DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN Italië en WinjMoipije. Van hat oostelijk oorlogstorroin, Van liet westelijk oorlogsterrein. Van het zoldelii rvan ei mei No, 124 Honderd en zeventiende Jaargang. 1915 a m m m MAANDAG O 1 o Openbare Vergadering Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en Feestdagen, uitgegeven, Abonnementsprijs per 3 maanden mm Alkmaar f 0,80; franco door het gehede RRk I L Afzonderlijke nummers 3 Cents. Tekfosimummer 3. Prijs der gewone Advertentiën: Per regel f0,10. Bij groote contracten rabat. Qroote letters naar plaatsruimte, Brieven franco aan de N. V. Boek- en HandiJtedrak^^f v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C CL DUITSCHLAND. NEDERLAND. LJL_J ALKMAAR, 31 Mei. Tien maanden duurt morgen de oorlog en niemand kan zeggen, wanneer het einde er zal zijn en hoe het zal zijn. Tom in Augustus de vijandelijkheden werden ge opend, zei menigeen: „die oorlog kan niet lang duren, laat het eens een paar maanden kunnen aanhouden, maar dan is het ook uit." Vijf maal een paar maanden duurt nu de oorlog en uit is het nog lang niet. Van een beslissing op ook maar één der oorlogsterreinen is in de naaste toekomst geen sprake. Inmiddels breidt de oorlog zich steeds verder uit. Ziet men een kaart van Europa, waarop de oorlogvoe rende partijen zijn aangegeven, dan blijkt, dat och zulke kleine vlekjes de gebieden voorstellen, welke nog niet in den krijg zijn betrokken. En een Engelsche kaart leert, dat de verbonden mogendheden de zeeën beheerschen van de Noordzee tot aan de Indische Oceaan. De Britsche vloot neemt alleen de Noordzee en de Arabische Zee voor haar rekening, de Russische vloot zorgt voor de Oostzee, de Zwarte Zee en de Kas pische Zee en de Engelsche, Fransche en Italiaansche vloten beschermen de Middellandsche Zee. Nu is deze beheersching wel betrekkelijk, maar uit de kaart blijkt dan toch duidelijk, hoe sterk de verbondenen op het water zijn tegenover de andere partij, welke haar kracht meer te land moet ontwikkelen. In vergelijking met wat in het Oosten gebeurt, zijn de krijgsverrichtingen op het Westelijk oorlogsterrein, hoe fel ook op verscheidene plaatsen, voor het oogen- blik van ondergeschikt belang. Wij mogen dan ook volstaan met te vermelden, dat de bondgenooten hier en daar kleine voordeelen weten te behalen, hetgeen o. a. tot uitdrukking komt door de verovering van hel dorp Ablain, ten Zuid-Westen van den Loretie-heuvel, en dat de Duitschers blijkbaar zwaar werk hebben om hun posities over het geheel te behouden en niet in staat zijn verloren gegane stellingen te heroveren. Een Fransche, zorgvuldig voorbereide, aanval aan den Ijzer schijnt, evenals één bij Atrecht, en één in het Priesterwoud, mislukt. Op het Zuidelijk oorlogstooneel is men nog in het stadium der voorhoede-gevechten, welke nog niet van emstigen aard zijn. Van het grootste belang daarentegen is hetgeen op het Oostelijk oorlogsterrein, met name in Galicië, plaats vindt. De Russen hebben hun bij Sieniawa be haald succes ten noorden van Przemysl aan de rivier de San kunnen voortzetten en treden thans ook aan de rivier de Stryj aanvallend op. Het is te begrijpen, dat in het Russische communiqué er de nadruk op wordt gelegd, dat de troepen den vijand het offensief hebben willen ontrukken. De Duitschers en Oostenrijkers heb ben alles gedaan om de stad Przemysl, een belangrijk steunpunt der Russen, te omsingelen en door het Rus sische front tea noorden daarvan heen te breken. Over cku San werden bijv. volgens een Russisch relaas, 15 bruggen gelegd, ten einde de troepen te kunnen ver plaatsen ea met een groote legermacht werd een door braakpoging op groote schaal gedaan. De Loebac- zowska, een rivier, die zuidelijk van Sieniawa in den San stroomt, werd het tooneel van een geduchten strijd, die in het voordeel der Russen is verloopen. Zelfs pogen de Russen thans weer over den San te ko men. Kunnen zij hier grooten druk blijven uitoefenen, dan zal het met de Duitsch-Oostenrijksche omsinge lingspogingen van het reeds uit het zuiden bedreigde Przemysl weldra gedaan zijn en hebben zij zich uit een netelige positie uitnemend gered. Een aanwijzing, dat de Russen thans een goede kans hebben, vindt men in het Russische communiqué, volgens hetwelk de Duitschers in, het zuid-oosten van Przemysl, bij de z.g. Dnjester-moerassen, bij een aanval de Russische draad versperringen bereikten, maar tengevolge van hun groote verliezen zich daar niet konden handhaven, zoodat ze zich weer moesten terugtrekken op hun ei gen stellingen. Wij hebben er voortdurend op gewe zen, dat hier enorme troepen-massa's worden ingezet Blijken, thans de Russen de sterkeren te zijn gewor den, door van elders ontleende strijdkrachten en blij ken de Duitschers en Oostenrijkers thans door uitpuj- tingen de zwakkeren, dan is dit een zeer belangrijke verandering. Het kan echter zijn, dat het Russische offensief slechts van korten duur is en ook, dat de Duitsch-Oostenrijksche leger-aanvoering plotseling op een geheel onverwacht punt haar slag gaat slaan. Maar voor het oogenblik zijn de prestaties der Rus sen gunstiger dan die hunner tegenstanders en zeker is het, dat het hier spannen gaat en dat dus de belang stelling op dit oorlogsterrein bijzonder gevestigd moet blijven. In het Duitsche antwoord op de Amerikaansche no ta wordt het bekende Duitsche standpunt inzake het gebeurde met de „Lusitania" uiteen gezet, zonder dat er één nieuw gezichtspunt wordt geopend. De Duit sche regeering behoudt zich het innemen van een de finitief standpunt inzake de Amerikaansche eischen voor tot na het inkomen van een nader antwoord dei Amerikaansche regeering en merkt aan het slot op. dat zij indertijd de Amerikaansche bemiddelingsvoor stellen, om te komen tot een gemeenschappelijke rege ling in den Duitsch-Engelschen zeeoorlog bereidwil lig ontving, daarop inging en haar goeden wil bewees, terwijl de verwezenlijking dezer voorstellen afstuitte op de afwijzende houding van Engeland. De indruk, welke dit antwoord in Amerika heeft gemaakt, moet zeer ongunstig zijn. Men verwacht, dat president Wilson zich krachtig verzetten zal tegen uitstel en tegen, discussies over de vraag of de „Lusi tania" als een ongewapend koopvaardijschip dan wel als een bewapend, munitie-vervoerend schip van oor log is te beschouwen. Oetorpilleerd zijn de Britsche paketboot „Ethio- pe" (van Liverpool, in 1906 gebouwd, metend 3800 ton) in het westelijk gedeelte van het Kanaal, en de „Glenlee" (op weg van Cardiff naar Aden), het Brit sche stoomschip „Tullock-moor" (3500 ton, in 1899 gebouwd, thuis hoorend te Londen); de „Ping Suey", met een rijke lading van Batavia aan boord, wist aan een Duitschen onderzeeër te ontsnappen. Tenslotte zij aangeteekend, dat alle landstorm-man nen van den eersten ban in Duitschland zijn opgeroe pen. AAN DE GRENZEN. Het Oostenr. legerbericht meldde gisteren: In Ti- rol hervatten de Italianen de beschieting van onze wer ken op de plateaux van Fongario-Ravarone. Vijande lijke detachementen rukten Cortina binnen. De veilig- heidsafdeelingen vluchtten echter bij het eerste kanon schot. Aan de grens van Korinthië is niets voorgevallen. In het kustland deed de vijand geen aanval meer op de hoogten ten noorden van Gorz. Pogingen om bij Monfalcone over de Isonzo te trek ken werden door onze patrouilles zonder moeite ver ijdeld. DE STRIJD AAN ftET OOSTELIJK FRONT. Het Russische legerbericht meldde gisteren: ln de streek om Schawli is de vijand, die zich vat zijn stellingen bij Boebie heeft teruggetrokken, Don derdag j.l. een gevecht aangegaan aan het front Koer tovianyPodoebisse. Vrijdag maakten onze troeper. zich meester van de vijandelijke stellingen aan dit front en verjaagden de Duitschers ui£ het brandende vlek Koertoviany. Zij trokken in wanorde terug> dooi de onzen achtervolgd. Aan den benedenloop van dt Doebissa heeft de vijand de aanvallen, waarmede hi. Donderdag begon, den volgenden dag gestaakt. Donderdag ontwikkelde de vijand in de streek bij Ossowetz een hevig artillerievuur, waardoor aan de vesting echter geen schade werd aangebracht. In het hardnekkig gevecht aan de San tusschen Sie niawa en Przemysl is op 28 Mei geen verandering van belang gekomen. Onze troepen hebben tegenaanvallen gedaan aan de rivier Lioebatsjewka en aan het front TaukhlaKalmkoeneNakloBaritsj. Deze dorper, zijn nu eens in onze handen, dan weder in die van der. vijand. De vijand bereidde zijn aanvallen voor dooi onze stellingen te beschieten met projectielen die ver giftige gassen verspreidden. De talrijke krijgsgevangenen, vluchtelingen, die be hoord hebben tot het leger van generaal Mackensen verklaren eenstemmig, dat de vijand ontzaglijke verlie zen heeft geleden. Tusschen Przemysl en het groote Dnjester-moera; hebben wij op 27 dezer drie aanvallen van den vijand afgeslagen ten oosten van Goessakof, waar de Duit schers in den loop van den dag onze ijzerdraadver sperringen bereikten. Ten gevolge van de groote ver liezen, die zij leden, konden zij zich daar niet handha ven, zoodat zij op hun oorspronkelijke stellingen te rugtrokken. Aan het front aan de overzijde van de Dnjester werd op 27 en 28 Mei een zeer hevig gevecht geleverd. Tal rijke vijandelijke troepen gingen zonder zich te storen aan verliezen, over tot een bestorming van onze posi ties aan het groote Dnjestermoeras tot aan Dolina. Al deze aanvallen werden afgeslagen. Onze troepen, die den vijand voor wilden zijn, gin gen vervolgens tot het offensief over aan den linker oever van de Switza en het geheele front tot aan de ri vier Lomnitza. Bij Pezekhinsly maakten wij vorderin gen met onzen aanval. In den nacht van 28 Mei namen wij hier meer dan 3200 man, onder wie 72 officieren, gevangen en maak ten het vaandel van een honved-regiment en verschei dene mitrailleuses buit. Het Duifsche legerbericht meldde gisteren: Bij Illoki, 60 K'.M, ten zuidoosten van Libau, werd een vijandelijke afdeeling door onze cavalerie in noor delijke en noordoostelijke richting teruggeslagen. Aan de Doebissa moest een niet talrijke Duitsche af deeling het plaatsje Sandynsky na een onverhoedschen aanval der Russen overgeven. Vier stuks geschut vie len in handen van den vijand. Toen later versterkingen voor ons waren aangekomen, werd het dorp heroverd en de vijand verdreven. In de streek van Shawli werden aanvallen van den vijand afgeslagen; hij leed daarbij zware verliezen. Bij de aanvallen op Duitsche troepen aan den bene denloop van de Loebaczowka en in de streek van Stryj leed de vijand zware verliezen. Het Oostenrijksche legerbericht meldde gisteren: Aan de Beneden-Loebaczowka werd in den afgeloo- pen nacht een hevige aanval, die overging in een ge vecht van man tegen man, afgeslagen. Pogingen van de Russen om bij en beneden Sienawa over de San te trekken, mislukten reeds in den aan vang. Ten oosten van de San is de toestand onveran derd. Onze zware artillerie houdt het spoorwegtra ject PrzemyslHrodek tot Medyka onder vuur. De troepen van het zesde corps maakten op 27 Mei weder om acht Russische kanonnen buit. De insluitingslinie om Przemysl werd door de troe pen der bondgenooten in het noorden en zuiden der vesting verder vooruitgeschoven. Aan de Dnjester en ten zuiden van die rivier duren de gevechten voort. Aan de Proethlinie en in Polen viel niets voor. DE STRIJD IN BELGIë EN N.-FRANKRIJK. Het Fransche communiqué van gistermiddag luidde: In den sector ten noorden van Atrecht hebben de Fran- schen nieuwe vorderingen gemaakt. Na met volledig succes den op 29 Mei vermelden tegenaanval der Duit sdiers op de loopgraven van Ablain en St. Nazaire te hebben afgeslagen, gingen zij tot den aanval over en namen zij eerst het grootste gedeelte en daarna de rest van de huizen van Ablain, die nog door de Duit schers bezet waren. De Franschen zijn thans meester van het geheele dorp. De strijd was zeer hevig. De Franschen hebben drie Duitsche compagnieën gedeel telijk vernietigd, gedeeltelijk op de vlucht gejaagd. Te Neuville St. Vaast duurt het gevecht in de straten nog voort. De Franschen veroverden opnieuw een groep huizen aan de westzijde. Van de rest van den sector van Atrecht valt nieis anders te vermelden, dan dat dé Duitschers een bui tengewoon hevig bombardement begonnen, dat de Franschen beantwoordden. Bij Thiescourt, ten zuidoosten van Assigny, schoten de Franschen op een vliegtuig. Het vatte vuur en viel' neder voor hunne linies. Het Duitsche hoofdkwartier meldde gisteren: Na een artilleristische voorbereiding van 10 uren deden de Franschen ten oosten van het Yserkanaal een aan val op onze stellingen ten noorden van de Dhondt- hoeve. De aanval werd op het geheele front mét zwa re verliezen aan de zijde van den vijand afgeslagen. /Een aantal zouaven van vier verschillende regimenten werd gevangen genomen. Tusschen het La Bassée-kanaal en Atrecht hebben alleen artillerie-gevechten plaats gehad. Aan den weg Bethune- Souchez namen wij eenige dozijnen gekleurde Fransche soldaten, die zich in een bosdhje verscholen hadden, gevangen. De gewone beschieting van de plaatsen achter het front heeft onder de daar achtergebleven Fransdie vrouwen en kinderen, d'ie aan hun vaderlandschen bo dem zoo gehecht zijn, wederom een aantal onschuldige slachtoffers geëischt te ALKMAAR. DE ACTIE AAN DE DARDANELLEN. Het Turksche hoofdkwartier meldde gisteren: Aan het Dardanellenfrout bij Ariboemoe deed de vijand vergeefsche pogingen om te verhinderen dat wij de in het centrum van zijn stelling gelegen loopgraven, die wij veroverd hadden, zouden versterken. Bij Seddul Bahr is de vijand, naar het schijnt, bezig de in de gevechten van 23 Mei ontstane bressen aan te vullen. Onze Anatolische batterijen aan de zeeengte bescho ten gisteren met kracht de vijandelijke troepen bij Sed dul Bahr. Op de andere punten is niets bijzonders voorgevallen. DE NOTA OVER DE „LUSITANIA". In de nota, welke de regeering aan Amerika heeft gezonden inzake het torpilleeren van de „Lusitania", wordt o. m. gezegd: „De keizerlijke regeering wenscht ook harerzijds openhartig en vriendschappelijk mede te werken om mogelijke misverstanden uit den weg te ruimen. Wegens de verliezen aan menschenlevens op de „Lu- si'tania" heeft de regeering aan de betrokken neutrale regeeringen reeds haar innig leedwezen te kennen ge geven. De regeering kan overigens den indruk niet van zich afzetten, dat belangrijke feiten, in onmiddelijk ver band staande met het in den grond boren van de „Lu sitania", aan de aandacht van de regeering der Unie ontsnapt moeten zijn. De Duitsche regeering wijst er op, dat de „Lusita nia" een der grootste en snelstvarende, met regee- ten STADHUIZE, op Woensdag 2 Juni 1915, des avonds half negen. A. PRINS Az., Voorzitter. Mr. J. VEBDAM, Secretaris. ringsmiddelen als hulpkruiser gebouwde schepen is en in de navy-list uitdrukkelijk als zoodanig wordt vermeld. De regeering weet uit betrouwbare mededeelingen van hare ambtenaren en van neutrale passagiers, dat ongeveer alle Engelsche handelsschepen van eenige beteekenis sedert geruimen tijd van geschut, munitie en andere wapens voorzien en bemand zijn met een équipage, die geoefend is in de bediening van het ge schut. Ook de „Lusitania" had bij haar vertrek uit Nieuw- York geschut aan boord, dat onder het dek was opge steld. Reeds vroeger en ook de laatste maal bracht de „Lusitania" Canadeesche troepen en oorlogsmaterieel over, o. a. 5400 kisten munitie, bestemd ter vernieti ging van de dappere Duitsche soldaten. De regeering handelde dus in rechtmatig zelfver weer, toen zij door vernieling van de aan den vijand toebehoorende munitie het leven harer soldaten be schermde. De Engelsche scheepvaart-maatschappij heeft op misdadige wijze den dood veroorzaakt van talrijke passagiers. Ook wordt door den commandant van den onderzeeër en door andere mededeelingen beves tigd, dat de ondergang van de „Lusitania" hoofdzake lijk het gevolg was van de ontploffing der munitie, tengevolge van het torpedoschot. Anders hadden de passagiers naar menschelijke berekening gered kunnen worden. KORTE BERICHTEN. Meer dan 11.000 vrouwen te Rome hebben zich, naar de „Temps" meldt, aangemeld om dienst te ne men bij een vrouwelijk politiekorps, dat met toestem ming der autoriteiten, in de Italiaansche hoofdstad gevormd wordt. De vrouwen zullen een uniform dra gen. Uit Messina wordt gemeld, dat de minister van oorlog de overlevenden van den Franschen kruiser ,J~eon Gambetta", die in Messina waren geïnterneerd, in vrijheid' heeft gesteld. De zeelieden zullen naar Frankrijk terugkeeren. De Duitsche Keizer heeft als bewijs van zijn per soonlijke hoogachting voor den teruggeroepen gezan van Italië te Berlijn, hm op zijn reis tot aan de gren van Zwitserland door majoor von Falkenhayn, de jongeren broeder van den chef van dén generalen sta, doen vergezellen. Lord Barrymore te Fota heeft mooie bloemen ge schonken „voor het graf van de Lusitania". Een En- gelsch regeeringsvaartuig is naar de plaats van den torpedo-aanslag gevaren en heeft ze op de golven uit gestrooid. De Engelsche paketboot „Ethiope" van Liverpool is Zaterdag door een Duitschen onderzeeër in het wes telijk deel van het kanaal in den grond geboord. Een ofiicier en zestien matrozen zijn gered. De overige leden dier bemanning moeten zich nog in de booten be vinden. Het Engelsche stoomschip „Tullochmoor" is Vrijdag ter hoogte van Ouessant in den grond geboord door een Duitschen onderzeeër. De bemanning is ge land te Barry. Het Engelsche stoomschip „Ping Suey" is in het Kanaal tweemaal achtervolgd en met granaten bescho ten door Duitsche onderzeeërs, maar slaagde erin Plymouth behouden te bereiken. Eén man van de equipage werd gewond. Het nationale congres van Portugal koos bij eer ste stemming Theophilo Braga met 98 tegen één stem tot president der republiek. Naar de Oostenrijksche generale staf meedeelde is Zaterdagnacht een groot buitenlandsch stoomschip bij den ingang van de Golf van Triest op een mijn ge- loopen en gezonken. VORDERING VAN WOL. Gisterochtend had aan het department van Land bouw, Nijverheid en Handel de eerste vergadering plaats van eene commissie, die zich op initiatief van de Nijverheidscommissie uit het Kon. Nat. Steuncomité gevormd heeft om de Regeering van dienst te zijn bij de vordering van inlandsche wol, waartoe door den Minister van Oorlog last is gegeven. In die vergadering werd de commissie door den Mi nister van Landbouw, Nijverheid en Handel geïnstal leerd, die daarbij een rede uitsprak, waarin hij o. m. zei, dat het noodig wordt geacht ter wille van de be hoeften van het leger en de daarbij betrokken nijver heidsbelangen 4e geheele hoeveelheid in ons land voortgebrachte wol, dus zoowel de scheerwol als de blootwol, van Regeeringswege te vorderen. Waar schijnlijk is het, dat het legerbestuur in overleg zal kunnen treden met verschillende bedrijven, die voor de voortzetting hunner productie wol behoeven, omdat er bij de gevorderde wol partijen zijn, die niet voor militaire doeleinden geschikt zijn. Daarom juichte de Minister het toe, dat de Nijver heidscommissie van het Kon. Nationaal Steuncomité

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1915 | | pagina 1