n m
DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
No. 195
Honderd en zeventiende jaargang.
1915
ZATERDAG
21 AUGUSTUS
VOOR DAMES,
FEUILLETON.
Si& M &T
Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en
Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f 1,franco door het geheele Rijk fl,25.
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
Telefoonnummer 3.
Prijs der gewone Advertentiën
Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Oroote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
MODENIEUWS.
Hoewel de aanstaande herfstmode minder brengt
dan verwacht werd, zijn er toch enkele aardige prati-
sche nieuwtjes bij. Hiervan noemen we ten eerste de
pellerine ditmaal keer kort, alleen hals en schouders
bedekkend en gesloten met strikjes of gespen. Hierbij
worden gedragen geheel staande kragen met omliggen;
de punten of staahd-liggende, die de keel vrij laten. Zij
voldoen bijzonder bij witte costumes, vooral voor slan
ke figuren. Meest gebruikte stoffen zijn tafzij, wit ba
tist en voile met zij gevoerd. Voor versiering dienen
tressen in verschilende breedten, soutache en smal
zwarte rips. Een ander nieuwtje, dat stellig zal in
slaan, is de gebreide shawl, die voor de borst gekruist
op den rug losgeknoopte is en afhangt in twee einden,
breed genoeg om het lichaam tot de heeupen te bedek
ken. De kleuren zijn grijs, zwart, blauw en groen,
meestal met andere randen, zelden gestreept en dan al
leen wit zwart. Tenslotte nog het gebreide bolerojak
je, dat in vorm gelijk aan de bekende blousebeacher-
mers aan de hals een ruche heeft, waaraan een smalle
rand picots in helle kleuren, bijv. groen met rood, rood
het zwart, goud met zwart, enz. Deze worden met
ronde knoopen gesloten.
De rokken zullen wel aan wijdte toenemen, maar niet
in die mate, als aanvankelijk gemeend werd. Zijde en
fluweel zijn de modestoffen, ook popel ine en serge zul
len wei gebruikt worden. De herfsthoeden zijn zeer een
voudig met breeden rand en platte bol, meest van zijde
of fluweel, de bol wit en de onderkant zwart of omge
keerd. De gameering, ook in die kleuren, bestaat uit
zijden of fluweelen bloemkransen, vleugels of koppen
of rond den bol geplaatste veerehkrans. De herfst-
mantels zijn los en ruim, de mouwen glad ingezet en
bij de pols iets wijder of Kimonomodel met wijd
armsgat. Bontmantels, zijn met lange, glad ingezette
mouwen, met breede opslagen, daarop knoopen. Ze
hebben staande, hoogsluitcnde kragen. Vele zijn met
gordels, soms aan den rug, maar meest van voren. De
wintermantels zijn wijd, hebben een klokmodel, en zijn
afgewerkt met gordels en zakken. Ze zijn hooggesloten
met groote, ronde knoopen van dezelfde kleur, ook op
de 7-^kken en op de mouwopslagen, die van een andere
kleur zijn. De herfstschoenen zijn hooge. rijgschoenen
van zijde, laken of rips met bontrand. Het nieuwste zijn
de knoopschoenen, die opzij van achteren sluiten, wat
echter, daar 't vrij ongemakkelijk is, wel niet zal op
nemen.
MODE-ONVERSCHILLIGHEID.
Met zekere minachting wordt vaak van de Hol-
landöche vrouwen beweerd, dat ze „achterlijk" zijn,
d.w.z. op modegebied. En met bewondering weet men
te spreken van Fransche, Duitsche of Engelsche vrou
wen, die zich veel meer aan haar toilet laten gelegen
liggen. Vanwaar die minachting! Pleit die onverschil
ligheid niet veeleer voor haar, dan dat ze reden tot
laken geeft? Natuurlijk telt Nederland ook z'n mode-
slavinnetjes, zooals er in andere landen vrouwen zijn,
die zich niets om haar kleeren bekommeren. Percenta-
gegewijs heeft Nederland echter een groot aantal mo-
tieonvérschilligeri.
Niet dat deze eigenschap een onverschilligheid van
het uiterlijk in zich sluit. Verre van dat. Men is er al
leen maar niet toe te bewegen, een mantel af te danken,
uitsluitend om het feit, dat de modellen dit seizoen
veranderd zijn.
Slijtage, verandering van kleur en dergelijke facto
ren, die"het „nette" uiterlijk afbreuk kunnen doen, ge
ven den doorslag, ,,'t Kan mij niets schelen, of mijn
kleeren een jaar of drie oud1 zijn en dus vreesehjk uit
de mode", heb ik meer dan eens hooren beweren,
"als ik er maar als dame uitzie."
Er altijd als dame uitzien. De taak is met gemakke
lijk. Is het niet een klacht van onzen tijd, dat men geen
onderscheid meer kan zien? Het is waar, dat dienst
bode is tegenwoordig vaak meer naar de mode gekleed
dan mevrouw. Doch is dit erg Ieder zijn vermaak, ben
ik geneigd te zeggen. Intusschen, die vergissingeen, d>e
Vervolg van het andere blad,
Selwyn Harpur schreef een bewonderenswaardigen
minnebrief vroolijk en teeder en toch doordrongen
van diepen ernst.
„Ik heem je zonnig Comwallis mee naar het school
lokaal", schreef hij, „en jongensstemmen mengen zich
met de stem der zee, die verstaanbaar wordt gemaakt
door lippen, die ik lief heb." Hij sprak van nieuwe boe
ken, die hij gelezen had, en dat hij plan had haar een
pak boeken te zenden, uitvoerig beschrijvend, wat zij
er in zou vinden. Maar voor Vivien was de kern van
den brief in de volgende zinnen:
„Ik ben blij, dat je waarschijnlijk Interessante men
schen zult ontmoeten, maar het spijt me, dat ik je ent
housiasme omtrent den heer Stott moet afkoelen. Ik
vertrouw dat idee van „terug naar de natuur"' niet.
Als een ideaal is het al uiteengespat, en in de prak
tijk beteekent het gewoonlijk, dat een man niet de
kracht of den moed heeft de verantwoording van zijn
eigen stand te aanvaarden. Ik weet natuurlijk niets ten
nadeele van mijnheer Stott, maar ik hoor, dat men hem
te Oxford al zonderling vond, en mijn ervaring is, dat
ontwikkelde menschen, die de beschaving ontwijken,
bijna altijd een reden daartoe hebben, die niet al te
gunstig voor hun karakter is. Als ik je moeder was,
zou ik voorzichtig zijn met de kennismaking Vindt je
niet dat het verlangen van mijnheer Stott om bevriend
te worden met nieuw aangekomen menschen wat betee
kent' Ik hoop, dat hij niet zal willen, dat je moeder
geld steekt in zijn landbouwkundige ondernemingen!
Teleurstelling was misschien het sterkste gevoel, dat
voorkomen, wanneer het meisje voor de dochter des
huizes wordt aangezien, hebben voor beide partijen
hun onaangenaamheden, en het is dan ook goed, wan
neer men in de kleeding iets,, ik en weet niet wat" kan
leggen, waardoor men zich onderscheidt.
Wat hiertoe nooaig is? Veel, zeer veel doet de kwa
liteit der stoffen. Voorbeeld. Men heeft covercoats. Dit
kleedingatuk is tegenwoordig bijzonder bemind. Ze
zijn er dan ook van zes gulden af. Maar ze zijn er ook
van 25 gulden. En veel wijzer doet men met zoo'n dure
te nemen, en die desnoods eenige jaren te dragen, dan
dat men de voorkeur geeft aan de goedkoope, die bin
nen een paar maanden kale manchetten vertoont, niet
gevoerd is, spoedig kreukelt enzoovoort. Deze les wordt
door ieder, die spreekt over een dergelijk onderwerp,
o zoo vaak verkondigd, doch zelden handelt men er
naar. Verder doet 't 'm vooral een nauwgezette net
heid tot in de kleinste onderdeden. Handschoenen
moeten moeten altijd van goede snit zijn, want daar
hapert nog al eens wat aan. Ook wake men voor op
zichtige kleuren of overvloed van sieraden. Iets wat
zeer goed in staat Is, het uiterlijk afbreuk te doen is
de verkeerde keuze van toilet. In de kerk kan men b.v.
jonge meisjes zien zitten met haar nieuwe sportmantel
aan. Een oud mantelcostuum zou werkelijk beter staan.
In de warme consertzaal houdt men de boa om. Waar
schijnlijk, omdat hij zoo chique staat. Op een zoelen
lentedag'gaat men wandelen, gewapend met grooten
mof. Om te toonen, dat men er een heeft? Tenslotte nog
een raad aan haar, die een mode-onverschilligheid aan
den dag leggen. Koopt zooveel mogelijk, in den zelf
den winkel. Daar leert men dan Uw smaak kennen, en
kan de winkeljuffrouw U behulpzaam zijn met het kie
zen van kleedingstukkeo, waarmee men het volgend
jaar nog niet voor spot loopt, en waarvan de duur
zaamheid gegarandeerd is.
INGEZONDEN 8TÜKK1N.
OVER HET NOO ONOPGELOSTE VRAAGSTUK:
MIDDENST ANDSCREDIET.
Het moest komenMaar toch schrok, de voorzitter
van de A. V. v. d. Handelde.- en Ind. Middenstand
van de anonieme klacht over het geringe resultaat be
treffende het middenstandscrediet hier ter stede. Ook
van den lijder aan een sleepende ziekte komt het einde
vaak onverwacht.
En toch kan ik mij voorstellen, dat voornamelijk de
voorzitter wiens goeden wil en werkkracht boven ver-
dekking behooren te staan de verzuchting staakt: hoe
is het mogelijk, want wat hebben we gewerkt!
Kwalijk denkbaar is het echter, dat de anonieme
schrijver zou willen ontkennen het vele werk, dat is
verricht. Maar indien de arbeiders aan het midden
standscrediet eens een oogenblik het werk neerleggen
en eens bekijken wat zij tot stand gebracht hebben
(want daarnaar wordt men beoordeeld) dan zal hun
de klacht duidelijk worden.
Men is in Alkmaar ter bereiking van het doel, de op
lossing van het vraagstuk dat middenstandscrediet
heet nog geen stap genaderd. Er is in Alkmaar een
Middenstandsbank opgericht volgens .schabion",
maar het middenstandcrediet is niet bestudeerd, er zijn
geen eenvoudige middelen gevonden om crediet te ver
schaffen, er is geen uitweg gevonden voor den midden
stander die in nood is.
Er is gearbeid aan een instelling, die misschien een
lijdend bestaan zou kunnen rekken indien het crediet-
vraagstuk zelf ware opgelost. Wij Hollanders over
zien het geheel nu eenmaal niet zoo makkelijk; wij zien
vaak door de hoornen het bosch niet. Want ex is een
verkeerd vraagstuk opgelost. Er is per abuis dc vraag
gesteld: hoe richt ik ra Alkmaar een middenstands-
bank op? Dit is klaar gekomen, maar de vraag, die ge
steld had moeten worden luidt:
Hoe help ik gauw en goed den middenstander, die
tijdens de mobilisatie in financieelen nood geraakt.
En nu kan men van meening zijn, dat de midden
stand eigenlijk bestaat uit menschen, die er in en an
deren die er uit willen en dat er feitelijk geen sprake
bij Vivien opkwam. Zij kon gemakkelijker leelijker din
gen over Stott gezegd hebben dan haar galant deed,
maar dat hij kleingeestig kon zijn, was een scheur in
haar ideaal van hem. Zij was ook een beetje gekrenkt
in haar trots. Onder de voorzichtige zinnen raadde
zij een lichten dwang, en, erger dan dat, een crïtiek op
haar moeder. Het scheen haar, dat Selwijn zijn macht
overschreed. In verstandszaken nam zij onvoorwaarde
lijk zijn leiding aan, maar zij wenschte niet door hem
geleid te worden in zaken van gevoel, ofschoon zij
niet de beteekenis begreep van het onderscheid, dat zij
maakte. „Ik hoop, dat hij niet zal willen, dat je moe
der geld steekt in zijne landbouwkundige ondernemin
gen," dat was, zooals zij wist, een grapje van Selwyn,
maar het trof haar lomp en tactloos, zelfs grof. Geen
grofheid,.dat voelde zij, is zoo kwetsend als de grof
heid van een ontwikkeld man.
Toen Vivien aan tafel stukken uit Selwyn's brief
aan haar moeder voorlas, liet zrj er uit, wat op Stott
betrekking had, minder om dezen te sparen, dan om
dat het een zeker licht op den schrijver wierp.
HOOFDSTUK III.
Nadat de brievenbesteller zijn brieven in het dorp
Penolver had bezorgd, ging hij de laan op, die langs
het dal in de hoogte liep, bijna tegenover hei optrekje
van de Eady's. Hij la3 nu niet, en als men in zijn tasch
had mogen kijken, zou njen de Daily Chrnicle van gis
teren netjes opgevouwen en in kruisband geadresseerd
aan den heer I iumphrey Stott, Rosemorran, Nr. Porth
lew, Comwallis, gezien hebben Toen de postbode zijn
bundel brieven losmaakte om Vivien Eady den haren
te geven, had hij er zeer veel waarvan verscheidene
mag zijn van middenstandscrediet, want dat het geen
bijzonder soort crediet is; de oorspronkelijke opzet
was om hulp te bieden. Én de lezing Stuart, die dit
beoogde had succes. Helaas is onder pressie van an
deren te onzaliger uure besloten van buitengewone orn-
stanigheden te profiteeren om over het geheele land
de middenstand met zakelijke instellingen op te sche
pen. Dat is maar al te goed gelukt, en ook onze Alk-
maarsche menschen zijn in deze stroom meegesleurd.
Het mag wel eens gezegd wordenEr is die gewone
fout gemaakt. Er is weer zeer veel attentie geschon
ken aan het gezelschap waarin men reisde, maar naar
de schuit waarop men stapte is weer eens niet ge
keken.
Want het zal wel hard klinken, maar de Alkmaar-
sche Middenstandscredietbank, die op 30 Juni, dus na
e 1 f maanden oorlog 18350 credieten heeft kunnen
verschaffen, blijft buiten beschouwing, is minder dan
een druppel in de disconto-zee, die blijkens het ver
slag van de Nederl. Bank (pagina 42) bedroeg bijna
6 Va millioen voor Alkmaar. Hoe weinig nood heeft
men niet met die 18000 kunnen lenigen.
En nu eerst, na een jaar willen we een borgmaat
sehappij. Maar mijne heeren, daarmee had moeten wor
den begonnenIk handhaaf nog ten volle wat ik reeds
op 8 October van het vorige jaax schreef:
„Verdient iemand te worden geholpen, dan stelt zich
de door mij genoemde borgmaatsehappij of combinatie
borg voor den aanvrager ten behoeve van den geld
schieter. Dit is geen idee van mijzelf, maar reeds inge
zien door de menschen in Veendam, die een dergelijke
instelling in het leven hebben geroepen, Het zou mijn
inziens de moeite wel waard zijn te informeeren, of
bier wellicht het wijs beleid van Dr. Bos valt te ont
dekken. Het zou mij niets verwonderen ate deze reeds
lang had ingezien, dat de M. C. banken voor de cri
sis weinig waarde hebben,"
En nu schijnt men na 11 maanden1 toch in die rich-
ring geïnformeerd te hebben. Te betreuren voor den
middenstander, want de nood is er hier en daar niet
minder op geworden. Een kostbaar jaar is verloren ge
gaan ondanks harden arbeid.
Een borgmaatsehappij had er al lang moeten zijn,
d. w. z. een maatschappij die borg spreekt ten behoeve
van eiken geldschieter, die een middenstander helpt.
Dan had mep rustig kunnen nagaan, of wellicht aan
het middenstandscrediet verbeteringen aan te brengen
waren en of de oprichting van speciale banken voor
deel zou kunnen geven. Dan was men aan den kop be
gonnen; nu heeft het beest niet eens een staart om het
aan vast te houden.
Want de alom opgerichte middenstandsbanken geven
niets goeds, zullen op den duur verwarring stichten,
helpen niemand, die niet elders geholpen kan worden,
laden op den geldlnemer een aansprakelijkheid, die hij
nergens" behoeft te loopen, ze zijn een verslechte uit
gave van de „Volksbank", ondanks de goede trouw van
de menschen, die er hun naam aan geven. Te betreuren
te het, dat bekende menschen het waagstuk aandurven
him naam te verbinden aan instellingen, waarvan zij
niets weten, waarbij zij betrokken kunnen worden op
indir-'c.te wijze in fraudes en exploitatie-tekorten van
afdeelingen waarover zij geen controle hebben. Wat
geeft het of in Alkmaar de posten behoorlijk gedekt
zijn, als men van de vorderingen in andere plaatsen en
het beheer daar niets weet?
Het past den geldnemer niet om risico op zich te
nemen. Dat doet de groothandelaar toch zeker ook
niet! En een dergelijk crediet wenscht men toch zoo
als op vergaderingen zoo vaak is gezegd. Het risico
behoort aan den kant van den geldgever. Wil deze dat
niet, dan moet hij zijn geld op de manier van jaren te
rug aan den ouderwetschen kassier geven en bewaar-
loon bijbetalen.
Er is gespeeld met de middenstandsbelangen. Men
heeft van den noodtoestand geprofiteerd om de op
richting van de M. C. Banken door te zetten. Zoudten
de oprichters van het zoo ingewikkelde middenstands
banksysteem zoo naïef zijn geweest te meenen, dat men
vreemde postzegels hadden, want bijna iedereen In
Penolver had een familielid in Afrika, Amerika of
Australië, maar nu bleef er in de tasch, behalve Stoit's
Daily Cronicle, maar één brief aan hetzelfde adres.
De laan steeg langzaam tusschen ruwe muren van
groote steenen, die de kleine velden omsloten, welke
Vivien uit haar slaapkamer gezien had. Deze kant van
het dal werd nu niet meer door de zon beschenen, en
de hoek van een koele, grijze schaduw had, als opko
mend water, de rivier reeds gekruist, en deed door het
contrast den overkant verblindend helder en licht schij
nen. De brievenbesteller, verhit door zijn gang van
deur tot deur in het dorp, liep met zijn pet in zijn
hand, maar nu hij uit de schaduw op vlakken grond
kwam, was hij voldoende afgekoeld. Vóór hem lag nu
een groote uitgestrektheid weiland, door steenen muur
tjes verdeeld, en in het noorden door een rij heuvels be
grensd. De laan loidde naar een boerderij, die omge
ven was door een gordel van denneboomen, behalve
aan de zuidzijde, .waar men uitzag op zee, die tege
lijk met den brievenbesteller gestegen scheen te zijn
Verschillende andere boerderijen lagen over het ter
rasvormige land verspreid en drie mijlen verder be-
heerschte de groote, vierkante toren van de St. Adri-
aanskerk den horizon.
De zon scheen, het jaargetijde in aanmerking ge
nomen, buitengewoon krachtig, hoewel de lucht zoo
frisch en opwekkend was, alsof het gevroren had. Dun
ne wolkjes bewogen zich langs den blauwen hemel uit
het zuidoosten, en in de velden sprongen jonge lamme
ren rond en speelden op die uitstekende granieten
rotsblokken, welke niet de kleinste last zijn voor den
boer van Comwallis. Een scherp opmerker, die met
het boerenbedrijf in dit district bekend was, zou be:
tijdens de, mobilisatie, die men zich toch korter ge
dacht heeft, er nog nut van zou hebben? De midden-
standsmenschen, die geen „bank"verstand hebben,
misschien wel, maar de groote banken, die feitelijk de
zaak steunen, hadden andere plannen. De aandeelhou
ders van de Centrale zijn (ik heb ze al eens genoemd)
de allergrootste banken uit ons land. Hebben die za
kenmensehen het doel om concurrenten te kwecken?
Neen, want Mr. de Meester heeft reeds erkend, dat
philantropie in zaken is uitgesloten. Hun doel is om
van de derde-rangs-credicten af te komen, om die over
te doen aan de middenstands-organisaties. Het is toch
ook een publiek geheim, dat het groote fonds waar
over in den beginne in elke middenstandsvergadering
zoo gaarne werd gesproken, groote instellingen heeft
moeten steunen, die zich juist vastgewerkt hebben,
met de soort credieten, die de middenstandsbanken nu
willen verschaffen. Het is hiermee als in Alkmaar.
De opheffing van de „Volksbank" was geen genoegen
voor de kassiers, maar deed zich dra als een gemis
voelen. De kleine luiden werden daarheen gestuurd of
kwamen er terecht.
De middenstandsbanken zijn op het gebied' van ons
credietwezen een stap terug.
Ondanks de groote kans, die er bestaat, dlat er geen
nota van genomen zal worden, (want dat schijnt usan
ce te zijn) geef ik het volgende plan voor beter, hoewel
het jammer is, dat het zoo laat komt. Maar reeds
vóór de oprichting van de M. C. Banken heb ik het
gelanceerd, zij het in iets anderen vorm.
Ik stel voor:
a. het voorschot te dóen geven door bestaande kas
siers;
b. de zekerheid te doen verschaffen door een borg
maatsehappij of combinatie;
c. een commissie te vormen van gemakkelijk bereik
bare menschen (waaronder een vertegenwoordiger
van de gemeente, indien deze aandeelen neemt), om te
beoordeelen wie in dé termen valt door de borgmaat
sehappij geholpen te worden.
Ter toelichting het volgende:
Het verschaffen van de noodige gelden door de
kassiers heeft in de eerste plaats het voordeel dat ge
bruik gemaakt wordt van menschen, die in het alge
meen reeds vrij goed van de positie van den aanvrager
op de hoogte zijn. En in de tweede plaats moet
iemand, die b.v. reeds een crediet bij een bepaalde kas
sier heeft loopen, daar feitelijk wel blijven. (Er is tot
zijn verwondering door de voorlichters van de M. C.
Banken nooit op gewezen hoe moeilijk het is de noo
dige gelden over meer dan één kantoor te betrekken).
Dan de borgmaatsehappij, waarover men nu ook
denkt. Dat mag geen maatschappij worden, die u i t-
sluitend ten behoeve van de middenstandsbanken
werkt en die dus steunt, maar een maatschappij, die,
zooals reeds eerder opgemerkt, borg spreekt ten be
hoeve vanelkengeldschieterdieeen midden
stander op aanvraag van de genoemde commissie helpt.
Want dé borgmaatsehappij, zooals de voorzitter die
wenscht, zal practisch alléén de M. C. Banken steunen.
Dat is reeds duidelijk voor hen, die weten hoe het is
toegegaan op de vergadering in Den Haag. En voor
Alkmaar geldt dat in dubbele mate. Het is hier toch
al zoowat een opvoering van ,,de Brand in de Jonge
Jan". Voor alle rollen dezelfde artist.
Voor algemeene borgstelling kan men aan de ge
meente vragen om aandeelen in de borgmaatsehappij
te nemen. Maar als die instelling uitsluitend zeker
heid moet verschaffen ten behoeve van de midden-
standsbank mag dat niet? Want dan zou de gemeente
in de eerste plaats borg zijn, langs een omweg voor
de credieten in andere plaatsen gegeven en ook de aan
sprakelijkheid loopen voor 20 procent boven het ver
schafte crediet en tot het einde van het boekjaar vol
gende op da twaarin de schuld is afgelost. Of anderen
hierin toestemmen doet hier niets ter zake. De hoofd
zaak is, dat men als aandeelhouder in een Algemeene
Borgmaatsehappij geen risico loopt boven het ver-
merkt hebben, dat de heggen hier dichter waren dan
gewoonlijk, de slooten helderder, en dat iedere poort
in goeden staat en behoorlijk gesloten was. De laan
eindigde in den hof van de boerderij, een geplaveid
vierkant aan drie zijden omringd door schuren en koe
stallen. Als de postbode nu omgekeken had, zou hij
niets meer gezien hebben van het Penolverdal, waar
door hij gekomen was: zijn oogen zouden over vol
komen vlak land gedwaald hebben tot de heuvels aan
de andere zijde van Porthlew.
Een wit houten poort gaf toegang door den gordel
van dennen tot den tuin van een enthousiast, behalve
de bollen en andere reeds bloeiende bloemen, bevatte
hij bijna iedere soort van bloeiende heesters, aie in dit
klimaat met mogelijkheid groeien kon. Het huis was
van het gewone type, van graniet gebouwd, zonder de
coratieve bijzonderheden. Voor de ramen hingen roo-
de gordijnen in plaats van de gewone wit neteldoek-
sche. Aan de voordeur staande kon de brievenbestel
ler de zee zien, omlijst door de twee armen van den
hoefijzervormigen gordel van denneboomen, die het
huis van achter en op zijde omgaven. Als hij over de
heg aan de achterzijde van den tuin gekeken had, zou
hij eenige honderden meters verder een andere vallei
gezien hebben, gelijk aan die van Penolver, maar in
zoover gunstiger, dat zij verder westwaarts lag. ZIJ
kwam uit aan" de kust boven het met gras begroeide
landhoofd, dat het verste punt was, hetwelk Vivien
Eady had kunnen zien op haar morgenwandeling
langs de Klippen. Rosemoran hoeve stond inderdaad
op een ongeveer driehoekig tafelland.
De basis van den driehoek werd gevormd door de
kust, de twee zijden door de daken van Penolver en Ro
semorran, die langzamerhand niet meer te onderschei-
MAARSCHE
uiUB 11)111 |l| III—WIIMHIII Wil Willi—Willi "11HW1