DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN,
o O o ar 1 o ggr.
Italië en OoMlk-Hongariie.
Van M oostelijk oorlogstorroin.
Van liet westeliik oerlogsteirein.
- Bil fel
No, 121
Honderd
en zev entiende Jaargang,
1915
Abosn^flatspitls pt Süméü I0JI, Sr. p, ps?t ft—AiMtesflgprijs II cl p» repl froste letten m p!»atera!®fe Brieves fr. H. V Beek- en Haadelsdrokkerïi yJl Effife. COSTER ZOON. feenlo» £9, Telefoon?. l
DÖIDEBDAG
27 MEI
si
■3;
ALKMAAR, 27 Mei.
Forcella, Montozzo, Tonale, Ponte-Coffaro,
Guidicaria, Ferrara, Montebaldo, Monte Como, Mon
te Foppiano, Pasublio, Monte Boffelani
Dit is nog maar een deel der opsomming van het
eerste Italiaansche communiqué over de krijgsverrich
tingen te land.
Waar moet dat heen, waar moet dat heen!
Eerlijk gezegd we hebben tegen het meedoen van
Italië aan den oorlog opgezien. Niet om redenen van
politieken of militairen aard, maar uit aardrijkskundi
ge overwegingen. Wij hebben van onze jeugd af aan
op zeer gespannen voet gestaan met de plaatsnamen
van Italië in het algemeen en met de namen der ge
bergten, bergen en passen der Alpen in het bijzonder.
En wi; vreezen met grooten vreeze, dat de verhouding
thans weinig beter zal worden. Wij zijn in de negen
maanden van oorlogvoeren op den steenweg van Ype-
ren naar Dixmuiden thuis geraakt als op den straatweg
van Alkmaar naar Haarlem, in Noord-Frankrijk ken
nen we de plaatsen evengoed, zoo niet beter, als van
Hollands Noorderkwartier, op de kaart van Galicië
verdwalen we niet zoo gauw als in de duinstreek tus-
schen Bergen en Schoor!, de frontlijn in Polen zien
we vóór ons als den Langendijk en de Dardanellen
kunnen we minstens evengoed teekenen als het afge
sneden Kanaalvak. Maar Italië! Maar de Alpen!
Daar zien we werkelijk tegenop als tegen bergen!
We vermoeden, dat het den meesten onzer lezers
ook zoo zal gaan. En in elk geval meenen we goed te
doen, met den Italiaansch-Oostenrijkschen oorlog
maar een klein beetje van den breeden kant te behan
delen, niet al te veel lastige, onvindbare plaatsnamen
te vermelden, doch de operaties in groote trekken aan
te duiden aan de hand van gegevens, welke op den
eersten den besten schoolatlas voorkomen.
En dan kunnen we vooropstellen, dat er nu reeds
gevochten wordt langs de geheele Italiaansch-Zwit-
sersche grens.
Met reuzenschreden over de gevechtsterreinen langs
de frontlinies wandelend, beginnen wij aan de Noord
zee bij Nieuwpoort, Door België en Noord-OostFrank-
rijk, den Elzas heen, komen we aan de Zwitsersche
grens. Zwitserland vormt een kleine oase in de oor
logswoestijn, maar de linie begint weer bij de Zwitser-
sche-Oostenrijksche-Italiaansche grens, loopt tot de
Adriatische zee, begint aan de overzij daarvan weer in
Montenegro, gaat door Servië, stoot op zuidelijk Roe
menië, maar begint spoedig bij het noordelijk deel van
dit nog onzijdige gebied in de Boekowina, en zij
zet zich voort door Galicië, Polen, Kurland, om te
eindigen aan de Oostzee, bij de haven Libau.
Het is goed zich af en toe nog eens den omvang van
dezen oorlog voor oogen te stellen. Het blijkt echter
niet alleen uit de frontlijn, maar ook uit de cijfers der
oorlogvoerende bevolkingen. Men berekent, dat de
aarde bewoond is door 1560 millioen zielen; welnu,
in totaal zijn er thans 888 millioen, dus honderd mil
lioen meer dan de helft, met elkaar in oorlog! Van die
888 millioen staan er 748 aan de zijde der verbondenen
en 140 aan die van Duitschland en Oostenrijk. Natuur
lijk valt er op deze cijfers af te dingen (bijv. niet de ge
heele bevolking van Qroot-Brittanje neemt deel aan
dm oorlog en voor japan is 72 millioen een veel te
groote waardeering van zijn aandeel), doch eenig
denkbeeld van den omvang van dezen oorlog en de
verhouding der beide partijen, welke overigens na
tuurlijk geenszins evenredig is met de verhouding van
beide strijdkrachten, geven millioenen-getallen
wel.
„De wonderbaarlijke verdeeling onzer krachten, die
het mogelijk maakt tegelijkertijd in het Westen sierk
verdedigend, in het Noorden zegerijk strijdend, in het
Zuid-Oosten onweerstaanbaar vervolgend op te tre
den en in het Zuiden geducht klaar te zijn zulk een
organisatie en dispositie zou het ernstige, gegroefde
gelaat van v. Moltke tot een lachje geplooid hebben",
aldus de militaire medewerker van het Tageblatt, ma
joor Moraht, die voorts o. m. schrijft:
„Het voorspel in het Zuiden is begonnen.
„Ernstig en verbitterd zal de strijd op het zuidelijk
gevechtsterrein worden. Ook daar zal het niet met
vliegend vaandel ter overwinning gaan en goede be
richten zullen door slechte worden afgewisseld. Maar
het vertrouwm behoeft daarom niet te wankelen bij
legers en volkeren, die de zwaarste vuurproef reeds
hebben doorstaan."
Het voorspel is begonnen. De Italianen, die een
schoone mobilisatie-gelegenheid hebben gehad en
reeds voldoende troepen aan de grens geconcentreerd
hadden, zijn onmiddellijk tot het offensief overgegaan,
hebben in de omgeving van het Garda-meer, even over
de grens in Trentino, verschillende plaatsen en pas
sen bezet, verder Oostelijk grens-overgangen ver-
meesterd en zijn in het Oosten in de streek van Triest
opgerukt naar de rivier de Isonzo, welke rivier zelf
als de verdedigingslijn der Oostenrijkers dient te wor
den beschouwd en welke vermoedelijk dezelfde rol zal
vervullen als de Mame, de Aisne, de Oise, de Ijzer, de
Weichsel, de Pilitza, de Bsoera, de San, de Dnjestr
en andere rivieren op andere oorlogstooneelen, waar
bij echter moet worden opgemerkt, dat in de Golf van
Venetië de vloten zoowel tot bestoking als tot flank
dekking kunnen optreden.
Uit dit voorspel, waarin Oostenrijk blijkbaar nog
heel weinig tegenstand heeft geboden, krijgt men den
indruk, dat het oude woord, volgens hetwelk oorlog is
de voortzetting van de politiek met andere middelen,
door Italië wordt in acht genomen. In de eerste plaats
toch is het object van de Italiaansche politici geweest
Trentino en Triëst te vermeesteren welnu de Itali
aansche opperbevelhebber tracht thans ditzelfde doel
met de wapens te bereiken.
Berichten over de concentratie deden reeds ver
moeden, dat de Italianen hun troepenmacht vooral te
gen deze beide gebieden samentrokken en Oostenrijk
is stellig wel bedacht geweest op een Italiaanschen
inval in het land van Trentino en Triëst. Deze inval
is thans begonnen, de eerste gevechten zijn geleverd,
maar men heeft geleerd, dat hierop geen peil voor het
geen zal volgen is te trekken. Wanneer uit deze voor-
loopige gevechten een conclusie is te halen, dan moet
het deze zijn, dat de Italiaansche opperbevelhebber ini
tiatief aan den dag heeft gelegd. Opperbevelhebber is
de 65-jarige generaal Cadoma, terwijl Koning Victor
Emanuël het opperste bevel over de strijdkrachten te
land en ter zee heeft aanvaard en naar het front ver
trokken is.
In Galicië blijft de hervatte strijd gunstig verloopen
voor de Duitschers en Oostenrijkers. Berichtten deze
gisteren, dat ze ten noorden van Przemysl „naar den
San" voortrukten, thans melden zij, dat, nadat eerst
een bruggenhoofd stormenderhand was veroverd, de
overgang over den San is geforceerd. Langzaam
gaan zij voorwaarts en hoewei de Russen hun stellin
gen met beton versterkt hebben, wordt de Btad Prze
mysl, in een steeds meer gesloten en nauwer worden
den ring beklemd. Door het Duitsche hoofdkwartier is
een uitvoerig overzicht van den strijd gegeven, waaruit
blijkt, dat in 14 dagen tijds het Duitsche leger van ge
neraal Mackensen een terrein van 100 K.M. in lucht-
linie gewonnen heeft, dat het grootste succes 17 Mei
werd behaald, in tegenwoordigheid van Keizer Wil
helm, per auto aangekomen, en dat er in het geheel
door de Russen van andere oorlogstooneelen zeven le
gerkorpsen (klein 300.000 man) hier ingezet waren.
Hoe men op het Westelijk oorlogstooneel ook van
beton gebruik maakt, leert een correspondentie van de
Times uit de buurt van La Bassée, waar de verbonde
nen door het nemen van loopgraven, een bocht uit de
frontlinie hebben weggenomen.
„Die loopgraven, welke door ons artillerie-vuur
vernield waren, waren prachtig in beton uitgevoerd.
Zij waren voorzien van electrisch licht en waaiers om
de lucht te ververschen, en het water werd wegge
pompt door een machine, die ook door den electri-
schen stroom gedreven werd. De noodige kracht werd
verkregen uit kolenmijnen in het district La Bassée. In
een loopgraaf profiteerden onze manschappen eenige
uren lang van het electrische licht, maar later verbrak
de vijand de verbinding en werd de stroom afgesneden.
De meeste loopgraven waren met machine-geweren
vóórzien, die op een cementen onderlaag in beton-
kazematten waren ondergebracht."
Ia een communiqué van veldmaarschalk French
wordt meegedeeld, dat ten noorden van La Bassée de
Duitsche linie sinds 16 Mei over meer dan drie mijlen
teruggebogen is en dat er een frontlinie van 3200 En-
gelsehe el veroverd is, terwijl op de rest van dit front
de eerste en tweede loopgraven-linies in Engelsch be
zit zijn en er 8 officieren en 777 man gevangen geno
men werden. Het Fransche communiqué deelt mede,
dat wanhopige Duitsche pogingen om ten noorden
van Atrecht hun stellingen te heroveren, mislukten.
Een Duitsche vliegmachine, die in de richting van
Parijs vloog, werd teruggedreven door de Parijsche
luchtvaart en bij Soissons naar beneden geschoten.
Beide aviateurs werden gedood.
Weer is de Britsche marine aan de Dardanellen een
schip kwijt geraakt. De Turksche marine meldt, dat de
„Majestic" hedenmorgen vroeg bij Sed-ul-Bahr in den
grond geboord is. De „Majestic" is echter geen pant
serkruiser, gelijk opgegeven wordt, maar het oudste
type slagschip van de Britsche vioot. Deze prae-Dread-
nought kwam in 1895 gereed, mat 15150 ton, liep
17,5 knoop en was bemand met 757 koppen. Zij ging
niet dadelijk naar de Dardanellen, maar werd later na
gezonden. Inmiddels is het verlies van de „Triumf"
door de Britsche admiraliteit erkend, onder mededee-
ling, dat de bemanning voor het grootste deel gered
werd.
Aan de zuidelijke punt van Ierland heeft een Duit
sche onderzeeër bij prachtig helder weer, naar uit
Londen wordt gemeld, de duidelijk herkenbare Ameri-
lcaansche stoomboot „Nebraska" (metend 4400 ton en
thuishoorend te Nieuw-York) getorpilleerd. En dat
midden in de Amerikaansch-Duitsche besprekingen!
De Italiaansche regeering heeft de blokkade afgekon
digd van de Oostenrijksche en Albaneesche kust.
DE KRIJGSVERRICHTINGEN
AAN DE GRENZEN.
Een Italiaansch communiqué zegt: In Tyrol en
Trentino namen op 24 dezer onze troepen bijna overal
het offensief en bezetten de punten Fonilla, Montozzo,
Tonale en Ponte Coffaro, in Val Guidicaria ten noor
den van Terrara en Montebaldo. Voorts Pa'subio,
Monte Boffelani aan het einde van het Agnodal en
Leagra. Ook de hoog-passen naar de Drentavallei.
Wij namen vele gevangenen. In Cadoze bezetten wij
alle grenspassen. De vijandelijke artillerie opende
met gemiddeld kaliber 't vuur op .de Misurina, doch
zonder resultaten. Aan het Camiafront veroverden wij
door een bajonet-aanval den toegang naar het Infer
no-dal aan het uiteinde van het Deganodal. Bij Friuli
aan de Isonzo vervolgden wij den 25sten met succes
ons offensief bij Caporetto en verdeelden onze troepen
over de hoogten die wij veroverd hadden tusschen In-
drio en Isonzo. Een licht artillerievuur van Santa
Maria en Santa Lucia ten zuidwesten vain Tolmino
werd door de Oostenrijkers geopend tegen de hoogsten
tusschen Indrio en Isonzo, maar zonder resultaten.
Aan de beneden Isonzo vervolgden wij ook offensief
om die rivierlinie te bezetten. De vijand trekt zich
terug, alle bruggen verwoestende en hindernissen ver
brandende. Onze vliegers beschoten de electriciteits-
werken en het station'te Monfalcone.
Het Oostenrijksche communiqué meldde gisteren:
Een vijandelijke afdeeling is Condini binnengerukt.
Aan den Padonpas vluchtten de Italianen, zoodra
er geschoten werd.
Aan die Karinthische grens sloegen onze troepen
verscheiden aanvallen der Italianen met belangrijke
verliezen van dezen af ten westen van Plöcken. De
vijand vluchtte met achterlating van wapens. Aan
het grensgebied aan de kust hebben tot dusverre üog
geen gevechten plaats gehad.
DE HONGAARSCHE KAMER.
In het Hongaarsdie Huis van Afgevaardigden ver
klaarde minister-president Tisza, dat Italië Oostenrijk-
Hongarije er van had beschuldigd, dat het evenwicht
in den Balkan was geschokt. Verder had de Italiaan
sche minister-president verklaard, dat Oostenrijk de
invloedssferen in den Balkan had gewijzigd. Ten derde
werd de monarchie beschuldigd het verdrag te hebben
geschonden, omdat zij heeft nagelaten, inzake de Ser
vische kwestie, zich met Italië te verstaan.
Daarentegen verklaarde graaf Tisza, dat Italië meer
malen verklaard had, een trouwe bondgenoot te zijn,
terwijl tot in den allerlaatsten tijd geen enkel Itali
aansch staatsman had beweerd, dat de monarchie,
door geen overleg te plegen met Italië, het verdrag
had geschonden.
Verder verklaarde de minister-president, dat Oos-
tenrijk-Hongarije Italië's. tegenvoorstellen niet kon aan
nemen. „De monarchie zal echter thans de geheele we
reld verrassen door de kracht van haar actie, haar
eenheid en mannelijke vastberadenheid", zoo eindigde
graaf Tisza zijn luid toegejuichte rede. „De Hongaar-
sche natie, zal, samen met de andere volken van de
monarchie dezen strijd aanvaarden, met onzen machti
gen bondgenoot en met wederzijdsch vertrouwen voe
ren tot den laatsten ademtocht tegen alle duivels der
hel en het noodlot de overwinning afdwingen.
Het lid van de onafhankelijkheidspartij Aponig ver
klaarde, dat Italië's geniepige aanval beantwoord
moest worden. Hij zei echter, dat zijn partij zich het
recht van critiek op het optreden der regeering voor-
ZWITSERLAND'S NEUTRALITEIT.
De Duitsche en Oostenrijksch-Hongaarsche regee
ringen hebben, evenals de regeering van Italië, ver-
klaard, Zwitserland's neutraliteit te zullen blijven eer
biedigen.
DE STRIJD AAN HET OOSTELIJK FRONT.
Het Duitsdie hoofdkwartier meldde gisterenEenige
zwakke nachtelijke aanvallen werden aan het oostelijk
front afgeslagen. In Galicië maakt de aanval van ge
neraal Mackensen goede vorderingen. Ten zuidoosten
van Radymno is het plaatsje Swiek na heftigen strijd
genomen. Ten oosten van Radymno werd nadat de
Oostenrijksche troepen een bruggenhoofd ten westen
van de San in stonn had vermeesterd, ook de overgang
van de San geforceerd. Verder noordelijk bereikten
onze troepen na strij d de streek ten oosten van Lazy en
Laszki en de linie Korzenica—Zapalof. Het aantal
gevangenen stijgt, de buit neemt toe.
Het Oostenrijksch legerbericht meldde gisteren: De
slag bij Przemysl duurt voort. Het leger van generaal
Mackensen dringt, al aanvallend, op beide zijden van
de San met succes in zuidoostelijke richting voort. De
overgang' over de San ten oosten van Radymno is ge
forceerd.
Het Oostenrijksch-Hongaarsehe zesde legercorps
nam stormenderhand het bruggehoofd bij Zaggrody.
Ten oosten van deze stad en ten zuiden en ten zuidoos
ten van Przemysl zijn onze legers bezig met een aan
val op de sterke, gedeeltelijk gebetonneerde stellingen
der Russen. Het aantal der in de twee laatste dagen
gemaakte krijgsgevangenen is tot 25.000 gestegen.
Bovendien zijn tot gisteravond buitgemaakt: 54 lichte
en 10 zware kanonnen, 64 machine-geweren en veer
tien munitiewagens.
Ten zuiden van de Dn jester en in Russisch Polen is
de algameene toestand onveranderd. Bij het gevecht
ten noorden van de Weichsel werden 998 Russen
krijgsgevangen gemaakt.
DE STRIJD IN BELGIë EN NOORD-FRANKRIJK.
Het Fransche middag-communiqué meldde gisteren:
Het succes ten noordwesten van Angres werd door
de Engelschen behaald.
Ten westen van dén weg Aix-Noulette-Souchez won
nen de Franschen aanzienlijk terrein in een ravijn bij
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK
MAAR brengen hierbij ter algemeene kennis, dat op
Vrijdag 28 Mei a.s.,
des voormiddags te HALF TIEN URE,
andermaal bij wijze van proef afslag zal plaats
hebben vaa TEBSCHE BAKSCHOL op de Stee-
nenbrug.
Burgemeester en Wethouders van Alkmaar,
G. RIPPING, Voorzitter.
DONATH, Secretaris.
Alkmaar, 26 Mei 1915.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK
MAAR noodigen degenen, die de aangevraagde brood-
en meelkaarten nog niet ter Gemeente Secretarie
hebben afgehaald, uit daaraan tlians zoo spoe
dig mogelijk gevolg te geven.
De gelegenheid tot het ontvangen van bedoelde
kaarten voor hen, die van hun verlangen nog niet
deden blijken, blijft dagelijks opengesteld ter Ge
meente Secretarie, van 's voormiddags 9 tot 's na
middags 2 uur.
Alkmaar, 26 Mei 1915.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. RIPPING, Voorzitter.
DONATH, Secretaris.
Buval, waar de Duitsche artillerie hen tot dusverre
had tegengehouden en waar de verdediging buitenge
woon krachtig was ingericht.
De Franschen wonnen eenig terrein ten zuidwesten
van Souchez en bij CarleuL De Duitschers leden in
den hevigen strijd zware verliezen.
Allerhevigst werd gevochten in den avond van 25
Mei en den nacht van 25 op 26 Mei.
De Fransche troepen toonden groote dapperheid en
volharding en behielden het veroverde terrein. De
Duitschers deden tegenaanvallen tegen het door den
vijand veroverde werk bij Augres en verdubbelden hun
pogingen om het te heroveren. Niettegenstaande het
geweldige bombardement waaraan de Franschen bloot
stonden, wisten zij toch de geheele stelling te behou
den.
De Franschen bezetten op het einde van den dag'
bijna geheel Buval, waar zij 's middags vasten voet
hadden gekregen; zij handhaafden zich onder een he
vig vuur en wisten tevens terrein te winnen op de
hoogte ten noordoosten van Lorette en veroverden een
Duitsche loopgraaf ten noorden van Souchez.
Bij Soissons en Reims werd een vrij levendig artil-
leliegevecht geleverd.
In den loop van den 25sten waren de Fransche vlie
gers op het geheele front zeer actief; herhaaldelijk
wierpen zij met succes bommen. In het geheel wierpen
zij 230 projectielen, waarvan 82 van zwaar kaliber tot
een gewicht van tien kilo. De uitwerking op verschil
lende plaatsen worden vastgesteld, en in het bijzon
der in het Duitsche vliegkamp bij Hervilly ten zuid
oosten van Roesselaere, waar een loods en een vlieg
machine werden vernield. Vier bommen werden ge
worpen op het station Douai; brand werd geconsta
teerd in de nabijheid van het goederenstation.
Het Duitsche hoofdkwartier rapporteerde gisteren:
Eén vijandelijke nachtaanval tegen onze nieuwge-
wonnen stellingen ten westen van het meertje Belle-
waarde werd gemakkelijk afgeslagen. Het aantal op
de Engelschen vermeesterde mitrailleurs steeg tot tifen.
Ten noordoosten van Givenchy gelukte het Britsche
kleurlingen gisteravond een vooruitspringend deel
van onze voorste loopgraven te veroveren.
Verder zuidelijk tusschen Liévin en de Lorettehoog-
te werd des namiddags door de Franschen in dichte
massa's een aanval ingezet, die volkomen mislukte.
Ten noorden en ten zuiden van den straatweg Sou
chezBéthune gelukte het den vijand aanvankelijk in
onze loopgraven binnen te dringen. Nachtelijke tegen
aanvallen echter brachten ons weder in het volle bezit
van onze stelling. Honderd Franschen bleven als ge
vangenen in onze handen.
Ook ten zuiden van Souchez mislukten vaak herhaal
de sterke aanvallen, die door blanke en gekleurde
Fransche troepen tegen onze stellingen werden onder
nomen, dicht voor de draadversperringen. De vijand
leed overal zeer zware verliezen.
Bij de gevechten aan de Lorettehoogte onderscheid
de zich vooral een Silesisch infanterie-regiment.
Een vijandelijke offensieve beweging in het oostelijl
deel van het Le Prêtrebosch werd gemakkelijk afgesla
Ten zuiden van Lens schoten onze vliegers een vij
andelijk vliegtuig neer.
KORTE BERICHTEN.
De Manchester Guardian verneemt uit Rome,
dat d'Annunzio zich bij den minister van Marinq als
vrijwilliger bij de Adriatische vloot heeft opgegeven.
In Frankrijk constateert men een voortdurenden
achteruitgang van de werkloosheid, die sinds den
winter met vijftig procent is gedaald. Slechts de luxe-
industrieën zooals tapijtweverij, lijden werkelijk zwaar
onder de werkloosheid.
Uit Lissabon wordt gemeld, dat de onlusten in
Portugal opnieuw uitgebroken zijn. In de meeste ste
den treden gewapende benden op. De Spaansche
kruiser „Espana" blijft te Lissabon, tot de toestand
weer normaal is. In den tijd van den 14en tot den
16en Mei zijn meer dan 500 personen gedood.
De Duitsch Geheimrat Kraus is aan het ziekbed
van den kaning van Griekenland geroepen, en is naar
Athene afgereisd. Ook de professoren Eiseisherger
uit Weenen en Bur uit Berlijn, zijn aan het ziekbed
van den koning ontboden.
De Italiaansche gezant, prins von Biilow is gis-
COURANT
asa-s
JjgJj j0 lid,