ALKMAAR EN OMSTREKEN. Van 1st oosteliik oorlogstorreiD. Van bet zuidelijk oorlogsterrein, DONDERDAG 17 JUNI €3 flo. 136 Honderd en zeventiende jaargang. 1915 Abonnementsprijs per 3 maanden IQ.8Ö, Ir. p. post fl.Adyertentieprijs 10 ot. p. regel, groots letters naar plaatsruimte. Brieven fr. N. V. Boek- en Handelsdrukkerij Y.h. HERBls. COSTER fi ZOON, Voordam C9. Telefoonnr. 3. Nü" JL C3 Ter ze©. VARIA. NEDERLAND. ALKMAAR, 17 Juni. Schreven we gisteren, dat van het front in België den laatsten tijd niets werd gehoord, vandaag blijkt, dat er weer bij Yperen evenals in de Vogezen, in den Elzas gevochten is. Hier, in Vlaanderen, heeft in dézen oorlog wel het meeste bloed ge vloeid. Het grootste deel der Engelsche verliezen 10.955 officieren en 247.114 manschappen, deelde de vorige week dé heer Asquith in het Lagerhuis mede is hier voorgekomen, Frankrijk's leger en België's leger hebben hier vreeselijk geledén en de Duitsch- Oostenrijksche legers zijn hier weggeslonken als sneeuw voor de zon. Bloeiende dorpen zijn hier met den grondl gelijk gemaakt en massa-graven van gesneu velde krijgslieden zijn ervoor in de plaats gekomen. En het resultaat van het bloedige vechten is, dat de par tijen ongeveer blijven staan, waar zij reeds maanden geleden stonden. Bij Yperen slaagden de Engelschen er in 1000 el Duitsche loopgraven te nemen, bij La Bassée vermeesterden ze 1600 meter loopgraaf, welke zij echter in de tegen-aanvallen niet konden behouden, zoodat dit hernieuwde offensief geen verandering van beteekenis heeft gebracht. Het Frausche blad de Temps schrijft er over, dat het door de Engeisehea bezette front zoo uiterst klein is, vergeleken bij bet stuk, hetwelk de Fransehen voor fat® rekening naoeu. Het vestigt er de aandacht op, dat het froat van Belfort naar Nieuwpoort aid in alle sectoren even dicht bezet is, dat de eene sector door een enkel regiment kan worden bezat, de, ander echter een geheel legercorps vereischi, zocdat men, dé krachts inspanning niet naar de lengte van het front moet af meten. En hoewel de Britsche troepenmacht in Frankrijk zeer aanzienlijk is, dient in aanmerking te worden genomen, zoo betoogt de Temps, dat het aan tal met-strijdenden in het Engelsche leger zeer groot is. Het Engelsche leger op het continent is slechts een vooruitgeschoven linie; naarmate de Engelsche fabrie ken meer oorlogsmateriaal afleveren, zullen talrijker troepen in Frankrijk landen. Deze troepen hebben steunpunten, opslagplaatsen, levensmiddelen-dépots en mimitieparken, hospitalen enz. noodig. Met de organi satie hiervan mocht niet gewacht worden tot de legers zouden zijn aangekomen. Vandaar het onevenredig groote aantal niet-strijdenden in het Engelsche leger in Frankrijk. Het werk d!at zij verrichten, geschiedt dan ook niet ten bate van het te velde staande leger, doch van de troepen, die zich nog in Engeland1 bevinden. De voornaamste reden, waarom het Engelsche leger niet een uitgestrekter front kan bezetten is hierin gele gen, dat, gelijk bij dé minister-crisis duidelijk tot uiting kwam, dé artillerie niet over voldoende munitie beschikte. Hierover was men in Frankrijk eenigszins verbaasd. Men begreep niet hoe dit mogelijk was in een zoo groot indsutrie-land, welks geheele gebied on geschonden was, waar het leven zijn normalen gang ging. Men kent dé veronderstellingen, welke zoowel in Frankrijk als in Engeland naar aanleiding hiervan geuit werden, doch. waarschijnlijk zal men in de eerste plaats de oorzaak hierin moeten zoeken, dat het ver vaardigen van munitie en krijgsbehoeften een zeer bi zonder werk is, waaraan, zoo men het scheepsmateri aal uitzondert, in Engeland sinds tal van jaren betrek kelijk weihig aandacht werd gewijd Vandaar, dat En geland bij het begin van den oorlog slechts over zeer weinig ingenieurs en werklieden beschikte, die tot het vervaardigen van oorlogsmateriaal bekwaam waren; ook maakte de aard der Engelsche nijverheid het veel moeilijker den in Frankrijk "«a een groot aantal inge nieurs en werklieden te vinden, die in staat waren snel oorlogsbehoeften te vervaardigen. Men heeft hen langzamerhand in dit bedrijf moeten inwijden, en wan neer men- bedenkt yelke moeilijkheden Frankrijk onder zooveel gunstiger omstandigheden ondervonden heefi, (ka kan men zich niet te zeer verbazen over de bezwa ren welke Engeland ontmoette. Dit alles is evenwel be moedigend, want al mag men betreuren dat Engeland, industrieel en militair zoo slecht was toegerust tot een oorlog tegen Duitschland, en d!at tengevolge daarvan zijn krachtdadige tusschenkomst eenigszins vertraagd is, aan den anderen kant mag men met vertrouwen de afwikkeling tegemoet zien van een strijd waarin het Britsche zwaard van maand tot maand zwaarder gaat wegen, temeer wanneer men bedenkt wat Engeland met zijn beperkte hulpmiddelen reeds gedaan heeft. Aldus oordeelt de Temps. Het artikel is daarom vooral merkwaardig, omdat men in Engeland zelf wel voortdurend spreekt over de zilveren kogels, die men heeft en de andere kogels, die men wil aanmaken, maar niet over legermassa's, welke nog naar het vaste land moeten worden gezonden. In Engeland wil men subsidie en munitie geven, maar dat van het eilanden rijk nog die legerkorpsen zullen komen, welke het Fransche blad verwacht, is tot dusverre niet gebleken. Op het Oostelijk gebied, komt er in den staart van de slang, welker kop zich bij Riga en welker uiteinde zich in Bessarabië bevindt, meerdere beweging. Het tactische succes, dat het leger van von Mackensen ten Oosten van Jaroslau en Przemysl heeft behaald, heeft door snelle vervolging tot- een strategische doorbraak geleid. En zooals het Russische legerbericht meldt, brengen de Duitschers en Oostenrijkers voortdurend niéuwe strijdkrachten in het veld. De opmarsch door Galicië geschiedt nu over één front van 300 K.M. Van 115 Juni zijn er volgens het Oostenrijksch legerbe richt in dit gebied 108 officieren, 122.300 man gevan gen genomen, 53 kanonnen, 187 machinegeweren en 58 munitiewagens buit gemaakt. Het Tageblatt waar schuwt echter, dat bet resultaat, hetwelk van histori sche draagwijdte kan zijn, niet zoo spoedig is te ver wachten, daar de Russen zich een- wanhopige inspan ning zullen getroosten om Oost-Galicië te behouden. Niet genoeg kan worden herhaald, dat de Russen wel belangrijke streken moeten prijsgeven en al terugtrek kend gevoelige verliezen hebben geleden, maar dat een beslissende, vernietigende slag nog niet is geleverd. Het is de vraag of die in dézen oorlog ooit geleverd zal worden. De heer Bryan, de afgetreden minister van de Ver- eenigde Staten, heeft terecht gesproken 'van den doel- loozen oorlog. Hij heeft voorspeld, dat voor Amerika de gelegenheid om den grootsten vrede (echt Ameri- kaanscb, dat the biggest!) te maken, nu zeker zou ko men en dat bij het sluiten van den vrede gepoogd zal worden cie artikelen der internationale wetten te ver anderen, die eer schijnen gemaakt te zijn voor naties ia oorlog dan voor naties in vrede. Men behoeft voor dergelijke voorspellingen zijn oor niet te sluiten als men er maar niet al te veel geloof aan hechten en er te stellig op bouwen gaati DE STRIJD AAN HET OOSTELIJK FRONT. Het Duitsche legerbericht meldde gisteren: De Russische aanvallen op de Duitsche stellingen in den Davina-seetor, ten oosten van Augustof en ten noorden van Bolimof zijn afgeslagen. Ons offensief op het front Libowo-Kalwarja maakte vorderingen. Ver schillende plaatsen werden genomen. Wij maakten 2040 gevangenen en vermeesterden 3 mitrailleurs. Ten noorden van den boven-Weichsel sloegen' ue troepen van generaal von Woyrsch aanvallen der Rus sen af op de stellingen, die wij op 14 Juni aan de Rus sen hadden ontnomen. Het verslagen Russische leger trachtte gisteren op het geheele front tusschen dé San ten noorden van Sie- niawa en de Dnjester-moerassen, ten oosten van Sam- bor, de vervolging door die verbanden legers tot staan te brengen. Des avonds was 't overal uit zijn stellin gen bij Cieplice ten zuidwesten van Loebarzof den sector Cawadowka ten westen van Jaworof ten westen van Sadowa-Wissnia na hevige gevechten verdreven. Het wordt vervolgd. Het leger van von von Mackensen maakte sedert 12 dezer meer dan 40000 gevangenen en vermeesteKle 69 mitrailleurs. Tusschen de Dnjester-moerassen en Zoerawno won nen de Russen eenig terrein. De toestand in zijn geheel genomen is daar onveranderd. Uit Weenen werd gisteren officieel gemeld: In Galicië konden de Russen ondanks hun buitenge woon hardnekkigen tegenstand den aanval van de le gers'der verbonden mogendheden niet keeren. Achter volgd door onze troepen, trekt het overschot van de verslagen Russische korpsen terug over Cewkof, Loe- baczo'i en Jaworof. Ten zuiden van dén Lembergschen weg nam het le ger van BöhmEnnoïli in den afgeloopen nacht de Russische stellingen op bet geheele front en wierp den vijand terug over SadowaWisnia en Roedfci. Ten zuiden van de Dnjester wordt in het terrein voor de braggéhooiden gestreden. Het leger van Pflan- zer veroverde gisterochtend' Nizniof. De veldslagen .en gevechten in de maand Juni héb ben ,tot dusverre rijken buit opgeleverd. Van 1 tot 15 Juni zijn in het geheel 108 officieren en 122.000 man schappen gevangen1 genomen, terwijl 53 stuks geschut, 187 machinegeweren en 58 munitiewagens werden veroverd. DE STRIJD TN BELGIë EN N.-FRANKRIJK. Het Fransche middagcommuniqué meldde gisteren: De Brische troepen vermeesterden op 15 dezer een loopgravenlinie ten westen van La Bassée. In den nacht van 14 op 15 Juni ontwikkelden zich plaatselijke acties der infanterie in de streek ten noorden van At- recht, sector LoretteNeuville, en ten zuiden van At- recht, hoeve Toutvent. Alle tegenaanvallen werden afgeslagen. De Franschen handhaafden de verkregen winst. Ten noorden van Neuville vermeesterden de Franschen enkele Duitsche luisterposten. De dag van gisteren kenmerkte zich in deze streek alleen door ar- ti 1 leriestrij d. De Fransche batterijen beschoten de Duitsche loopgraven heftig. In den nacht van 14 op 15 dezer werd op de door ons bij Quennevières veroverde loopgraven een Duit sche aanval ondernomen, waaraan acht bataljons deel namen. Gevangenen verklaarden dat de Duitsche ver liezen aanzienlijk waren. Ter aanvulling van het in het avondeommuniqué meegedeelde over den tocht van Britsche en Fransche vliegers naar Karlsruhe wordt nog meegedeeld, dat de geworpen bommen tal van branden veroorzaakten. Toen de vliegtuigen boven Karlsruhe zich bevonden werd waargenomen dat er een paniek aan het station heerschte. In allerijl vertrokken tremen in oostelijke richting, De vliegtuigen werden bij hun tocht naar Karlsruhe hevig beschoten, voornamelijk te Zabera, Straatsburg, Rastadt en Karlsruhe zelf. Op den te rugtocht werden zij beschoten van Blamont uit, Pfaltz- urg en Zabem. Allen keerden echter ongedeerd te rug, op twee na. Een Duitsch vliegtuig werd ge dwongen bij Norroy aan de Ourcq binnen de Fransdie linies te landen. De vliegers werden gevangen geno men. De Engelsche opperbevelhebber meldde gisteren: Den 15en Juni namen wij een linie loopgraven aan het Duitsche front over een lengte van een mijl, maar moesten deze na een hevigen tegenaanval weder opge ven. Bij Yperen deden wij met succes een aanval op de stelling van den vijand ten noordien van Hooge en bezetten de geheele eerste linie loopgraven over een front van duizend yards en eveneens een gedeelte van de tweede linie en maakten daarbij 157 man krijgsge vangen. Een tegenaanval der Duitschers werd met hevige verliezen afgeslagen. Het Duitsche hoofdkwartier meldde gisterenWeder om daartoe door de Russische nederlagen aangespoord grepen de Franschen en Engelschen gisteren vele pun ten van het westerfront met sterke strijdkrachten aan. Den Engelschen gelukte het bij Yperen onze stelling ten noorden van het meertje en van Bellewaarde iets terug te dringen. Er wordt daar nog gevochten. Daar entegen mislukten twee aanvallen van vier Engelsche divisies, tusschen den straatweg EstairesLa Bassee het Labassée-kanaal, volkomen. Onze dappere West- faalsche regimenten en het daar aangekomen deel van de garde sloegen den aanval volkomen af na ver bitterde gevechten op korten afstand. De vijand had zware verliezen en liet vele mitrailleurs en een mijnen- werper in onze handen. De posities bij den Loretteheuvel, waar de Baden- sche troepen zich met hardnekkigheid handhaven, waagde de vijand na zijn nederlagen van 13 en 14 dezer niet meer te naderen. Bij Moulin-Sous-Toutvent duurt het gevecht nog voort. Vijandelijke doorbrekingspogingen in de Vogezen langs de zijdalen van FechtLauch mislukten. Daar wordt nu toch slechts noord-westelijk van Metzeral en aan het Hilsenbosch gevochten. Overigens werden de aanvallen reeds afgeslagen. DE GEVECHTEN AAN DE ITALIAANSCH-OOSTENRIJKSCHE GRENS. Het Oostenrijksche legerbericht meldde gisterenDe Italianen hebben hier en daar weder aanvallen gedaan, maar werden overal teruggeslagen, aan de Isonzo, bij Monfalcone, Sagred'o en Plava, aan de Karinthische grens in de streek ten oosten van Plöchen en in het Tiroolsche grensgebied bij Pontelstein. HET OPLEGGEN DER STOOMVISSCHERIJ- VLOOT TE IJMUIDEN. De Tel. meldt: Dinsdag heeft de door de besturen der te IJmuiden gevestigde vereenigingen van zeelieden in het stoom- visscherijbedrijf aangevraagde bespreking met de mi nisters van Financiën, Landbouw, Handel en Nijver heid en hoofdbesturen van het Kon. Nat. Steuncomité plaats gehad in zake het opleggen der stoomvisscherij- vloot wegens het mijnengevaar. Doel van het onderhoud was: lo. de regeering te vragen of, gezien de aanwezigheid van mijnenvelden op diverse plaatsen in het visscherijgebied van een der oorlogvoerende mogendheden mededeelingen waren ontvangen over uitbreiding der gevaarlijke gebieden in de Noordzee, voor zoover nog niet aan de reede- rijen en visscherlieden bekend gemaakt; 2o. te onder zoeken, hoe de regeering stond tegenover de vraag, wat te adviseeren aan de opvarenden der stoomtraw lers, wanneer aan. de besturen der vakvereenigingen gevraagd werd of zij: het uitvaren meenden te. moeten aanraden of ontraden; 3o. of een spoedige inwerking treding was te venvachten van dé Oorlogs-Zee-Onge- vallenwet en 4o. of de regeering iets meende te kun nen of te zullen doen voor de nabestaanden der slacht offers, die vóór het inwerkingtreden van bovenge noemde wet hulp behoefden, nu het besluit gevallen was, dat de wet niet van terugwerkende kracht zou zijn. Ten opzichte van vraag 1 deelde de regeering, bij monde van den minister van Financiën mede, dat tot heden geen berichten van1 eenige oorlogvoerendé mo gendheid waren ontvangen omtrent het onveilig ma ken door middel van mijnen van andere dan de beken de gebieden. Ten opzichte van de tweede vraag werd onomwonden verklaard, dat de regeering zich op het standpunt stelde, dat geen opvarende van een stoom trawler door gebrek moest worden gedwongen in deze omstandigheden zee te kiezen. Ook het Kon. Nat. Steuncomité deelde volkomen deze meening en zegde dientengevolge steun toe door tusschenkomst der plaatselijke steuncomité's aan allen, die ten gevolge van het niet varen der stoomtrawlers directe hulp noo dig hadden. Van regeeringswege werd echter opgemerkt, dat geen drang mocht worden uitgeoefend op de zeelie den en dat ieder vrij gelaten moest wordCn het uitva ren te verkiezen boven eventueele hulp van het Kon. Nat. Steuncomité. Ook werd' opgemerkt, dat bij het inderdaad stil blijven liggen1 dér stoomtrawlers voor velen daar buiten, met name ip het landbouwbedrijf, werk zou te vinden zijn en dat pogingen daartoe aan moediging verdienden Op de derde vraag werd door den minister van Landbouw geantwoord, dat nog heden de laatste hand zou worden gelegd aan de maatregelen voor de afkondiging van den datum der inwerkingtreding der Oorlogs-Zee-Ongevallenwet en dat de datum van vaststelling nog slechts eenigermate werd opgehouden door de vele administratieve werk zaamheden daaraan verbonden. Wat vraag 4 betreft, werd medegedeeld, dat thans daarop een definitief antwoord moeilijk kon gegeven worden, omdat zoolang de oorlog duurde, niet bij be nadering kon worden vastgesteld, welke omvang de voorziening in die gevallen zou kunnen aannemen. Na den oorlog zal de regeering dCze aangelegenheid zeer zeker onder de oogen zien. De regeering liet zich om trent de mijnrapporten van de stoomtrawlers en de plaatsen, waar mijnen waren aangetroffen, nader in lichten, alsmede omtrent de vermissing der vier stoom trawlers met alle opvarenden. DE KONING VAN GRIEKENLAND. Het gisteravond te Athene uitgegeven bulletin over den toestand van den koning van Griekenland luidt als volgt: Temperatuur 37.14, pols 104 met onderbre kingen, ademhaling 20. De toestand van de wonde is normaal; er is dikke etter afgescheiden. De algemeene toestand is dezelfde gebleven. De darmkattarh houdt aan en' de niersymptomen blijven eveneens dezelfde. De nacht is betrekkelijk rustig verloopen. KORTE BERICHTEN. Het Britsche stoomschip Strathnaim Penarth Ir gisternacht voor de kust bij Pembrokeshire getorpi leerd. De kapitein en 21 leden van de bemannin zijn verdronken. De Londenscbe bakkers hébben besloten den prijs van het brood met een halven stuiver bet brood van vier pond te verlagen. Volgens een bericht uit Christiansund is het Zweedsche stoomschip „Verdandi", uit Höganaes, een mijl ten Zuid-Oosten van Oxö door een Duitschen hulpkruiser met behulp van een mijn en geschutvuur vernield; de bemanning is van boord genomen. De vrouwen van Frankrijk hebben aan de Ko ningin der Belgen als blijk van hun diepe bewondering een artistiek bewerkt kistje aangeboden, waarvan de stijl herinnert aan de reliekschrijn van St. Ursula te Brugge. De Koning van Italië is tot lid van de Parijsdhe academie benoemd. Volgens Kopenhaagsche bladen meldt de „Russ- koje Slowo" dat' de Siberische rivier de Lena b u i t e n h aar oevers getreden is. 30 Siberische dorpen zijn totaal verwoest. Menschen en vee werden door het water weggedreven en moesten verdrinken. De ellende is onbeschrijflijk. NIET VLUCHTEN I Door den territorialen bevelhebber in Zeeland is aan de bevolking van Zeeuw-Vlaanderen bekend ge maakt, dat, indien onverhoopt Nederland in een oor log wordt gewikkeld en1 vijandelijkheden te verwach ten zijn in Zeeuwsch-Vlaanderen, de bevolking ver zocht wordt niet van verblijf te veranderen. De com municatiemiddelen met-het overige deel van Zeeland zijn dan niet meer ter beschikking van het publiek en de nadering van Temeuzen en Breskens zal dan verbo den zijn. Aan de bekendmaking is toegevoegd, dat zij geen reden tot ongerustheid behoeft te geven, doch dat zij uitsluitend plaats heeft ten einde de bevolking niet onbekend te doen zijn met de door het militaire gezag noodzakelijk geoordeelde verbodsbepalingen. (Hbld.). SCHIETOEFENINGEN VAN HET FORT IJMUIDEN. In de Maasbode lezen wij de volgende waarschu wing: Op 17 en z;oo noodig op 18 Juni a.s. in den namid dag zullen schietoefeningen met zwaar geschut plaats hebben van het fort IJmuiden, waarbij onveilig wordt gemaakt een sector begrensd door de ware richtingen N.W. en W. (45°) tot op 9000 M. van het fort. Tijdens de schietoefeningen zal een roode vlag van den vlag- géstok van het fort waaien. Aan uitgaande schepen wordt aanbevolen in Wes telijke richting te varen tot op 6 zm. uit den wal, ter wijl visschersvaartuigen beN. en beZ. de haven binnen 1 zm. uit den wal moeten blijven. Gisteravond heeft men het schieten reedis kunnen waarnemen. AAN DE BELGISCHE GRENS. De territoriale bevelhebber in Zeeland maakt het volgende bekend: Het is aan ieder verboden, zich zonder bepaalde noodzakelijkheid binnen een afstand van 50 meter van de grens op te houden, welke noodzakelijkheid echter niet altijd behoeft te blijken blijken uit een door een mi litair commandant afgegeven vergunningsbewijs. Het is verboden, zoowel van als naar België dé grens te passeeren langs andere dan de heerbanen en de door de Directie der Belastingen aangewezen wegen. Over treding wordt gestraft met drie maanden hechtenis. Door deze verordening vervallen alle andere. Op aanzegging van militaire zijde moeten alle dui venhokken worden opengezet en moet toegelaten wor den, dat de duiven worden onderzochtOvertreding wordt gestraft met gevangenis van drie maanden of boete tot 300. NEDERLAND EN DE HEILIGE OORLOG. Wolff seint uit Konstantinopel Het Persbureau maakt een communiqué openbaar, hetwelk er op wijst, dat Nederland een bevriende ne tie is en de heilige oorlog alleen is verklaard tege de landen, die zich in oorlog met het Kalifaat bevit den, en dat daarom de afkeuring der Turksche regec ring uitspreekt over een vlugschrift, uitgegeven door het Turksche comité voor nationale verdediging, dat verschillende stukken bevat, berekend om de Mohame- danen op Java op te zetten tegen de regeering van Nederlandsch-Indië. Het vlugschrift zal eerst mogen worden uitgegeven na verwijdering van de gewraakte stukken. Het comité voor nationale verdediging maakt een verklaring openbaar, waarin het zijn innig leedwezen uitspreekt over het bij vergissing in het vlugschrift op nemen van de bedoelde stukken. BINNENLAND. EERSTE KAMER. Woensdag, 16 Juni. De beraadslaging over het wetsontwerp in zake het eedsvraagstuk werd hervat. De heer Reekers (R.-K., Gelderland) zette zijn gis teren afgebroken rede voort. Spr. zag tweeslachtigheid in het ontwerp. Aan de verklaring van een atheïst wordt meer gehecht dan aan die van een geloovige. Het ontwerp plaatst dezen in een positie van minder-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1915 | | pagina 1