n m DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. No. 195 Honderd en zeventiende jaargang. 1915 ZATERDAG 21 AUGUSTUS VOOR DAMES, FEUILLETON. Si& M &T Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 1,franco door het geheele Rijk fl,25. Afzonderlijke nummers 3 Cents. Telefoonnummer 3. Prijs der gewone Advertentiën Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Oroote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9. MODENIEUWS. Hoewel de aanstaande herfstmode minder brengt dan verwacht werd, zijn er toch enkele aardige prati- sche nieuwtjes bij. Hiervan noemen we ten eerste de pellerine ditmaal keer kort, alleen hals en schouders bedekkend en gesloten met strikjes of gespen. Hierbij worden gedragen geheel staande kragen met omliggen; de punten of staahd-liggende, die de keel vrij laten. Zij voldoen bijzonder bij witte costumes, vooral voor slan ke figuren. Meest gebruikte stoffen zijn tafzij, wit ba tist en voile met zij gevoerd. Voor versiering dienen tressen in verschilende breedten, soutache en smal zwarte rips. Een ander nieuwtje, dat stellig zal in slaan, is de gebreide shawl, die voor de borst gekruist op den rug losgeknoopte is en afhangt in twee einden, breed genoeg om het lichaam tot de heeupen te bedek ken. De kleuren zijn grijs, zwart, blauw en groen, meestal met andere randen, zelden gestreept en dan al leen wit zwart. Tenslotte nog het gebreide bolerojak je, dat in vorm gelijk aan de bekende blousebeacher- mers aan de hals een ruche heeft, waaraan een smalle rand picots in helle kleuren, bijv. groen met rood, rood het zwart, goud met zwart, enz. Deze worden met ronde knoopen gesloten. De rokken zullen wel aan wijdte toenemen, maar niet in die mate, als aanvankelijk gemeend werd. Zijde en fluweel zijn de modestoffen, ook popel ine en serge zul len wei gebruikt worden. De herfsthoeden zijn zeer een voudig met breeden rand en platte bol, meest van zijde of fluweel, de bol wit en de onderkant zwart of omge keerd. De gameering, ook in die kleuren, bestaat uit zijden of fluweelen bloemkransen, vleugels of koppen of rond den bol geplaatste veerehkrans. De herfst- mantels zijn los en ruim, de mouwen glad ingezet en bij de pols iets wijder of Kimonomodel met wijd armsgat. Bontmantels, zijn met lange, glad ingezette mouwen, met breede opslagen, daarop knoopen. Ze hebben staande, hoogsluitcnde kragen. Vele zijn met gordels, soms aan den rug, maar meest van voren. De wintermantels zijn wijd, hebben een klokmodel, en zijn afgewerkt met gordels en zakken. Ze zijn hooggesloten met groote, ronde knoopen van dezelfde kleur, ook op de 7-^kken en op de mouwopslagen, die van een andere kleur zijn. De herfstschoenen zijn hooge. rijgschoenen van zijde, laken of rips met bontrand. Het nieuwste zijn de knoopschoenen, die opzij van achteren sluiten, wat echter, daar 't vrij ongemakkelijk is, wel niet zal op nemen. MODE-ONVERSCHILLIGHEID. Met zekere minachting wordt vaak van de Hol- landöche vrouwen beweerd, dat ze „achterlijk" zijn, d.w.z. op modegebied. En met bewondering weet men te spreken van Fransche, Duitsche of Engelsche vrou wen, die zich veel meer aan haar toilet laten gelegen liggen. Vanwaar die minachting! Pleit die onverschil ligheid niet veeleer voor haar, dan dat ze reden tot laken geeft? Natuurlijk telt Nederland ook z'n mode- slavinnetjes, zooals er in andere landen vrouwen zijn, die zich niets om haar kleeren bekommeren. Percenta- gegewijs heeft Nederland echter een groot aantal mo- tieonvérschilligeri. Niet dat deze eigenschap een onverschilligheid van het uiterlijk in zich sluit. Verre van dat. Men is er al leen maar niet toe te bewegen, een mantel af te danken, uitsluitend om het feit, dat de modellen dit seizoen veranderd zijn. Slijtage, verandering van kleur en dergelijke facto ren, die"het „nette" uiterlijk afbreuk kunnen doen, ge ven den doorslag, ,,'t Kan mij niets schelen, of mijn kleeren een jaar of drie oud1 zijn en dus vreesehjk uit de mode", heb ik meer dan eens hooren beweren, "als ik er maar als dame uitzie." Er altijd als dame uitzien. De taak is met gemakke lijk. Is het niet een klacht van onzen tijd, dat men geen onderscheid meer kan zien? Het is waar, dat dienst bode is tegenwoordig vaak meer naar de mode gekleed dan mevrouw. Doch is dit erg Ieder zijn vermaak, ben ik geneigd te zeggen. Intusschen, die vergissingeen, d>e Vervolg van het andere blad, Selwyn Harpur schreef een bewonderenswaardigen minnebrief vroolijk en teeder en toch doordrongen van diepen ernst. „Ik heem je zonnig Comwallis mee naar het school lokaal", schreef hij, „en jongensstemmen mengen zich met de stem der zee, die verstaanbaar wordt gemaakt door lippen, die ik lief heb." Hij sprak van nieuwe boe ken, die hij gelezen had, en dat hij plan had haar een pak boeken te zenden, uitvoerig beschrijvend, wat zij er in zou vinden. Maar voor Vivien was de kern van den brief in de volgende zinnen: „Ik ben blij, dat je waarschijnlijk Interessante men schen zult ontmoeten, maar het spijt me, dat ik je ent housiasme omtrent den heer Stott moet afkoelen. Ik vertrouw dat idee van „terug naar de natuur"' niet. Als een ideaal is het al uiteengespat, en in de prak tijk beteekent het gewoonlijk, dat een man niet de kracht of den moed heeft de verantwoording van zijn eigen stand te aanvaarden. Ik weet natuurlijk niets ten nadeele van mijnheer Stott, maar ik hoor, dat men hem te Oxford al zonderling vond, en mijn ervaring is, dat ontwikkelde menschen, die de beschaving ontwijken, bijna altijd een reden daartoe hebben, die niet al te gunstig voor hun karakter is. Als ik je moeder was, zou ik voorzichtig zijn met de kennismaking Vindt je niet dat het verlangen van mijnheer Stott om bevriend te worden met nieuw aangekomen menschen wat betee kent' Ik hoop, dat hij niet zal willen, dat je moeder geld steekt in zijn landbouwkundige ondernemingen! Teleurstelling was misschien het sterkste gevoel, dat voorkomen, wanneer het meisje voor de dochter des huizes wordt aangezien, hebben voor beide partijen hun onaangenaamheden, en het is dan ook goed, wan neer men in de kleeding iets,, ik en weet niet wat" kan leggen, waardoor men zich onderscheidt. Wat hiertoe nooaig is? Veel, zeer veel doet de kwa liteit der stoffen. Voorbeeld. Men heeft covercoats. Dit kleedingatuk is tegenwoordig bijzonder bemind. Ze zijn er dan ook van zes gulden af. Maar ze zijn er ook van 25 gulden. En veel wijzer doet men met zoo'n dure te nemen, en die desnoods eenige jaren te dragen, dan dat men de voorkeur geeft aan de goedkoope, die bin nen een paar maanden kale manchetten vertoont, niet gevoerd is, spoedig kreukelt enzoovoort. Deze les wordt door ieder, die spreekt over een dergelijk onderwerp, o zoo vaak verkondigd, doch zelden handelt men er naar. Verder doet 't 'm vooral een nauwgezette net heid tot in de kleinste onderdeden. Handschoenen moeten moeten altijd van goede snit zijn, want daar hapert nog al eens wat aan. Ook wake men voor op zichtige kleuren of overvloed van sieraden. Iets wat zeer goed in staat Is, het uiterlijk afbreuk te doen is de verkeerde keuze van toilet. In de kerk kan men b.v. jonge meisjes zien zitten met haar nieuwe sportmantel aan. Een oud mantelcostuum zou werkelijk beter staan. In de warme consertzaal houdt men de boa om. Waar schijnlijk, omdat hij zoo chique staat. Op een zoelen lentedag'gaat men wandelen, gewapend met grooten mof. Om te toonen, dat men er een heeft? Tenslotte nog een raad aan haar, die een mode-onverschilligheid aan den dag leggen. Koopt zooveel mogelijk, in den zelf den winkel. Daar leert men dan Uw smaak kennen, en kan de winkeljuffrouw U behulpzaam zijn met het kie zen van kleedingstukkeo, waarmee men het volgend jaar nog niet voor spot loopt, en waarvan de duur zaamheid gegarandeerd is. INGEZONDEN 8TÜKK1N. OVER HET NOO ONOPGELOSTE VRAAGSTUK: MIDDENST ANDSCREDIET. Het moest komenMaar toch schrok, de voorzitter van de A. V. v. d. Handelde.- en Ind. Middenstand van de anonieme klacht over het geringe resultaat be treffende het middenstandscrediet hier ter stede. Ook van den lijder aan een sleepende ziekte komt het einde vaak onverwacht. En toch kan ik mij voorstellen, dat voornamelijk de voorzitter wiens goeden wil en werkkracht boven ver- dekking behooren te staan de verzuchting staakt: hoe is het mogelijk, want wat hebben we gewerkt! Kwalijk denkbaar is het echter, dat de anonieme schrijver zou willen ontkennen het vele werk, dat is verricht. Maar indien de arbeiders aan het midden standscrediet eens een oogenblik het werk neerleggen en eens bekijken wat zij tot stand gebracht hebben (want daarnaar wordt men beoordeeld) dan zal hun de klacht duidelijk worden. Men is in Alkmaar ter bereiking van het doel, de op lossing van het vraagstuk dat middenstandscrediet heet nog geen stap genaderd. Er is in Alkmaar een Middenstandsbank opgericht volgens .schabion", maar het middenstandcrediet is niet bestudeerd, er zijn geen eenvoudige middelen gevonden om crediet te ver schaffen, er is geen uitweg gevonden voor den midden stander die in nood is. Er is gearbeid aan een instelling, die misschien een lijdend bestaan zou kunnen rekken indien het crediet- vraagstuk zelf ware opgelost. Wij Hollanders over zien het geheel nu eenmaal niet zoo makkelijk; wij zien vaak door de hoornen het bosch niet. Want ex is een verkeerd vraagstuk opgelost. Er is per abuis dc vraag gesteld: hoe richt ik ra Alkmaar een middenstands- bank op? Dit is klaar gekomen, maar de vraag, die ge steld had moeten worden luidt: Hoe help ik gauw en goed den middenstander, die tijdens de mobilisatie in financieelen nood geraakt. En nu kan men van meening zijn, dat de midden stand eigenlijk bestaat uit menschen, die er in en an deren die er uit willen en dat er feitelijk geen sprake bij Vivien opkwam. Zij kon gemakkelijker leelijker din gen over Stott gezegd hebben dan haar galant deed, maar dat hij kleingeestig kon zijn, was een scheur in haar ideaal van hem. Zij was ook een beetje gekrenkt in haar trots. Onder de voorzichtige zinnen raadde zij een lichten dwang, en, erger dan dat, een crïtiek op haar moeder. Het scheen haar, dat Selwijn zijn macht overschreed. In verstandszaken nam zij onvoorwaarde lijk zijn leiding aan, maar zij wenschte niet door hem geleid te worden in zaken van gevoel, ofschoon zij niet de beteekenis begreep van het onderscheid, dat zij maakte. „Ik hoop, dat hij niet zal willen, dat je moe der geld steekt in zijne landbouwkundige ondernemin gen," dat was, zooals zij wist, een grapje van Selwyn, maar het trof haar lomp en tactloos, zelfs grof. Geen grofheid,.dat voelde zij, is zoo kwetsend als de grof heid van een ontwikkeld man. Toen Vivien aan tafel stukken uit Selwyn's brief aan haar moeder voorlas, liet zrj er uit, wat op Stott betrekking had, minder om dezen te sparen, dan om dat het een zeker licht op den schrijver wierp. HOOFDSTUK III. Nadat de brievenbesteller zijn brieven in het dorp Penolver had bezorgd, ging hij de laan op, die langs het dal in de hoogte liep, bijna tegenover hei optrekje van de Eady's. Hij la3 nu niet, en als men in zijn tasch had mogen kijken, zou njen de Daily Chrnicle van gis teren netjes opgevouwen en in kruisband geadresseerd aan den heer I iumphrey Stott, Rosemorran, Nr. Porth lew, Comwallis, gezien hebben Toen de postbode zijn bundel brieven losmaakte om Vivien Eady den haren te geven, had hij er zeer veel waarvan verscheidene mag zijn van middenstandscrediet, want dat het geen bijzonder soort crediet is; de oorspronkelijke opzet was om hulp te bieden. Én de lezing Stuart, die dit beoogde had succes. Helaas is onder pressie van an deren te onzaliger uure besloten van buitengewone orn- stanigheden te profiteeren om over het geheele land de middenstand met zakelijke instellingen op te sche pen. Dat is maar al te goed gelukt, en ook onze Alk- maarsche menschen zijn in deze stroom meegesleurd. Het mag wel eens gezegd wordenEr is die gewone fout gemaakt. Er is weer zeer veel attentie geschon ken aan het gezelschap waarin men reisde, maar naar de schuit waarop men stapte is weer eens niet ge keken. Want het zal wel hard klinken, maar de Alkmaar- sche Middenstandscredietbank, die op 30 Juni, dus na e 1 f maanden oorlog 18350 credieten heeft kunnen verschaffen, blijft buiten beschouwing, is minder dan een druppel in de disconto-zee, die blijkens het ver slag van de Nederl. Bank (pagina 42) bedroeg bijna 6 Va millioen voor Alkmaar. Hoe weinig nood heeft men niet met die 18000 kunnen lenigen. En nu eerst, na een jaar willen we een borgmaat sehappij. Maar mijne heeren, daarmee had moeten wor den begonnenIk handhaaf nog ten volle wat ik reeds op 8 October van het vorige jaax schreef: „Verdient iemand te worden geholpen, dan stelt zich de door mij genoemde borgmaatsehappij of combinatie borg voor den aanvrager ten behoeve van den geld schieter. Dit is geen idee van mijzelf, maar reeds inge zien door de menschen in Veendam, die een dergelijke instelling in het leven hebben geroepen, Het zou mijn inziens de moeite wel waard zijn te informeeren, of bier wellicht het wijs beleid van Dr. Bos valt te ont dekken. Het zou mij niets verwonderen ate deze reeds lang had ingezien, dat de M. C. banken voor de cri sis weinig waarde hebben," En nu schijnt men na 11 maanden1 toch in die rich- ring geïnformeerd te hebben. Te betreuren voor den middenstander, want de nood is er hier en daar niet minder op geworden. Een kostbaar jaar is verloren ge gaan ondanks harden arbeid. Een borgmaatsehappij had er al lang moeten zijn, d. w. z. een maatschappij die borg spreekt ten behoeve van eiken geldschieter, die een middenstander helpt. Dan had mep rustig kunnen nagaan, of wellicht aan het middenstandscrediet verbeteringen aan te brengen waren en of de oprichting van speciale banken voor deel zou kunnen geven. Dan was men aan den kop be gonnen; nu heeft het beest niet eens een staart om het aan vast te houden. Want de alom opgerichte middenstandsbanken geven niets goeds, zullen op den duur verwarring stichten, helpen niemand, die niet elders geholpen kan worden, laden op den geldlnemer een aansprakelijkheid, die hij nergens" behoeft te loopen, ze zijn een verslechte uit gave van de „Volksbank", ondanks de goede trouw van de menschen, die er hun naam aan geven. Te betreuren te het, dat bekende menschen het waagstuk aandurven him naam te verbinden aan instellingen, waarvan zij niets weten, waarbij zij betrokken kunnen worden op indir-'c.te wijze in fraudes en exploitatie-tekorten van afdeelingen waarover zij geen controle hebben. Wat geeft het of in Alkmaar de posten behoorlijk gedekt zijn, als men van de vorderingen in andere plaatsen en het beheer daar niets weet? Het past den geldnemer niet om risico op zich te nemen. Dat doet de groothandelaar toch zeker ook niet! En een dergelijk crediet wenscht men toch zoo als op vergaderingen zoo vaak is gezegd. Het risico behoort aan den kant van den geldgever. Wil deze dat niet, dan moet hij zijn geld op de manier van jaren te rug aan den ouderwetschen kassier geven en bewaar- loon bijbetalen. Er is gespeeld met de middenstandsbelangen. Men heeft van den noodtoestand geprofiteerd om de op richting van de M. C. Banken door te zetten. Zoudten de oprichters van het zoo ingewikkelde middenstands banksysteem zoo naïef zijn geweest te meenen, dat men vreemde postzegels hadden, want bijna iedereen In Penolver had een familielid in Afrika, Amerika of Australië, maar nu bleef er in de tasch, behalve Stoit's Daily Cronicle, maar één brief aan hetzelfde adres. De laan steeg langzaam tusschen ruwe muren van groote steenen, die de kleine velden omsloten, welke Vivien uit haar slaapkamer gezien had. Deze kant van het dal werd nu niet meer door de zon beschenen, en de hoek van een koele, grijze schaduw had, als opko mend water, de rivier reeds gekruist, en deed door het contrast den overkant verblindend helder en licht schij nen. De brievenbesteller, verhit door zijn gang van deur tot deur in het dorp, liep met zijn pet in zijn hand, maar nu hij uit de schaduw op vlakken grond kwam, was hij voldoende afgekoeld. Vóór hem lag nu een groote uitgestrektheid weiland, door steenen muur tjes verdeeld, en in het noorden door een rij heuvels be grensd. De laan loidde naar een boerderij, die omge ven was door een gordel van denneboomen, behalve aan de zuidzijde, .waar men uitzag op zee, die tege lijk met den brievenbesteller gestegen scheen te zijn Verschillende andere boerderijen lagen over het ter rasvormige land verspreid en drie mijlen verder be- heerschte de groote, vierkante toren van de St. Adri- aanskerk den horizon. De zon scheen, het jaargetijde in aanmerking ge nomen, buitengewoon krachtig, hoewel de lucht zoo frisch en opwekkend was, alsof het gevroren had. Dun ne wolkjes bewogen zich langs den blauwen hemel uit het zuidoosten, en in de velden sprongen jonge lamme ren rond en speelden op die uitstekende granieten rotsblokken, welke niet de kleinste last zijn voor den boer van Comwallis. Een scherp opmerker, die met het boerenbedrijf in dit district bekend was, zou be: tijdens de, mobilisatie, die men zich toch korter ge dacht heeft, er nog nut van zou hebben? De midden- standsmenschen, die geen „bank"verstand hebben, misschien wel, maar de groote banken, die feitelijk de zaak steunen, hadden andere plannen. De aandeelhou ders van de Centrale zijn (ik heb ze al eens genoemd) de allergrootste banken uit ons land. Hebben die za kenmensehen het doel om concurrenten te kwecken? Neen, want Mr. de Meester heeft reeds erkend, dat philantropie in zaken is uitgesloten. Hun doel is om van de derde-rangs-credicten af te komen, om die over te doen aan de middenstands-organisaties. Het is toch ook een publiek geheim, dat het groote fonds waar over in den beginne in elke middenstandsvergadering zoo gaarne werd gesproken, groote instellingen heeft moeten steunen, die zich juist vastgewerkt hebben, met de soort credieten, die de middenstandsbanken nu willen verschaffen. Het is hiermee als in Alkmaar. De opheffing van de „Volksbank" was geen genoegen voor de kassiers, maar deed zich dra als een gemis voelen. De kleine luiden werden daarheen gestuurd of kwamen er terecht. De middenstandsbanken zijn op het gebied' van ons credietwezen een stap terug. Ondanks de groote kans, die er bestaat, dlat er geen nota van genomen zal worden, (want dat schijnt usan ce te zijn) geef ik het volgende plan voor beter, hoewel het jammer is, dat het zoo laat komt. Maar reeds vóór de oprichting van de M. C. Banken heb ik het gelanceerd, zij het in iets anderen vorm. Ik stel voor: a. het voorschot te dóen geven door bestaande kas siers; b. de zekerheid te doen verschaffen door een borg maatsehappij of combinatie; c. een commissie te vormen van gemakkelijk bereik bare menschen (waaronder een vertegenwoordiger van de gemeente, indien deze aandeelen neemt), om te beoordeelen wie in dé termen valt door de borgmaat sehappij geholpen te worden. Ter toelichting het volgende: Het verschaffen van de noodige gelden door de kassiers heeft in de eerste plaats het voordeel dat ge bruik gemaakt wordt van menschen, die in het alge meen reeds vrij goed van de positie van den aanvrager op de hoogte zijn. En in de tweede plaats moet iemand, die b.v. reeds een crediet bij een bepaalde kas sier heeft loopen, daar feitelijk wel blijven. (Er is tot zijn verwondering door de voorlichters van de M. C. Banken nooit op gewezen hoe moeilijk het is de noo dige gelden over meer dan één kantoor te betrekken). Dan de borgmaatsehappij, waarover men nu ook denkt. Dat mag geen maatschappij worden, die u i t- sluitend ten behoeve van de middenstandsbanken werkt en die dus steunt, maar een maatschappij, die, zooals reeds eerder opgemerkt, borg spreekt ten be hoeve vanelkengeldschieterdieeen midden stander op aanvraag van de genoemde commissie helpt. Want dé borgmaatsehappij, zooals de voorzitter die wenscht, zal practisch alléén de M. C. Banken steunen. Dat is reeds duidelijk voor hen, die weten hoe het is toegegaan op de vergadering in Den Haag. En voor Alkmaar geldt dat in dubbele mate. Het is hier toch al zoowat een opvoering van ,,de Brand in de Jonge Jan". Voor alle rollen dezelfde artist. Voor algemeene borgstelling kan men aan de ge meente vragen om aandeelen in de borgmaatsehappij te nemen. Maar als die instelling uitsluitend zeker heid moet verschaffen ten behoeve van de midden- standsbank mag dat niet? Want dan zou de gemeente in de eerste plaats borg zijn, langs een omweg voor de credieten in andere plaatsen gegeven en ook de aan sprakelijkheid loopen voor 20 procent boven het ver schafte crediet en tot het einde van het boekjaar vol gende op da twaarin de schuld is afgelost. Of anderen hierin toestemmen doet hier niets ter zake. De hoofd zaak is, dat men als aandeelhouder in een Algemeene Borgmaatsehappij geen risico loopt boven het ver- merkt hebben, dat de heggen hier dichter waren dan gewoonlijk, de slooten helderder, en dat iedere poort in goeden staat en behoorlijk gesloten was. De laan eindigde in den hof van de boerderij, een geplaveid vierkant aan drie zijden omringd door schuren en koe stallen. Als de postbode nu omgekeken had, zou hij niets meer gezien hebben van het Penolverdal, waar door hij gekomen was: zijn oogen zouden over vol komen vlak land gedwaald hebben tot de heuvels aan de andere zijde van Porthlew. Een wit houten poort gaf toegang door den gordel van dennen tot den tuin van een enthousiast, behalve de bollen en andere reeds bloeiende bloemen, bevatte hij bijna iedere soort van bloeiende heesters, aie in dit klimaat met mogelijkheid groeien kon. Het huis was van het gewone type, van graniet gebouwd, zonder de coratieve bijzonderheden. Voor de ramen hingen roo- de gordijnen in plaats van de gewone wit neteldoek- sche. Aan de voordeur staande kon de brievenbestel ler de zee zien, omlijst door de twee armen van den hoefijzervormigen gordel van denneboomen, die het huis van achter en op zijde omgaven. Als hij over de heg aan de achterzijde van den tuin gekeken had, zou hij eenige honderden meters verder een andere vallei gezien hebben, gelijk aan die van Penolver, maar in zoover gunstiger, dat zij verder westwaarts lag. ZIJ kwam uit aan" de kust boven het met gras begroeide landhoofd, dat het verste punt was, hetwelk Vivien Eady had kunnen zien op haar morgenwandeling langs de Klippen. Rosemoran hoeve stond inderdaad op een ongeveer driehoekig tafelland. De basis van den driehoek werd gevormd door de kust, de twee zijden door de daken van Penolver en Ro semorran, die langzamerhand niet meer te onderschei- MAARSCHE uiUB 11)111 |l| III—WIIMHIII Wil Willi—Willi "11HW1

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1915 | | pagina 9