u m s u m su s n in m nn Bouwterrein 408® Staatsloterij. Damrnbriek. 81 Hf 1 B H 1 11 B p Wk H 12 68 fgg m Hf gj jg jp 'SÈ §1 Keken in Oorlogstijd. a jj§ jjf §j jjj m j§§ lp m jjf ml Nassau-Kwartier. Lindelaan, Lam oraal straat, Van der Meystraat, Nassauplein, Eg/monderstraat, NassauIaan vindt in de huizen, om in te nestelen, en z'n talrijk kroost groot te brengen Als dan maar niet de rat 7irh te weer stelt tegen die onaangename maatregelen der mensehbeid, en o v. zich aan oe gewijzigde omstandigheden aanpast Gesteld eens, dat'hij dan méér dan tot nu toe ónder den grond gaat nestelen en holen graven wat dén? dan zal de mensch nog niet rusten, voor hij ook de mogelijkheid van contact heeft onmogelijk gemaakt; de Europeesche huizen zijn in alle gevallen voldoen de bescherming gebleken hiertegen want nog steeds blijft 't een gróóte uitzondering, dat Europeanen aan pest sterven en dit feit alleen bewijst reeds (waar de gevoeligheid en vatbaarheid wel dezelfde zal zijn) dat 't zwaartepunt van él onze maatregelen moet val len in: de hygiënische, streng doorgevoerde woning verbetering! In m'n volgende brief hoop ik u 't een en ander over m'n ervaring wat de houding der bevolking jegens ons en onze medische hulp betreft, mee te deelen geluk kig apprecieert zelfs de meest verstokte Hadji niet énkel meer onze „tablet-kinien" hier in 't land der gróóte en ernstige ziekten leer je pas de waarde en 't vaak onbegrijpelijk snelle succes van de Westersche me dicijnen op prijs stellen V. L. [De volgende interessante beschrijving van een reis van Amsterdam naar Londen, gedaan in Februari toen de passagiersdienst Nederland—-Ehgeiand ge: heel gestaakt was, is afkomstig van den schrijver, wiens indrukken na een tocht met de „Lusitania" wij onlangs plaatsten. De schrijver reisde uit ons land over Duitschland Zwitserland en Frankrijk naar Engeland.] Dat is een raar reisje geweest, maar het mooiste is, dat het slechts 63 uren geduurd heeft. Maar er is ge jaagd geworden, dat verzeker ik u. Vrijdagmorgen brachten ze me om 10.16 naar het Centraal Station in Amsterdam en om 2.30 waren we in Elten, waar we weer eens onderzocht moesten worden door de Pickelhauben! Het ging daar nogal gemoedelijk en om 3 uur zaten we eindelijk weer het boemeltje naar Emmerik, waar we om 4 uur arri veerden Gelukkig stond daar de dóórgaande trein naar Wiesbaden en een kwartiertje later ging het vlug den Rijn langs. Het weer was schitterend en ik had een leuke reisgenoote tot Keulen. Toen we 6.30 Keulen kwamen en de industrieele Rijnstreek langs Düsseldorf en Duisburg waren doorgereisd, waar de oorlog, gezien de vele stilstaande fabrieken, zich ge ducht doet voelen, ging ze den trein uit en begon het donker te worden. Ik wikkelde me in mijn plaid en lag tot 10.30 naar buiten te kijken. Meestal reden we vlak langs den Rijn en hadden in den mooien mane nacht een schitterend uitzicht. We reden langs Kö nigswinter, de machtige vesting Ehrenbreitsteim en kwamen in het Zevengebergte den Taunes en den Eiffe welker hooge toppen zich aan weerszijden van den kalm stroomenden Rijn scherp afteekenden tegen den helderen nachtlucht. Eenige ruïnes stonden hoog en eenzaam op de bergen, en het was zoo vredig, dat ik het slechte brood in den restauratiewagen vergat en aan geen oorlog dacht. 10.30 kwamen we in Wiesba den en na een uurtje wachten ging het om half twaalf verder naar Mainz. Overstappen was den ganschen nacht het consignein Mannheim, Heidelberg, Karls ruhe, en al die bommeltreintjes maakten me dood op Boverdien was het razend koud en een fijne sneeuwstof sneed ons op de tochtige stations het vel bijna van 't gezicht. Ik reisde met eenige soldaten die weer naar het front gingen en een paar Roode Kruis-zusters, die ook overal in de kou moesten staan. Eindelijk om kwart voor vier kwa men we 's nachts in Offenburg, waar ik tot 5 uur moest wachten: Ik wilde namelijk niet over Bazel rei zen, daar de visitatie er zoo scherp is, dat er bijna geen vreemdeling dóór komt, en wachtte tot de boe- meltrein door het Zwarte Woud zou vertrekken. In de wachtkamer lagen 4 soldaten op sofa's te snorken dat het een aard was! Dit was de wacht! Ieder moest bij het binnenkomen onderzocht worden en de officier had een woest gezicht toen ik zoo moest lachen om z'n nauwkeurig dóórzoeken van m'n koffer. Papieren had ik niet bij me. Die had ik met de post naar Lon den gestuurd. De portier riep me om 5 uur eu na door den bijna een meter hoogen sneeuw gebaggerd te zijn, stapte ik in het locaaltje waarin ik 5 lange uren moest zitten om naar het 100 kilometer verder liggende, Singen (dat tegenover Schaffhausen ligt) te reizen. Ik sliep vast tot zeven uur en werd verkwikt wakker. De aan blik, dien het landschap toen bood, is er weer één die ik nooit zal vergeten. Het treintje was 2 uur lang naar boven geklom men en reed nu in een diepbesneeuwd berglandschap langs een spoorweg die een der grootste wonderen van ingenieurskunst' is. Het Schwarzwald vertooride zich rondom en beneden ons in al zijn schoonheid. De lucht was helder blauw en de juist opgekomen zon deed de droge sneeuw schitteren als zuivere diaman ten. Van dë zich langs de bergflanken opschuivende dennen en sparren waren ook iedere tak en naald be sneeuwd en het frissche groen der naalden met het blinkend sneeuwwit paarde zich aan het scherpblauw gekleurde firmament. Mijn reisgenoot was een spoor- moest zijn kleine cano op de golven zichtbaar ge weest zijn en toch was de boot voorbij gestoomd en had geen notitie van hem genomen. Een seconde lang scheen voor zijn zenuwachtige verbeelding zulk een geluk meer dan hij had durven hopen. Hjj hield met roeien op, bijna met ademhalen, en liet de cano zacht op den stroom schommelen. De stoomboot snoof en stampte, terwijl zij haar weg dwars voor hem langs vervolgde. Het stampen van haar machines scheen nauwelijks luider dan het kloppen van zijn eigen hart. Hij kan menschen op het dek zien loopen, die op hun beurt hem hadden kunnen zien. En toch ging de boot verder, hem ignoreerend, in stilzwijgende erkenning van zijn recht op het meer, van zijn recht op de we reld. Zijn zucht van verlichting werd bijna een lach toen hij weer begon te roeien. Het gebeurde was als een eerste zegepraal, als een verzekering van komende ze gepralen. Het gevoel van onveiligheid waarmee hij zijn tocht was begonnen, maakte meer en meer plaats voor het zelfvertrouwen, dat tot zijn normalen ge moedstoestand had behoord. Andere kleine gebeurte nissen versterkten dit vertrouwen. Eenmaal ging een vroolijk gezelschap in een roeibooi zoo dicht aan hem voorbij, dat hij het plassen van de roeispanen en het geluid van hun stemmen kon hooren Er was voor hem Iets wonderbaarlijks in, dat hij zich zoo dicht bij het alledaagsche leven bevond. Het gaf hem hetzelfde gevoel van vreugde, waarmee men in een vreemd land zijn moedertaal hoort. Hij liet weer de riemen rusten om onsamenhangende brokstukken van hun gesprek ken op te vangen, totdat zij wegdreven in de stilte en duisternis. Het zou hem gespeten hebben dat zij bui ten het bereik van zijn gehoor kwamen, als hij het niet zoo heerlijk had gevonden ongestoord zijn weg te kunnen gaan. Wordt vervolgd. weg-ingenieur, die.me alles wat we voorbijgingen, uitlegde. Hoeveel moeite het gekost had, deze baan langs, over, onder, en door hei grillige berglandschap te bouwen, hoeveel schier onoverkomelijke bezwaren overwonnen hadden moeten worden, doch hoe feu laatste het menschelijk vernuft had gezegevierd. We reden langs typische Schwarzwald-huisjes en langs de bergflanken gebouwde dorpjes, waar tamelijk veel menschen op skis pijlsnel ons voorbijgleden. Of schoon het vroor dat het kraakte, was de lucht heerlijk om in te ademen, zoo ijl en licht was de atmosfeer op dieze hoogte. Bij Donaueschingen zagen we een klein ondiep ri viertje, dat met de meeste drukte en beweging zijn water naar het oosten stuwde en geruimen tijd langs de spoorbaan ons vergezelde. Men kan zich haast niet voorsteilen dat een dergelijk beekje de oorsprong is van een machtige rivier als de Donau, en toch is het hetzelfde water dat langs Ulm, Presburg, Weenen, Boedapest, Belgrado en de IJzeren Poort in de Zwarte Zee uitloopt. Weer ging het nu langs hooge graniet bergen plotseling uit de lagere heuvels oprijzend. Op hunne toppen troonden nog ruines van oude sterkten en kasteelen, als een sprekend overblijfsel uit den van de Hohenzollems en Hohenstauffens, die in de middeleeuwen het gansche Zwarte Woud, door hunne onderlinge twisten onveilig maakten. De namen dui den nog op hunne ongenaakbare sterkte, o. a. „het Kraaiennest", dat op een granietblok vastgemetseld is, zóó ongenaakbaar, dat er zelfs nu nog 42 c.M. kanon nen voor uoodig zouden zijn ecu dergelijke vesting te veroveren. Maar die kanonnen stonden 100 K.M, ver der westelijk en uw nederige dienaar moest vol res pect, ook voor de tegenhouders, er omheen rijden. Na Donaueschingen was de pret uit! Er kwam een heer in den trein met een hoogen hoed en een het is „er- reicht" snor, die direct op de Zuidduitschers begon te schelden en zei dat hij een Pruis was. Toen hij ver nam dat ik Hollander was, begon hij verschrikkelijk op ons af te geven, noemde ons lafaards omdat we niet tegen Engeland wilden vechten en eindigde met vóór mij op den grond te spuwen. Ik werd natuurlijk hèlsch, doch hield me in en vroeg hem, waarom zoo'n dappere strijder als hij dan eigenlijk niet aan het front stond, welke vraag hem op deed vliegen en met een harden deurslag uit de coupé deed loopen! Ondertusschen was het 10.05 geworden en moest ik in Singen tot 11 uur wachten. Ik knoopte een praatje aan met den kellner en de buffetjuffrouw, beiden men schen uit Baden,-Zuid-Duitschland! Toen ik iets be stelde, gaf het meisje mij per ongeluk iets anders, waarop ik haar vroeg mij het gevraagde te geven. Z deed het direct, maar op hetzelfde oogenblik vloog er een tweebeenig dikbuikig wezen in pandjas achter de bar vandaan en begon als „ober" te schreeuwen „Sie Süddeutscher sind ja alle steumme Hunde, wes halb geben sie keine gute Waarel" Het kereltje begon mij razend te vervelen, en ik vroeg hem wat hij dan was. Hij sloeg op z'n buik en draaide z'n snor opl „leb bin Norrrddeutscherrr" schreeuwde hij heesch. „Ja, warum sind sie denn hier?" vroeg ik. „Zur veredlung der Süddeutscher!" zei hij. Toen werd ik weer woest, en zei: „Das ist Ihnen aber nicht an zu sehen!" hetgeen bij de buffetjuffrouw en den anderen kellner een bulderend lachen veroor zaakte en mij gedurende het half uur, dat ik daar nog vertoefde, in de ongenade van de „ober" deed vallen De man was intusschen de wacht gaan waarschuwen dat er een „Fremder" was, en ik 'moest mee hoor Het waren allen „Süddeutscher" en de „Feldwebel" zei: „Ihr Pass ist in Ordnung" en ik kon doorreizen. Zoo stapte ik 11 uur in het treintje naar Schaffhausen en meende reeds ongestoord te kunnen doorreizen toen op liet laatste Duitsclie station „Gottmardingen ik den trein uitmoest. Op m'n koffer stond nog „hotel Cocil Londen" en het hielp me niet of ik protes teerde, dat ik in Singen was doorgelaten, het heette „Aussjeigen und Passport vorzeigen". En daar reed m'n trein weg! Een koerier van de Deensche regeering was met mij hetzelfde lot gaan deelen en gaf den lui tenant een duchtige schrobbeering. Ik ben met hem tot Parijs doorgereisd, waar hij zijn bescheiden moest af geven. Enfin m'n overjas, jas en vest waren al uit en de inhoud van m'n koffer nauwkeurig nagezien Een boek van Bernard Shaw, „Major Barbara", onderging de volgende behandeling: Iedere bladzijde werd natge maakt en tegen het licht gehouden om te zien of er ook geheimschrift in stohd. M'n onderkleeren werden zonder eenig schaamtegevoel uit elkaar geschud en ook drie paar schoone manchetten buitgemaakt, omdat ze met zwarte- vingers tegen het licht werden gehou den. Enfin, eindelijk was de bende klaar en mocht ik met den koerier, die tot Zürich op Duitschland heeft zitten schelden, verder reizen. Om 3 uur kwamen we in Schaffhausen, waar ik eenige appels kocht, (restaura tiewagens zijn ,er niet) en 3.10 ging het verder naar Zürich. Zwitserland lag ook diep onder de sneeuw en het weer was schitterend. We gingen den Rijn over en zagen vlak bij den beroemden waterval van Schaff- Imusen, waar het water zich donkerblauw dreunend 20 Meter naar beneden siort en westwaarts stroomt om bij Bazel in een scherpe bocht in de richting naar het noorden te draaien. We hadden prettig reisgezelschap, drie Zwitsersche meisjes (ik reis altijd niet rooken) die door hun moeder naar den trein werden gebracht, en nog lang nariepen, adieu mutterrrli, en de r bér lieten rollen. We wafen om 4 uur veel te vlug in Zurich en hebben in het stationsrestaurant lekker gegeten. 5.05 wêer verder naar Pontarliers, om 9 uur kwamen we na een eenig mooie maanlichtreis in NeufcMtel. Toen ik er drie jaar geleden was, arriveerde ik er op een Zondag. Het was toen laat in den mrddag in Juli en aan de overzij van het meer gloeiden de schitterende gletschers van het Berneroberland in scharlaken zonlicht. Nu goot de maan vloeibaar zilver over de bergen, en in het stille meer weerspiegelden zich deze blanke reu zen als in staal geëtst. Maar we moeten verder, en hebben geen tijd tot mijmeren. De verbindingstrein voor Frankrijk staat al klaar. Vlug instappen is de boodschap. Bij ons heeft zich nog een Engelschman gevoegd, die met me dóórging naar London en we heb- )en pret gehad samenOnd, ndanks ons aller vermoeid- en Ik betitelde haar, als onze „trench" (loop- pret gehad samen heid 1 Onze coupé was slecht verlicht en het tochtte lekte er. graaf) Door de ruwe bergen van de Zwitsersche Jura ging iet langs breede onvruchtbare dalen en diepe ravijnen naar Pontailier. De lucht was ijskoud en er viel een dikke sneeuwbui. Om 10.30 stonden we te bibberen in de douanezaal van het station waar onze paspoorten werden geviseerd en gelukkig, om even voor 11 kondig de een gerommel de aankomst aan van de expresse Mi laan Parijs. Donderend gleed de lange trein het deine station binnen. De wagens hingen vol ijskegels en binnen leek het heerlijk warm. We zochten een coupe met ons drieën, ik wikkelde me ïjn in m'n „rug" en 11.06 gleden we door den storm gerend naar het Noorden. Ik sliep overheerlijk tot ïalfzeven toen de Engelschman me riep, en zei dat Parijs in het zicht was. Nog liepen we full speed en te midden van eén kletterenden hagelbui door een verre gend landschap, maar de veie huizen verrieden een groote stad in de nabijheid, ik had zoo vast geslapen, I dat ik de binnenkomst van drie soldaten niet had be merkt. Het wat en leuke FraastSsé jougeus eet weg naar huls mei 4 dagen verlof. Ze kwamen van het front en zagen bestoven uit, maar hunne gezichten waren ge zond bruingebrand en ze lachten en zoenden alle meis jes die ?e vanuit dm trein konden zien, met de hand natuurlijk. 7 uur Zondagmorgen Gare de Lyon Paris. We nemen afscheid van den Deen en laten ons met een taxi naar het Gare du Nord brengen. 1.30 gaat de boottrein naar Londen. Dus 6 uren in ParijsLekker wasschen en ontbijten en toen maar op stap, met de metro naar de Place de l'opéra, door de Zondagmorgen stille que de la Paix. naar de Place Vendóme. Onder weg passeerden we de beroemde modezaak van Paquin en de mooie automobiel-winkels bij de colonne Vendó me. Toen door de Rue de Castiglione naar de Jardin des Tuilleries, en plotseling stonden we voor een paar groote bruine deuren met koperen hengsels I Hötêl de Castiglione I Waar Pierre de Coulevair haar beroemde romans schreef en er eenige weken geleden stierf I Langzaam wandelden we door de Jardins naar het Louvre, zagen nog Gambettas standbeeld og Qe Place du Caroussel, en verlustigden ons in de prachtige stijl van het paleis van den zonnekoning. Het museum was gesloten, en dus slenterden we over Pont des Arts, naar de quai des grands Augustins waar we eenige uren zoekbrachten bij de stalletjes met oude boeken, munten etc. Het was 11 uur en prachtig wêer Parijs sliep nog uit en we wandelden langzaam naar 1' êle de la Cité waar de grijze Notré Dame hare gothische torens nog even schoon naar boven steekt als voor 1000 jaar. Te denken dat dergelijke kunstwerken als die van Reims vernield worden In de kerk was dienst en we boorden er heel mooi zingen. Toen het zoo twaalf uur was geworden zijn we gaan lunchen en 1.30 vielen we doodop in de kussens van het spoorrijtuig. 's-Avonds 9 uur kwamen we in Boulogne, nadat we een langzame rit door Noord- Frankrijk hadden gemaakt. De Duitschers zijn tot dichtbij hier geweest en door de Engelsch-Fransche troepen teruggedrongen. We konden over twee spoor bruggen nog niet rijden. In het begin van den oorlog waren ze opgeblazen en de herstellingen nog niet ge reed. Met een paar weken is het verkeer weer hersteld, en ik hoop maar voorgoed I Toen we in Boulogne kwamen stond er een or kaan. De lucht was vol sterren en een volle maan be lichtte de onstuimige straat van Calais. Na nauwkeu rige visitatie gingen we aan boord en om 9.30 lichtte de turbine-stoomer het anker. Hare machines werkten full speed en als een meeuw vloog de ranke kanaalboot naar het noorden. Er stond een zware Noord-Wester storm en de deining was geweldig in deze zeeëngte. Het zoeklicht van Dover scheen hèl over de onstuimige golven, en zoowel de lichten van Frankrijk als Enge land waren vóórtdurend in zicht. Onze geweldig stampende boot stoof scherp schuim- snljdend door het water en los schuim vloog rijkelijk over dek. In het maanlicht waren de zwarte dreigende torpedobooten duidelijk zichtbaar en het gezicht van die Engelsche wakers maakte ons niet ongerust of bang voor Eiuitsche onderzeeërs. In 50 minuten vloog de boot er over I Er waren na tuurlijk maar weinig passagiers, en de visitatie in Fol kestone was gauw afgeloopen. Ik vergeet deze duivel- sche snelle kanaalreis niet licht, en heb respect voor die Engelsche zeelui, die daar in den huilenden storm nacht op de kleine zwarte bootjes koelbloedig uitkijken naar de Duitsche gevaarlijke onderzeeërs. Eén uur 10 waren we in Londen. Om 2 uur zat ik in een heet bad, en om half drie sljep ik den slaap des rechtvaardigen daaruit ik om 12 uur frisch ontwaakte! Ziehier m'n vreemdste reis naar Londen die ik ooit maakte. 5. 36:20 6. 15-2* 7. 39—33 7. 47 39 8. 34: 51 Interessante ontleding. Ooede oplossingen ontvingen wij van de heeren: W. Blokdijk, G. Gloeck, P, Dekker, D, Gerling, J. Houtkooper, J. K-, G, van Nieuwkuijk te F. Qroot te Koedijk, S. Homan, Wijde D. Klay, Oudkarspel, H. E. Lantinga, J. J. Rootring en J. Smit, Petten. Oplossing bladprobleem (auteur F. Groot, Koedijk): Wit wint door: 24—19, 32—28, 31—27, 29—24, 39—33, 34 5, 5:1. SLAGZET. De volgende origineele slagzet is kort geleden in een partij uitgevoerd door den wereldkampioen Her man Hoogland Jr.: Alkmaar, Wormer, Haarlem, 5e KLASSE, 4e LIJST. Trekking van Donderdag 20 Mei 1Ü15. Prijzen van f 70.- NIETEN AAN DE DAMMERS! Met dank voor de ontvangen oplossingen van pro- >leem No. 338 (auteur Bourquin). Stand Zwart: 8, 10/15, 17, 18, 19, 22, 23. Wit: 27, 29, 31/34, 36, 37, 39, 40, 41, 48. Oplossing 1. 32—28 1. 23 21 2. 29—23 2. 18 38 3. 48—42 3. 38 47 4. 31—27 4. 22 42 5. 41-37 5. 42:31 msp Ui Zwart: 8, 9, 10, 13/20, 24. Wit: 25, 26, 27, 30, 35, 38/41, 43, 44, 45. In de Utrechtsche Courant, waaraan wij dezen 6tand ontleenen, stond daarbij 't volgende aangeteekend Zwart had als laatsten zet gespeeld 3—9. Hij is ge heel opgesloten. Wit heeft er voor gezorgd geen schijf op 33 te plaatsen, waardoor zwart gelegenheid zou krijgen uit de oplossing te geraken. Na 3—9 speelde wit echter wel 3933 en zwart greep deze gelegenheid direct aan, doch met minder prettig gevolg. Zie maar: 1. 39-33 1. 24—29? 2. 33 24 2. 20 29 3. 25—20 3. 14 34 4. 27—21 4. 16 27 5. 38—32 5. 27 49 6. 35—30 6. 34 25 7. 40—35 7. 49 40 8. 45 5! Wit had alles vooruit doorzien. Zeer fraai! UITLOKKEN VAN DEN FOUTZET Een mooi voorbeeld hiervan geeft de volgende stand: Zwart: 3, 6/9, 11/16, 18, 22, 23, 25. Wit: 26, 27, 29, 31, 32, 34/40, 42, 43, 45, 48. Wit speelt: 1. 27—21 1. 16:27 2. 32:21 2. 11—16? fout 3. 29—24 3. 16:27 4. 24—19 4. 13 24 5. 34—30 5. 25 34 39:17 6. 12:21 7. 31 II 7. 6 17 8. 3732 en wint na 2 zetten ook nog schijf 21 Ter oplossing voor deze week: Probleem 339 van I. WEISS. Wék érn 'vm mg - hm Zwart: 1, 2, 6, 12, 13, 14, 17, 24, 31, 35 en dam op 19. Wit: 21, 27, 30, 33, 36, 40, 43, 44, 45, 47, 48, 50. Oplossingen vóór of op 27 Mei bureau van dit blad ONZE DAMLECTUUR. Met bijzonder veel genoegen namen wij kennis van den inhoud der Mei-aflevering van ons Bondsorgaan, 't Is No. 2 van den zevenden jaargang. Wanneer de Redactie er steeds in slaagt zoo interessant te blijven, zal het orgaan nog vele jaren onmisbaar blijken voor damliefhebbers. Tevens alle eer aan de Redactie van de Damschool. 't Is merkwaardig, hoe zij zelfs de sterkste spelers voor haar blaadje weet te interesseeren. ADVBRTBNTIëN. IN HET in tot. 17360 en 18570 «13$ IK los 7338, 8079, 9914, 13393 i Ho». 17360 en 18570 6» f KXXX So*. 6483, 8927 en 14001 elk t elk 1400. '9, 9914, 27 en 141 5246, 6682, 7647, 33020, I5B54 en B0KW e£k f KA 114 1125 4714 T646 9808 12170 14463 16539 KS45 20243 226 2141 5191 7835 9917 12171 14733 16665 19349 20562 449 2149 5404 7912 10055 12172 14778 16673 19359 20697 453 2318 5434 8038 10104 12209 14996 16688 19398 20750 556 2568 5542 6220 10161 12404 15174 16735 19452 20777 762 2588 5747 8337 10258 12523 15320 16910 19551 20855 918 2817 5965 8483 10603 12585 15534 17026 19622 20974 1377 2981 6106 8600 10626 12649 15337 17429 19625 30980 1421 2999 6123 8740 10755 12741 15613 17677 19639 1425 3153 6466 8742 10771 12987 15957 17714 I965T 1696 3332 6531 8983 10964 13044 1607! 17727 16693 1711 3434 £634 9051 11041 13201 16077 17858 19700 1717 3661 6638 9276 1IÜ93 13349 16225 18108 19870 1723 8962 6671 9304 11225 13380 16251 18295 1992T 1745 4090 6914 9348 11504 13 2014 4212 6923 0361 11505 13 f038 4501 7287 9406 11726 1417 8089 8 73li 9023 >2095 14366 16520 18367 19984 18802 20088 1 200117 20135 6721 6726 6739 6780 6783 6793 6794 6812 6823 6848 6672 6949 6968 797 843 873 133 935 1095 1118 1126 1208 3116 1 115 315! 1254 3175 1271 3185 1272 3223 1278 3263 11.-4 3302 1418 3343 1431 3380 1433 3323 M i2 3524 2389 5280 Ïkj28 5401 3050 5413 3058 5420 3066 6484 3056 5508 3094 5643 3112 5050 8689 10385 12721 K838 17150 15385 6716 0434 12744 14962 17359 19460 8719 10459 12837 14986 17411 19464 8723 10460 12875 15064 17478 19471 8730 10405 12938 15089 17627 19485 8772 10475 12951 15117 17669 19537 &328 10501 12937 15166 17696 19543 8835 10506 13015 15237 17697 19629 8853 10537 13136 15204 17717 19648 8003 10569 1314T 15392 17747 19809 89(9 I 72 13148 15414 17782 19814 8946 1Ü758 S31W 15518 17804 19895 8969 10789 13173 15528 17832 19936 9084 10838 13174 15547 17E03 19939 61)6 10841 13352 15064 17930 19947 9137 10867 13399 15711 19005 10. 5 9181 10894 13446 15713 18093 199Ü2 9212 10927 13451 15829 18157 20021 9217 10932 13472 15841 1R240 20023 9254 10946 1.-1509 15890 1827b 2CKJ25 9269 llu38 13616 15939 18304 20O26 9303 11076 13538 15943 18327 20084 6336 11214 13578 15974 18352 '0125 9352 11224 12.LU0 H 009 183^7 20131 6307 11282 13oo5 1C018 1H429 20175 6373 11307 136>3 16030 18441 20183 6491 11421 13730 lo042 lh544 20235 6543 11524 13777 16076 18545 20299 9563 1155! 13873 16121 1855! 20351 9.->07 11555 1.1388 16149 18384 20362 0591 II 83 13000 16153 18391 20376 9638 11599 13920 16185 186.62 20M42 9074 11813 14028 16190 IS679 20451 PC82 11856 14053 lt)257 18694 20477 9735 1193H 14138 16267 18758 20502 4.828 12028 14216 16312 18763 20568 9835 12107 14217 16332 18765 20583 9854 12186 14219 16486 18896 20595 6889 12232 14239 16430 18910 20667 9951 12238 14244 16522 18939 20724 9956 12243 14263 16530 18979 20803 8129 10050 12291 14265 16532 19066 20825 8243 10095 12303 14291 16652 19122 20829 8266 10116 12310 14363 16801 19172 20836 8361 10121 12340 14446 16863 19198 20846 8475 10155 12407 14461 16930 19220 20895 8494 10214 12524 14492 16959 11.295 8495 10291 12502 14576 16984 li: 1 8640 10317 12608 14619 17025 1' 8557 10328 12632 14060 17048 1 6639 10351 12711 14706 17081 1 --713 14809 7468 7474 7489 7496 7513 7556 7579 7598 7605 7783 7792 7815 4565 6650 8655 10354 klasse Se lijst 1404 m. M0Z. 17083 19ow. ///ZZCT/j ^3 wrfrr/ T« l>evr>tKeii I>1| A. U. I»K.\ ItOKMKKI» Naoaanpleln 41, Tel. rui*.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1915 | | pagina 6