u
m
s
u
m
su
s
n
in
m
nn
Bouwterrein
408® Staatsloterij.
Damrnbriek.
81
Hf
1
B
H
1
11
B
p
Wk
H
12
68
fgg
m
Hf
gj
jg
jp
'SÈ
§1
Keken in Oorlogstijd.
a
jj§
jjf
§j
jjj
m
j§§
lp
m
jjf
ml
Nassau-Kwartier.
Lindelaan, Lam oraal straat,
Van der Meystraat, Nassauplein,
Eg/monderstraat, NassauIaan
vindt in de huizen, om in te nestelen, en z'n talrijk
kroost groot te brengen
Als dan maar niet de rat 7irh te weer stelt tegen
die onaangename maatregelen der mensehbeid, en o v.
zich aan oe gewijzigde omstandigheden aanpast
Gesteld eens, dat'hij dan méér dan tot nu toe ónder
den grond gaat nestelen en holen graven wat dén?
dan zal de mensch nog niet rusten, voor hij ook
de mogelijkheid van contact heeft onmogelijk gemaakt;
de Europeesche huizen zijn in alle gevallen voldoen
de bescherming gebleken hiertegen want nog steeds
blijft 't een gróóte uitzondering, dat Europeanen aan
pest sterven en dit feit alleen bewijst reeds (waar de
gevoeligheid en vatbaarheid wel dezelfde zal zijn)
dat 't zwaartepunt van él onze maatregelen moet val
len in: de hygiënische, streng doorgevoerde woning
verbetering!
In m'n volgende brief hoop ik u 't een en ander over
m'n ervaring wat de houding der bevolking jegens ons
en onze medische hulp betreft, mee te deelen geluk
kig apprecieert zelfs de meest verstokte Hadji niet
énkel meer onze „tablet-kinien" hier in 't land der
gróóte en ernstige ziekten leer je pas de waarde en 't
vaak onbegrijpelijk snelle succes van de Westersche me
dicijnen op prijs stellen
V. L.
[De volgende interessante beschrijving van een reis
van Amsterdam naar Londen, gedaan in Februari
toen de passagiersdienst Nederland—-Ehgeiand ge:
heel gestaakt was, is afkomstig van den schrijver,
wiens indrukken na een tocht met de „Lusitania" wij
onlangs plaatsten.
De schrijver reisde uit ons land over Duitschland
Zwitserland en Frankrijk naar Engeland.]
Dat is een raar reisje geweest, maar het mooiste is,
dat het slechts 63 uren geduurd heeft. Maar er is ge
jaagd geworden, dat verzeker ik u. Vrijdagmorgen
brachten ze me om 10.16 naar het Centraal Station
in Amsterdam en om 2.30 waren we in
Elten, waar we weer eens onderzocht moesten
worden door de Pickelhauben! Het ging daar nogal
gemoedelijk en om 3 uur zaten we eindelijk weer
het boemeltje naar Emmerik, waar we om 4 uur arri
veerden Gelukkig stond daar de dóórgaande trein
naar Wiesbaden en een kwartiertje later ging het vlug
den Rijn langs. Het weer was schitterend en ik had
een leuke reisgenoote tot Keulen. Toen we 6.30
Keulen kwamen en de industrieele Rijnstreek langs
Düsseldorf en Duisburg waren doorgereisd, waar de
oorlog, gezien de vele stilstaande fabrieken, zich ge
ducht doet voelen, ging ze den trein uit en begon het
donker te worden. Ik wikkelde me in mijn plaid en
lag tot 10.30 naar buiten te kijken. Meestal reden we
vlak langs den Rijn en hadden in den mooien mane
nacht een schitterend uitzicht. We reden langs Kö
nigswinter, de machtige vesting Ehrenbreitsteim en
kwamen in het Zevengebergte den Taunes en den Eiffe
welker hooge toppen zich aan weerszijden van den
kalm stroomenden Rijn scherp afteekenden tegen den
helderen nachtlucht. Eenige ruïnes stonden hoog en
eenzaam op de bergen, en het was zoo vredig, dat ik
het slechte brood in den restauratiewagen vergat en
aan geen oorlog dacht. 10.30 kwamen we in Wiesba
den en na een uurtje wachten ging het om half twaalf
verder naar Mainz. Overstappen was den ganschen
nacht het consignein Mannheim, Heidelberg, Karls
ruhe, en al die bommeltreintjes maakten me dood op
Boverdien was het razend koud en een fijne
sneeuwstof sneed ons op de tochtige stations het
vel bijna van 't gezicht. Ik reisde met eenige
soldaten die weer naar het front gingen en een
paar Roode Kruis-zusters, die ook overal in de
kou moesten staan. Eindelijk om kwart voor vier kwa
men we 's nachts in Offenburg, waar ik tot 5 uur
moest wachten: Ik wilde namelijk niet over Bazel rei
zen, daar de visitatie er zoo scherp is, dat er bijna
geen vreemdeling dóór komt, en wachtte tot de boe-
meltrein door het Zwarte Woud zou vertrekken. In de
wachtkamer lagen 4 soldaten op sofa's te snorken dat
het een aard was! Dit was de wacht! Ieder moest bij
het binnenkomen onderzocht worden en de officier
had een woest gezicht toen ik zoo moest lachen om
z'n nauwkeurig dóórzoeken van m'n koffer. Papieren
had ik niet bij me. Die had ik met de post naar Lon
den gestuurd.
De portier riep me om 5 uur eu na door den bijna
een meter hoogen sneeuw gebaggerd te zijn, stapte ik
in het locaaltje waarin ik 5 lange uren moest zitten
om naar het 100 kilometer verder liggende, Singen
(dat tegenover Schaffhausen ligt) te reizen. Ik sliep
vast tot zeven uur en werd verkwikt wakker. De aan
blik, dien het landschap toen bood, is er weer één die
ik nooit zal vergeten.
Het treintje was 2 uur lang naar boven geklom
men en reed nu in een diepbesneeuwd berglandschap
langs een spoorweg die een der grootste wonderen
van ingenieurskunst' is. Het Schwarzwald vertooride
zich rondom en beneden ons in al zijn schoonheid. De
lucht was helder blauw en de juist opgekomen zon
deed de droge sneeuw schitteren als zuivere diaman
ten. Van dë zich langs de bergflanken opschuivende
dennen en sparren waren ook iedere tak en naald be
sneeuwd en het frissche groen der naalden met het
blinkend sneeuwwit paarde zich aan het scherpblauw
gekleurde firmament. Mijn reisgenoot was een spoor-
moest zijn kleine cano op de golven zichtbaar ge
weest zijn en toch was de boot voorbij gestoomd en
had geen notitie van hem genomen. Een seconde lang
scheen voor zijn zenuwachtige verbeelding zulk een
geluk meer dan hij had durven hopen. Hjj hield met
roeien op, bijna met ademhalen, en liet de cano zacht
op den stroom schommelen. De stoomboot snoof en
stampte, terwijl zij haar weg dwars voor hem langs
vervolgde. Het stampen van haar machines scheen
nauwelijks luider dan het kloppen van zijn eigen hart.
Hij kan menschen op het dek zien loopen, die op hun
beurt hem hadden kunnen zien. En toch ging de boot
verder, hem ignoreerend, in stilzwijgende erkenning
van zijn recht op het meer, van zijn recht op de we
reld.
Zijn zucht van verlichting werd bijna een lach toen
hij weer begon te roeien. Het gebeurde was als een
eerste zegepraal, als een verzekering van komende ze
gepralen. Het gevoel van onveiligheid waarmee hij
zijn tocht was begonnen, maakte meer en meer plaats
voor het zelfvertrouwen, dat tot zijn normalen ge
moedstoestand had behoord. Andere kleine gebeurte
nissen versterkten dit vertrouwen. Eenmaal ging een
vroolijk gezelschap in een roeibooi zoo dicht aan hem
voorbij, dat hij het plassen van de roeispanen en het
geluid van hun stemmen kon hooren Er was voor
hem Iets wonderbaarlijks in, dat hij zich zoo dicht bij
het alledaagsche leven bevond. Het gaf hem hetzelfde
gevoel van vreugde, waarmee men in een vreemd land
zijn moedertaal hoort. Hij liet weer de riemen rusten
om onsamenhangende brokstukken van hun gesprek
ken op te vangen, totdat zij wegdreven in de stilte en
duisternis. Het zou hem gespeten hebben dat zij bui
ten het bereik van zijn gehoor kwamen, als hij het niet
zoo heerlijk had gevonden ongestoord zijn weg te
kunnen gaan.
Wordt vervolgd.
weg-ingenieur, die.me alles wat we voorbijgingen,
uitlegde. Hoeveel moeite het gekost had, deze baan
langs, over, onder, en door hei grillige berglandschap
te bouwen, hoeveel schier onoverkomelijke bezwaren
overwonnen hadden moeten worden, doch hoe feu
laatste het menschelijk vernuft had gezegevierd.
We reden langs typische Schwarzwald-huisjes en
langs de bergflanken gebouwde dorpjes, waar tamelijk
veel menschen op skis pijlsnel ons voorbijgleden. Of
schoon het vroor dat het kraakte, was de lucht heerlijk
om in te ademen, zoo ijl en licht was de atmosfeer op
dieze hoogte.
Bij Donaueschingen zagen we een klein ondiep ri
viertje, dat met de meeste drukte en beweging zijn
water naar het oosten stuwde en geruimen tijd langs
de spoorbaan ons vergezelde. Men kan zich haast niet
voorsteilen dat een dergelijk beekje de oorsprong is
van een machtige rivier als de Donau, en toch is het
hetzelfde water dat langs Ulm, Presburg, Weenen,
Boedapest, Belgrado en de IJzeren Poort in de Zwarte
Zee uitloopt. Weer ging het nu langs hooge graniet
bergen plotseling uit de lagere heuvels oprijzend. Op
hunne toppen troonden nog ruines van oude sterkten
en kasteelen, als een sprekend overblijfsel uit den
van de Hohenzollems en Hohenstauffens, die in de
middeleeuwen het gansche Zwarte Woud, door hunne
onderlinge twisten onveilig maakten. De namen dui
den nog op hunne ongenaakbare sterkte, o. a. „het
Kraaiennest", dat op een granietblok vastgemetseld is,
zóó ongenaakbaar, dat er zelfs nu nog 42 c.M. kanon
nen voor uoodig zouden zijn ecu dergelijke vesting te
veroveren. Maar die kanonnen stonden 100 K.M, ver
der westelijk en uw nederige dienaar moest vol res
pect, ook voor de tegenhouders, er omheen rijden. Na
Donaueschingen was de pret uit! Er kwam een heer
in den trein met een hoogen hoed en een het is „er-
reicht" snor, die direct op de Zuidduitschers begon
te schelden en zei dat hij een Pruis was. Toen hij ver
nam dat ik Hollander was, begon hij verschrikkelijk
op ons af te geven, noemde ons lafaards omdat we
niet tegen Engeland wilden vechten en eindigde met
vóór mij op den grond te spuwen. Ik werd natuurlijk
hèlsch, doch hield me in en vroeg hem, waarom zoo'n
dappere strijder als hij dan eigenlijk niet aan het
front stond, welke vraag hem op deed vliegen en met
een harden deurslag uit de coupé deed loopen!
Ondertusschen was het 10.05 geworden en moest ik
in Singen tot 11 uur wachten. Ik knoopte een praatje
aan met den kellner en de buffetjuffrouw, beiden men
schen uit Baden,-Zuid-Duitschland! Toen ik iets be
stelde, gaf het meisje mij per ongeluk iets anders,
waarop ik haar vroeg mij het gevraagde te geven. Z
deed het direct, maar op hetzelfde oogenblik vloog
er een tweebeenig dikbuikig wezen in pandjas achter
de bar vandaan en begon als „ober" te schreeuwen
„Sie Süddeutscher sind ja alle steumme Hunde, wes
halb geben sie keine gute Waarel"
Het kereltje begon mij razend te vervelen, en ik
vroeg hem wat hij dan was. Hij sloeg op z'n buik en
draaide z'n snor opl „leb bin Norrrddeutscherrr"
schreeuwde hij heesch. „Ja, warum sind sie denn
hier?" vroeg ik. „Zur veredlung der Süddeutscher!"
zei hij.
Toen werd ik weer woest, en zei: „Das ist Ihnen
aber nicht an zu sehen!" hetgeen bij de buffetjuffrouw
en den anderen kellner een bulderend lachen veroor
zaakte en mij gedurende het half uur, dat ik daar nog
vertoefde, in de ongenade van de „ober" deed vallen
De man was intusschen de wacht gaan waarschuwen
dat er een „Fremder" was, en ik 'moest mee hoor
Het waren allen „Süddeutscher" en de „Feldwebel"
zei: „Ihr Pass ist in Ordnung" en ik kon doorreizen.
Zoo stapte ik 11 uur in het treintje naar Schaffhausen
en meende reeds ongestoord te kunnen doorreizen
toen op liet laatste Duitsclie station „Gottmardingen
ik den trein uitmoest. Op m'n koffer stond nog „hotel
Cocil Londen" en het hielp me niet of ik protes
teerde, dat ik in Singen was doorgelaten, het heette
„Aussjeigen und Passport vorzeigen". En daar reed
m'n trein weg! Een koerier van de Deensche regeering
was met mij hetzelfde lot gaan deelen en gaf den lui
tenant een duchtige schrobbeering. Ik ben met hem tot
Parijs doorgereisd, waar hij zijn bescheiden moest af
geven. Enfin m'n overjas, jas en vest waren al uit en
de inhoud van m'n koffer nauwkeurig nagezien Een
boek van Bernard Shaw, „Major Barbara", onderging
de volgende behandeling: Iedere bladzijde werd natge
maakt en tegen het licht gehouden om te zien of er
ook geheimschrift in stohd. M'n onderkleeren werden
zonder eenig schaamtegevoel uit elkaar geschud en
ook drie paar schoone manchetten buitgemaakt, omdat
ze met zwarte- vingers tegen het licht werden gehou
den.
Enfin, eindelijk was de bende klaar en mocht ik met
den koerier, die tot Zürich op Duitschland heeft zitten
schelden, verder reizen. Om 3 uur kwamen we in
Schaffhausen, waar ik eenige appels kocht, (restaura
tiewagens zijn ,er niet) en 3.10 ging het verder naar
Zürich. Zwitserland lag ook diep onder de sneeuw
en het weer was schitterend. We gingen den Rijn over
en zagen vlak bij den beroemden waterval van Schaff-
Imusen, waar het water zich donkerblauw dreunend
20 Meter naar beneden siort en westwaarts stroomt
om bij Bazel in een scherpe bocht in de richting naar
het noorden te draaien.
We hadden prettig reisgezelschap, drie Zwitsersche
meisjes (ik reis altijd niet rooken) die door hun moeder
naar den trein werden gebracht, en nog lang nariepen,
adieu mutterrrli, en de r bér lieten rollen.
We wafen om 4 uur veel te vlug in Zurich en hebben
in het stationsrestaurant lekker gegeten. 5.05 wêer
verder naar Pontarliers, om 9 uur kwamen we na een
eenig mooie maanlichtreis in NeufcMtel. Toen ik er
drie jaar geleden was, arriveerde ik er op een Zondag.
Het was toen laat in den mrddag in Juli en aan de
overzij van het meer gloeiden de schitterende gletschers
van het Berneroberland in scharlaken zonlicht.
Nu goot de maan vloeibaar zilver over de bergen, en
in het stille meer weerspiegelden zich deze blanke reu
zen als in staal geëtst. Maar we moeten verder, en
hebben geen tijd tot mijmeren. De verbindingstrein
voor Frankrijk staat al klaar. Vlug instappen is de
boodschap. Bij ons heeft zich nog een Engelschman
gevoegd, die met me dóórging naar London en we heb-
)en pret gehad samenOnd,
ndanks ons aller vermoeid-
en
Ik betitelde haar, als onze „trench" (loop-
pret gehad samen
heid 1 Onze coupé was slecht verlicht en het tochtte
lekte er.
graaf)
Door de ruwe bergen van de Zwitsersche Jura ging
iet langs breede onvruchtbare dalen en diepe ravijnen
naar Pontailier. De lucht was ijskoud en er viel een
dikke sneeuwbui. Om 10.30 stonden we te bibberen in
de douanezaal van het station waar onze paspoorten
werden geviseerd en gelukkig, om even voor 11 kondig
de een gerommel de aankomst aan van de expresse Mi
laan Parijs. Donderend gleed de lange trein het
deine station binnen. De wagens hingen vol ijskegels
en binnen leek het heerlijk warm.
We zochten een coupe met ons drieën, ik wikkelde me
ïjn in m'n „rug" en 11.06 gleden we door den storm
gerend naar het Noorden. Ik sliep overheerlijk tot
ïalfzeven toen de Engelschman me riep, en zei dat
Parijs in het zicht was. Nog liepen we full speed en te
midden van eén kletterenden hagelbui door een verre
gend landschap, maar de veie huizen verrieden een
groote stad in de nabijheid, ik had zoo vast geslapen,
I dat ik de binnenkomst van drie soldaten niet had be
merkt. Het wat en leuke FraastSsé jougeus eet weg naar
huls mei 4 dagen verlof. Ze kwamen van het front en
zagen bestoven uit, maar hunne gezichten waren ge
zond bruingebrand en ze lachten en zoenden alle meis
jes die ?e vanuit dm trein konden zien, met de hand
natuurlijk. 7 uur Zondagmorgen Gare de Lyon Paris.
We nemen afscheid van den Deen en laten ons met een
taxi naar het Gare du Nord brengen. 1.30 gaat de
boottrein naar Londen. Dus 6 uren in ParijsLekker
wasschen en ontbijten en toen maar op stap, met de
metro naar de Place de l'opéra, door de Zondagmorgen
stille que de la Paix. naar de Place Vendóme. Onder
weg passeerden we de beroemde modezaak van Paquin
en de mooie automobiel-winkels bij de colonne Vendó
me. Toen door de Rue de Castiglione naar de Jardin
des Tuilleries, en plotseling stonden we voor een paar
groote bruine deuren met koperen hengsels I Hötêl de
Castiglione I Waar Pierre de Coulevair haar beroemde
romans schreef en er eenige weken geleden stierf I
Langzaam wandelden we door de Jardins naar het
Louvre, zagen nog Gambettas standbeeld og Qe Place
du Caroussel, en verlustigden ons in de prachtige
stijl van het paleis van den zonnekoning.
Het museum was gesloten, en dus slenterden we over
Pont des Arts, naar de quai des grands Augustins
waar we eenige uren zoekbrachten bij de stalletjes met
oude boeken, munten etc. Het was 11 uur en prachtig
wêer Parijs sliep nog uit en we wandelden langzaam
naar 1' êle de la Cité waar de grijze Notré Dame hare
gothische torens nog even schoon naar boven steekt als
voor 1000 jaar. Te denken dat dergelijke kunstwerken
als die van Reims vernield worden
In de kerk was dienst en we boorden er heel mooi
zingen. Toen het zoo twaalf uur was geworden zijn we
gaan lunchen en 1.30 vielen we doodop in de kussens
van het spoorrijtuig. 's-Avonds 9 uur kwamen we in
Boulogne, nadat we een langzame rit door Noord-
Frankrijk hadden gemaakt. De Duitschers zijn tot
dichtbij hier geweest en door de Engelsch-Fransche
troepen teruggedrongen. We konden over twee spoor
bruggen nog niet rijden. In het begin van den oorlog
waren ze opgeblazen en de herstellingen nog niet ge
reed. Met een paar weken is het verkeer weer hersteld,
en ik hoop maar voorgoed I
Toen we in Boulogne kwamen stond er een or
kaan. De lucht was vol sterren en een volle maan be
lichtte de onstuimige straat van Calais. Na nauwkeu
rige visitatie gingen we aan boord en om 9.30 lichtte
de turbine-stoomer het anker. Hare machines werkten
full speed en als een meeuw vloog de ranke kanaalboot
naar het noorden. Er stond een zware Noord-Wester
storm en de deining was geweldig in deze zeeëngte.
Het zoeklicht van Dover scheen hèl over de onstuimige
golven, en zoowel de lichten van Frankrijk als Enge
land waren vóórtdurend in zicht.
Onze geweldig stampende boot stoof scherp schuim-
snljdend door het water en los schuim vloog rijkelijk
over dek. In het maanlicht waren de zwarte dreigende
torpedobooten duidelijk zichtbaar en het gezicht van
die Engelsche wakers maakte ons niet ongerust of bang
voor Eiuitsche onderzeeërs.
In 50 minuten vloog de boot er over I Er waren na
tuurlijk maar weinig passagiers, en de visitatie in Fol
kestone was gauw afgeloopen. Ik vergeet deze duivel-
sche snelle kanaalreis niet licht, en heb respect voor
die Engelsche zeelui, die daar in den huilenden storm
nacht op de kleine zwarte bootjes koelbloedig uitkijken
naar de Duitsche gevaarlijke onderzeeërs.
Eén uur 10 waren we in Londen. Om 2 uur zat ik
in een heet bad, en om half drie sljep ik den slaap des
rechtvaardigen daaruit ik om 12 uur frisch ontwaakte!
Ziehier m'n vreemdste reis naar Londen die ik ooit
maakte.
5. 36:20 6. 15-2*
7. 39—33 7. 47 39
8. 34: 51
Interessante ontleding.
Ooede oplossingen ontvingen wij van de heeren:
W. Blokdijk, G. Gloeck, P, Dekker, D, Gerling,
J. Houtkooper, J. K-, G, van Nieuwkuijk te
F. Qroot te Koedijk, S. Homan, Wijde
D. Klay, Oudkarspel, H. E. Lantinga,
J. J. Rootring en J. Smit, Petten.
Oplossing bladprobleem (auteur F. Groot, Koedijk):
Wit wint door: 24—19, 32—28, 31—27, 29—24,
39—33, 34 5, 5:1.
SLAGZET.
De volgende origineele slagzet is kort geleden in
een partij uitgevoerd door den wereldkampioen Her
man Hoogland Jr.:
Alkmaar,
Wormer,
Haarlem,
5e KLASSE, 4e LIJST.
Trekking van Donderdag 20 Mei 1Ü15.
Prijzen van f 70.-
NIETEN
AAN DE DAMMERS!
Met dank voor de ontvangen oplossingen van pro-
>leem No. 338 (auteur Bourquin).
Stand
Zwart: 8, 10/15, 17, 18, 19, 22, 23.
Wit: 27, 29, 31/34, 36, 37, 39, 40, 41, 48.
Oplossing
1. 32—28 1. 23 21
2. 29—23 2. 18 38
3. 48—42 3. 38 47
4. 31—27 4. 22 42
5. 41-37 5. 42:31
msp
Ui
Zwart: 8, 9, 10, 13/20, 24.
Wit: 25, 26, 27, 30, 35, 38/41, 43, 44, 45.
In de Utrechtsche Courant, waaraan wij dezen 6tand
ontleenen, stond daarbij 't volgende aangeteekend
Zwart had als laatsten zet gespeeld 3—9. Hij is ge
heel opgesloten. Wit heeft er voor gezorgd geen schijf
op 33 te plaatsen, waardoor zwart gelegenheid zou
krijgen uit de oplossing te geraken. Na 3—9 speelde
wit echter wel 3933 en zwart greep deze gelegenheid
direct aan, doch met minder prettig gevolg. Zie maar:
1. 39-33 1. 24—29?
2. 33 24 2. 20 29
3. 25—20 3. 14 34
4. 27—21 4. 16 27
5. 38—32 5. 27 49
6. 35—30 6. 34 25
7. 40—35 7. 49 40
8. 45 5!
Wit had alles vooruit doorzien. Zeer fraai!
UITLOKKEN VAN DEN FOUTZET
Een mooi voorbeeld hiervan geeft de volgende
stand:
Zwart: 3, 6/9, 11/16, 18, 22, 23, 25.
Wit: 26, 27, 29, 31, 32, 34/40, 42, 43, 45, 48.
Wit speelt:
1. 27—21 1. 16:27
2. 32:21 2. 11—16? fout
3. 29—24 3. 16:27
4. 24—19 4. 13 24
5. 34—30 5. 25 34
39:17 6. 12:21
7. 31 II 7. 6 17
8. 3732 en wint na 2 zetten ook nog schijf 21
Ter oplossing voor deze week:
Probleem 339 van I. WEISS.
Wék
érn
'vm
mg
-
hm
Zwart: 1, 2, 6, 12, 13, 14, 17, 24, 31, 35 en dam op
19.
Wit: 21, 27, 30, 33, 36, 40, 43, 44, 45, 47, 48, 50.
Oplossingen vóór of op 27 Mei bureau van dit blad
ONZE DAMLECTUUR.
Met bijzonder veel genoegen namen wij kennis van
den inhoud der Mei-aflevering van ons Bondsorgaan,
't Is No. 2 van den zevenden jaargang. Wanneer de
Redactie er steeds in slaagt zoo interessant te blijven,
zal het orgaan nog vele jaren onmisbaar blijken voor
damliefhebbers.
Tevens alle eer aan de Redactie van de Damschool.
't Is merkwaardig, hoe zij zelfs de sterkste spelers voor
haar blaadje weet te interesseeren.
ADVBRTBNTIëN.
IN HET
in
tot. 17360 en 18570 «13$ IK
los 7338, 8079, 9914, 13393 i
Ho». 17360 en 18570 6» f KXXX
So*. 6483, 8927 en 14001 elk t
elk 1400.
'9, 9914,
27 en 141
5246, 6682, 7647, 33020, I5B54 en B0KW e£k f KA
114 1125 4714 T646 9808 12170 14463 16539 KS45 20243
226 2141 5191 7835 9917 12171 14733 16665 19349 20562
449 2149 5404 7912 10055 12172 14778 16673 19359 20697
453 2318 5434 8038 10104 12209 14996 16688 19398 20750
556 2568 5542 6220 10161 12404 15174 16735 19452 20777
762 2588 5747 8337 10258 12523 15320 16910 19551 20855
918 2817 5965 8483 10603 12585 15534 17026 19622 20974
1377 2981 6106 8600 10626 12649 15337 17429 19625 30980
1421 2999 6123 8740 10755 12741 15613 17677 19639
1425 3153 6466 8742 10771 12987 15957 17714 I965T
1696 3332 6531 8983 10964 13044 1607! 17727 16693
1711 3434 £634 9051 11041 13201 16077 17858 19700
1717 3661 6638 9276 1IÜ93 13349 16225 18108 19870
1723 8962 6671 9304 11225 13380 16251 18295 1992T
1745 4090 6914 9348 11504 13
2014 4212 6923 0361 11505 13
f038 4501 7287 9406 11726 1417
8089 8 73li 9023 >2095 14366 16520
18367 19984
18802 20088
1 200117
20135
6721
6726
6739
6780
6783
6793
6794
6812
6823
6848
6672
6949
6968
797
843
873
133
935
1095
1118
1126
1208 3116
1 115 315!
1254 3175
1271 3185
1272 3223
1278 3263
11.-4 3302
1418 3343
1431 3380
1433 3323
M i2 3524
2389 5280
Ïkj28 5401
3050 5413
3058 5420
3066 6484
3056 5508
3094 5643
3112 5050
8689 10385 12721 K838 17150 15385
6716 0434 12744 14962 17359 19460
8719 10459 12837 14986 17411 19464
8723 10460 12875 15064 17478 19471
8730 10405 12938 15089 17627 19485
8772 10475 12951 15117 17669 19537
&328 10501 12937 15166 17696 19543
8835 10506 13015 15237 17697 19629
8853 10537 13136 15204 17717 19648
8003 10569 1314T 15392 17747 19809
89(9 I 72 13148 15414 17782 19814
8946 1Ü758 S31W 15518 17804 19895
8969 10789 13173 15528 17832 19936
9084 10838 13174 15547 17E03 19939
61)6 10841 13352 15064 17930 19947
9137 10867 13399 15711 19005 10. 5
9181 10894 13446 15713 18093 199Ü2
9212 10927 13451 15829 18157 20021
9217 10932 13472 15841 1R240 20023
9254 10946 1.-1509 15890 1827b 2CKJ25
9269 llu38 13616 15939 18304 20O26
9303 11076 13538 15943 18327 20084
6336 11214 13578 15974 18352 '0125
9352 11224 12.LU0 H 009 183^7 20131
6307 11282 13oo5 1C018 1H429 20175
6373 11307 136>3 16030 18441 20183
6491 11421 13730 lo042 lh544 20235
6543 11524 13777 16076 18545 20299
9563 1155! 13873 16121 1855! 20351
9.->07 11555 1.1388 16149 18384 20362
0591 II 83 13000 16153 18391 20376
9638 11599 13920 16185 186.62 20M42
9074 11813 14028 16190 IS679 20451
PC82 11856 14053 lt)257 18694 20477
9735 1193H 14138 16267 18758 20502
4.828 12028 14216 16312 18763 20568
9835 12107 14217 16332 18765 20583
9854 12186 14219 16486 18896 20595
6889 12232 14239 16430 18910 20667
9951 12238 14244 16522 18939 20724
9956 12243 14263 16530 18979 20803
8129 10050 12291 14265 16532 19066 20825
8243 10095 12303 14291 16652 19122 20829
8266 10116 12310 14363 16801 19172 20836
8361 10121 12340 14446 16863 19198 20846
8475 10155 12407 14461 16930 19220 20895
8494 10214 12524 14492 16959 11.295
8495 10291 12502 14576 16984 li: 1
8640 10317 12608 14619 17025 1'
8557 10328 12632 14060 17048 1
6639 10351 12711 14706 17081 1
--713 14809
7468
7474
7489
7496
7513
7556
7579
7598
7605
7783
7792
7815
4565 6650 8655 10354
klasse Se lijst 1404 m. M0Z.
17083 19ow.
///ZZCT/j
^3
wrfrr/
T« l>evr>tKeii I>1| A. U. I»K.\ ItOKMKKI»
Naoaanpleln 41, Tel. rui*.