DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.'
Van let oostelijk oorlegsterrelo,
Van let waste! oorlogsterrein,
Van lat zuidelijk oorlogsterrein.
No. 148
Honderd en zeventiende jaargang.
191 h
r 3 mssfa i M t post f l-a .^rWsflis 10 ct p, regal, grosts letters naar plaatsruimte. Brieyen t lï. V. Boek- en MelsMNij iX HERVs, COSTER MOR. loordam C 9. hm. I
MAANDAG' 2S JUNI
J3 O O 3T 1 O IRf.
Militie.
Ter zee.
voorgeoefendheid.
ALKMAAR, 28 Juni.
In alle landen ia men op dit oogenblik bezig, elkaar
moed in te schrijven.
„Er is geen reden voor zwartgalligheid", zegt de
Engelsche Daily Chronicle. „Onze eigen krachten ne
men geregeld en snel toe. Voor munitie hébben we
met en achter ons de geheele produceerende wereld met
uitzondering van Duitschland en Oostenrijk. Voor
menschen is onze eind-bron de halve bevolking van
de wereld en nog grooter deel van haar vechtende vol
keren. Er is geen reden voor zwartgalligheid, maar
wel voor vastberadenheid. Wij hebben slechts te gaan,
om te winnen. Maar het kan niet geschieden met
handenwringen en onze leiders aan te vallen en te
schreien, wanneer we geslagen worden. In plaats daar
van hebben we hoop, moed en werk noodig, boven
alles werk, en er is een onbegrensde ruimte voor alle
drie."
De vooruitzichten van den tarweoogst worden bui
tengewoon gunstig genoemd en groote voorraden
worden voor het komende jaar toegezegd.
Bovendien wordt alles gedaan om de nieuwe oor-
Ingsleening populair ie maken zelfs geven reeds
firma's 3 guldens-bons voor de leening aao klanten,
die een bepaald: bedrag leenen, evenals hier cadeaux
bij margarine, terwijl er prijzen beschikbaar worden
gesteld! voor de meeste bons, gelijk hier vijv. voor si-
garetteo-bons. Wei een bewijs, dat er alles wordt ge
daan, om de leening te doen slagen en veel geld in het
laadje te krijgen.
De Fransdie bladen zeggen het den minister van fi
nanciën na, dat Frankrijk er best voorstaat en stee
vast van' plan is, den strijd voort te zetten, met den
vasten wil om te winnen. Men geeft bemoedigende
verschijnselen aan, cm, naast de militaire, ook de ei
gen financieele superioriteit aan te toonen.
In de Russische pers wordt verzekerd, dat niemand
aan den vrede denkt, dat de wil der verbondenen, om
den oorlog tot een goed einde te brengen, onverzette
lijk is, dat men van vredes-bazuinen niet wil weten,
maar slechts oorlogstrcmpetten schallen laat.
De Oostenrijksche couranten wijden herinnerings
artikelen aan den 26en Juni, den dag van den moord
te Serajewo en zeggen, dat het rijk nieuwen roem en
nieuw geluk tegemoet gaat, en in het bezoek van den
Duitschea rijkskanselier" v. Bethmann Hollweg en den
minister van buitealandische zaken von Jagow aan
Ween en, samenvallende met de overwinning in Ga-
litië wordt een nieuwe uiting gezien van den wil om
vol te houden en te winnen.
Ook in de Duitsche pers weerklinken dergelijke
stemmen. In de Lok. Anzeiger wordt door dr. Hen-
nig uitvoerig de voorspelling toegelicht, dat we een
over het geheel drogen, heeten zomer zullen krijgen,
hetgeen nu wel niet zoo aangenaam is voor de strij
ders te velde, maar vooral als er af en toe een on
weersbui komt, uitnemend is voor den oogst, dus ook
voor de volkswelvaart In het Tageblatt betoogt de
gep. kapitein ter zee L. Persius, dat in de toekomst
de onderzeeërs nog veel meer van zich zullen doen
spreken, omdat het steunen van de tegenstanders door
neutralen (de bovenstaande aanhaling uit de Daily
Chronicle is hiervoor wel teekeaend) met oorlogsmate
riaal hun het voortzetten van dfeni oorlog mogelijk
maakt Daarvoor staan de opoöeringsgezindheid en
de voortreffelijkheid der militaire en technische krach
ten van het marine-personeel borg, evenals de hodge
stand van den scheepsbouw en de machine- industrie
ia Dufóehlaoii
De fsci-ciaal-demc cratische „Vorw&rts" beeft een an
deren toon aangeslagen. Het heeft een maallest van het
partij-bestuur opgenomen, waarin wei is waar word?
gezegd, dat da pogingen tot internationaal overleg
mislukt zijn, voornamelijk tengevolge van de Houding
der sociaal-democratische partij in Frankrijk, die
evenals die in Engeland gemeene zaak maakt met
de met den Tsaar verbonden regeering, doch waarin
verder wordt verklaard:
„Om te voorkomen, dat de oorlog, die dagelijks
nmuwe offers kost, tot in het eindelooze wordt voort
gezet tot alle volkeren, die er aan deelnemen, uitgeput
zijn, mqet een der oorlogvoerende partijen het eerst
de hand aanbieden. Duitschland, dat door een groote
overmacht overvallen, zich tot nog toe alle vijanden
van het lijf gehouden' heeft, dat het uithongeringsplan
verijdeld heeft en bewezen heeft, dat het niet overwon
nen kan worden, behoorde den eersten stap tot den
vrede te doen,"
„In naam der menschelijkheid en der Kuituur, ons
beroepend op de door de dapperheid van onze gewa
pende landgenooten ontstane voor ons gunstigen
stand van den oorlog, verlangen wij van de regeering,
dat zij zich bereid verklare, vredesonderhandelingen
aan te knoopen om aan den bloedigen strijd een einde
te maken."
„Wij verwachten van onze partijgenooten in de an
dere oorlogvoerenden landen, dat zij in denzelfden
geest invloed oefenen op hunne regeeringen."
Üin dit manifest werd de verspreiding van het blad
verboden en de Nordd. Allg. Ztg. zegt, dat zulke arti
kelen een.ongewenschten indruk in het buitenland zul
len maken en de voorstelling weer meer ingang zal
doen vinden, dat men in Duitschland den oorlog niet
meer kan volhouden en op deze wijze de hoop der te
genstanders op de overwinning doen verlevendigen.
Het blad deelt officieus mede, dat zoodra de loop der
militaire gebeurtenissen en de politieke toestand kanw
bieden met succes vredesonderhandelingen aan te
knoopen, zal de regeering uit zich zelf doen al wat
van haar verwacht mag worden. Voor het echter zoo
ver is, blijft „volhouden" de leus voor het Duitsche
volk."
De Berl. Morgenpost schrijft in verband met het
manifest o. a. het volgende:
„Wanneer de last, welke nu al zoolang op onze
borst ligt, ons menig oogenblik ondragelijk schijnt,
wanneer het verlangen naar den dag, die aan alle el
lende en al het lijden een einde zal maken, eiken dag
grooter en dringender wordt wie zou dit niet be
grijpen? Er is geen mensch in de wereld, die niet
naar het einde van den oorlog verlangt, niet een staats
man, niet een van de honderdduizenden die in het veld
staan, niet een enkele dergenen, die in het vaderland
toeschouwers moeten zijn van den vreeselijken strijd
en op wie als een berg de zorg drukt om het lot der
bunnen in het veld, om het eigen lot, om het lot van
volk en vaderland.
„Had het' sociaal-democratische partijbestuur de re-
geering den weg gewezen, waarop zij het einde van
den oorlog ook maar één dag eerder kan bereiken, als
het op dit oogenblik schijnt, dan zouden de regeering,
wij zelf en ons heele volk het partijbestuur deu innig-
sten dank weten, en1 het zou zich daardoor een monu
ment gesticht hebben, van meerder duur dan steen en
erts.
Maar met zijn vredesmanifest heeft het bestuur der
sociaal-democratische partij den vrede, waarnaar wij
allen verlangen, niet gediend. Den vrede dient alleen
hij, die met onwrikbare vastberadenheid den strijd tot
aan het einde wil voortzetten, dat naar het doel leidt,
tot aan het oogenblik, waarop onze vijanden erken
nen, dat de vernietigingsplannen, welke zij tegen ons
smeedden, mislukken moeten, nu en voor altijd."
Al biedt het slot van deze aanhaling nog geen
schoon vooruitzicht, men zal ontwaard hebben, dat
dit Morgenpost-artikel in een geest is geschreven,
welke tot voor kort in de Duitsche pers niet voor
kwam. En ook in' andere landen merkt men een soort
gelijk verschijnsel. Het zou ons waarlijk niet verwon
deren, wanneer deze verschijnselen achterna aanwij
zingen van een spoed'igen vrede bleken te zijn. Maar
mocht deze veronderstelling onjuist zijn, dan is grif
aan te nemen, dat de oorlog nog wel een jaar kan aan
houden, voordat het tot vrede komt
De leger-berichten geven niets nieuws. De Duit-
schers treden iets krachtiger aanvallend in het Westen
op dan voorheen en behalen thans de kleine successen,
die anders door de Franschen bereikt werden. Op het
Oostelijk oorlogstooneel heeft thans het Duitsch-Oos-
tenrijksch leger, dat het zuid-oostelijkst onder gene
raai Pflanzer staat, zijn tegenslag. Maar de midden
groep onder generaal von Linsingen heeft er den
gang weer in en de Russen die harduekkigen tegen
stand hebben geboden, genoodzaakt, zich een 30-tal
kilomaters (van het front Bobrka—Zurawno op de
Gnila-lipa-rivier) terug te trekken. Ook voor de beide
noordelijke legermachten (onder aartshertog Jozef
Ferdinand en yeldm&aischalk v. Mackenseu) moeten
de Russen weer terug. Geleidelijk wordt dus, met hier
en. daar een tijdelijke onderbreking, de zuivering van
Galicië voortgezet.
In Rusland gaat nu al in korten tijd de tweede mi
uister heen, nJ de minister van oorlog. Natuurlijk is
er plaats voor verschillenden uitleg van deze ontslag
aanvrage.
Teekenen we tenslotte aan, dat die heer Demburg te
Berlijn is aangekomen, zoodat we terecht het gerucht
over zijn aanhouding door de Engelschen, die hem
een vrijgeleide hacjden gegeven, alleronwaarschijnlijkst
hebben genoemd.
Aan het
een
na geheel vernietigd door ons kruisvuur,
Taneffront is het kalm.
Bij Ravaroeska beproefde de vijand den 25sten
aanval op het front Verkhrad—Greb^ne—Lubelite.
Den vorigen dag hadden wij in tegenaanvallen in
de richting Jollef—Lemberg, waarbij wij gesteund
werden door een geblindeerden trein, 2000 man ge
vangen genomen, onder wie 30 officieren, en 13 mi
trailleurs buit gemaakt.
Bij het dorp Bobrk ontwikkelde zich den 25sten een
rdnekkig gev<
Aan den Dni
DE STRIJD AAN HET OOSTELIJK FRONT.
Het Russische legerbericht meldde gisteren: Bij
Schawli heeft geen feitelijke verandering plaats gehad.
Aan het Naref-front had een vijandelijke aanval
plaats op den 24sten, in het Omoeloef dal, die den vij
and op ernstige verliezen te staan kwam. Voor onze
verschansingen lieten zij reeksen lijken achter.
In het Orjitzdlal sloegen wij in den nacht van den
20sten opnieuw aanvallen af van aanzienlijke vijande
lijke strijdkrachten. Vervolgens overgaande tot een
tegenaanval, bemannen wij een schans, die wij den vo
rigen avond; hadden verloren en maaiden vijf mitrail
leurs buit. Denzelfden dag tegen den middag opende
de vijand in de richting van Prasnysz een hevig artil
lerievuur en viel daarna aan. Het hevig gevecht dat
zich toen ontwikkelde en tot een bajonetgevecht over
ging, duurt voort.
Aan den linkeroever van den Weichsel, ten noord
westen van het dorp Zavikhosi, naderde een vijandelijk
bataljon onvoorzichtig onze versperringen en werd bij-
faardnekkig gevecht.
niester van Khodorofu af tot Galitz gin
gen wij voort de hevige aanvallen af te slaan van tal
rijke Oostenrijksch-Duitsche troepen1.
Den 24sten namen wij nog een 1000 man gevangen
met 7 officieren en maakten wij vele mitrailleurs buit
Aan het Dnjester-Proeth-front maakten wij den 24sten
eenige vorderingen.
Het Oostenrijksche legerbericht meldde gisterenNa
de nederlaag bij en ten zuiden van Lemberg trokken
de Russen met hunne hoofdmacht terug in oostelijke
richting en namen op de hoogten ten oosten van Dawi-
dowka, ten oosten van Miklascow en bij Jariczowstary
opnieuw met een sterke strijdmacht stelling. Op dit
front namen onze troepen in gevechten, die verscheide
ne dagen aanhielden, de voor-stellingen van den vij
and, wisten tot de bestormingsafstand de vijandelijke
hoofdstelling te naderen en drongen ten slotte deze op
verschillende punten binnen. Speciaal in de sector bij
en ten zuiden van Bobrka werd de vijand uit bet sa
menhangend front teruggeslagen. Sedert hedenoch
tend zijn de Russen weder over het geheele front op
den terugtocht.
Ook tel noorden, van Zollrief en ten noorden van
Rawaroeska wijkt de vijand achteruit voor de vervol
gende troepen der Duitschers en Oostenrijkers.
Aan den Boven-Dnjester duren de gevechten voort
De Duitsche troepen namen na hevige gevechten de
hoogte bij Boekaczowce. Beneden Halicz en aan de
Bessarabische grens is het in het algemeen rustig. In
de gevechten dér laatste dagen nam het leger van
Böhm-Ermolli alleen 71 officieren en 14100 man
schappen gevangen, terwijl het 26 machine-geweren
buit maakte.
GENERAAL BöHM-ERMOLLI GEDECOREERD.
Het Oostenrijksche oorlogsperskwartier meiddie gis
teren, dat Keizer Frans Jozef een telegram zond aan
den bevelhebber van het 2e legercorps Böhm-Ennolli,
dat luidde: „Met trots en vreugde ontving ik uw
melding van de inneming van Lemberg, die gij en
uw dapper tweede leger u als groote verdienste kunt
aanrekenen. Ik dank van harte mijn moedige troepen
en verleen u, mijn waarde generaal, het kruis van mi
litaire verdiensten le klasse met de oorlogs-decoratie.
Mijn beste groeten zend ik u en mijn tweede Leger."
DE STRIJD IN BELG1E EN NOORD-FRANKRIJK.
Het Fransche communiqué meldde gistermiddag
In de streek ten Noorden van Atrecht slaagden de
Duitschers er Ih, vasten voet te herkrijgen in den
hollen weg van Ablain naar Angres, ten Noorden
van Souchez, over een front van ongeveer 200 meter.
De dag van 26 Juni kenmerkte zich door een tus-
schenpoozende, buitengewoon hevige beschieting van
de voorste wijken van Atrecht. Eveneens had in den
nacht van 26 op 27 Juni tusschen Neuville en An
gres, en tusschen de Oise en de Aisne, bij tusschen-
poozen een bombardement plaats. v'
De nacht van 26 op 27 Juni was tamelijk onrustig,
met name bij Quennevières, waar, na een gevecht
met handgranaten, een zwakke Duitsche troepenaf-
deeling de loopgraven trachtte te verlaten, maar ge
makkelijk werd afgeslagen. In de Argonne, bij Ba
gatelle, ondernamen de Duitschers vroeg in den
nacht van 26 op 27 Juni een uiterst hevigen aanval.
Na een zeer heeten strijd werden zij ten 6lotte
teruggeworpen.
Ter. Oosten van de loopgraaf van Cslonne onder
namen da Duitschers eer: aanval, die werd afgesla
gen, behalve op een punt, waar zij in 'n gedeelte
onzer loopgraven doordrongen, dat door twee Fran
sche secties was bezet. De strijd duurde gedurende
den geheeien nacht van 26 op 27 Juni voort. Onze
stellingen en vorige terreinwinst bleven in hun ge
heel gehandhaafd.
In Lotharingen trachtten de Duitschers met U/2
compagnie Arracourt bij verrassing te nemen, na
dit dorp met brandgranaten te hebben beschoten.
Hun toeleg mislukte.
Van het overige front worden slechts artilleriege
vechten gemeld.
Fransche vliegers wierpen op 25 Juni een twintig
tal granaten op het station van Douai en de omrin
gende stations, waarvan 10 van 155 m.M. Het station
van Douai moet ernstig beschadigd zijn.
De Directie ziet zich genoodzaakt de
abonnementsprijzen van de „Alkmaarsche
Courant" vanaf 1 Juli a.s. te bepalen als
volgt
binnen de stad f 1.per kwartaal en
71/2 cent per week,
franco per post f 1.85 per kwartaal.
Zij, die zich met 1 Juli op ons blad
abonneeren, ontvangen de tot dien
datnm verschijnende nummers franco
en gratis.
Aangifte voor deelneming aan het onder
zoek inzake
De BURGEMEESTER van ALKMAAR brengt ter
kennis van belanghebbenden dat ter gemeente-secreta-
rie alhier gelegenheid bestaat voor de ingeschrevenen
der militie voor de lichting 1916 om zich vóór 9 Juli
aa. aan te melden tot deelneming aan bovenbedoeld
onderzode.
Het onderzoek vangt aan den 27en Juli a.s. en wordt
gciioud'en te Amsterdam, den Helder, 's-Gravenhage,
Gorinchem, Breda, Venlo, Arnhem, Kampen, Leeuwar
den, Assen en Utrecht.
Bij de aanmelding moet worden opgegeven in welk
gemeente men aan het onderzoek wenscht deel te nt
men, waarbij men tevens te kennen behoort te geven c
men gedurende het onderzoek voor Rijksrekening li
gering of voeding wenscht te genieten.
Zij die zich voor deehieming aan het onderzoek héb
ben aangemeld, doch wegens ziekte verhinderd waren
aan het onderzoek deel te nemen, kunnen zich vóór 29
Juli 1915 wenden tot den Inspecteur dier Infanterie
met hét verzoek om alsnog in de eerste helft van
Augustus 1915 het onderzoek te ondergaan, welk on-"
derzoek op Dinsdag 10 Augustus 1915 aanvangt.
erdtere inlichtingen worden, idesgewenscht, ter ge
meente-secretarie verstrekt.
Alkmaar, 28 Juni 1915.
De Burgemeester voornoemd:
G. RIPPING.
Het Duitsche hoofdkwartier meldde gisteren s Naast
de kathedraal van Atrecht staande vijandelijke artil
lerie werd door ons beschoten. Een munitie-depót
vloog in de lucht.
In de Argonne ten noordwesten van Vienne-Ie-
Chateau werd een gedeelte van een loopgraaf be
stormd en gehandhaafd tegen verscheidene vijande
lijke tegenaanvallen.
Nadat wij aan de Maashoogten In de laatste dagen
pogingen van den vijand om zich in het bezit van
een hem op 24 dezer ontrukt terrein te stellen, ver
ijdeld hadden, verrasten wij den vijand gisteren met
een aanval op den bergrug vlak ten zuidwesten van
Les Eparges. Deze was na een kort gevecht in onze
handen. De vijand deed gedurende den geheeien
nacht pogingen om den bergrug weder te nemen,
maar al zijn aanvallen mislukten.
De mededeeling in het Fransche communiqué van
26 dezer betreffende het buitmaken van vier Duitsche
machine-geweren bij Ban de Sapt is verzonnen. De
vijand is na de nederlaag, die hij daar heeft geleden,
nergens, ook zelfs maar tot in de nabijheid van de
door ons veroverde stelling gekomen. Daarentegen
is het aantal onzer gevangenen gestegen tot 268 en
bedraagt onze buit thans twee revolver-kanonnen,
vijf machinegeweren en zeven groote en kleine
5 mijnwerpers.
VERGELDINGSMAATREGELEN.
Een officieel Duitsch bericht meldde gisteren:
In strijd met het volkenrecht hebben den 13en en
31sten Mei Fransche oorlogsschepen de Duitsche con
sulaten in de open Turksche steden Alexandrette en
Haiffa verwoest.
Als vergelding en ter dekking dér schade, toege
bracht aan Duitsch en Turksch eigendom, zijn aan de
Fransche stedfen Valenciennes en Roubaix 'daarvoor
boeten opgelegd, elk van 75.000.
DE GEVECHTEN AAN DE
ITALIAANSCH-OOSTENRIJKSCHE GRENS.
Het Italiaansche legerbericht meldde gisteren:
Ten Westen van den Montecroce-pas hebben onze
troepen deu top van dén Zellenkofel bezet. Langs de
Isonzo,- aan gene zijde van de rivier, maken wij lang
zaam, maai onophoudelijk vorderingen.
f»an dé gieua van Tirol en Trentino duren de artil
lerie-gevechten op verren afstand voort. De hevige
stormen van gisteren belemmerden de actie onzer troe
pen, vooral in het bergachtig gedeelte van het oor
logstooneel.
Het Oostenrijksche legerbericht meldde gisteren:
Aan het kanaal van Monfalcone werd gisteren een
vijandelijke aanval ten zuiden van Sagrado afgeslagen.
Overigens hebben aan dé Isonzo en aan de overige
fronten slechts artillerie-gevechten plaats gehad.
DE ACTIE AAN DE DARDANELLEN.
Het Turksche hoofkwartier meldde gisteren: Aan
het Dardanellenfront bij Ariboemoe werd op 25 Juni
van beide zijden slechts zwakjes gevuurd. In den
loop van den namiddag trof onze artillerie twee malen
een vijandelijk transportschip voor Kaba Tepe, waarop
aan boord brand uitbrak. Een harer granaten trof
een vijandelijke torpedoboot, terwijl twee granaten te
recht kwamen op een vijandelijk transportschip, dat
munitie loste. Het transportschip verwijderde zich
van de kust, daar aan boord brand1 was uitgebroken.
In het zuiden bij Sedul Bahr deed de vijand ver
scheiden aanvallen op gedeelten van de verschansingen
van het Turksche centrum; hij werd echter telkens met
verliezen afgeslagen. Op den rechtervleugel alleen ar
tillerie- en infanterievuur.
le oordeelen naar het aantal schepen, gebruikt voor
het wegbrengen der gewonden en naar de massa's ge
sneuvelden, die nog niet van het slagveld weggehaald
zijn, worden dé verliezen van den vijand in den slag
van 21 Jiuni op meer dan 7000 man geschat.
EEN ITALIAANSCHE TORPEDOBOOT
GETORPILLEERD.
Een officieel Oostenrijksch legerbericht meldde gis
terenEen onzer onderzeeërs heeft den 26sten Juc
in het noorden van de Adriatische Zee een Italiaansch
torpedoboot getorpi lieerd en in dén grond geboord.