I
AP voor alkmaar en omstreken,
<e O o r 1 o ggr.
Italië an ÖostenrijHoipija.
In lat «fa® eorlopterrain.
Van het westelijl oorlogstarrein,
m m
Honderd en ^©ventiend© Jaargang,
1915
^""rüs£ïï
ZATERDAG
5 JUNI
'j rain r^r-^3 r:
Deze Courant wordt cdken rvo'nd, behalve op Zon- en
Feestdagen. uitgegeven Abonnementsprijs per 3 malden
tf®0f Alkmafer f 0^9; fennr-o door het geheMe Rp: f h
Afzonderlijke nommers 3 Geste.
Te^cisssammar 3.
Prijs der gewone Advertentiën:
Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en HgadgfedraJfaf
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voraxlam C 9.
NEDERLAND.
>lr» l.
ALKMAAR, 5 Juni.
Het is een pikante bijzonderheid, waarop wel even
de aandacht mag worden gevestigd. De voorstelling
n.I. van de wijze, waarop Przemysl weer in handen
der Duitschers en Oostenrijkers gekomen is. De Duit-
sche troepen rukten van het noorden om half vier
's ochtend de stad binnen, de Oostenrijkers tegen zes
sen van het zuiden uit. In het eerste Weensche berichi
werd verklaard: „Sedert vanochtend half zes is
Pizemysl weer in ons bezit." In het eerste Duitscht
bericht heette het: is de vesting Przemysl van
ochtend door ons genomen". In een. tweede Oosten-
rijksch bericht werd gezegd: „Vanochtend om hall
vier drongen zij (d. i. de Duitschers) van het noorden
uit de stad binnen. Uit het westen en zuiden rukte one
(d. i. dus het Oostenrijksche) 10e korps er binnen. De
eerste afdeelingen bereikten kort na zessen het hoofd-
plein van de stad". En in een derde Oosteatijksch be
richt wordt deze voorstelling gegeven: „Onze troe
pen zijn kort na elkander van alle zijden Przemysl
binnengedrongen. Tegelijk met de Beieren kwamen
ruiters eener afdeeling cavalerie onder Bemdt (dus
Oostenrijkers) op het marktplein aan".
Juist een maand geleden 5 Mei wezen we er
op, dat het bij een bondgenootschap zoo moeielijl
valt voor de bondgenooten, geen aanstoot te geven
door te veel eer voor zichzelf op te eischen. Het betrof
destijds de oificieele bekendmaking van de Duitsch-
Oostenrijksche overwinning bij Oorlitz—Taraof. Het
eerste Duitsche communiqué deelde mede, dat dit suc
ces was benaaid door de „onder opperbevel van gene
naal-overste von Mackensen staande verbonden troe
pen", maar spoedig daarna werd ook aartshertog Fre
dei ik van Oostenrijk de eer gegeven, welke hem toe
kwam en de couranten haastten zich den onaangena
men indruk, dien de communiqué-schrijvers hadden
gewekt, weg te nemen.
Ditmaal echter heeft men zich van Duitsche zijde
zoo tegemoetkomend als maar eenigszins mogelijk is,
getoond. De Duitsche Keizer heeft n.I. per auto den
opperbevelhebber aartshertog Frederik bezocht om
hem persoonlijk zijn hartelijke gelukwenschen met
diens verjaardag (de aartshertog werd 4 Juni 1856 ge
boren) en met de verovering van Przemysl te brengen
Steekt het dus nauw in een tijd van voorspoed, zoo
als de Duitschers en Oostenrijkers thans in Galicië be
leven, hoe meer nog komt het er onder bondgenooten
op aan, wien het niet voor den wind gaat. Misschien
is het dan ook niet zonder beteekenis, dat de St. Pe
tersburger „Wremja" volgens een Norden-bericht
klaagt over den stilstand der operaties aan de Darda
nelles sinds de aanwezigheid van Duitsche onder
zeeërs aldaar, wijl Rusland feitelijk nu nog oorlog
v -oert om het bezit der Dardanelles voor Rusland van
vee'i nteer gewicht dan de herovering' van den Elzas
voor Frankrijk, en niet om vernietiging van Duitsch-
land en Oostenrijk, die zich nooit onaangename buren
getoond hebben!
Over den buit, dien de vsÜvau Przemysl den Duit
schers ea Oostenrijkers heek opgeleverd, worden nog
steeds geen bijzonderheden, gegeven. Van Russische zij
de wordt echter medegedeeld, dat het garnizoen
(120.000 I 140.000 man) beschikbaar is voor de ope
raties in act open veld, daar reeds sinds een maand de
toebereidselen voor het verlaten van de vesting, welker
bruggen en forten vernield werden, waren genomen.
.Het Russische volk is, zoo wordt verder uit St. Pe
tersburg gemeld, bijzonder weinig onder den indruk
van de ontruiming, welke eenvoudig als. een episode
in de reusachtige worsteling in Galicië wordt be
schouwd. Van een gevoelsstandpunt wordt de ont
ruiming betreurd, zoowel in militaire kringen als bij
het publiek, maar in strategisch opzicht was zij een
gebiedende eisch.
Zoo oordeelde ook de Duitsche deskundige van het
Tageblatt, majoor Moraht er over, toen hij schreef:
„Het bezit van Przemysl verandert aan de ophanden
zijnde beslissing in Galicië strategisch en tactisch niet
veel." Maar voegde hij er aan toe de val der ves
ting heeft op den wil van den vijand om te winnen een
neerdrukkenden, op het aarzelen van neutralen wel
licht een inzicht-geveaden invloed." En het Engelsche
blad de Daily Chronicle zegt, dat men te vreezen
heeft, dat de Russen verdere verliezen zullen lijden.
De eerste aanval, aldus dit blad, zal nu wel geschie
den op Lembergj welke stad de Russen negen maan
den lang hebben gehouden, en wanneer de Oostenrij
kers en Duitschers nu maar na hun verspilling genoeg
munitie over hebben, is er geen enkele reden, waarom
zij ook deze stad niet zullen hernemen. De Russen zijn
in het nadeel wegens het afsluiten der Zwarte Zee
en de winterblokkade van Archangel ten aanzien
van wapens en munitie. Zij hebben dit duur mofjen
boeten, en zij zullen dit verder moeten doen, maar ge
hoopt mag worden, dat zij zich spoedig zullen herstel
len. Bovendien, wanneer zij uit Galicië verdreven zijn,
dan moei bedacht worden, dat dit Oostenrijkscb
grondgebied is; de Duitschers en Oostenrijkers zijn er
nog lang niet aan toe eenig levend middelpunt van het
onmetelijke rijk te nemen."
Het Engelsche blad heeft met deze opmerkingen
zeer zeker gelijk, maar het vergeet blijkbaar, dat wan
neer de aanvalskracht der Russen verlamd is, hun re
serves en munitie uitgeput zijn, dit reeds een zeer be
langrijke overwinning voor de Duitschers en Oosten
rijkers zou zijn.
Het Engelsche bericht over een belangrijk voordeel
der Russen bij Libau is, gelijk te voorzien was, niet be
vestigd.
In het Westen schijnen de Duitschers iets fortuinlij
ker te zijn geweest dan de laatste dagen.
Zij hebben het kasteel en de plaats Hooge, dezer da
gen door de Engelschen genomen, heroverd en ook d<
suikerfabriek bij Souchez, waartegenover de Franschen
slechts kunnen stellen een alleenstaand café, misschiet
zooiets als het welbekende „Hengelaartje". Alleen it
het Priesterbosch hebben de Duitschers loopgraver
verloren, die ze niet weer hebben kunnen terugverove
ren.
Volgens een Duitsch bericht zijn er bij den Fran
schen vliegeraanval op het hoofdkwartier van den
Duitschen kroonprins eenige manschappen gedood.
Aan de Dardanellen begon een. algemeene aanval.
Getorpilleerd werden de Engelsche stoomschepen
„Intim" en „Sona", benevens drie trawlers en ut
Noorsche stoomboot „Cubano", terwijl het Zweedscht
stoomschip '„Lapland" verging. Het bericht der
Frankf. Ztg. over het torpilleeren van een Engegischen
hulpkruiser en een linie-kruiser is niet bevestigd.
Zeppelins hebben wederom een aanval gedaan op
de Engelsche Oost- en Zuid-Oostkust; de schade moet
niet groot zijn, terwijl het aantal slachtoffers gering'is.
DE GEVECHTEN AAN DE GRENS.
Het Oostenrijksche legerbericht meldde gisteren:
Aan de Tiroolsche grens geschiedde niets van be
lang. Ten oosten van het Kreuzbergzadel veroverder
wij twee bergtoppen, welke de Italianen tijdelijk beze
hadden.
Aan de Karinthische grens duurt de artilleriestrijc
op sommige punten voort. In het kustland wordt ge
streden in de vlakte van Karfreit
DE STRIJD AAN HET OOSTELIJK FRONT.
Hef Duitsche hoofdkwartier meldde gisteren:
Russische afdeelingen zijn door onze cavalerie ui
Ldiaea en Schrunden, respectievelijk 60 en 70 K.M
ten oosten van Libau gelegen, verjaagd.
In de streek van Kawdsjaay, ten wésten van Kur-
scbany en bij Sawdyniti aan de Doebissa, mislukten
vijandelijke aanvallen.
in Galicië bereikten onze troepen na gevechten om
plaatsen oostelijk van Przemysl en aansluitend naaj
het noordoosten de linie PoolestradzyceTorki
PozdzioczStorzawa. De door den val van Przemsyi
veroverde buit is nog niet op te geven.
Uit tnededeeliiigen van gevangenen van verschillen
de trocpendeelea blijkt, dal de Russen'in den nacht van
2 op 3 Juni, waarin Przemysl bestormd werd, tegen
het geheele from van het leger van Mackensen een al-
gemeenen aanval waren begonnen. Dit offensief mis
lukte echter al dadelijk bij den aanvang.
Op 22 K.M. ten oosten van Przemysl bestormden de
Duitsche troepen onder generaal von der Marwitz de
hoogten ter weerszijden van de Myslatycze.
Het leger van generaal von Linsingen staat gereeü
om den benedenloop van de Stryj ten noordoosten van
de plaats van dezen naam over te trekken.
Het Oostenrijksche legerbericht meldde gisteren:
In den loop van den dag werd Przemysl van vijan
den gezuiverd. De vijand trok terug in oostelijke rich
ting en tracht met zijn achterhoede op de hoogten ten
zuid-westen van Medyka tegenstand te bieden. De ver
bonden troepen vallen den vijand daar thans aan.
Intusschen is het aan het leger van generaal Böhm-
Ermolli gelukt van uit het zuiden door de Russische
stelling te breken en op te rukken in de richting Mos-
jiska, van welke plaats onze troepen nog slechts eeni
ge kilometers verwijderd zijn. Bij deze gevechten vie
len talrijke gevangenen in onze handen.
Ook het leger van generaal von Linsingen behaalde
nieuwe successen. De Russen zijn sinds hedenmorgen
voor dit leger in vollen aftocht.
Aan de Proeth-linie zijn, als gevolg van de gebeur
tenissen aan de San en Boven-Dnjester nieuwe gevech
ten tot ontwikkeling gekomen. Waar de vijand trachtte
aan te vallen, werd hij met zware verliezen afgesla
gen. Negenhonderd man werden krijgsgevangen ge
maakt. Aan den Beneden San en in Polen is de toe
stand onveranderd.
DE STRIJD IN BELGIë EN NOORD-FRANKRIJK.
Het Fransche middag-communiqué meldde gisteren:
Ten oosten van de suikerfabriek van Souchez dron
gen de Fransche troepen door in de richting van het
dorp en bezetten een alleenstaande herberg, welke de
Duitschers in staat van verdediging hadden gebracht;
hierbij maakten zij vijftig man krijgsgevangen en drie
mitrailleurs vielen in hun handen.
Verder werd terrein gewonnen in het Labyrinth ten
zuidoosten van NeuvilleSt. Vaasi. Op het overige
front worden artillerie-gevechten gegleverd.
Het Duitsche legerbericht meldde gisteren:
Het kasteel en het plaatsje Ebvoyc ten oosten van
Yperen zijn, op enkele huisjes na aan den westelijken
rand van het dorp, door ons genomen. Engelsche te
genaanvallen werden bloedig afgeslagen.
Ten oosten van Givenchy slaagden gisterenavond
Engelsche troepen er in onze stelling binnen te drin
gen. Bij den tegenaanval wierpen wij den vijand on
der zware verliezen weder terug. Drie Engelsche mi
trailleurs bleven in onze handen. De stelling is weer
geheel en al in ons bezit. De suikerfabriek van Souchez
is na wisselenden strijd door ons bezet. Aan den
spoorweg ten westen van Souchez duurt de strijd nog
voort. Een krachtige vijandelijke aanval op onze loop
graven bij en ten noorden van Neuville mislukte in
ons artillerievuur. Ten zuiden van Neuville zijn sedert
hedennacht gevechten op korten afstand aan den gang.
In het Prêtrebosch is de strijd voorloopig beëin
digd. Wij slaagden er in het grootste deel der verloren
loopgraven te herwinnen.
MINISTER ASQUITH AAN HET FRONT.
Het Engelsche hoofdkwartier meldde, dat minister
Asquith gisteren in gezelschap van veldmaarschalk
French per auto de Britsche troepen aan het front be
zocht. De minister volgde de actie der troepen met de
verrekijker.
Bij Wytschaete hield de minister-president een wa
penschouwing, waarbij hij een korte toespraak hield.
Ook bezocht hij het hospitaal. De minister toonde zich
zeer voldaan over de uitnemende inrichting. Hij ver
maakte zich ten zeerste met de Tommies in het warme
bad in een tot badhuis ingerichte bierbrouwerij, waar
zij als.schooljongens juichend in het warme water
doken. Het was een voortdurend gejubel. De heer
Asquith was zichtbaar onder den indruk van zooveel
geestdrift, maar het vroolijke tooneeltje deed hem har
telijk lachen, waarmede allen instemden.
Óp een anderen dag bezocht de minister-president
het hoofdkwartier van het vliegerskorps en bewon
derde de vlugheid der vliegers bij hun snelle evoluties.
Verder bezocht de heer Asquith de Indische troepen,
de Gurkha's, de Kukhri's, de Sikhs, Pathau's en Do
gra's, Britsche infanterie, Can'adeesche bereden en on
bereden troepen enz. Vooral de Schotsche regimenten
maakten blijkbaar diepen indruk op den minister.
Ten slotte had de heer Asquith een ontmoeting met
de generaals Joffre en Foch, en den Franschen minis
ter van oorlog Millerand in de woning van generaal
French.
Het rapport van generaal French meldde gisteren:
Sinds de verovering in den nacht van 30 Mei van
eenige bijgebouwen en terreinen van het vernielde kas
teel Hooge, drie mijlen ten oosten van Yperen, wor
den onze loopgraven daar hevig beschoten. Eerst wa
ren we genoodzaakt de gebouwen te ontruimen, maar
in den afgeloopen nacht hebben we ze weer bezet.
Ten noordoosten van Givenchy wierpen we den vij
and over een lengte van 200 meter uit zijn loopgraven,
waarbij wij 48 krijgsgevangenen maakten; maar wij
werden met het aanbreken van den dag door 's vij-
ands vuur gedwongen de loopgraven te ontruimen.
KORTE BERICHTEN.
Volgens een Engelsch blad heeft de Duitsche on
derzeeër U 35 den Belgischen trawler Delta B. Woens
dagmiddag bij de Scilly-eilanden met ongeveer 40 ka
nonschoten tot zinken gebracht. De bemanning van
elf koppen is te St. Mary's geland.
Volgens een officieel Engelsch bericht verdreven
de Engelsche-Fransche strijdkrachten in Kameroen op
29 Mei de Duitschen uit een sterke positie bij Njok. Ete
verliezen der geallieerden zijn niet zwaar.
De Britsche en Italiaansche ministers van finan
ciën hadden gisteren te Nice (Frankr.) een conferentie
ter bespreking van die financïèeïe aangelegenheden in
verband met Italië's deelneming aan dien oorlog.
De Zweedsche stoomboot „Lapland" is 55 mijlen
van Peterhead gezonken. De bemanning van negen
tien koppen en vier vrouwen zijn te Peterhead aan wal
gebracht.
Het N. stoomschip „Cubano" van Tonsborg
is door een Duitschen onderzeeër in den grond ge
boord ter hoogte van Gallon Head. De bemanning is
VLUCHTELINGEN.
Gisteren zijn te Winterswijk, zoo meldt de Tel.,
weer 2 Fransche krijgsgevangenen aangekomen, die
Dinsdagavond uit het kamp te Friedrichsfeld bij Wesel
ontsnapt waren. De een was marine-, de ander ge
woon soldaat. Beiden waren in uniform; de een had
daarover echter een licht costuum.
MIJN OPGEVISCHT.
Men meldt uit IJmuiden aan de Tel.:
Door den stoomtrawler „Zaanstroom I, Y M 110"
is Woensdagmorgen in het net een mijn opgevischt
De trawler, die heden alhier binnenkwam, ligt tus-
schen de pieren en is onder bewaking gesteld.
KORTE BERICHTEN.
Van de zandbank Hinder is door een garnalen-
handelaar te Stellendam aangebracht een vermoedelijk
Engelsche mijn, gemerkt H. 2, geladen met 11 bussen
lymiet. De mijn is onschadelijk gemaakt.
Naar het Volk verneemt, verkeeren plannen van
den minister van Justitie tot invoering van den tien-
urendag voor het gevangenispersoneel in vergevorder-
den staat van voorbereiding.
STADNIEUWS.
HET RAADSLID G. DE GROOT Jzn.
Naar wij vernemen heeft de heer G. de Groot Jzn.
aan den Raad medegedeeld, dat hij zijn ontslag als lid
van den Raad neemt. Reeds geruimen tijd geleden had
dit voornemen bij hem vasten vorm aangenomen,
maar de uitvoering daarvan heeft hij opgeschort om
geen tusschentijdsche verkiezing noodig te maken. Nu
deze overweging vervallen is, daar de periodieke ver
kiezingen voor de deur staan, achtte hij het oogenblik
gekomen om zijn besluit kenbaar te maken aan den
Raad en daardoor aan de ingezetenen.
De heer de Groot werd in Januari 1895 tot lid van
den Raad gekozen en zag zijn mandaat telkens her
nieuwd, zoodat hij ruim 20 jaar zitting heeft gehad.
Ongetwijfeld heeft de gemeente bij herhaling gepro
fiteerd van zijn practische adviezen op technisch ge
bied. Tot waardeering daarvan kwam het door zijn
benoeming tot lid van de commissie voor publieke
werken en van die voor de plantsoenen, van welke
beide colleges hij vele jaren deel uitmaakte. Ook in de
openbare raadsvergaderingen toonde de heer de Groot
zich dikwijls een practisch man. Hij sprak niet veel,
bewoog zich bijna uitsluitend op het terrein, waar hij
deskundig was. Als zuinigheidsapostel trad hij vooral
op den voorgrond, sinds hij de leiding had bij de
merkwaardige behandeling van de begrooting voor
1909, die zoo geducht besnoeid en beknibbeld werd.
Hoezeer wij met dat optreden van den heer de Groot
oneens waren is destijds duidelijk gebleken. Ook bij
andere zaken hebben wij tegenover door hem verkon
digde opvattingen afwijkende beschouwingen ge
plaatst. Dikwijls echter kon er geen verschil van mee
ning bestaan, dat de heer dè Groot, met korten, kracb-
tigen slag den spijker raak op den kop geslagen had.
Met den heer dé Groot verdwijnt er weer een raads
lid van het oude slag van het openbare tooneel. Maar
wie op een diens-staat van twintig jaar kan wijzen, wi
twee decennia zich aan de openbare zaak heeft gewij<
heeft jegens de gemeenschap meer dan zijn plicht gt
daan en mag dan ook aanspraak maken op haar erken
telijkheid. i |:j i
G. NOBEL, f
Alhier is in dén ouderdom van ruim zeventig jaren
overleden de heer C. Nobel, oud-wethouder der ge
meente Zijpe, die zich uitnemend op de hoogte had ge
steld van belastingzaken en een bekend schaker was.
Bovendien was hij een groot voorstander van de lijk
verbranding. Hij nam het initiatief voor de oprichting
van een plaatselijke afdeeling van de Vereeniging voor
Facultatieve Lijkverbranding, welker Voorzitter hij
werd en was tegenwoordig bij die opening van het Cre
matorium te Westerveld. Naar wij' vernemen zal zijn
stoffelijk overschot a.s. Dinsdag van hier naar dit Cre
matorium worden overgebracht.
VAN EEN OUD-STADGENOOT.
Van den heer dr. W. B. Petri, civ.-ing., vroeger al
hier, thans leeraar te Soerabaia aan de middelbaar
technische school in bouwkunde, waterbouwkunde en
landmeten, vernemen we, dat hij in Januari werd ge
kozen tot lid van den gemeenteraad en als zoodanig
werd benoemd tot lid van de technische commissie,
welke'functie ongeveer gelijk is aan die van wethou
der van publieke werken. In April werd hij aangewe
zen als voorzitter der commissie voor de uitbreiding
der stad, welke van plan is een eigen grondbedrijf op
te zetten, daarvoor vele particuliere landen te oneige-
nen en geschikt te maken voor bewoning (kampong-
bouw, terreinen voor Chineezen, goedkoope woningen
voor lagere Europeanen), welke verder dringend be
hoefte heeft aan een rioleering, daar thans in den nat
ten tijd heele inlandsche stadsgedeelten wekenlang
onder water staan, terwijl' tevens de noodige wegver-
breedingen en doorbraken in de oude stad en andere
belangrijke werken moeten geschieden.
De heer dr. Petri, die promoveerde op het onder
werp _,,Stedebouw" en wien bij het maken van de om
vangrijke plannen, met welker uitwerking wel een jaar
gemoeid zal zijn, volmacht gegeven is om het tech
nisch en economisch gedeelte te behandelen, heeft het
dus wel zeer bijzonder getroffen.
MUZIEK OP DEN" EERSTEN ZONDAG DER
MAAND.
Van anonyme stukken maken wij nooit melding. Wil
men „van onze gastvrijheid' gebruik maken", gelijk de
uitdrukking luidt, dan dient men toch te beginnen met
ons zijn naam te zeggen, opdat wij en als het moet
wij alleen weten, wie onze gast is. Naamlooze stuk
ken komen dan ook steeds zonder meer in de snipper-
mand terecht.
Heden willen we echter een uitzondering maken
van dien schrijver, die ons waarom toch zijn
naam verzweeg, omdat zijn wensch ongetwijfeld door
velen zal worden gedeeld.
„Met genoegen zoo schrijft hij vernam ik dat
de leden van het Stedelijk Muziekkorps den eersten
MTOffWW ra
bladen
fcLf --w
r 'wfiSiA' .-***»•
CFprpH