van den oorlog zal verkorten of ver lengen. Valt de eind-uitslag in het voordeel der enten- te-mogendheden uit, dan heeft Italië's houding op den gang van den oorlog een beperkenden invloed uitge oefend; is echter de afloop een andere, dan heeft het meedoen van Italië dien afloop vertraagd. Verwacht mag worden, dat, zoodra Italië tot den oorlog overgaat, het zijn troepen zal zenden naar de Oostenrijksche provinciën aan de Adriatische Zee, welke het wenscht te bezitten. Niet waarschijnlijk is het, dat het zijn legers in Frankrijk of België of aan de Dardanellen ter beschikking van de bondgenooten zal stellen. Maar wat zal de Italiaansche vloot doen? In de eerste plaats natuurlijk opereeren in de Adriati sche Zee doch verder? Er zijn er, die dezen oorlog saai en vervelend vin den. Wie er zoo over denken, mogen in de naaste toe komst een nieuwen spanning-gevenden factor begroe ten, indien Italië ten minste nu werkelijk ten oorlog tijgt En dan als tu3sdiengerecht nog een revolutie in Portugal, waar de ministers uit hun ambten ontheven zijn en een eskader Lissabon heeft gebombardeerd, alsof het kanon ook nog dienstbaar moest worden ge maakt aan de verwoesting in eigen land! Oorlogsnieuws is er weinig. De Duitsch-Oosten- rijksche troepen rukken nog maar steeds zegevierend verder en zij hebben nu ook al Sambor aan den Djnestr veroverd, hetgeen voor de Russen het stand houden op de San-linie zal bemoeilijken. Het lijkt wel eenigszins, alsof de Russen Oalicië maar prijsgeven, ten einde daardoor te voorkomen, dat de Duitschers in Koerland vorderingen gaan maken. In het Westen gebeurt er thans niet veel. Natuurlijk hebben de Duitschers weer een Franschen legerorder in handen gekregen, waarin wordt gezegd, dat het oogenblik voor den algemeenen aanval gunstig is, dat de Franschen viermaal sterker zijn dan de Duit schers en over een zóó geweldige artillerie beschikken als nog nooit op eenig slagveld gezien is, de de Duit schers nu op het Westelijk en Oostelijk oorlogstooneel is aangewezen op de verdediging en dat neutrale na ties wachten op het succes, teneinde mede toe te slaan. Van dit alles ia tot dusverre nog niet veel bewaar heid en na de niet onbelangrijke terreinwinst bij Ca- renzy zijn er geen meerdere voordeden behaald. Op merkelijk is het evenwel, dat het Fransche communiqué melding maakt van het veroveren van verscheiden loopgraven ten noordwesten van Yperen, op het ge deelte van het front tusschen het Sas en Steenstraete, waar het Duitsche offensief ook al gauw tot staan werd gebracht en een deel van het behaalde voordeel dus weer verloren is gegaan. Ter zee moet volgens een Engelsch bericht het Deensche stoomschip „Martha" door een Duitschen onderzeeër getorpilleerd zijn. Duitsche U-booten zou den in de Middellandsche Zee waargenomen. De „Transylvania", een Cunard-liner, is gelukkig aan het gevaar, waardoor de „Lusitania" ten gronde ging, ontkomen en behouden aangekomen. Het trekt zeer de aandacht, dat alweer een Neder- landsche trawler (de ,,'s-Gravenhage"), maar buiten onze territoriale wateren, door bommen, uit een vlieg machine geworpen, werd bedreigd. Een andere traw ler bij Schiermonnikoog nam waar, dat een vliegma- cine lichtkogels naar beneden wierp. Zeppelins hebben boven Engeland, te Ramsgate (in Kent, aan de kust) weer bommen geworpen. DE STRIJD IN BELGIë EN NOORD-FRANKRIJK. Het Fransche avond-communiqué meldde Zaterdag: Wij hebben den vijand ten noorden van Yperen een nederlaag toegebracht, daaröij een aantal loopgraven aan het tront het Sas en een gedeelte van Steenstraete veroverd, drie machine-geweren buitgemaakt en 50 man gevangen genomen. Het gevecht ten noorden van Atrecht duurt voort: Wij maken nog steeds vorderingen. Het Duitsche hoofdkwartier meldde gisteren: Ten noorden van1 Yperen vallen sedert gisteren zwarte troepen, zonder zich te bekommeren om de ver liezen, die zij lijden, onze stellingen aan ten westen van het kanaal bij Steenstraete en Het Sas. Bij het Sas werden alle aanvallen afgeslagen, bij Steenstraete duurt de strijd nog voort. Ten zuidwesten van Rijssel gingen de Engelschen na krachtige artilleristische voorbereiding over tot een infanterie-aanval op onze stelling ten zuiden van Neu- chatel, die op de meeste punten reeds werd afgeslagen. Slechts op enkele plaatsen duurt het gevecht nog voort Meer naar het zuiden^ aan beide zijden van den rug der hoogte van1 Notre Dame de Lorette, bij Souchez en ten noorden van Atrecht bij Neuville, liepen nieuwe aanvallen der Franschen dood in ons vuur. Zeer sterke verliezen leden de Franschen bij de Lo» rette-hoogte, Souchez en Neuville. Ten westen van Argonne maakten wij ons door een aanval meester van een sterk Fransch steunpunt, 600 Meter hoog en 200 Meter diep, ten noorden van Vilie- sur-Tourbe en wisten het te behouden ondanks drie nachtelijke aanvallen, waarin de vijand zware verlie zen leed. Een groote hoeveelheid materieel en 60 ge vangenen vielen in onze handen. Tusschen Maas en Moezel hadden op het geheele front levendige artillerie-gevechten plaats. Infanterie-gevechten werden alleen geleverrd aan den westelijken zoom van het Le Prêtre-bosch. De strijd aldaar duurt nog voort. EEN FRANSCHE LEGERORDER. Uit Berlijn wordt het volgende gemeld: Zooals hun gewoonte is, wanneer de Franschen tot een aanval met een buitengewoon doel willen overgaan, wordt het volgende Fransche legerbevel voor het thans ten noorden van Atrecht aan den gang zijnd offensief be kend gemaakt: „Na een veldtocht van negen maan den, waarvan gij er zeven in de verschansingen hebt doorgebracht, is het tijd een beslissende poging te doen om de vijandelijke linie te doorbreken en in af wachting van beter te beginnen met de Duitschers van den nationalea bodem te verdrijven. Het oogenblik is gunstig; nooit was het leger sterker of met een be teren geest bezield. De vijand moet zich, na de hevige aanvallen der eerste maanden, bepalen tot de verdediging van zijn westelijk en oostelijk front, terwijl de neutrale naties er op wachten, dat wij hun door een succés het teeken geven om mede te doen. De vijand voor ons schijnt over slechts eenige divi sies te beschikken. Wij zijn viermaal zoo sterk als hij en hebben een ar tillerie, zoo geducht als nog nooit op een slagveld is geweest. De bedoeling is thans niet meer een aanval te doen of een loopgraaf te nemen, maar om den vijand te ver slaan. Daarvoor is het noodig hem met de uiterste kracht aan te vallen en met buitengewoon hardnekkige verbittering te vervolgen, zonder ons te bekommeren om honger, dorst of lijden. Niets is bereikt, wanneer de vijand niet definitief wordt verslagen. Allen, officieren, onderofficieren en soldaten, moeten ervan overtuigd zijn, dat het vaderland van het oogen blik af, dat het bevel tot den aanval wordt gegeven, tot het moment, dat het eindelijk succes is behaald, alle dapperheid, alle krachtsinspanning, elk offer van ons eisclit." DE STRIJD AAN HET OOSTELIJK FRONT. Het Duitsche hoofdkwartier meldde gisteren: In de streek van Schawli werd die aanval der Russen zonder moeite afgeslagen. Er zijn daar in de laatste dagen meer elan 1500 man krijgsgevangen gemaakt. Aan de Doebissa, ten noordwesten van Oegiany, moest een klein Duitsch detachement wijken voor een sterkere Russische legermacht. Het verloor twee stuks geschut. Meer zuidelijk, bij Eiragola, werden de Russen afge slagen, waarbij zij 120 man aan gevangenen verloren. Ten noorden en ten zuiden van Augustow en aan beide zijden van Omoelew, werden krachtige nachtelijke aan vallen der Russen met zware verliezen aan hun zijde afgeslagen. Wij maakten 245 man krijgsgevangen. Tusschen de Pilica en de Boven-Weiehsel en op het front Sambor (40 K.M. ten zuidoosten van Przemysl) Stry—Stanislaiw rukken de legers der bondgenooten voorwaarts. Aan de Beneden-San, van Przemysl naar het zuiden toe, biedt de vijand tegenstand. Het Oostenrijksche legerbericht meldde gisteren: De troepen der bondgenooten vervolgen de Russen ten zui den van de Beneden-Pilica in Russisch Polen. Zij heb ben het bergland van Kielce tot aan den bovenloop van de Kasnienna van vijanden gezuiverd en zijn langs de Weichsel voortgerukt tot op dé hoogten ten noorden van Klimontow. Aan het San-traject Roednik—Przemysl werden de Russische achterhoeden van den westelijken rivieroever teruggeworpen, waarbij een groot aantal krijgsgevan genen werd gemaakt. De uit de Woud-Karpathen voorwaarts gerukte le gers zetten hunnen opmarsch voort. De sterke Russi sche achterhoede werd gisteren in de streek van de hoogte van Magiera uiteengeslagen; daarbij werden zeven kanonnen en 11 machinegeweren veroverd en meer dan 1000 gevangenen gemaakt. De Oostenrijksche troepen zijin hedenochtend, met slaande trom en door de bevolking met gejuich begroet Sambor binnengetrokken. In zuidoostelijk Galicië werden ten noorden van Ko- lomea nieuwe aanvallen der Russen afgeslagen en werd hun een steunpunt ontnomen. Verder stroomafwaarts de Proeth tot aan de rijks grens is het rustig. DUITSCHE ONDERZEEëRS IN DE MIDDELLANDSCHE ZEE. De Duitsche gezant te Athene kreeg van den com mandeerenden admiraal van de Engelsche Dardanel- lenvloot bericht over de aanwezigheid van Duitsche on derzeeërs in de Middellandsche Zee. De Athener bla den melden dat een Duitsche onderzeeboot bij Kaap Dore (eiland! Euboea) is gezien. HET MINISTERIE SALANDRA BLIJ[FT. De Koning heeft het ontslag van het ministerie-Sa landra niet aanvaard, wordt uit Rome gemeld. Het ge heel e kabinet blijft derhalve aan. KORTE BERICHTEN. Gedurende de laatste gevechten in den Elzas en in Champagne gebruikten de Duitschers glazen buizen gevuld met zwavelzuur als werpprojedieleti meldt Havas uit Parijs. Officieel wordit uit Berlijn gemeld, dat de Fran sche kruiser „Destrees" den Duitschen consul te Alexandrette (Syrië) een ultimatum deed toekomen, hem voor de keuze stellende, om de op Hemelvaartdag op het consulaatsgebouw waaiende Duitsche vlag neer te halen of een beschieting van het gebouw te verwach ten. De consul gaf hierop geen antwoord. Bij de toen beginnende beschieting viel de vlaggestok na het vijf tiende schot. De Fransche Senaat heeft het wetsontwerp om trent de uitgifte van schatkistbiljetten en een maximum van zes milliard francs na verdediging van het ont werp door minister Ribot, aangenomen. Het Deensche stoomschip Martha is, volgens be richten uit Londen, bij Aberdeen door een Duitschen onderzeeër in den grond geboord. Officieel wordt gemeld dat een revolutionnaire beweging in Portugal is uitgebroken. Een eskader dat de leiding heeft, is de Taag op gevaren en heeft Lissabon gebombradeerd, waar aanzienlijke schade is aangericht. Uit Engeland gaan naar hete oorlogsterrein in Frankrijk gemiddeld dagelijks 400,000 brieven en 50,000 pakketten, naar Egypte en de Dardanellen we kelijks 250,000 brieven en 45,000 pakketten, naar de de vloot wekelijks 450,000 brieven en 45,000 pakketten. De Engelsche regeering maakt beken d dat de trawler Caneer uit Grimsby door de Duitschers in den grond is geboord. De bemanning is in een kamp bij Berlijn geïnterneerd. De kapitein van het Engelsche stoomschip Col- laimie heeft meegedeeld dat hij Zaterdag 8 Mei uit de kust van Northumberland waarschijnlijk bij toeval een onderzeeër heeft overvaren. Vermoed wordt dat het een Duitsche onderzeeër was. De „Cunard" Maatschappij deelt in de Engelsche bladen mede, dat de berichten onlangs gepubliceerd dat de maatschappij haar vaarten geheel had topgezet, onjuist zijn. Te Londen is een staking van tramwegpersoneel uilgebroken, wegens een weigering der directie tot bet geven van een oorlogstoeslag. Er staken 7000 beamb ten. r HET GEVAL MET DE „S. C. H. 243". Naar de beweerde houding van een Nederland- schen logger, in verband met de redding van de be manning van het Deensche stoomschip „Lilian Drost", zal een oaderzoek worden ingesteld. Daar die log ger is aangeduid als de Scheveningsche logger „S. C. H. 243", zullen bij de terugkomst van dit vaar tuig van de vischvangst, de vereischte inlichtingen worden ingewonnen. WOL OPGEëlSCHT. De Regeering heeft naar het Hdbl. verneemt, op alle dezen zomer beschikbaar komende wol in de provincie Noord-Holland beslag gelegd. Naar men meedeelt, is dit met andere provincies niet het geval. Den wolhandelaren in deze provincie is kennis gegevendat zij zorg te dragen hebben voor het gesehoreu-zijn van hun schapen voor 15 Juni. DE LANDSTORM. Daar langzamerhand de landstorm-afdeelingen meer en meer geoefend en georganiseerd beginnen te worden, is dezer dagen, ingevolge het voorstel van den Inspecteur van den Landstorm, generaal Nee- teson, besloten de uitrusting van den landstorm-man meer vast te leggen en uit te breiden met al datgene wat de manschappen te velde noodig hebben, zoodat nu binnenkort de afdeelingen zullen kunnen beschik ken over een volledige velduitrusting voor de man schappen, die nu broodzakken, veldflesschen, ransel, pioniergereedschap enz. enz. krijgen, waardoor een einde komt aan het zich behelpen, waartoe de man schappen zich verplicht zagen en dat niet ten goedé kwam aan het streven naar hunne vlugge bekwaming tot de taak waartoe de bij den landstorm dienenden ge roepen zijn. ERGER BIJTIJDS VOORKOMEN. Naar de Brusselsche correspondent van dp N. Rott Crt.. meldt, werden dezer dagen in Brussel kaai ten verkrijgbaar gesteld, waarop, volgens officieele Duit sche .gegevens, de wegen waren aangegeven, waar langs de Duitsche legers België waren binnengetrok ken. Door een onduidelijkheid in den druk scheen het alsof de Duitschers bij: Vaals over ons grondgebied waren getrokken. Dit veroorzaakte natuurlijk wederom praatjes, dat de Nederlandsche neutraliteit toch was geschonden, terwijl dit zelfs van Duitsche zijde werd toegegeven. Door het energieke ingrijpen echter van den Neder- landschen gezantschapsraad van Vollenhoven werden de kaarten overal door de Duitsche overheid in beslag genomen, zoodat door diens ingrijpen voor de Neder landers in België onaangename gevolgen werden voorkomen. BINNENLAND. Gemengd Nieuws. EEN KERKELIJKE KWESTIE. Men schrijft uit Brielle aan het N. v. d. D. Reeds sedert eenige jaren werken bij de verkiezing van gemachtigden in het kiescollege der Ned. Herv Gemeente alhier de vrijzinnigen en orthodoxen hare om hun candidaten in dit college verkozen te krijgen Dit kiescollege bestond vóór het jaar 1913 geheel uit orthodoxe leden, en daar dit college de predikanten beroept, is het gevolg daarvan dat er thans te Brielle 3 orthodoxe predikanten staan, en voor de vrijzinni gen geen predikant aanwezig is. Reeds eenige malen vroegen bij een predikantsvacature de vrijzinnigen om een predikant van hun richting, echter zonder resul taat. Daar de vrijzinnigen zich hierdoor in htm rech ten verkort achtten, besloten zij elk jaar bij de stem ming voor het kiescollege alles in het werk te stellen, teneinde hun candidaten gekozen te verkrijgen, om zoodoende dit college „om" te werken. Het gevolg is geweest, dat in 1913 de vrijzinnige candidaten met een kleine meerderheid werden gekozen. Ook voor de verkiezing in 1914, welke zou gehou den worden den 14 October, diende op 30 September een vrijzinnig comité een candidatenlijst in. Deze lijst werd echter niet aanvaard, daar volgens den kerkeraad geen volle termijn van veertien dagen vóór de verkiezing meer bestond. Deze termijn zou op 29 September, des nachts 12 uur, zijn verstreken. Door deze uitspraak werden de orthodoxe leden verkozen verklaard, want er bestond nu geen lijst van tegencandidaten. Het vrijzinnig comité, dat, door dit besluit zijn rech ten verkort achtte, daar het van meening was, dat wel degelijk tusschen 30 September 1914 en 14 October d. a. v. volle veertien' dagen liggen, ging in beroep bij het classicaal bestuur, dat hem echter in het ongelijk stelde en de uitspraak van den kerkeraad als de juiste beschouwde. Daarop ging men in hooger boerep bij het provin ciaal kerkbestuur van Zuid-Holland, te 's-Gravenhage, dat thans het vrijzinnig comité in het gelijk stelde en uitspraak heeft gedaan dat de candidatenlijst wel dege lijk binnen den vastgestelden termijn is ingediend en dat de op 14 October 1914 niet gehouden stemming alsnog moet geschieden. KOSTEN MAATREGELEN BESTRIJDING MOND- EN KLAUWZEER. In de Memorie van Antwoord verklaart de Minister van Landbouw, Nijverheid en handel, betreffende den twijfel van verscheidene leden omtrent de deugdelijk heid der ter bestrijding van het mond- en klauwzeer toegepaste maatregelen, dat zij, die met aandacht de bestrijding hebben gevolgd, zullen moeten erkennen, dat daar waar de maatregelen werden toègepast, steeds goede resultaten werden verkregen. Dit geldt niet slechts voor alleenstaande gevallen, doch ook voor die plaatsen waar tengevolge van smetstofver spreiding, vóórdat het Veeartsenijkundig Staatstoe zicht kon optreden, de ziekte reeds meerdere of min dere uitbreiding had verkregen. Op de vergadering, den 3den Mei gehouden, ter be spreking van de verder ten opzichte van de bestrijding van het mond- en klauwzeer te volgen gedragslijn, mocht de Minister vernemen, dat het tot nu toe ver kregen succes was gewaardeerd en de genomen maat regelen werden toegejuicht. Zelfs in die provinciën, waar men niet ten volle met de maatregelen instemde, werden met waardeering de goede uitkomsten ter be strijding erkend. Dat het maken wan nieuwe besloten kringen in de laatste weken er op zou duiden, dat toepassing van 't afmaken van ziek en verdacht vee het euvel niet af doende beteugelt, kan de Minister niet toegeven. Uit dén aard der zaak is het afmaken van ziek en verdacht vee slechts dan toe te passen, als de uitbreiding der ziekte nog niet zoodanig is, dat van een zich uitbrei dende epizoötie gesproken kan worden. Het toepassen der maatregelen moet gepaard gaan met de meest nauwkeurige voorzorgen om versprei ding vpn smetstof tegen te houden. Mochten deze voorzorgen hier of daar te wenschen hebben gelaten, dan verdient dit ongetwijfeld afkeuring, zegt de Mi nister. Men dient evenwel ten opzichte van hetgeen omtrent de wijze, waarop de maatregelen worden toe gepast verteld wordt in het algemeen wel eenige re serve in acht te nemen. Zoo moet de mededeeling om trent hetgeen in de omstreken van Hoorn zou hebben plaats gehad op een misverstand berusten; in de om streken van Hoom heeft zich geen enkel geval voorge daan. Gaarne wil de Minister de verzekering geven, dat het inachtnemen van de noodige voorzorgsmaatrege len zijn volle aandacht heeft en hij voorts het voorne men heeft in het met betrekking tot de bestrijding der ziekte uit te brengen rapport de meest uitvoerige in lichtingen te verstrekken. Het ligt in de bedoeling, waar noodig,, ook voor 1914 vergoeding van door afmaking van vee geleden bedrijfsschade toe te kennen. Voor elk afzonderlijk ge val zal met de verschillende omstandigheden, welke nadeel veroorzaakten, rekening worden gehouden. De waarde der hier te lande aanwezige herkauwen- 611! COURANT.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1915 | | pagina 1