DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. De Wilde Olijf. VEEMARKT. No. 162 Honderd en zeventiende jaargang. 1915 WOENSDAG 14 JULI FEUILLETON. Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 1.5 franco door het geheele Rijk f 1.25. Afzonderlijke nummers 3 Cents. Telefoonnummer 3. Prijs der gewone Advertentiën: Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9. HISDEBWETt BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK MAAR brengen ter algemeene kennis, dat de N.V. „de Maatschappij Noordholland'' aldaar bij H. M. de Koningin in hooger beroep is gekomen van het besluit dezerzijds dd. 1 Juli 1.1., no. 474, waarbij eene nieuwe voorwaarde werd verbonden aan de op 20 Augustus 1867 verleende vergunning tot het oprichten en hebben van een koffleitroopfabriek in het perceel Laat A 155. Alkmaar, 13 Juli 1915. Burgemeester en Wethouders voornoemd, JAN DE WIT Dz., Voorzitter, lo. B. L. VAN DER VEGT, lo. Secretaris. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter algemeene kennis, dat op de 's Maandags gehouden wordende veemarktenhet vee TOT NA DERE AANKONDIGING, van des morgens VIJF UUR a! ter markt kan worden aan= gevoerd. Alkmaar, 6 Juli 1915. Burgemeester en Wethouders voornoemd, JAN DE WIT Dz., Voorzitter, lo. B. L VAN DER VEGT, R Secretaris. INGEZONDEN STUKKEN. Alkmaar, 14 Juli 1915. Geachte Redactie. Gaarne zag ik onderstaande regelen opgenomen in uw geëerd blad, waarvoor ik u reeds bij voorbaat mijn dank betuig Het laatste ingezonden stuk van den heer H. J. W. Elfring gelezen» hebbende, aangaande de afschaffing van den nachtarbeid, zou ik gaarne nog het volgende er aan willen toevoegen en wel de lijdens-periode van een broodbakkersknecht, aanvangende Vrijdagmorgen, eindigende Maandag in den middag. We zijn in den zomer, warm weder, een bakkersge zel komt, na een geheelen nacht in een hitte gewerkt te hebben, waarbij de warmte van oven en natuur samen gaan en na zijn broodwijk afgeloopen te hebben, be grijpelijkerwijze vermoeid tehuis. Na zijn geldzaken met den patroon vereffend te hebben, moet hij zich ,zeer vlug verklceden, aangezien zijn komst reeds weer 'in de bakkerij noodzakelijk is. Na gewerkt te hebben, meest tot tegen den middag, aangezien de patroon nog wat „na te bakken" heeft (koekjes, beschuit, rogge brood), gaat hij naar bed', om brachten te verzamelen, ten einde zich tegen dien avond weer disponibel te kunnen stellen. Na alle variatiete medegemaakt te heb ben, in het ingezonden stuk van den heer H, J. W. El- Roman naar het Engelsch. 39) o Op dezelfde wijze had hij gezocht naar en ge wacht op een vrouw. Men had hem wat te voorbarig gehouden voor iemand „die niet zou trouwen", terwijl hij slechts zijn tijd1 afwachtte. Hij had vele uitmunten de vrouwen gezien schoone vrouwen, mooie vrouwen verstandige vrouwen, goede vrouwen die hij waar schijnlijk allen had kunnen krijgen als hij ze gevraagd had, maar geen van hen was, volgens zijn manier van zeggen „de rechte." Hij verlangde iets buitengewoons en toch niet iets uitheemsch iets in 't oogvallends, dat toch niet anders had opgemerkt iets beschaafds en toch oorspronkelijks iets exquis als een orchidee uit een kas, maar. met den sterken, frisschen geur van de Amerikaansche wouden en wateren aan haar bloe sems. Dat was echter niet iets wat zich eiken dag voordeed en dus bleef 'hij op den uitkijk en wachtte. Zelfs toen hij het had gevonden, was hij in het eerste oogenblik niet volkomen zeker of het wel juist dat zou wezen, wat hij in het hoofd had. Dus wachtte hij langer. Hij sloeg gade welke uitwerking tijd1 en on dervinding er op hadden, tot hij volkomen zeker was. Hij wist, dat hij de risico liep, dat een ander het voor zijn neus wegkaapte; maar zijn principe was altijd ge weest liever iets te laten gaan, om het even hoe begee- renswaard het ook was, dan in 'haast koopen. Uit vrees, dat zulk een houding ten opzichte van Mi riam koel zou kijken, moet er ter zijner verdédiging aangevoerd worden, dat hij het totaal zijner gevoelens voor liefde hield. Zij moest meer zijn, dan „iets beters dan zijn hond, iets dierbaarder» dan zijn paard," meer dan de levende verwante ziel onder zijn bezittingen. Er was iets in haar, wat zijn verlangen opwekte en nog iets wat dieper in zijn gemoed schuilde. Na oor, oog en verstand bevredigd te hebben, was er in haar na tuur een geheel onbekende sfeer, onverkend, onbepaald, die de verbeelding wekte en de bespiegelende vermo gens prikkelde, gelijk de onderbewuste elementen der persoonlijkheid. In haar wildé, niet Arische blikken zag hij het vlammen van oogen, die hem aanzagen uit een verleden, onbekend aan de geschiedenis: in de zoet vloeiende cadans van haar stem hoorde hij de echo van de taal, die in het land werd gehoord eer Plymouth een stapelplaats was of Manhattan een farm; in haar tegenwoordigheid ontdekte hij rechtsbegrippen, die be staan hadden voordat Hudson, Cabot of Columbus fring opgesomd, valt hij in een onrustigen sluimering af en toe opgeschrikt door het geluid van boot, tram of spoor. (Men moet het slapen des nachts eens verge lijken met dat op den dag; des nachts als de geheele natuur slaapt, behalve de bakker natuurlijk) en er geen leven op straat is, de jeugd zwijgt, de haringkoopman en aardbeien-venter zoete droomen d'roomen door de goedé zaken dbor hen gemaakt; of het slapen op dén dag, vol leven; vol drukte, vol geschreeuw en om daar doorheen te slapen, neen, geachte lezers, daar raakt men niet aan gewend. Mocht er soms des nacht? Iemand wezen die eenige minuten 2/„ van de kracht van de stem eens aardbeien- venters doet hooren, zeer spoedig is een dienaar der „heilige Hermandad" bij den levenmaker, om hem in te rekenen. Enfin, de bakkersgezel (in vele gevallen ook de patroon) wordt des avonds gewekt en na een wel te rusten van dé huisgenooten, waarbij men ver geet dat er zeer weinig voor hem te rusten valt. vangt hij zijn taak aan en werkt van Vrijdagsavonds tot des Zaterdagsavonds aan één stuk dooi en dat hij dan één nacht slapen kan, is begrijpelijk, maar daar is voor gewerkt, en hard. Hij wordt des Zondags wakker, nog lusteloos van den Vrijdag eu Zaterdag, om des Zon dagsmiddags weer tot 's avonds te slapen en dan weer, met het heerlijke vooruitzicht 's nachts te werken, te ploeteren, en zoo is 't eiken dag en nacht hetzelfde. Verplaats u zeiven maar eens in een bakkerij. Nu verzoek ik aan elk burger of burgeres der stad Alkmaar aan zijn (haar) broodleverancier het verlan gen te kennen te geven liever meer op den middag dan 's morgens hun brood te betrekken; ter wille van alle broodbakkersgezellen en ter wille van verreweg dé meeste broodbakkerspatroons, van wie reeds zeer velen hun sympathie betuigden met het bovengenoemde. Wanneer gij dat verlangen morgen aan den bakker te kennen gaaft, hoevelen zouden er u dankbaar voor zijn! U, mijnheer de Redacteur, hartelijk dankzeggend voor de verleende plaatsruimte, Hoogachtend. J. C. D. G. KE9, Bakkersgezel. M. de RJ Ter voorkoming van verkeerde vervolgtrekklngen vraag ik beleefd om een plaatsje in uw geacht blad voor het onderstaande. „Eene school onder den hamer" stond met vette-let ter gedrukt in de Alkm. Crt. van Zaterdag 1.1. En verder: „De openbare school te Wiewerd (Fr.) zal eerstdaags geveild worden.En ten slotte kwam dé vraag uit het N. v. d. D.: „Vooruitgang?" Wij antwoorden op die vraag bevestigend. Men we- te, dat Wiewerd en Britswerd, twee dorpjes in Friesche gemeente Baarderadeel, in elkander onmiddelijk in el kanders onmiddelijke nabijheid liggen, op een steen- worpsafstand, spreekwoordelijk gezegt. eenigen Invloed hadden uitgeoefend'. Door den dun nen draad, die haar verbond aan de geheimzinnige tijden der nomaden, vertegenwoordigde zij voor hem dén oorspronkelijken geest van zijn land, herboren in een vrouw van de wereld. Wel wetend, dat hij' te oud was om door een harts tocht beheerscht en te veel ervaring had om door listen verstrikt te worden, meende hij, dat wat hij voelde lief de was, zooals hij die zich voorstelde. Hij gaf toe, d!at liefde, evenals elk andér verlangen moet'werken om te winnen; daarom vatte hij zijn taak op volgens zijn ge wone methode, bestaande in een volhardende, verdekte wijze van belegeren. Het duurde lang eer Miriam be greep wat hij beoogde en haar verbazing terwijl zij zich terugtrok, was niet zoo groot als de zijne, toen hij haar dit zag doen. Hij was zoo gewend aan succes nadat hij de moeite had genomen zich dat te verzeke ren dat hij verwonderd en zelfs een weinig boos was, toen hij ontdekte, dat zijn gewone tactiek faalde. Hij geloofdé niet, dat zij buiten zijn bereik was; hij zag alleen, dat hij den verkeerden weg had ingeslagen om haar te krijgen. Dat er een rechte weg was daaraan kon geen twijfel bestaan en hij wist, dat hij dien door geduldig, voortdurend zoeken zou vinden. Het behartigen van Norrie Ford's zaak bood hem daarom veel kans op voldoening. De uitgebreidheid van zijn rechtsgeleerdé kennis zou voor hem wezen wat de bonte veercn zijn voor den haan, terwijl hij bij dé gedachte aan den prijs zeer voldaan was over zichzelf, nooit te hébben gewanhoopt aan het bereiken van zijn dloel. In het begin van Maart zeilde Ford uit nadat bij zijn zaken aan Conquest op diens verzoek had overge dragen. Deze op zijn beurt gaf die in handen van Kilcup en Warren, die bijzonder werk maakten van dien tak van de wet. De belooning liet niet op zich wachten, want hij moest nu natuurlijk dikwijls een on derhoud met Miriam hebben. Vlug van geest als hij was besefte hij, dat deze ge sprekken op een andere basis berustten' dan bij hun vroegere ontmoetingen. Terwijl hij vroeger getracht had een dbel te bereiken, was bij nu op proef. Er was hem gezegd, dat hetgeen waarom hij gevraagd had zou toegestaan worden zoodira zékere condities waren nagekomen. Voor hem werd het daarom een zaak van eer, in zeker opzicht een door het beroep voorgeschre ven beleefdheidsvorm, aan die condities te voldoen eer hij van een belooning repte. In plaats van een min naar, die op zijn aanzoek aandringt, werd hij de man van zaken, die omstandig de aangeteekende of nog aan te teekenen punten voor een gezamenlijke onderneming bespreekt. Ofschoon hij haar op de hoogte hield van eiken nieuwen stap dien Kilcup en Warren onderna men, wist hij toch een eerbiedingen afstand te bewaren, Alleen In aanmerking genomen dat de Raad der Ge meente vrijzinnig is, zal die wetenschap al doen ver moeden. dat hij ijvert voor goed openbaar onderwijs, en dat is een feit. Men is er tot een besluit gekomen om beide schooltjes te vereenigen, wat o.i. een besluit is, dat het onderwijs ten goede komt en bovendien be sparing van kosten geeft. Schooltjes toch met één of twee leerkrachten, waarin dus 6 of 3 klassen voor rekening van één onderwijzer komen, kunnen niet voldoen aan de eischen, die onze tijd van de volksschool vraagt. Worden nu de schooltjes saamgetrokken tót één met drie leerkrachten, dan ziet zelfs een leek wel in, dat het onderwijs door die samenvoeging bevoordeeld wordt. In het zoo dicht bevolkte deel in Friesland, waar kleine doipjes, elk met zijn schqpltje, in eikaars onmid delijke nabijheid liggen, zou men meer tot die combina tie overgaan, ware het niet, dat kleinzielig dorpisme in dezen kwade parten speelt en de leden van een Ge meenteraad worden beïnvloed. Mét dank voor de plaatsing, M. d. R. UwDw. N. WIE HELPT? De Pers Propaganda Commissie van den Noord- Hollandsche Voetbalbond heeft het voornemen opgevat pogingen in het werk te stellen tot oprichting te gera ken van voetbalelftallen bestaande uit leerlingen van Handielscholen, Gymnasia, H. B. S., B. A. S., M. U. L. O., Avondscholen en meer dergelijke, in Noord Hol land. Het zal den lezer wellicht bekend zijn, 'dat ook in an dere plaatsen als Amsterdam, Utrecht enz. dergelijke elftallen reeds jaren bestaan en de wedstrijden tus- séhen deze elftallen ook zeer veel succes hebben en in goeden smaak valled bij H.H. leeraren, spelers en pu bliek. Nu staan vanzelf 2 wegen open die de animo tot op richting van deze schoolelftallen kunnen verhoogen, n. 1. Ie. Zou het doel kunnen zijn eenmaal per jaar wed strijden tusschen dergelijke elftallen te organiseeren op basis als zulte geschiedt bij den Nederlandsche Voet balbond met den beker (dus volgens beker systeem). 2e. Kunnen competities in het leven worden geroe pen zooals voor gewone elftallen in den N. V. B., plaat selijke of gewestelijke bonden het geval is. Ten einde echter alvast een begin te maken acht ik het voorloopig nog maar gewenscht onze aandacht slechte aan punt 1 te schenken en eens per jaar wed strijden tusschen de schoolelftallen te organiseeren. Het spreekt van zelf, dat iemand die reeds lid van een of andere vereeniging is, met alle rechten lid van een schoolelftal kan zijn, daar de wedstrijden dezer elftallen natuurlijk zooveel mogelijk op Zaterdagmid dag gehouden dienen te worden. Waar het voor mij zeer lastig is voor de voetbalsport op school propaganda te maken, meende ik goed te zoodat zij niet met recht ergens over kon beklagen. Daar hij van haar een dergelijke gereserveerdheid verwachtte, merkte hij met eenige verwondering op, dat zij het initiatief tot hartelijkheid nam. Hij noemde het hartelijk omdat hij er geen sterker woord voor durfde gebruiken. Haar spontane vriendelijkheid, die hun om gang had gekenmerkt, voordat zij begon te begrijpen wat hij beoogde, keerde terug, terwijl zij1 er iets In bracht, dat er tot dusver niet in was geweest Als hij haar kwam meedeelen, dat er zoo iets als een nieuw be wijs was ontdekt of een oud in een ander lichtwerd be zien, dan luisterde zij met belangstelling met ware belangstelling en zocht een voorwendsel om hem langer te houden, somtijds met Wayne als derde, som tijds zonder hem, alleen om het genoegen van zijn ge zelschap te smaken. Toen de lente verscheen, staken zij af en toe met hun drieën op haar aansporing de straat over om een wandeling in het park te maken. En als zij Wayne dan naar een gemakkelijk zitplaatsje hadden gébracht, zetten zij die voort en praatten dan samen met de gemeenzaamheid van wederzij dsch ver trouwen. En zij bracht de ontwerpen op het tapijt zij sprak over boeken, politiek, menschen, over alles wat haar maar toevallig in den zin kwam. Toen zij besloot een automobiel te koopen opende zich een nieuw veld van beraadslagingen. Zij bezochten samen fabrieken en reden met Wayne naar buiten de stad om de machi nes te probeeren. Als zij van zoo'n tochtje terugkwa men, bleef Conquest familiaar in morgentoilet bij hen eten of inviteerde hij hen om met hem in een restaura tie het middagmaal te gebruiken. Met der tijd begon hij kleine dineetjes- in zijn eigen huis te organiseeren, oogenschijnlijk om Wayne op te vroolijken, maar ln werkelijkheid om Miriam aan zijn tafel te zien. In dit alles was tusschen oude vrienden niets bij zonders, maar wel in het contrast tusschen haar hou ding jegens hem nu en die van het vorige jaar. Hij had gemeend), dat als Norrie Ford eindelijk volkomen vrij was, zij haar contract zou nakomen, dat goed zou nakomen, maar hij had deze vooruitbetaling van vrien delijkheid niet verwacht. Het bracht hem aan 't mij meren, deed hem zichzelf in de nspiegel kijken en zijn keurig toilet, dat reeds een uiting van kunst was, nog meer volmaken. Alles wel beschouwd, was een man in de vijftig jong zoolang hij er jong uitzag; het kwam er maar op aan van welk standpunt men hem be schouwde. Behalve wanneer Ford's zaken het onderwerp van het gesprek uitmaakten, scheen hij een ondergeschikte plaats in haar gedachten in te nemen. Miriam sprak over het geheel zelden over hem, maar Conquest bracht zijn naam meermalen te berde, want zijn be langstelling als man van het vak in de vele „mooie punten" nam steeds toe. Hij sprak met baar daarover, doen boven dit stukje te plaatsen „WIE HELPT" waarmede ik H.H. scholieren, eventueel H.H. leeraren, beleefd wilde verzoeken mij bij de oprichting van schoolelftallen behulpzaam te willen zijn. Indien er dus H.H. leeraren of scholieren zijn die mij de behulpzame hand willen toereiken, zal deze gaarne door mij worden aanvaard. In afwachting teekent; Hoogachtend: D. K. JONGEJANS. Secretaris der Pers Prop. Comm. v/d. N.H.V.B. Mensohikoffstraat 20, Zaandam. MARKTBERICHTEN. BEEMSTER, PURMEREND en Omstreken. Op de afslagmarkt werd verhandeld: 186 pond peulen f 7.70 a 10.20 per 100 pond, 25404 pond dorperwten f 5.70 a 6.90 per 100 pond, 7087 zak tuinboonen f 0.54 a 0.66 per zak 15 Kg., 423 zak slaboonen f 3.65 a 3.95 per 1000, snijboonen f 1.90 a 3.80 per 100, sla f 0.— a 0.— per 100 krop, prei f 0.— a 0.— per 100 bos. Aalbessen f 8,a 15.—, klap bessen f 1.05 a 1.70. Hendel zeer vlug. BOVENKARSPEL (Station), 13 Juli. Heden be steedde men voor sla I 0,— a 0.per 100 krop, bloemkool f 14.25 a 19.25. aardappelen (groote muizen) f 2.70 a 2.85. idetn (kleine muizen) f 1.60 a 1.70, Blauwe f 2.65 a 2.75, Wortelen f 0.—a0.— Roodekool f 14.a 16.Slaboonen f 1.30 a 1.40 per 1000. NOORDSCHARWOUDE, 13 Juli. Oewone muizen f 3.70 a 4.10, Schotsche muizen f 3.75 a 4.15 per 50 K.G., Julia muizen f 3.75 a 4.05 per 50 Kg., drie lingen f 0.85 a 1.40, Schoolmeesters f 2.50 a 2.95. Aanvoer 7020 zak. Wortelen f 3.20 a 4.40, roodekool f 12.10 a 14.—. MEDEMBLIK, 13 Juli. Groote muizen f 2.70 a 2.80, kleine f 1.a 1.10. Groote ronde f 2.45 a 2.50, Bonte f 2.35.a 2.45. Aanvoer 2810 manden of zakken. WARMENHUIZEN, 13 Juli. Aardappelen. Schotsche muizen f 2.70 a 2.75, Gewone muizen f 2.65 a 2.75, Julia Muizen f 2.65 a 2.85, School meesters f 2.60 a*2.95, ©raafjes f 2.75* a 2.85, Drie lingen'. f 0.75 a 1.15 per zak. Wortelen f 3.50 per 100 bos. ZWAA0, 13 Juli. De prijzen waren heden: Aardbeien 7i/alöi/a ct, per pond, rabarber 21/*^/e ct. per bos, bloemkool 4—11 ct. per fcstuk, krop sla f 2,per 100, peulen 55—8 cent per pond. Dop pers 5—6 ct. per pond. Snijboonen 24—30 p. 100, slaboonen 12—15 ct. per 100, perziken 5—8 p. st., kruisbessen 3 ct. per pond, frambozen 1314— ct. per pond, Aardappelen 34 ct. per pond, Wor telen 3£4i/a cent per bos. Komkommers f 5. per 100, aalbessen (rood) 9 a 11 per pond, proto- fieken 14—15 ct. per pond. wortelen 3 a 4Vg ct. per bos. Kersen 11—15 ct. per pond, Perziken 2—6 ct. per stuk. gedeeltelijk omdat de vlugheid waarmede zij begreep hem genoegen verschafte, gedéeltelijk omdat hun inti miteit won naarmate de hoop grooter werd', dat Ford's onschuld zou bewezen worden. De maand Juni was in 't land, vóórdat Miriam iets uit Zuid-Amerika hoorde. Evie had reeds een paar brieven ontvangen, die met omzichtigheid waren ge schreven en niets anders behelsden dan een beschrij ving van Ford's wederwaardigheden gedurende de reis. Aan Miriam schreef hij wat hem werkelijk ter harte ging. „Het groote oogenblik is gekomen en voorbijge gaan'', las zij Conquest voor. „Ik heb mr. Jarrott ge sproken en alles opgebiecht Dat viel mij moeilijker dan ik had' gedacht, ofschoon ik wel had vermoed dat het mij moeilijk zou vallen. Ik geloof, dat ik meer me delijden met hem had dan met mijzelf, wat veel wil zeggen. Hij trok het zich niet alleen aan, maar voelde het als een slag zijn trots toegebracht. Ik merk, dat die gedachte de overhand bij hem heeft. Wat hem hin dert is niet zoozeer het feit, dat i k hem bedroog, als wel dat ik h e m bedroog. Ik kan daar wel inkomen. In een land waar zooveel dergelijke dingen gebeuren, heeft hij dat nooit eerder ondervonden. Hij pochte er in zekeren zin op, dat zijn menschen altijd' van een on- vervalscht slag waren. Als een van hen Smith heet, dan i s hij ook een Smith en niet iemand anders. Maar dat is nog niet alles. Hij nam mij in zijn familie op, gaf mij een plaatsje in zijn hart. Hij toondë dat, toen ik hem het geval verteldé. Hij trachtte het te verbloe men, maar het was hem te machtig. Ik moet zeggen, dat het m ij pijn deed. Maar ik wil er niet over schrij ven. Ik zal je alles mondeling vertellen als ik er heel huids afkom. Mijn brieven schijnen hem in 't geheel niet voorbereid te hebben. Hij meende, dat het iets met Evie had te maken, ofschoon hij wel kon geweten hebben, dat ik daarvoor niet alles zou onderstboven zetten Het ergste is, dat hij een zaak niet van alle kanten kan bekijken; hij kan de dingen niet van mijn standpunt beschouwen, 't Is ondoenlijk hem aan 't ver stand te brengen in welk een lastig geval ik verkeerde; hij bepaalt zich alleen bij 't feit, dat ik hem zand in de oogen heb "gestrooid in zijn oogen, waaraan nooit te voren heiligschennis was gepleegd. Ik sympa thiseer in dat opzicht wel met hem en toch moest hij, dunkt me, trachten in te zien, dat er ook iets ter mij ner rechtvaardiging kan aangevoerd wordén. Dat doet hij echter niet en dat zal hij nooit doen, én dat hin dert mij nog meer. (Wordt vervolgd.) i s w

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1915 | | pagina 5