DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Van liet oostelijk oorlogsterreln. Van liet westelijk oorlogsterreln. Van het zuidelijk oorlogstooneel. No. 187 Honderd en zeventiende Jaargang, 1915 tboniumtsffiis net 3 natall—,fr. 3-1»1 f1.25. Mmmtwm 1) et i MA gratie letten m slsatsrubnte. Brieeen ft, It. f Beet- et BtnleliMkerij tA HERIBs. COSTER320011. Men Cl TeMooiar, 3. DONDERDAG 12 AUGUSTUS Ter zee, VARIA. NEDERLAND. ALKMAAR, 12 Augustus. De Engelsche minister voor munitie-aanmaak, de heer Lloyd George, heeft aan den Londenschen corres pondent van de Times verteld, dat de aanmaak van munitie in Engeland dea I5den Juli 50 maal zoo groot was als in September van het yorige jaar cu dat, dank zij de 16 nieuwe staatsfabrieken, de 12 000 vakarbei ders, die van het front teruggeroepen zijn en de 40.000 die door particuliere fabrieken zijn aangenomen, te gen het eind van Augustus de vervaardigde hoeveel heid 100 maal zoo groot zal zijn en dan met verras sende snelheid zal stijgen. Tot tweeërlei overweging stemt deze uitlating. In de eerste plaats doet'ze nog eens weer duidelijk uitkomen, dat munitie een hoofdvereischte voor het oorlogvoeren is, dat deze oorlog vooral een munitie oorlog mag worden genoemd. Terwijl in Frankrijk en Engeland met veel gerucht munitie vervaardigd wordt, geschiedt zuiks in Duitschland en Oostenrijk in stilte. Maar terwijl in eerstgenoemde landen alles nieuw ge regeld moet worden door een stellig bewonderens waardige organisatie, welke daarvoor in het leven werd geroepen, kon men in laatstgenoemde rijken een voudig op den ouden voet doorgaan, omdat men blijk baar in vredestijd er op gerekend heeft, dat de toekom stige oorlog het karakter van een positiekrijg zou aannemen en dat er dus onmetelijke hoeveelheden mu nitie vereischt zouden worden. Ongetwijfeld zullen we later belangwekkende bijzonderheden vernemen over het munitie-gebruik, gelijk wij die thans kennen van vroegere oorlogen. In den Fransch-Duitschen oor log van 1870—71 werden uit elk stuk geschut gemid deld 200 schoten gelost, in den Russisch-Japanschen oorlog bedroeg het aantal voor vele batterijen reeds meer dan het dubbele. De Duitsche batterijen losten in 187071 ongeveer 817.000 schoten, waarvan 479.000 op de vestingen en 338.000 in den veldoorlog. Het grootste munitie-verbruik vond plaats in den slag bij St. Privat, waar het tiende gedeelte van laatstgenoemd aantal schoten gelost werd. In den Russisch-Ja panschen oorlog bedroeg het totaal schoten 954.000, waarvan het grootste gedeelte van de veld-artillerie afkomstig was. Van den tegenwoordigen oorlog is gezegd, dat den lOden Maart in het Westen door de Franschen meer dan 100.000 schoten op een front van 8 K M. zijn ge vuurd, dat is driemaal zooveel als bij St. Privat op een dubbel zoo groot front, zoodat er op een meter zes maal zooveel schoten zijn afgevuurd. Bij Atrecht moe ten er den 17den Juni 300.000 schoten door de Fran- sche artillerie zijn gegeven, dit is dus bijna zooveel als in den geheelen veldoorlog in 187071 door de Duitschers. En toch werd het doel bij Atrecht niet be reikt, werd de Duitsche linie niet doorbroken na dit overstelpend vuur. Een schot uit een veldkanon kost ongeveer 15 en neemt men dezen prijs tot basis aan hoewel er veel duurdere schoten afgegeven zijn dan blijkt, dat er dien dag alleen voor 4,5 millioen gulden munitie verbruikt is. Aan de Italiaansch-Oostenrijksche grens, aan de Dardanellen wordt eigenlijk niets anders dan een reus achtige vesting-oorlog geleverd, alleen op het Oos telijk oorlogstooneel heeft thans een bewegingsoorlog plaats, maar dit is immers voornamelijk toe te schrij ven aan het munitie-gebrek der Russen. Het bovenstaande leert, van welk een overheerschend belang de munitie in den oorlog is en hoe moeielijk het den verbondenen moet vallen den Duitsch-Oosten- rijkschen voorsprong in te halen. De tweede overweging, waartoe de uitspraak van minister Lloyd George leidt, is deze, dat de Öuitschers en Oostenrijkers er buitengewoon vlug bij moeten zijn om slag te leveren en daardoor te beproeven hun slag te slaan, omdat elke dag verlies beteekent munitie winst voor den tegenstander. De loop der operaties op het oostelijk oorlogsterrein is van dien aard, dat daar aanzienlijke troepen-hoeveelheden gemist kun nen worden. Wel is waar zijn die operaties nog geens zins afgeloopen is dat het geval, dan zullen de Duitschers en Oostenrijkers met betrekkelijk zwakke krachten in het Oosten kunnen volstaan maar toch zijn er, waar het front zoo'n stuk korter is geworden, legerkorpsen overbodig geworden. Het ligt in het sy steem der Duitsche oorlogvoering, dat die manschap pen reeds op de treinen zitten en dat spoedig in het Westen en aan de Italiaansch-Oostenrijksche grens de verdedigende houding zal worden opgegeven en een aanval zal worden gewaagd. Het zou ons niet verwon deren, wanneer wij van een grootsche offensieve po ging hoorden, nog voor dat Oogstmaand ten einde is geloopen. Mocht deze gelukken, dan zou het wel eens kunnen zijn, dat op het Westelijk oorlogstooneel de positie-oorlog een einde nam en dat daar dan een even snelle bewegings-oorlog aanbrak, als in het Oosten in de afgeloopen maanden plaats had, dat verrassende manoeuvres worden gevoerd (wij denken b.v. aan een onverwachten terugtocht met het doel zich dan bij ver rassing op den tegenstander te werpen, wiens zwakke punt men te voren zorgvuldig heeft vastgesteld). In dezen gedachtengang is het zeer wel mogelijk, dat de oorlog vóór den winter geëindigd is. Lukt deze offen sief-poging niet, dan zal het vermoedelijk met groot- sche ondernemingen aan beide zijden voor vele maan den uit zijn, dan krijgen we een herhaling van den po sitie-oorlog in den wintertijd. De verbonden mogend heden, die het voor hen gunstigste oogenblik voor een algemeene poging, om de tegenstanders terug te werpen, hebben moeten laten voorbij gaan, omdat de vijandelijke linies thans in het Westen beter bezet kun nen worden, dan zij ooit te voren waren, zullen dan op een nieuw voorjaars-offensief met de nieuw aange maakte munitie en op het herstel van den thans gesla gen, maar toch nog niet verslagen Rus hun hoop ves tigen. Hoe het zal afloopen valt niet te voorspellen. Maar het komt ons voor, dat de eerstvolgende twee, drie, zeg vier weken van beslissende beteekenis voor den duur en den afloop van den geheelen oorlog kunnen worden. In dit verband zij nog even gewezen op de vredes- geruchten, die de laatste dagen de ronde doen eii waarvan het nieuwste thans is, dat naar de Times meldt Duitschland voorbereidende stappen heeft ge daan om de bemiddeling van den Paus te verkrijgen voor vredes-onderhandelingen op den grondslag van ontruiming van België, daar zoowel Duitschland als Oostenrijk allerminst een tweede wintercampagne te gemoet wilden gaan. Men kan natuurlijk niet weten wat er van al die ge ruchten waar is. Het is best mogelijk, dat van Duitsch- Oostenrijksche zijde vredespogingen worden gedaan. Maar niet minder mogelijk is het, dat er van de zijde der verbondenen geruchten over vredespogingen van den tegenstander worden verspreid om eigen verlan gens tot uitdrukking te brengen. Nemen wij daarom kennis van deze geruchten en trekken we daaruit de slotsom, dat de zucht naar vrede onder de oorlogvoerende naties tot uiting begint te komen, zonder dat wij vooralsnog pogen vast te stel len, welke die naties zijn. Belangrijke krijgsverrichtingen hebben er sinds gis teren niet plaats gehad. In het Oosten blijft de Duit sche operatie geregeld vorderen. Het beste bewijs hiervan is wel, dat de Russische generale staf een me- dedeeling publiceert, waarin wordt gezegd: „Het moet vooralsnog twijfelachtig worden genoemd of w'j in staat zullen zijn de linie NjemenBoeg te behou den, daar de vijand reeds achter de linie bij Wilkomir en bij Kovel staat." Zooals men weet, werd vóór de ontruiming der Weichsel-linie officieel verklaard, dat men op de NiemenBoeg-linie zou terugtrekken. En bovendien heeft de Russische generale staf het noodig geoordeeld het pübliek gerust te stellen door de verklaring, dat eenige actie tegen St. Petersburg onwaarschijnlijk is en door de aandacht te vestigen op de sterke natuur lijke en militaire verdedigingswerken van de Russische hoofdstad. V'ij vestigen er met den meesten nadruk de aandacht op, dat het allereerst van Russische zijde over het al of niet gevaar loopen der Russische hoofdstad wordt gewaagd van een actie tegen St. Petersburg, hetgeen ons van groote beteekenis voorkomt vooral in ver band met de houding van sommige der nog neutraal gebleven staten. Op het Westelijk oorlogstooneel hebben dë" Duit schers in de Argpnnen een klein voordeel behaald. Ter zee ging o. m. een Oostenrijksch onderzeeër ver loren. Het rapport van den Duitschen generalen staf luidt: Legergroep-Hindënburg. De zwakke aanvallen, welke de Russen in de laatste dagen links van den straatweg RigaMittau deden, werden gemakkelijk afgeslagen. Anders ten noorden van de Njemen geen verandering. Een uitval van sterke Russische strijdkrachten uit de vesting Kowno mislukte. Het aantal van de aldaar sinds 8 Augustus gevagen genomen Russen steeg tot 2116, het aantal mitrailleurs tot 16. Ten oosten van Lomsja dringen onze troepen voor waarts tegen de Boven-Naref-linie. De vijand houdt nog stand in het bruggehoofd bij Wizna Ten zuiden van Lomsja wijkt het geheele Russische front. De krachtig versterkte Tsjerwony-Bohrstelling kon door den vijand niet behouden worden. Onze ver volgende legers trokken over den heuvelrug en dron gen oostwaarts verder. Het spoorwegknooppunt ten zuidoosten van Ostrof (Malkin) is genomen. Ten oosten van Nowo Georgiewsk werd het door den vijand ontruimde fort Benjaminof bezet. De vestingen Nowo Georgiewsk en Brest-Litowsk werden door onze luchtschepen gebombardeerd. Legergroep Prins Leopold van Beieren. De verbonden troepen bereikten in een scherpe ver volging met den linkervleugel de omgevinig van Ka- luczijyn. Op den rechtervleugel bestormde het leger-von Woyrsch hedennacht de vijandelijke achterhoede stellingen aan weerskanten van Jedlanka ten westen van Lulcof. Hier werden ruim 8000 krijgsgevangenen gemaakt. Legergroep-Mackensen. De verbonden troepen vallen aan op de vijandelijke stellingen achter de Bystrica (ten zuiden van Radzyn), Tvsminitsja (westelijk van Partschif) en in de lijn Os- trof (ten noordoosten van Lublin) Oegroesk (aan den Boeg). Aan den Boven-Boeg en Zlota Lipa is de toestand onveranderd. Terwijl de Russen op hun langen terugtocht uit Ga- licië en het eigenlijke Polen huizen en oogst overal op de meest zinnelooze wijze trachtten te 'vernielen hetgeen hun trouwens bij den spoed waarmede zij zich moesten voortbewegen slechts onvolledig gelukte hebben zij dit, nu ze in niet meer door een zuiver I'oolsche en Roetheensche bevolking bewoonde streken zijn gekomen, nagelaten. Het Oostenrijksche legerbericht zegt: De over den Wieprz oprukkende Oostenrijksch- Hongaarsche troepen verdreven gisteren den vijand uit de streek ten noordwesten van Kozk en zetten de ver volging voort in noordoostelijke richting. Tusschen den bovenloop van de Tysmienica en den Boeg, waar de Russen in de linie OstrofOechroesk onlangs vas ten voet kregen, is de aanval der verbonden legers in gang. Overigens geen nieuws. Het Fransche legerbericht luidt* Gisteren slechts artilleriestrijd in Artois, het Aisne- dal, bij Troyon, den rand van de Argonne en het Aprê- inontbosch. In Artois levendige kanonnade in den afgeloopen nacht om Souchez. Een poging van de Duitschers om ten aanval met handgranaten te doen, mislukte. In Argonne een zeer hevige beschieting van de Fransche stellingen ten oosten van den weg Vienne- le-ChateauBinarville. Elders was de nacht kalm. Het rapport van den Duitschen generalen staf luidt Ten Noorden van Souchez werd een Fransche aan val met handgranaten afgeslagen. Bij Courroy, ten Noorden van Reims, trachtten de Franschen een krater, vóór ons front door hen ge maakt, door het doen springen van een mijn, te bezet ten, maar zij werden daarin verhinderd. De krater werd door ons in bezit genomen. Onze infanterie sloeg laat in den avond een aanval op den Lingekopf af. Officieel wordt uit Weenen gemeld: De offensieve actie der Italianen in het kustgebied werd gisteren weer krachtiger. Aan den rand van het Doberdo-plateau deden sterke vijandelijke strijdkrach ten een aanval op onze stellingen ten oosten van Mon- talcone. Deze bleven na verbitterde gevechten zonder uitzondering in ons bezit. L>e afgeslagen vijand leed, vooral door flankeerend geschutvuur, zware verliezen. Twee aanvallen op het naar het westen vooruitsprin gend deel van het plateau werden reeds door onze ar tillerie tot staan gebracht. Tegen het bruggehoofd, van Görz trachtten de Itali anen bij Perma tot de versperringen te naderen, zij weiden met handgranaten verdreven. Een in donker bij Zagora ten zuidoosten van Piava begonnen vijande- iijKe aanval mislukte, evenals die van eergisteren. In het grensgebied van Karinthië en Tirol is de toe stand onveranderd. Een Turksch communiqué luidt: Wij wierpen gisteren ten noorden van Ari Boernoe na een krachtigen aanval den vijand op een front van 500 meter terug en brachten hem aanzienlijke, verlie- ze ntoe. Wij maakten een mitrailleur en 200 geweren buit. Bij Ari Boernoe veroverden wij aan den linkervleu gel in den nacht van 9 op 10 dezer opnieuw een deel der vijandelijke loopgraven. Bij Sedd-ul-Bahr namen wij op den linkervleugel eenige Franschen, onder wie een officier, gevangen, wij maakten vele wapens buit Onze verborgen batte rijen troffen herhaaldelijk in de Golf van Saros een vijandelijken kruiser, die door indirect vuur de omge ving van Boelair beschoot. De kruiser verwijderde zich dadelijk. Een vijandelijke vlieger wierp eergisteren drie bom men op het lazeret te Galaköj, dat het teeken van den Rooden Halven Maan droeg. Een soldaat werd ge dood, drie soldaten werden gewond. Aan de overige fronten niets veranderd. DARDANELLEN. Officieel wordt uit Londen geméld: Gisteren duurde de verbitterde strijd op Gallipoli voort, namelijk in de zone van de Anzac (Australian- New-Zealand Army-corps), de noordelijke sector bij Gabatepe en in de zóne meer noordelijk. Het algemeen resultaat was, dat het gebied door de Anzac bezet, on geveer verdrievoudigd is in omvang, in hoofdzaak dank zij de dapperheid van Australiërs en Nieuw-Zee- ianders, terwijl naar het noorden nog geen verdere vorderingen zijn gemaakt. De troepen brachten den vijand zware verliezen toe. Het Fransche slagschip „S't. Louis" moet, naar ge meld wordt, vijf van de zes kanonnen in een batterij aan de Aziatische kust tot zwijgen hebben gebracht. EEN DUITSCH MIJNENSCHIP OP DE ENGELSCHE KUST. Na een koene doorbraak door de vijandelijke bewa kingsschepen, zoo luidt een officieel Duitscb bericht, heeft het mijnenschip „Meteor" op verschillende plaat sen van de Engelsche kust mijnen gezaaid, en daarna handelsoorlog gevoerd. In den nacht van den 7den Augustus stiet de „Me teor" ten Zuid-Oosten van de Orkney-eilanden op den Britschen hulpkruiser „The Ramsey," viel dezen aan en vernietigde hem. Veertig man der bemanning, on der wie vier officieren, konden worden gered. Den volgenden dag kwam de „Meteor" tegenover vier Engelsche kruisers te staan. Daar de strijd zon der vooruitzicht was en een ontkomen onmogelijk, liet de commandant zijn schip zinken, nadat de beman ning, de Engelsche gevangenen en de bemanning van een als goeden prijs in den grond geboord zeilschip in veiligheid gebracht waren. De geheele bemanning van de „Meteor" is behouden in een Duitsche haven aangekomen. (De „Meteor" was een als mijnenschip uitgerust handelsschip van middelbare grootte.) Een Deensch dagblad deelt in verband hiermede o.m. mede: Op reis van Falkenberg naar Granlon met een lading mijnhout werd de „Jason" Maandag middag bij Homs Riff door den Duitschen hulpkrui ser „Meteor", welke de geheele bemanning aan boord nam, in brand gestoken. Kort daarop vloog de „Meteor" in de lucht Een officieele Londensche mededeeling luidt: Allen die zich aan boord bevonden, gingen in de booten, en werden later door een Zweedschen trawler opgenomen. Deze gaf de Deensche zeelieden aan de kanonneerboot „Absolon" over, welke hen naar Esjberg bracht. De bemanning van de „Meteor" bleef aan boord van het Zweedsdie schip. Het kleine Engelsche gewapende patrouilleschip „The Ramsey" is den 8en Augustus door den Duit schen hulpkruischer „Meteor" in de Noordzee in den grond geboord. 4 officieren en 39 manschappen zijn gered, 65 moeten verdronken zijn Toen de „Meteor" daarna een escader Engelsche kruisers in het zicht kreeg en de commandant inzag, dat ontvluchten onmogelijk was, verliet de bemanning het schip en werd dit door den commandant opgebla zen. Een Duitsch officieel bericht zegt: Op 10 Aug. viel onze Oostzee vloot het aan den ingang van de Alandsarchipel gelegen en versterkte eiland Uto aan en dwong door haar vuur de in dien ingang opgestel de Russische troepen en een pantserkruiser van het Makaroftype tot den terugtocht en bracht de vijande lijke kustbatterij door een aantal voltreffers tot zwijgen Op denzelfden dag dreven andere Ehiitsche kruisers Russische torpedobooten, die zich bij Zerel aan den in gang van de Golf van Riga vertoond hadden, in die Golf terug. Naar werd geconstateerd brak brand uit op een vij andelijke torpedojager. Onze schepen werden herhaal delijk door duikbooten aangevallen, maar alle op hen afgeschoten torpedo's misten. Onze schepen kregen averij noch verliezen. SCHEPEN OMGEKOMEN. Lloyds meldt, dat de Russische bark „Altezar" ge zonken is. De kapitein en tien man, die zich in een sloep gered hebben, zijn geland. Het Engelsche stoomschip „Rosalie" is gestrand. De bemanning is gered. Lloyds meld, dat het Noorsche stoomschip „Gci- ranger", door een duikboot in den grond geboord. De bemanning is gered. E>e Geiranger mat 4000 ton en was in 1907 gebouwd. MUNITIE-AANMAAK. Minister Lloyd George heeft aan den Londenschen correspondent van de Temps verteld, dat de aanmaak van munitie in Engeland den 15en Juli 50 maal zoo groot was als in September 1914. Tegen het eind van Augustus zal de vervaardigde hoeveelheid 100 maa zoo groot zijn en van dat tijdstip nog met verrassend snelheid stijgen. 12 000 vakarbeiders, die aan het front waren, zij. i teruggeroepen om in de nieuwe fabrieken. 16 in geta te werken. In particuliere fabrieken zijn bovendien 40.000 Vakarbeiders aangenomen om munitie te maken. KORTE BERICHTEN. De „Times" verneemt, dat alle autoriteiten uit Wilnaongeveer 90 K.M. ten Oosten van Kowno, ver trokken. Uit de openbare bibliotheken en musea zijn alle werken verwijderd. Hetzelfde blad deelt mede, dat het er met den Engelschen korenoogst zoo treurig uitziet, als in lan gen tijd niet het geval geweest is. De donderbuien hebben den toestand zeer verergerd. Ter gelegenheid van een bokswedstrijd te Wa.ra- rapa, een kleine plaats in Nieuw-Zeeland, is een En gelsche vlag geveild ten bate van het fonds voor ge wonde soldaten. De Union Jack bracht 258 888 op. EXTRA OORLOGSBELASTING. Naar „De Tijd" uit welingelichte bron uit Den Haag verneemt is de Regeering voornemens een spe ciale oorlogsbelasting in te stellen, een z. g. weerbe- lasting, waarin het meest zal moeten worden bijge dragen door hen, die geen militie- en landweerplich ten vervuld hebben. Het betrokken wetsontwerp is reeds bij den Raad! van State. (Reeds in een deel onzer vorige oplaag vermeld). HOLLANDSCHE BOOT GESTRAND. De groote Hollandsche stoomboot „Betsy Anna" van Amsterdam strandde volgens een Reuterbericht op 3 mijl ten zuiden van Flamboro Head SLAGERS TEN PLATTELANDE. In een vergadering van slagers uit de verschillende dorpen in wijden kring om Leiden gelegen, welke in deze stad werd gehouden, bleek groote ontstemming te bestaan over de wijze waarop door den Minister van Landbouw de voorziening in varkensvleesch wordt geregeld, waardoor de slagers in kleine ge meenten in het gedrang komen. Uit de mededeelingen van den voorzitter, den heer De Vooys te Warmond, bleek, dat een deputatie uit hun midden Dinsdag een onderhoud met den Minister had gehad. Zij werden van daar naar het Centraal- Bureau verwezen en daar werd hun medegedeeld, dar zij wel van regeeringswege Amerikaansch spek kon, den krijgen, maar geen varkens. Dit hadden zij echter geweigerd en de vergadering verklaarde zich daarmede homogeen. Er werd tevens besloten een telegram aan den Mi nister te zenden, waarin zij mededeelen, dat zij eenpa rig hunne winkels zullen sluiten, wanneer niet vóór 10 Augustus aan hunne rechtmatige grieven wordt te gemoet gekomen. Een commissie van 12 personen, uit elke plaats één, ALRMAARSCHE CODRAN

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1915 | | pagina 1