DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Cemeentelijke afslag van Vlsch.
De Wilde Olijf.
No, 115
Honderd en zeventiende jaargang.
WOENSDAG
19 MEI
FEUILLETON.
Deze Coura.it wurdt eiken avond, behalve op Zon- en
Feestdagen, uitgegeven. Abonnementeprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f 0,80franco door het geheele R$k f L
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
Prijs der gewone Advertenfiën:
Telefoonnummer 3.
Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Greote
letters naar plaateruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukte^
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordans C 9.
Yrijdag 21 Mei a.s.,
des voormiddag* te half tien ure,
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK
MAAR brengen hierbij ter algemeens kennis, dat op
andermaal bij wijze van proef affclagml plaatsheb
ben van versohe zeevlnoh op «le Steeneabrago
Alkmaar, 17 Mei 1915.
Burgemeester en Wethouders van
Alkmaar.
O. RIPPING, Voorzitter.
DQNATH, Secretaris.
BINNENLAND.
Gemengd Nieuws.
TWEEDE KAMER.
Zitting van Dinsdag 18 Mei, geopend te 1.50 uur.
Aan ae orde was het wetsontwerp tot uitbreiding
van den landstorm en de'aanvulling van die landstorm
wet.
De heer Ter Laan (S.D.A.P., 's-Gravenhage 1) ver
klaarde zich voor het wetsontwerp.
De heer Savonin Lokman (C.H. Goes) deed evenzoo.
De heer Duymaer van Twist (A.-R., Steenwijk) ver-
eenigde zich met de algemeene strekkmg van het ont
werp. Een nadeel achtte hij het echter, dat edze troe
pen, welke men nu zal krijgen, betrekkelijk oud zijn.
De minister had een onderzoek moeten instellen
naar die geschiktheid van deze landstorm of het eerst
moeten probeeren met de jongere lichtingen van perso
nen, die vrijgeloot zijn of om een andere reden vrijge
steld werden. De rechterzijde zal den minister echter
steunen.
De heer Van Doorn (U.-L., Gouda) verklaarde zich
eveneens voor het ontwerp en moedigt, evenals de vori
ge spreker, de regeering aan, met alle maatregelen te
:omen, welke zij in het belang van de landsverdediging
acht.
De heer Troelstra (S.D.A.P., Leeuwarden) kant zich
hiertegen. Spr. meende, dat de minister van uit de Ka
mer wordt opgeruimd en hij vreest ook van het plan
van den heer Van Aalst c.s. kolossale lasten. Men wil
de den minister met een nieuw verdedigingsstelsel over
rompelen. z
De heer Eland (U.-L., Arnhem) steunde het ontwerp
en zegt, dat nu gebleken is, dat men niet meer aan al-
gemeenen dienstplicht ontkomt. Spr. wees met genoe
gen op de verklaring van den heer De Savornin Lob
man, dat het nu eveneens gebleken is; dat de oefenings-
tijd iets kan worden verkort. De minister kan, als hij
meer manschappen moet hebben, ook op deze wijze
verlichting brengen.
De heer Marchant (V.-D.. Deventer) besprak het
adres-Van Aalst en zegt, dat zeer sympathiek is, maar
voor de Kamer is er naar aanleiding daarvan niets te
doen.
Item mss fie? Pnwffw®.
De Minister van Oorlog verklaarde, waarom hij niet
verdef ging dan dit ontwerp en deed dit op dezelfde
gronden als in de memorie van antwoord te lezien staat.
Spr. zegt binnenkort een nieuw wetsontwerp toe, dat
de reserve nog grooter zal maken.
Het wetsontwerp werd z. h. a. aangenomen, evenals
dat nopens dan staat van beleg.
Bij ae behandeling van de buitengewone credietaan-
vrage voor marine ontwikkelde de heer lugenholtg (S
D. A. P., Weststellingwerf) eonige bn waren tegen de
wijze, waarop de Marine-Bond werd behandeld.
De minister van marine, de beer Rembonnet meende,
dat de heer Hugenholtz ae zaken wat te onschuldig
voorstelde.
Na nog eenige besprekingen werd het wetsontwerp
aangenomen. Verder werd het wetsontwerp tot goed
keuring van het 9 Mei 1914 te Washington gesloten
verdrag, tot verlenging van den duur van het op 2 Mei
1908 gesloten arbitrage-verdrag tusschen Nederland
en de Vereenigde Staten, zonder hoofdelijke stemming
goedgekeurd: evenzoo het ontwerp tot verlenging van
het te Londen gesloten verdrag, tot verlenging van het
arbitrage-verdrag van 15 Febr, 1915.
Bij de behandeling van het wetsontwerp tot toelating
van voorlcopige hechtenis, wegens het misdrijf in art.
45 der wet van 23 Mei 1899 achtte de heer Duynstee
(R.-K.) verbeurd-verklaren der in beslag genomen
goederen noodzakelijk.
De Minister van Justitie de heer Ort, antwoordde,
dat verbeurd-verklaring niet bij deze regeling behoort
en incidentieel invoeging daarna te bevorderen acht de
minister niet gewenscht.
Het wetsontwerp werd zonder hoofdelijke stemming
goedgekeurd.
Aan de orde was verder de behandeling van eenige
wetsontwerpen tot naturalisatie, waarbij de heer Van
Doorn (U.-L.) constateerde dat dé termijn van vijf jaar
dien men in het land moet hebben doorgebracht om ge
naturaliseerd te kunnen worden, te kort is.
Verder meende spr. dat de regeering zich den weg
afsneed om eventueel hen die nog niet al te zeer van
hun land vervreemd zijn, het land uit te wijzen.
De Minister van Justitie de heer Ort, zegt diat niet
in ieder geval het bijzondere belang van den Staat
moet worden aangewezen. De termijn van vijf jaren is
zelden de termijn, dien men bier neemt. Meermalen is
deze wel grooter. De minister zette uiteen, dat zeer
nauwkeurig onderzocht wordt of er geen belang van
den Staat met de naturalisatie geschaad wordt. De
verzoeken die sedert Augustus zijn gedaan, zijn alle
nog in overweging.
De wetsontwerpen werden daarna goedgekeurd.
Nadat nog werd goedgekeurd het wetsontwerp ver
hooging 4e hoofdstuk over 1914, werd de vergadering
verdaagd tot hedenmorgen.
RAADSVERKIEZINGEN TE MEDEMBLIK.
Bij de gistei gehouden verkiezing voor een lid van
den gemeenteraad (vacature-A. K. Ninaher, lib.), wer
den candidaat gesteld de heeren J. Bos Jr. en E. Irn-
peta (beiden anti-rev.).
gaat zij den dertigsten weg en doet geen haven meer
aan vóórdat zij Ierland bereikt. U moet haar te Ri-
mouski nemen."
Er ontstond een stilte, waarin hij deze verbijsterende
mededeeling trachtte te verwerken.
„En van hier naar Rimouski?" vroeg hij eindelijk.
„Van hie; naar Rimouski", hernam rij met een ge-
J baar naar het meer, „ligt uw wog daar.
II) -o—
Hij volgde li«ar over den drempel ea toert rij zich
omkeerde om de hut te sluiten, had hij tijd een af-
scheidsblik te werpen op de hem zoo bekend gewor
den heuvelen, die nu bij het ondergaan der zon in een
violetkleurig waas waren gehuld. Een seconde later
hoorde hij haar haastig zeggen: „Kom", terwijl zij het
nauwelijks zichtbare pad opging, dat naar boven leid
de over den rug van den berg.
Het was een stevig eindje klimmen, maar zij spoedde
zich voort met dezelfde nimfachtige vlugheid als op
den avond toen zij hem naar de hut had gebracht. Tus
schen de oorspronkelijke beplanting van esschen en
pijnboomen bevond zich kreupelhout, zoo dicht ineen
gegroeid, dat iemand dan een wezen, begiftigd met
een aangeboren instinct voor de bosschen, de onzicht
bare, alleen begaanbare lijn zou hebben kunnen vinden.
Miaar die lijn was er, en zij vond haar zonder een
oogenblik te pauseeren, zonder te spreken, alleen keek
zij van tijd tot tijd achterom om zich te overtuigen, dat
hij in het gezicht was, totdat zij den kop van den koe-
pelvonnigen heuvel bereikte.
Zij kwamen plotseling uit op een rotsachtig terras,
waaronder een mijl lager, het meer Champlain zich
bijna in zijn geheele lengte uitstrekte, van den ondui-
delijken stellen oever van Crown Point af tot aan de
ver verwijderde wolkachtige bergen van Canada.
„U kunt hier een oogenblik gaan zitten," zei ze toen
hij boven kwam.
Zij vonden zitplaatsen tusschen de verspreide lage
rotsblokken, doch geen van beiden sprak. Het.was een
oogenblik, waarin men de van edelgesteenten gewagen
de beschrijving van den Ziener uit de openbaring kon
begrijpen. Als jaspis, kwartssteen, smaragd en chry-
soprasus waren 't stille meer en de zich daaromheen
verheffende, het licht weerkaatsende bergen. De Ver
mont met zijn drie boven elkaar uitstekende toppen,
was beneden fleschgroen, indigo ter halver hoogte, ter
wijl zijn hoogste top gehuld scheen in een bleek gol
vend! blauw, dat zich oploste tegen het donkergroen en
topaas van de schemering.
„De stoomboot Empress of Erin", zei 't meisje,
schijnbaar kortaf, „vertrekt den acht en twintigsten
van Montreal en van Quebec den negen en twintigsten.
Van Rimouski, aan de monding der rivier St. Lawrence
de
hei m een k
■gcvud.
hij daarop, „maai ik zie geen
middel om dien te volgen."
„U zult dien wel vinden.
vel ran blauwgroen-
„Ik zie den weg," zei
dien te volgen?1
maar nemen." Zij trok een
Intusschen moet u dit
papier uit haar mantel en
overhandigde het hem. „Dit is uw biljet. U zult zien,
zei zij met een verontschuldigenden glimlach, „dat ik
voor u, wat men noemt een suite héb genomen en ik
heb dat met opzet gedaan. Zij kijken nog steéds naar
u uit op ieder landverhuizersschip dat van New-York
komt, op iedere veeboot van Boston en op iedere boot
met graan van Montrealmaar zij zoeken u niet in de
duurste hutten van de duurste stoombooten. Zij weten,
dat u geen geld hebt en zij verwachten, dat als u het
land tracht te verlaten, dit zal zijn als stoker of ver
scholen aan boord om vrijen overtocht te hebben. Zij
zuilen nooit op de gedachte komen, dat u in cabs rijdt
en in de eerste hotels logeert."
„Maar dat zal ik ook niet doen," zei hij eenvoudig.
„Wel zeker, dat moet u wel doen. U hebt natuurlijk
geld noodig en ik zal u dat verschaffen. U hebt veel
noodig; dus heb ik dan ook een groote som meege
bracht."
Zij haalde een zakportefeuille te voorschijn en hield
hem die toe. Hij keek er naar en kreeg een kleur, maar
maakte geen beweging die aan te nemen.
„Ik kan ik kan zoo ver niet gaan," stamelde
hij heesch.
„U bedoelt", antwoordde zij haastig, „dat u aarzelt
geld van een vrouw aan te nemen. Dat had ik wel ge
dacht. Maar het is niet van een vrouw, het is van een
man. Het is van mijn vader. Hij zou het gaarne heb
ben gegeven en ook gewenscht hébben, dat ik dat deed.
Zij hebben bet op de bank voor mij gedeponeerd om
het uit te geven maar ik héb het niet noodig. Wat
kan ik in een plaats als Greenport met geld doen? Hier
neem het", drong zij aan, hem de portefeuille in de
hand drukkend. „Ge weet heel goed, dat ge hiermee
een keuze doet tusschen leven en dood."
Met haar eigen vingers klemde zij de zijne er om
heen, waarna zij achteruit week en over haaf driestheid
kleurde. Voor de eerste maal in de weken van hun om
gang zag zij hem bewogen. Het flegma, waarondèr
LANDSTORM.
Het wetsontwerp tot uitbreiding van den landstorm
en aanvulling van de Landstormwet is gistermiddag
zonder hoofdelijke stemming door de Tweede Kamer
aangenomen.
LANDWEER- EN LANDSTORM-VERGOEDING.
De Minister van Oorlog heeft den burgemeesters
medegedeeld, dat, wanneer het to sommige omvallen
mocht voorkomen, dat de militaire diensten, welke
van met verlof gezonden landweer-kaderleden en
landstormplichtigen worden geëischt, dermate op hun
tijd beslag leggen, dat zij daardoor niet of niet vol
doende in de behoeften van hun gezin kunnen voor
zien, zij een voorstel aan den Minister kunnen doen,
om de betrokken gezinnen in het genot te laten blij
ven van een nader Vast te stellen vergoeding.
NACHTVORSTEN,
Men meldt uit Putten op de Veluwe aan de Teil.:
De nachtvorsten hebben in de vorige week op de
Veluwe heel wat schade aangericht, vooral aan de
vruchtboomen, die er zoo veelbelovend voorstonden.
De perenboomen, die reeds uitgebloeid waren, laten
de jonge vruchten vallen. Ook pruimen en kersen, als
mede de appelboomen, die nog in bloei staan, hebben
veel geleden. Van sommige boomen is de geheele op
brengst verloren, 't Is een schade, die zeker in de dui
zenden loopt.
PONTVEER VELSEN.
Dezer dagen zal aan het stoompontveer te Veisen
een proef worden genomen met een vrijvarende pont,
waartoe door het Kijk tijdelijk een der gemeeate-
stoomponten is gehuurd.
De bestaande dienst met de ketting-stoomponten,
waarmede ook de stoomtram wordt overgezet, blijft
daarbij geheel normaal, zoodat de proefvaart met de
vrijvarende pont als „extra dienst" is te beschouwen,
welke op werkdagen van 9 uur 's morgens tot 4 6
uur 's middags zal worden uitgeoefend. Het ligt in de
bedoeling met de extra pont te varen als „heen en
weer"-dienst, waartoe in de bestaande ponthaventje3
tijdelijke steigers zijn gemaakt.
De proef zal zoo mogelijk eenige maanden duren.
DE DUITSCHE GEZANT.
De aftredende gezant van het Duitsche rijk zal Don
derdagmiddag de residentie voorgoed verlaten.
De heer von Miiller zal in het gebouw van het Duit
sche gezantschap een deputatie ontvangen van de
Duitsche Vlootvereeniging te 's-Gravenrage, welke als
blijk van waardeering voor de belangstelling, welke
de vertrekkende diplomaat steeds voor die vereeuiging
aan den dag legde, dezen het eerelidmaatschap der
Vlootvereeniging komt aanbieden.
EEN MACHINE VOOR „DIKKE DAMES".
Teneinde zonder zich te vermoeien wat magerder te
kunnen worden, is een machine uitgevonden, welke
hij tot dusver zijn inwendig lijden jiad verborgen,
scheen hem plotseling te verlaten. Hij keek haar met
i aan. Maar rijn
rijn en zich tot het
scheen hem plotseling te verlaten,
bevende lippen en tranen in de co,
zwakheid spoorde haar aan
zakelijke te bepalen.
,yMen verwacht u te Rimouski, omdat uw bagage
reeds te Montreal aan booxd gebraad zal rijn. Ja",
ging rij voort, als antwoord op rijn verbazing, s,'k héb
al de kofiers en kisten daarheen gezonden, die m van
enljn vader kroeg. Ik heb tegen tuije vogga gezegd, dat
ik ze wegpsoad om aè in eer. pakhuis ta latte opbergen
en dat dae ik ook, want a 20.lt ze vcor mij ia lu
ttel in bewaring geven, als u ze niet meer noodig hebt.
Hier zijn de sleutels."
Hij deed geen poging ze te weigeren aa rij ging
haastig voort:
,Ik zond de koffers om twee redenen; ten eerste
omdat er dingen in kunnen zijn, die u kunt gebruiken
totdat u iets beters hebt en dan wilde ik alle verdenking-
vermijden van zonder bagage te reizen. Elke kleinig
heid telt mee in dit geval. Op de koffers staat H. S.
in witte letters geschilderd, zoodat het u geen moeite
zal kosten ze op het eerste gezicht, te kennen. Ik heb
een naam met dezelfde initialen op het billet gezet. U
moet dien aannemen, totdat gij u voldoende veilig voelt
om uw eigen naam weer te dragen."
„Welke naam?" vroeg hij en met gretige nieuwsgie
righeid wilde hij het biljet uit de enveloppe nemen.
„Kijk daar nu maar niet naar", zei hij haastig. „Het
is een naam zoo goed als elke andere. U kunt dien la
ter wel zien. Wij moeten nu verder."
Zij maakte een beweging alsof rij wilde opstaan,
maar hij hield haar tegen.
„Wacht een oogenblik. Dus uw naam begint met
SI"
„Zooals zoovele anderen", zei rij lachend.
„Noem mij dien dan. Laat mij niet weggaan, zon
der dat ik dien weet. U kunt niet denken hoeveel mij
dat waard is."
„En ik geloof, dat u niet weet, wat het voor mij
waard is."
„Neen, zeker niet. Wat kan u dat voor kwaad
doen
„Als u dat niet begrijpt, dan vrees ik, dat ik het u
niet kan uitleggen. Het zonder naam zijn geeft hoe
zal ik het uitdrukken mij een soort van bescher
ming. Met u te helpen en door in alles voor u te zor
gen heb ik iets gedaan waarvoor een preutsch meisje
zou terugschrikken. Er zijn veel menschen, die zouden
zeggen dat het verkeerd was. En in zeker opzicht
en dit kan ik u nooit begrijpelijk maken als u het niet
reeds begrijpt is het voor mij een verlichting, dat u
niet weet wie ik ben. En zelfs dit is nog niet alles."
bestaat uit door een motor gedreven rollen, die het
lichaam masseeren. Door deze rollen schijnen de vet-
deeltjes fijngewreven te worden, terwijl de snelheid
van den bloedsomloop aanmerkelijk vergroot wordt.
Hierdoor worden de gebroken vetdeeltjes snel afge
voerd. Een feit heet het, dat het toestel buitengewoon
goed werkt
STADNIEUWSu
ARRONDISSEMENTS RECHTBANK.
Zitting van Dinsdag 18 Mei.
OVERTREDING LOTERIJWET.
Wegens overtreding van de Loterijwet stonden giste
ren nog terecht M. J. A., doodgraver te Anna-Paulow-
na, A. v. T., koopman te Schagen, P. J. K., barbier te
Heiloo, J. v. d. K., bleekersknecht te Alkmaar, en W.
S., hoofdagent van de N. V. „de Tijdgeest", te Castri-
cum.
De Officier eischte bevestiging van de vonnissen,
waarbij allen tot 10 boete of 10 dagen hechtenis zijn
veroordeeld, behalve tegen J. v. d K. te Alkmaar, die
100 boete of 20 dagen hechtenis tegen zich hoorde
eischea.
De verdediger en gemachtigde, mr. van Dalsum, uit
Amsterdam, betoogde dat er hier geen sprake was van
een loterij, doch slechts van een premieleening en
ontkende namens de beklaagden deelneming aan een
loterij. Hij verwees naar het arrest van het Hof te
Leeuwarden, 11 Februari 1915, en legde er den na
druk op, dat dit uitmaakte, dat in een soortgelijk geval
sprake was van een premieleening. Met klem betoogde
pleiter, dat de kwestie van premieleening of loterij een
aangevochtene is; bleef de rechtbank echter bij de
conclusie dat men hier met een loterij te doen had,
dan moest zeker, waar groote rechtscolleges dergelij
ke feiten voor straffeloos houden, de kleinste geldboe
te worden opgelegd.
De deelneming aan de loterij is niet mogelijk als
men geen houder is der obligatie. Nimmer wordt de
prijs getrokken op het stortingsbewijs alleen.
Uitspraak over 14 dagen.
GEVESTIGDE PERSONEN.
L. Plomp n.h. Zuiderhoutlaan Hoorn.
E. Wagemaker, rr.k., Egmondermeer, 4\ Abbekerk.
J- Putsen ger. photograaf Vamébroek 36 Bergen.
C. G. van Dalen n.h. d.b., Fabrieksweg 16 Schenner-
horn.
W. J, Vos ger. kappersb. Payglop 10, Nijkeric.
A. C. A. Pieters r.k. onderwijzer Geestersingel 33,
Beverwijk.
V Mantel n.h. boerenarb. Huiswaard 7 Grootebroek.
*)C-A. de Vlieger n.h. dir. kaasfabriek Geester
singel 51, Amsterdam.
M. Swaerts r.k. Tuinstraat 38, Medemhlik.
„Wel wat dan nog?"
„Ais deze kleine episode voorbij' is" haar stem
heelde en met zonder met de oogeu te hebben geknipt
xun zij weer beginnen, „ais deze kleine episode voor
bij is, zal het beter voor ons beiden rijn zoowel
voor u als voor mij oin er zoo mm mogelijk van te
weten. Het gevaar is geenszins voorbij; maar het is
een soort gevaar waarin onwetendheid heel goed voor
onschuld kan. aangezien worden. Ik zal niets van u
afweten als u vertrokken, bent ca a weet absoluut niets
van mij."
„Dat is 't juist, waarover ik mij beklaag. Veroader-
ctel, dat ik er mij doorheen sla m ergens, anders suc
ces heb, hoe moet ik dan weer met v. in relatie ko
men?"
„Waarom zoudt u weer met mij in relatie komen?"
„Om u uw geld terug ie geven, om iets te noemen."
dat komt er niet op aan."
„Misschien niet van uw standpunt maar wel van het
mijne. Maar dat zou in geen geval de eenige reden
zijn."
Iets in zijn stem en in rijn oogen waarschuwde
haar op te staan.
„Ik ben bang dat wij nu geen tijd hebben om daar
over te praten", zei ze haastig. „Wij moeten werkenjk
verder."
,,'k Zal er nu ook niet over spreken", verklaarde hij,
eveneens opstaande. „Ik zei, dat het een reden zou
wezen, waarom ik zou wenschen weer met u in relatie
te komen, ik zal u dan gaarne iets willen vertellen,
maar misschien zult gij het dan niet meer wenschen te
hooren."
„Zou het niet beter zijn af te wachten?"
„Dat zal ik wel moeten doen; maar hoe kan ik bij u
terugkomen als ik niet weet waar u is?"
„Dat zal ik aan uw vindingrijkheid moeten overla
ten", zei zij lachend, haar best doende, de zaak luchtig
te behandelen. „Intusschen moeten we ons haasten.
Het is absoluut noodzakelijk, dat u met zonsondergang
vertrekt."
Zij daalde af in het onzichtbare spoor, dat langs de
berghelling naar den kant van het meer afliep, zoodat
hij verplicht was haar te volgen. Op dezelfde manier
als zij naar boven waren gekomen, daalden zij het
meisje kalm en stil vooruit. Overal lagen hoeven, maar
zij bleef onder bedekking van het bosch en voordat hij
het verwachtte, bevonden zij zich aan den oever van
het meer. Bij het zien van een cano, in een kreek ge
trokken, begreep hij voor het eerst haar bedoelingen.
Het was een aardige, kleine kreek, door twee kleine
landpunten ingesloten, waardoor een miniatuur baai
gevormd werd, die niet te zien was van het meer af.
Boomen bogen er zich over tot in het water, terwijl
de cano op een smalle strook zand lag.
Wordt vervolgd.
ALKMAARSCHE
IV MP
I -ïgs iijü tic .l m '-j