DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Van kt westelijk oorlogsterrein. Van kt oostelijk oorlogsterrein. Uitbetaling vergoedingen MILITIE en LANDWEER. .No. 162 Honderd en zeventiende jaargang. 1915 ituwMtspiiis pi» 3 Malde» f 1.li. p. post IU5. Mwrtffltlepitis 10 et regel, greets latter! «ear plaatsruimte. Briefen Ir. R.V. Boek- e» Haedelsdrpkkerii r.ii. HERMs. COSTER i ZOOR, Voordans C 9. Telefnr. 3. WOENSDAG 14 JULI ENT. ELAND. ZWEDEN. AUJLA. Dit nmmer uit 2 bladen. E5aeamE»Bssmsimi«i*eiina»s0öi RMHNBBEgnnmnBiNmH ALKMAAR, 14 Juli. Den 13den Mei meldde het Fransche communiqué: „Een aanval van de Franschen op het dorp Souchez en ten noorden daarvan liep uit op hun voordeel, zoodat zij eenige honderden meters vorderden." Den löden zetde het Duitscne legerbericlit„bij Souchez liepen nieuwe aanvallen der Franschen dood in ons vuur." Den 17den heette het in het Fransche communiqué: „De Franschen wonnen 2U0 meter op een uitloopei van het plateau Lorette in de richting van de suikerfa briek van Souchez." Den 18den verklaarde het Duitsche legerbericht: „Hernieuwde Fransche aanvallen op de Lorette hoogte westelijk van Souchez mislukten." Den 26sten Mei luidde het Fransche communiqué: „De Franschen wonnen terrein ten zuid-westen van Souchez." F.n het Duitsche legerbericht: „Ten noor den en ten zuiden van den straatweg SouchezBéthu- ne gelukte het den vijand aanvankelijk in onze loopgra ven binnen te dringen. Nachtelijke tegenaanvallen ech ter brachten ons weder in het volle bezit van onze stel ling. Ook ten zuiden van Souchez mislukten vaak ner haalde aanvallen, die door blanke en gekleurde Fran sche troepen tegen onze stellingen werden onderno men, dicht voor de draadversperringen Den 1 sten Juni deelde het Fransche communiqué mede: „Een zeer hevig gevecht ontwikkelde zich om de suikerfabriek van Souchez" Den 2den Juni: „De verbitterde gevechten, welke sinds twee dagen geleverd worden om de suikerfabriek van Souchez, eindigden in het voordeel van de Franschen". Het Duitsche Ie gerbericht van dien dag daarentegen luidde: „De sui kerfabriek ten westen van Souchez, welke de Franschen gistermiddag bezetten, is door ons heroverd." Den 3den Juni meldde echter het Fransche commu niqué de verovering der suikerfabriek, den 4den het Duitsche: „De suikerfabriek van Souchez is na wisse lenden strijd door ons bezet". Maar den volgenden dag wordt a weer van Duitsche zijde verklaard, dat de Franschen de fabriek in hun bezit hebben eu van f ransche zijde, dat de Duitschers buitengewoon hefti ge tegenaanvallen deden. Den 7den Juni verklaarde het Duitsche legerbericht: „De overblijfselen van de suikerfabriek van Souchez zijn nog in het bezit dei Franschen." Den löden Juni stond er in het Fransche communi qué: „Bij de suikerfabriek van Souchez deden de Duitschers in de laatste 24 uur aanvallen die dadelijk werden teruggeslagen". Het Duitsche legerbericht van denzelfden dag luidde: ..Ten nooru-westen van Souchez zijn alle aanvalspogingen der Franschen reeds in den aanvang onderdrukt Ton westen van Souchez, in de streek van de suikerfabriek behaalden de Franschen kleine voordeelen" Den 13den Juni meldde het Fransche communiqué: „De Franschen lubben zich meester gemaakt van het station Souchez", den 18den een terreinwinst ten zui den van Souchez, hetgeen in het Duitsche legerbericht aldus werd medegedeeld: „Ten zuiden van Souchez slaagden de Franschen er in onze stellingen over een breedte van ongeveer 600 meter vasten voet te verkrij gen. Daar duurt de strijd nog voort". Den 18den Juni luidde het Fransche communiqué: „De Franschen namen bezit van het kerkhof van Souchez", het Duit sclte: „Bij het kerkhof, ten zuiden van Souchez, dron gen de Franschen in kleine gedeelten onzer voorste loopgraven linies". Enkele dagen achtereen meldden de Franschen loopgraven-winsten, terwijl de Duit sclters zwegen. Den 25stén Juni stond er in het Duit sche communiqué: „Ten zuiden van Souchez weiden de gevechten door ons met succes voortgezet". Den 26sten Juni deelde het Fransche communique mede, dat de vorderingen der Franschen werden belemmerd door de terreinsgesteidheid, wijl de wegen op &om mige plaatsen onbegaanbaar waren geworden door de onweersbuien, terwijl het Duitsche legerbericht ver klaarde, dat de sinds éenige dagen onafgebroken gele verde gevechten van man tegen inan om de zich nog in handen der Franschen bevindende gedeelten van de Duitsche stellingen ten noorden van Souchez geéin digd waren en dat de laaiste Franschen uit de loop graven waren geworpen, hoewel de 1 ranschen ter on dersteuning van een aanval nog versche troepen had den doen aanrukken. Den Oden juli verklaarden de Franschen, dat een hevige aativalspoging der Duitschers, gericht tegen de Fransche stellingen beoosten Souchez, werd afgesla gen, en de Duitschers, dat een aanval der Franschen op Souchez bloedig werd afgeslagen. De volgende da gen werd eveneens melding gemaakt van tevergeefscln. aanvallen. Den 9den juli zeiden de Franschen, dat dt Duitschers ten noorden van liet station van Souchez 100 meter loopgraven bezetten, van de ongeveer 800, welke zij 'hadden verloren, den 13den Juli de Duit- schers, dat het veel omstreden kerkhof wederom in Duitsch bezit was.s Heden melden de Franschen, dat zij bij Souchez weer in bezit gekomen zijn van loopgraven, die zij den llden hadden moeten ontrui men, terwijl de Duitschers zeggen, dat zij een f iafi schen aanval met handgranaten bij de suikerfabriek van Souchez hebben afgewezen. Ziedaar het verloop van den strijd om één plaats gedurende twee volle maanden Hoeveel strijd is daar niet geleverd! Bijna e.ken dag opnieuw werd er ge vochten Verbitterde tegen aanvallen volgden op niet minder verbitterde aanvallen. Over en weer behaalde tien voordeelen, over en weer maakte men die elkaai groolcndeels afhandig En tenslotte gaat het altijd maar weer om Souchez zijn suikerfabriek, zijn station n zijn kerkhof Ja het kerkhof vooral. Hoeveel duizenden menschen zullen hier hun oorlogsgraf heb ben gevonden! En ook hoeveel jonge, krachtige le vcnslustige personen een gruwelijke verminking heb ben opgedaan. En de toestand verandert er bitter weinig door Wij hebben zoo lang stil gestaan bij het twee- inaandsch gebeuren van Souchez, omdat dit het karak- ter van den positie-oorlog, het heen en weer gaan en weinig opschieten, zoo teekenend weergeeft. Viet zoo'n voorbeeld voor oogen vraagt men zich tf: hoe lang nog? De Fransche bladen bereiden hun lezets voor op een wintertocht en de Duitsche behoeven dit niet te doen Oeneraal Joffre heeft den oorlog aldus samenge vat: „long, dur, sur", d. w. z. lang, hard, zeker. Lang heeft de oorlog inderdaad reeds geduurd en /.al hij misschien nog blijven duren, voor wien hij ze ker zal zijn, valt nog niet te voorspellen doch dat hij voor beide partijen hard is daaraan zal wel nie mand twijfelen! Terwijl het Fransche communiqué meldt, dat de [Juitsche Kroonprins met groote kracht tevergeefs in de Argonnen het offensief heeft hervat, maakt het Duitsche melding van een overwinning bij Baureilles (bij Varennes), waar 3000 Franschen gevangen geno men. en vele kanonnen onschadelijk gemaakt zijn. Zouden de Duitschers na veel tasten langs het geheele front hier nog eens weer een doorbraak willen be proeven? De Fransche officieele tnededeeling van gistermid dag luidt: Voor de Fransche stellingen in het Doo. hof hebben de Duitschers vannacht ten aanval ouuJ- nomen onder bescherming van een hevig geconcen treerd vuur. De aanvallers zijn gedecimeerd en bin nen hun linies teruggeworpen. In het gebied van de Aisne wordt het mijngevecht voortgezet. De Fransche deden een oven ontploffen, die vijandelijke mijngalerijen overhoop wierp. In Champagne een kalme dag. Gevechten met handgranaten, geweer- en kanonvuur in het bosch van Aprémont, bij Regmiervillc en het Priesterbosch in Argonne. Van de twee aanvallen der Duitschers bij Croixdes Carmes is de eerste met zware verliezen afgeslagen door het Fransche artillerie- en infanterievuur en de tweede reeds gestuit voodat de Duitschers hun loop graven konden verlaten. De beschieting van de stellingen die de Franschen bij Fontenelle vermeesterden en van de voorste loop graven in den Wetstein-pas ten N. van Münster is voortgezet. Een aanval der Duitschers, gemunt op het brugge- hoofd, dat de Franschen op den oostelijken oever van de Fecht bij Sondemach hadden bezet, is afgeslagen. Een Fransch luchteskader van 35 vliegtuigen is van ochtend, bij een wind van 18J4 meter per seconde, over het strategische station gevlogen, dat de Duitschers bij Vigneulles-les-Hattonchhtel hebben opgericht. Dit station bedient zoowel de streek van de schans vaii Ca- lonne als het bosch van Aprémont. Er waren belang rijke voorraden van allerlei aard, vooral munitie, op geslagen. De Fransche vliegtuigen hebben op dit sta tion 171 granaten van 90 m,m. geworpen. Verschil lende branden zijn waargenomen. Alle vliegtuigen zijn teruggekeerd, hoewel ze vrij zwaar zijn beschoten Het Duitsche groote hoofdkwartier bericht: Fran sche aanvallen met handbommen bij de suikerfabriek van Souchez werden afgeslagen. Als gevolg van de bestorming van het kerkhof wer den verderop onze stelling over een breedte van 600 meter vooruitgeschoven en ook het aan den straatweg naar Atrecht gelegen cabaret Rouge genomen Het getal gevangenen steeg tot 3 officieren en 215 man. Verschillende beginnende vijandelijke tegenaan vallen werden onder vuur genomen en het doorzetten zoodoende verhinderd. Tnsschen Maas en Moezel ontwikkelde de vijand een levendige artillerie-actie. Viermaal greep hij onze stel lingen bij het Bois le Prêtre in den loop van den avond en nacht aan. De aanvallen mislukten met groote ver liezen onder het vuur vóór onze liniën. Het Duitsche hoofdkwartier meldt: Op het oostelijk en zuid-oostelijk oorlogstooneel is de toestand onveranderd. Rapport van den Oostenrijksche generalen staf luidt: De algemeene toestand is onveranderd. DE OORLOGSLEENING. Minister Mc. Kenna deelde gisteren in het Lager huis mede, dat de totale inschrijvingen op de nieuwe oorlogsleenmg ongeveer 7.200 millioen gulden bedra Alle klassen der maatschappij, zeidc de minister hebben aan deze vaderlandslievende betooging deelge nomen, van de groote banken af tot de arbeiders toe en allen hebben recht op dank. Uit deze geheele zaak is gebleken, hoe onvergelijkelijk groot de financieele hulpbronnen van het Britsche rijk zijn. Zoowel Enge- lands bondgenooten ais zijne vijanden kunnen hieruit leeren, dat het land trouw blijft aan zijn woord. GENERAAL BOTHA GEHULDIGD. In het Lagerhuis stelde de heer Asquith een motie, voor, waarin uiting wordt gegeven aan de dankbare waardering voor de bekwaamheid van Botha bij het voeren van den veldtocht in Zuid-Afrika en de uitste kende diensten door generaal Smuts en de officieren en manschappen van de Zmd-Afrikaansche troepen verricht. Minister Bonar Law, die de motie steunde, zeide, dat de overzeesche koloniën den vijanden de grootste van alle verrassingen bezorgd hadden. De vijanden meenden, dat het doorbreken van den oorlog het teeken zou zijn voor het begin van'het uiteenvallen van het Britsche rijk. Zij hebben zich vergist. Wij hadden niet de macht om een kolonie met zelfbestuur te dwingen ons dé geringste hulp te verleenen en toch komen uit alle deelen yan 't rijk, uit Indië, Australië, Nieuw-Zeeland en Canada legers uit eigen beweging, niet uitsluitend om ons in onzen strijd te helpen, maar om deel te nemen aan wat zij als hun strijd beschouw den. De motie werd onder uitingen van groote geest drift aangenomen. VRAGEN OVER DEN VREDE. In het Lagerhuis vroeg de heer David Mason, of de Engelsche regeering ter voorkoming van een nieuwen oorlog steun zou willen verleenen aan de oprichting van een internationaal gerechtshof, dat aan zijn uit spraken inzake geschillen tusschen naties dwingende kracht zou kunnen verleenen? „In de huidige omstan digheden" antwoordde de heer Asquith „lijkt el ke bespreking van dit onderwerp mij voorbarig." De lieer Mason vroeg daarop of de minister wilde mede- deelen welke vredesvoorwaarden dé vijandelijke regee ringen bereid waren in overweging te nemen, en of er voorstellen waren gedaan die de ontruiming van Bel gië en Noordoostelijk Frankrijk inhielden? De heer Asquith zeide: „Ik bezit hieromtrent geen inlichtin gen." Beide antwoorden werden met een „hoort, hoort" begroet. TEGEN MISBRUIK VAN DE ZWEEDSCHE VLAG De koning heeft, ten einde het misbruik maken van de Zweedsche vlag tegen te gaan, voor de loodsen en douanebeambten ten voorschrilt Uitgevaardigd, waar bij bepaald is, dat, zoodra een vreemd schip met ken- teekeneh van een andere nationaliteit dan waarop het vaartuig werkelijk recht heeft, een Zweedsche haven binnenloopt, de directie der douanen daarvan telegra- nscti op de hoogte moet worden gebracht, en dat het schip niet mag worden uitgeklaard, zonder goedkeu- uiig van den koning. Het schip mag zonder nadere oude niet afvaren oi uitgeloodst worden. Een vreemd schip, dat ten onrechte cie Zweedsche vlag ot wel ken- teekenen van de Zweedsdie nationaliteit voert, mag slechts tot het naasthijgelegon douanekantoor geloodst worden, tenzij het schip in nood verkeert. De betrokken loods moet bij de douanen de binnen- loodsing melden. „öiocjcholm s Dagbladmerkt hierbij op, dat 'deze oepaiingen met voiuoening moeten worciui begroet uoor alten, die de noodzakelijkheid inzien de waarutg- netd van het rijk en iiet aanzien van de Zweedscne viag te handhaven. CARMNE SYLVA EN DE VREDE. De Sinna van Dijk Co., Koninklijke Lunientabriek ie Eindhoven, vervaardigde in hare nandwevenj, ter geiegenneiü van oe inwijding van het- Vredespaleis, cal zeer fijn damasten taleisiel (niet een symboliek oruaiuemaie en decoratieve voorstelling der vredes- tdee), bestemd voor H. M. Koningin Elisabeth van Roemenie (Carmea Syrea), en zoowel de tirma die du udinast vervaardigde als de ontwerpen, (de heer André Vlaanderen, te Amsterdam), ontvingen namens Hare Majesteit te Boekarest, een prachtig geslaagd portret der Vorstinne, waarop door Haar eigenhandig is ge geschreven: „Ter herinnering aan mijn iüsten ver jaardag, Elisabeth, 1914", en met de mededeeling, dat /rij hu damast tafelgoed zal gebruiken op den dag Jat de vrede geteekend wordt! REGIMENTSKOEIEN. Een soldaat, die aan den oorlog meedoet, moei aciiameiijk sterk zijn en moet dientengevolge melk drinken Langs het front zijn de melkslijters echter bijna allen verdwenen en hun koeien hebben zij ge wooniijk meegenomen. Vandaar, dat tal van leger aanvoerders hebben bepaald, dat elk regiment door een aantal koeien zal worden vergezeld. In Fransche en Duitsche geïllustreerde bladen zien wij kiekjes van dergelijke regimentskoeien Ouder de soldaten zijn er vel die de kunst van melken verstaan en wij meenen. dat een half uurtje koe-melken voor menig soldaat x-n aangename interruptie in zijn gewonewerk zal zijn. DE WICHELROEDE LANGS HET FRONT Langs het Oostelijk front wordt door beide partijen van de wichelroede geregeld gebruik gemaakt bij het water zoeken voor de troepen. Vooral Russische offi cieren zouden met de wichelroede dwepen. Als men een goede plek gevonden heeft, is de bron er natuur lijk direct. EEN SCHRIJFMACHINE VOOR EENARMIGEN Zoowel in Engeland, als in Duitsch land worden schrijfmachines in den handel gebracht voor eenarmi- gen. Ifet aantal eenarmigen schijnt inderdaad iederen dag met honderdtallen toe te nemen, en het is goed, dal industrieelen thans al artikelen in den handel brengen, waardoor de invaliden in de gelegenheid zul len worden gesteld, zich in hun onderhoud te voorzien. D" schrijfmachine voor een atmigen. waarvan I'ro mei heus" een beschrijving geeft, is zoo ingericht, dal de een armige op zijn machine ongeveer even snel zal kunnen typen als de twee-armige typist op zijn niach - l>e Burgemeester van Llkiuajtr brengt ter keuuis van belanghebbenden 1 dat de uit betaling der vergoedingen over het tfjilvak van 6 tot en niet 15 Juli /.al plaats hebben ten Sindhiii/.e op Vrijdag IK Juli a.s, voor zooveel de LAKDWGEit betreft van 10 11 en voor zooveel de MILITIE aangaat van II 13 uur. Alkmaar, 14 juli 1915. De Burgefneester voornoemd, JAN DE WIT Dz., lo. Burg. nei lnplaats van de ontbrekende hand worden n 1. de voeten geëxploiteerd. Het het pedaal van deze „trap- sclirij'fmachine" wordt de spatie-toets bediend, voorts de z.g. back-space, terwijl ook hoofdletters en cijfers, en enkele weinig voorkomende kleine letters, met be hulp van het pedaal worden aangeslagen. Een Amerikaansche machine vraagt ook medewer king van de knieën HET GETAL IN DEN OORLOG. De militaire medewerker van den „Berliner Börsen Courier" geeft eenige cijfers, die een voorstelling geven van getaiien en afmetingen in dezen oorlog. Een legercorps heeft een sterkte van 41,000 man met 14,000 paarden en 24,000 voertuigen, de kanonnen in begrepen. Daarvan behooren tot het strijdbare gedeel- 36,000 man, 9000 paarden en 1200 voertuigen. Tot de munitiecollonnes en trein 5000 man, 5000 paarden en ook 1200 voertuigen. Als men zich een legercorps op één enkeien weg in marsch voorstelt, dan neemt het een lengte in van ongeveer 50 kilometer. Wil een infante rist, die zieh aan het eind van de colonnes bevindt, ge it.el naar voren, -dan heeft hij zonder rustpoozen tien uur werk. Het afleggen van dezen afstand op één dag zou op zichzelf reeds een groote praestatie zijn, omdat de gemiddelde marschafstand op één dag in normalen toestand ongeveer 25 kilometer bedraagt. De marsch- lengte van de gevechtstroepen van het legercorps be draagt 25 kilometer. Dat is van belang voor den tijd van den opmarsch. Sloot de voorhoede op den vijand en ontwikkelt zich daaruit een gevecht, dan duurt het vijf tot zes uur voor de laatste man aan het front kar mee doen. Als ten minste de beweging onafgebroktt voortgaat en geen pauzen ontstaan. Dit laatste za echter onvermijdelijk zijn, omdat de aanvoerder eers het resultaat van de verkenning moet afwachten, eer hij zijn bevelen geeft. De laatste groep wordt in den regel ook zijwaarts ontplooid, waardoor de opmarsch nog langer duurt. De lengte, die een legecorps in het gevecht in de breedte inneemt, werd voor den oorlog op vier tot vijf kilometer gerekend. Na de ervaring van den laatsten tijd, is het echter belangrijk meer en thans rekent men op zes tot acht kilometer. Zelfs als men zich aan het kleinste getal houdt, zouden tien legercorpsen, die naast elkaar vechten, reeds een front van zestig kilo meter innemen. Een voetganger heeft twaalf tot veer tien uur noodig om dit front af te loopen. En toch vormen tien legecorpsen slechts een klein gedeelte van de strijdkrachten, die in den modernen slog op hetzelf de gevechtsveld gebruikt worden. Moet het legerkorps met den trein vervoerd worden, dan hebben de troepen alleen zeven-en-zestig treinen en de voertuigen enz. een-en-veertig treinen noodig. Over enkel spoor duurt het transport van een leger korps van zes tot zeven dagen. Bij dubbelspoor wordt dit drie of vier dagen. Het gebruik van den spoorweg is slechts bij belangrijke afstanden te verkiezen boven den marsch. Het gewicht van de dagelijksche verzorging voor één man bedraagt gemiddeld 100 gram. Het oorlogs rantsoen voor een paard is zes kilogram haver, voor zware paarden het dubbele. Daar een legercorps 14000 paarden heeft, is dit te zamen 84000 kilogram. Daar bij is dan met de zware paarden geen rekening gehou den. Rekent men, dat men op één trein wagen 1000 kilo gram kan laden, dan zijn 150 dergelijke wagens noo dig voor de verzorging op één dag. Een militaire autotrein, die uit een motorwagen en een aanhangwa gen bestaat, neemt 6000 kilogram mee. Van deze trei- n enzouden er dus 25 genoeg zijn. IHieruit ziet men het voordeel van mechanische vervoermiddelen. Moe ten de rantsels der manschappen op wagens, dan zijn hiervoor 288 wagens noodig, voor het vervoer der man schappen per bataljon 100 wagens. BANDENNOOÖ. Er heersebt gebrek aan automobielbanden in ons land. Gebrek aan grondstof heerscht er niet, doch men mist de gelegenheid, in de groei in de behoefte te voor zien. De fabrieken vervaardigen natuurlijk in de eer ste plaats voor het leger. De particuliere ordei's wor den in volgorde uitgevoerd, doch de vraag overtreft zoodanig het aanbod, dat er thans reeds in vele bedrij ven gebrek is aan banden. Men heeft de bestaande fabrieken reeds zooveel mo gelijk uitgebreid. Thans is men aan het maximum- productievennogen gekomen. De bandennood zal dus, nu de voorraden op-gereden zijn, met den adg toene men. Voor de particuliere eigenaren van auto's, is het zeer moeilijk aan banden te geraken. Wat het huurauto-bedrijf te Amsterdam betreft, nijpt de bandennood reeds sterk. Een maatschappij aldaar heeft reeds twee-derde van haar aantal voertuigen in de gerage moeten opbérgen. En wat nog erger is, een gedeelte van het rijdend- en garagepersoneel wordt hierdoor in hun bestaan getrof fen. Andere maatschappijen, die nog banden voorra dig haddén, zijn langzamerhand door haar voorraad heengeraakt, en moeten successievelijk eveneens de wa gens van de straat af nemen, t Is zoo sterk, dat, wan neer een wagen vóór z'n tijd de garage bereikt, de di recteur en het personeel 't eerst naar de banden kijken. Immers, één gesprongen band kan oorzaak zijn, dat de wagen binnen blijft en de chauffeur er de onaangena me gevolgen van ondervindt. Sommige maatschappijen weten door kunst- en vlieg COÜRANT. i

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1915 | | pagina 1