van den eersten commensaal had gebruik gemaald,
doch weder vertrokken was met achterlating van een ge
dragen costuum. Dit werd ter griffie gedeponeerd en
men hoorde verder niets meer van de zaak, tot Vrij
dagavond j.l. Toen kwam de hospita uit de Van Wou-
suaat op het politiebureau Stadhouderskade vertellen,
dat zij den tweeden commensaal, die verdacht werd
van diefstal van de kleediugstukken van den eersten,
had ontdekt in een woning bij haar in dezelfde buurt.
De man werd door een rechercheur aangehoudenhij
hield vol geheel onschuldig aan de zaak te zijn en pas
in September, dus na den diefstal, uit Diutschland iu
ons land te zijn gekomen De man, artist" van beroep,
gaf zichzelf een gewichtig air door het te doen voor
komen alsof hij verbonden was aan een der departe
menten. Dit laatste bleek bij onderzoek onjuist te zijn
uit de nasporingen der politie van het bureau Stad
houderskade bleek evenwel nog meer. Het oude cos-
t'ium. dat verleden 'aar in de woning aan de Van
Woustraat was achtergelaten, werd van de griffie op
gevraagd en op een iapje aan de binnenzijde van een
der zakken vond men den naam van den eigenaar (een
anderen naam dan dien de aangehoudene had opgege
ven), alsmede den naam van een bekend kledingmaga
zijn. Het bleek, dat iemand van den naam, als op het
lapje voorkwam, was gesignaleerd wegens diefstal
van een tasch uit een hotel op het Damrak. De hotelier
en een bediende van het kledingmagazijn werden op
het bureau Stadhouderskade ontboden en herkenden
den man beiden beslist. Deze legde daarop een volle
dige bekentenis af
Maandag is hij ter beschikking der justitie gesteld.
(Hbld.)
DE REGIMENTSZOON
De correspondent van de N. Rott. Crt te 1 lilversum
schrijft:
Het geval met den z.g n. regimentszoon moge wat
de feiten betreft, in hoofdzaak juist zijn, het heeft ech
ter ock een donkere zijde Wat betreft het schoolverlof,
dat voor den knaap zou zijn aangevraagd en gege
ven. wij kunnen verzekeren, dat dit beslist is gewei
gerd.
Het hoofd der school heeft geen verlof gegeven, inte
gendeel is den vader uitdrukkelijk verzekerd, dat de
knaap voor ongeoorloofd verzuim zou worden geno
teerd.
Wat nu het feit zelf betreft, kunnen we mededeelen,
dat deze 9-jarige knaap een jongen is, die het onder
wijs zeer noodig heeft, hij behoort tot de minste leer
lingen in zijn klasse en is bovendien zeer ondeugend.
Het onderwijzend personeel van dc school is over
een en ander geheel niet gesticht en beraamt maatrege
len om den militairen autoriteiten aan het verstand te
brengen, dat zij niet goed handelen met dezen knaap te
steunen in zijn drijven om van de school te blijven, en
hun tevens duidelijk te maken, dat het opvoedkundig
verkeerd is dezen knaap als een belangrijk personaadje
in den kring zijner schoolmakkers terug te leiden.
NOG EEN REGIMENTSKIND
Niet alleen het kamp van Laren mag bogen op zijn
regimentszoon, ook een landweer-compagnie, geiegcrü
op Oud Bussum, heeft haar pupil, den 10-jarigen An
dreas, uit Amsterdam. Reeds bij h begin der mobili
satie in 1914, toen de compagnie nog le Bussum lag,
voelde deze jongat, die aldaar zijn vacantie door
braad, zich iot 't soldatenleven aangetrokken. Met de
reveille 's morgens was hij er reeds op zijn post, of trok
hij mee uit. Verleden week heeft hij op vertoon van een
schriftelijke machtiging van zijn vader met toestem
ming van den comp.-commandant, den 3-daagschen
marscli geheel te voet meegemaakt van Oud-Bussum,
over Hilversum, Utrecht, Baarn, Hoevelaken naar
Amersfoort en terug over Eemnes en Laren naar het
kwartier.
Hoewel enkele soldaten onderweg uitvielen en per
spoor terugkeerden, heeft deze jeugdige vrijwilliger
den marsch geheel te voet meegemaakt en bij 't afcom-
mandceren heeft de kapitein hem een pluimpje gegeven
en hem benoemd tot „Ridder in de orde van de Land-
weerconipagnic".
Lr zijn intusschen nog meer regimentskinderen, zegt
het N. v. d. D. De te Groningen geïnterneerde Engel-
sche militairen hebben zich indertijd over een verlaten
knaap uit Antwerpen ontfermd, die steeds bij hen ge
bleven is en ook nu te Groningen is geïnterneerd.
TREURIG.
Een boerenarbeider te Loosduinen had te weinig
melk, omdat een der koeien een emmer had omver ge
schopt. Zeker uit vrees een standje van zijn baas te
krijgen, vulde hij de kannen aan met slootwater meldt
de Msbd. Dat was echter gezien en aan de politie
medegedeeld, waarop de boer hem gedaan gaf. De
man trok zich dit sterk aan en Icwam niet bij zijn
vrouw thuis. Thans heeft men zijn lijk gevonden in een
schuurtje.
SEPTEMBER.
De meteorologische herfst is begonnen De snelle af
koeling, die de laatste dagen van Augustus reeds te
Wek,- J-- 1~
bemerken viel, mag nu weer enkele weken worden te
gengehouden, toch staat het vast, dat een nieuwe da
ling van temperatuur kan worden verwacht, hetzij om
streeks het midden der maand, hetzij tegen het eind.
September is overigens niet zelden een mooie maand.
De wind, die op het oogenblik, dat wij dit schrijven
31 Augustus in den ochtend nog stevig uit het
Noorden waait, zal spoedig gaan luwen. De barometer
is stijgende. Welaan, laten we hopen, dat de wind
spoedig in den Oosthoek komt. we kunnen dan een
praclitigen nazomer hebben.
Het Oostenwindwecr is het eigenlijke September
weertype. Het barometrisch hoog nestelt zich dan in
Noord-, Oost-, of Oost-Europa \ast, en ver in het Wes
ten, wellicht midden tusschen Amerika en de oude we
reld, hecrschcn diepe depressies, waar wij echter weinig
van bemerken. Dagen en dagen kan de lucht dan vlek
keloos blauw blijven. Dit geschiedde oa. gedurende
de laatste tien jaar driemaalvan den eersten tot den
laatsten September was het bijna steeds goed weer, en
er was zelfs een September, die slechts één regenbui
opleverde, en die in vele deelen van Engeland zelfs ab
soluut droog verliep.
Bevindt het hoog zich in het Zuid-Oosten, dan kan
het weer eveneens gedurende weken uitstekend zdjn. De
temperatuur ligt dan hooper, maar ook het vochtig
heidsgehalte is grooter, en een ploselinge weeromslag
is dan te wachten.
Hoewel September meer dan eens met April wordt
vergeleken bestaat er toch tusschen beide maanden een
groot onderscheid. April is lichter maar kouder. Een
nachtvorst in September kont weieens voor, maar in
April gebeurt dit soms nacht aan nacht. In April do
mineert een Noord-Wester, in September niet zelden
een Zuid-Ooster. In verband met een en ander is het
verstandig, in September van z'n vacantie te profitee
red als dit mogelijk is. De kans op goed weer is dan
veel grooter dan in Augustus, terwijl warmte-onweders
niet dikwijls meer voorkomen. Er is slechts eén nadeel
aan verbondende dagen zijn kort.
MANNELIJKE „SCHOONMAAKSTERS"
Men schrijft ons uit Amsterdam:
Het mannelijk „dienstmeisje" heeft niet lang ge
leefd. Het was een paar weken in betrekking bij een
zonderling echtpaar, maar toen schijnt het er den brui
aan te hebben gegeven. Op het oogenblik zou Betje
weer opperman zijn.
Een mannelijke „schoonmaakster" is echter iets an
ders Die schijnt werkelijk in een behoefte te kunnen
voorzien. De ontelbaar vele glazenwasscherijen toon
den aan, dat het ruwe buitenwerk en het grove binnen
werk door den man beter kon worden gedaan dan
door de vrouw Zoo kwam de schoonm a k e r er in.
Doch door de crisis kwamen duizenden mannen
zonder werk. Hun respectievelijke vrouwen probeerden
teen als schoonmaakster was te verdienen, hetgeen dik
wijls gelukte. Het gebeurde echter, dat de schoon
maakster ziek werd, en dat haar man dan kwam vra
gen of hij het werk niet mocht doen. Hetgeen hem zoo
goed geviel, dat hij zich er speciaal cp toelegde.
Op het oogenblik kan men, wanneer men 's morgens
omstreeks zeven uur langs de grachten loopt, in de
groote kantoren verschillende „manspersonen" als
schoonmaakster aan het werk zien. Weliswaar hebben
zij zich overeenkomstig onze politieverordening niet
gestoken in „de kleeding van de andere kunne", maar
door allerlei kleinigheden hebben zij toch liet karakter
van de schoonmaakster aangenomen. Zij nemen stof
af, ze wrijven de bureaux, en doen voorts wat hun hand
vindt cm te doen.
Het aantal mannelijke „schoonmaaksters" zou a! om
streeks 80 bedragen Ze zouden uitstekend voor hun
taak berekend zijn. We! zouden zij iets langzamer dan
hun vrouwelijke collega's werken, maar ookmeer
precies. Met dit schoonmaken kan een man. die des
morgens en des avonds een kantoor heeft, 9 èt 12
per week verdienen.
EVANGELIST EN KANTONRECHTER.
Het Rott. Nsbld. vertelt
Voor den nog jeugdigen, dus nog niet strengen,
zelfs zeer coulanten en beminnelijken plaatsvervangcn-
den kantonrechter te Rotterdam, dienden een aantal
huurzaken.
Deurwaarder, volgende zaak.
Een rustige magere man verscheen, nam dadelijk
het woord en sprak, wijzende op den rechter:
Gij zijt maanziek en van den duivel bezeten
Ik? schrok de rechter.
Ja gij-
De rechter herstelde zich, tikte met den hamer en
zei
Wil je er om denken, dat je voor den kantonrech
ter staat?
Jawel.
Erken je je huis gehuurd te hebben van IJ?
Nee!
Neen?
Nee! Alles is van den Vader, zegt Paulus, hoe
kan IJ, dan eigenaar zijn.
Je hebt kinderen?
Nee!
Neen?
NeeAlles van den Vader.
Ben jij dan de vader niet?
Nee!
De rechter maakte er een einde aan en bepaalde, wel
willend, over veertien dagen de ontruiming.
En nu sprak de gedaagde ernstig
Je bent een slecht wetsgeleerde en ik veracht je.
Dank je. Deurwaarder, volgende zaak
EEN PRAATJE OVER HOOIBROEI.
Willem Practijk schrijft in het Ned. Landb. Wkbl.
Het is Zondagmiddag. Een brandspuit met bijbe-
hooren, gaat voorbij mijn huis. Brandsignalen hoorde
ik niet. Vandaar vroeg ik aan G.: Wat is er te doen?
Zijn antwoord is: bij J. moet men „spnten". Uit voor
zichtigheid gaat die spuit daar heen. t Kan er wel
spannen. Er is reeds vuur gezien. Ik zeg, ochja, nog al
te vaak wordt er niet aan gedacht, dat het hooi zoo
veel voedzamer is en daardoor ook gevaarlijker dan
vroeger. Door het gebruik van hulpmest, door in het
land bijvoederen met lijnkoek enz.; en door betere be
werking is het land krachtiger dan vroeger. Daardoor
maait men veel vroeger en dient men 't hooi goed „be
storven" en liefst geheel droog in huis te haien en in
den „berg" op te tassen. Dit eischt meer arbeid en
arbeidshulp is vaak moeilijk te bekomen.
Geluidüg is daarin ten deele te voorzien door paar
den. Werktuigen om te maaien te harken en te schud
den zijn reeds veel in gebruik en in de laatste jaren be
wijzen „zwadkeeiders" beste diensten. Gebruikt men
die werktuigen met eenig overleg en brengt het hooi
daarna op „klaverruiter", dan is het gevaar niet groot
meer.
Behoefte aan de „etgroen' verlokt sommigen tot
hooitijden bij ongunstig weer, maar omdat ik het broei
en wil vermijden, doe ik dit niet en bovendien strooi ik
2 kilo zout over elk voer hooi.
G. vraagt: Maar een beetje broeien is toch wel nut
tig te achten?
Ik zeg: Zelfs geringe broei acht ik toch verlies van
voedcrwaarde en daarom ongeacht de kans op scha
de en gevaar, niet toelaatbaar
't Kan wel, zegt G„ maar met al die nieuwigheden
kan men wel dagwerk krijgen
ik antwoord: het gebruikeu van zout in het hooi is
gtxn nieuwigheid. Meer dan 50 jaar geleden paste mijn
vader het reeds toe en bij mij is dit al reeds meer dan 30
jaren gedaan. In al diai tijd hebben onze koeien en
paarden nooit gebroeid of „stoffig" hooi behoeven te
eten.
BIJ ONS OP HE T DORP.
Men schrijft uit Vrijhoeve Cappel aan „De Tijd":
lil de atgeioopen week was lner een raadsvergade
ring oeiegd. Benaive B en W. versclieen maar één
raausiid ter kapuoie, zoodat de vergadering wegens
ouvoltalligheid niei zou kunnen doorgaan.
A laar men schalie iaad en zond üen veldwachter uit
om de afwezigen op te haien.
Eén raadslid vond hij thuis, doch deze Icon n;et ko
men, omdat hij op de kinderen moest passen, wijl
vrouwiiet buurten was; een andere vrocue stond juist
in den baktrog en kon. het deeg niet laten verzuren.
Lie vclclwacntcr liet ztcii niet ontmoedigen en slaag
de er ten laatste iu, genoeg leden te bewegen tot op
komst om de vergadering te laten doorgaan.
Men zegt, dat tegen de lakse raadsleden door de
politieke tegenstanders uit een en ander munt zal wor
den geslagen.
UIT NOORDSCHARWOUDE.
Nauwelijks had de klok half negen geslagen, of met
klokgelui en fanfares werd de feestdag ter etre van
het ingebruik nemen der lijn station—dorp ingeluid.
Bij het beireden van den toegangsweg trof ons reeds
bij liet pasoteren der eerepooit het portret van wijlen
den heer C. Kroon Mz., vroeger Burgemeester van
Noorscharv oude, de man, die verscheidene jaren gele
den teeds den eersten stoot gaf om te komen tot het
geen waarvoor nu feest gevierd wordt.
De eerepoort was opgetrokken met alle producten,
die in dezen tijd kunnen worden aangevoerd. Een en
ander, smaakvol gerangschikt, maakte een zeer aar
dig effect.
Op de toegangsbrug naar het veilingsgefcouw waren
de verschillende commissies en genoodigden opgesteld
van waaruit de heer Brugman als voorzitter van de
feestcommissie het woord voerde, en ongeveer als volgt
sprak
Dames en Heer en
„Wanneer u 't hart tct spreken dringt,
zoo spreek
heeft onze „De Genestet" geezd, en wie me kent in
het vereenigingsleven, zal begrijpen, dat het me op dit
oogenblik goed is, iets te mogen zeggen, een oogen
blik te mogen spreken tot een brtede schaar van be
langstellenden, bij wien, evenals bij me zelf thans een
feestelijke stemming voorzit, door wien deze le Sep
tember wordt beschouwd als mi schitterend succes op
hun streven en werken voor een thans bereikt ideaal.
Ja Bondsvlag het was me aangenaam op deez'
dag u te mogen hijschen; waai uit en toon der wereld
de vreugde van deze schoone omgeving met z'n nijve
re bevolking, die broodnoodig had de spoorlijn, welke
gereed voor ons ligt, noodig voor meerdere welvaart,
een bevolking, die noodig had pok een markt als de
onze, waar tuinbouwer en handelaar elkaar kunnen
vinden voor een gezonden handel, bij een goed willen
van beide zijden.
Ja thans zoo heerlijk klinkende klokketonen,
galmt over onze huizen en hoven, over onze vaarten en
akkers, en roept het toe den volke: „Ik nood u tot
feestbetoon
Waar ons een huivering nog bevangt bij de herinne
ring aan uw zoo diep weemoedig geklep op 31 Juli
van 1914, aan uw luid en lang gebeier, ons in de ooren
klinkend toen, als een „ach en wee" geroep ook over
eigen huis en hof, aan uw metaalklank, ons als liet
ware toe donderde: „Sta af uw zonen, uw broeders,
uw verloofden, uw mannen, uw vaders", waar we ons
herinneren hoe d a t klokgebrom ons gemoed in op
stand bracht tegen dat ontzettend wereldgebeuren,
daar zijn thans uw tonen voor ons heerlijk schoone
muziek; want trots alle wereldellende, trots alle we
reldsmart, is er voor ons thans reden te over tot vreug
debetoon. Is daar niet tot stand gekomen, na veel strij-
dens, na veel werkens, na velerlei teleurstelling, een
heerlijk werk des vredes. dank zij eendrachtige samen
werking van zeer, velen? Moge het zijn tot welvaart,
tot vooruitgang in deze omgeving! Wanneer we, feest-
genooten, bedenken, dat reeds langer dan 30 jaar voor
dit doel is gearbeid en gestreden, mogen we ons
dan niet ten zeerste verheugen over het feit. dat een
schoon ideaal werkelijkheid is geworden?!
Is het wonder, dat daar is gekomen uit den boezem
der bevolking een spontane uiting, welke riep en drong
om feestviering! O, ik weet het, daar zijn er en
wellicht zelfs in ons midden - die de tijden voor
feestviering ten eenenmale ongeschikt vinden, die feest
betoon op dit oogenblik ais 't ware uit den booze ach
ten. Ten deele sta ik aan hunne zijde en geheel zou ik
naast hen staan, wanneer ik in me om moest dragen de
wetenschap dat het wereldlijden ons koud had gela
ten. Maar heeft Nederland niet reeds veel, zeer veel
gedaan tot leniging van het smartelijk lijden onzer me
de-wereldburgers. En wordt niet aan ons feest een
zekere wijding gegeven door een daad van piëteit,
wanneer daar de eerste waggons in stemmig kleed zul
len vertrekken met een feestgave voor onze oostelijke
en westelijke naburen?
En is onze feestviering niet ook een uiting van
warme dankbaarheid aan dien stoeren werker temid
den uwer vaderen, wien we mogen noemen en eeren
als de grondlegger dezer spoorlijn. Wederom, geeft
het geen wijding aan ons feest, waar uw comité zich,
vóór alle festiviteit naar den dooden akker begaf he
denmorgen, om namens een dankbaar nageslacht, na
mens u dus een lauwerkrans te leggen op den deksteen
van het graf waarin rust het stoffelijk overschot van
hem, wiens levensideaal door ons werd uitgewerkt,
door ons mocht worden bereikt.
En dan mag er niet honderd-, ja duizendvoudi
ge vreugde zijn over het feest, dat ons landje is ge
spaard gebleven voor het geweld des orlogs, zoodat
ons spoorlijntje toch is kunnen komen. O. ik zou het
bij deze gelegenheid reeds willen vragen: Laat wappe
ren alom uw driekleur, laat beieren alom uw klokken,
maar dan als uiting van diepgevoelde vreugde, wan
neer de dag mag aan breken, waarop ge moogt weder-
keeren naar de hunnenuw zonen, uw broeders, uw
verloofden, uw mannen, uw vaders, zonder dat ze de
wapen» hebben moeten keeren tegen hunne mede we
reldburgers! En ook dit wil ik vragen nog: is geen
feestelijke stemming, en uiting daarvan ook, geoor
loofd, waar we met rechtmatigen trots, maar met groo
te dankbaarheid tevens, mogen zeggenons Landsbe
stuur heeft tot heden kunnen handhaven onze neutra
liteit, het heeft kunnen voorkomen de totale ontwrich
ting der eeonomischen samenleving, zoodat we met
groote dankbaarheid mogen aanvaarden het feit, dat
op deze stand feestviering mogelijk is. En, daarom,
Dames en Heeren, laat ons feestvieren van ganscher
hart, dat ons feest worde wat er in de korte spanne
tijds van voorbereiding van te maken is, laat het wor
den een onvergetelijke dag voor ons allen, in dien zin
dan, dat we er met waar genot op kunnen terug zien,
elk voor zich met het bewustzijn in zich. dat zijnerzijds
niets is gedaan tot vermindering der feestvreugde,
doch alles, wat in zijn vermogen was, haar te ver'noo-
gen!
Dames en Heeren, zal ik me thans als met arends-
blilcken zetten aan het sorteeren van hoog- en minder
hoogstaanden onder U, om als voorzitter van het
Feestcomité een orficicel welkom toeroepen, eerst aan
dien en dan aan dien enz? Me dunkt ge verlangt het
van mij niet. Laat ik U thans welkom Tiet-ten allen en
allen als mede feestgenooten, laat ik u allen brengen
den meest hartelijken feestgroet van het Comité, door
u met de uitwerking der feeatplannen belast.
Ik wensch u toe een schoonen feestdag
Mede Comité-leden en sub-comité's, u wenscht ik ge
luk, met het succes van onzen arbeid, waarvan, door de
zoo sympathieke en krachtige medewerking van zoove-
len, dit feest, laten we zeggen: ons spoorfeest, het re
sultaat mocht wezen.
Als Noordeimaiktbonds-voorzitter dank ik rn'n me
de comité-leden voor de eer tien Bond bewezendoor
zijn terrein te bestemmen tot de piaats, waar de eer
ste feestklanken tot uiting zouden konten.
Dames tn Heeren, een ver uitgebreid feest-program
wacht op atwerking, ik zou een slecht voorbeeld geven,
indien ik van den beschikbaren tijd een te groot deel
opeischte ler opening van t spoorfeest. Trouweus, we
zullen elkaar vandaag meermalen ontmoeten en in ver
schillende feestlokalen elkaai kunnen toespreken en --
daarom, Kleine Kapel van Noord-Scharwoude, laat
weerklinken thans uw fanfares, meng uw tonen met
die der feestklokken, opdat van nabij en van verre men
moge wetenHet spoorfeest is met deze vreugdeklanken
geopend!
Hierna zong men gezamenlijk het bondsvlaggeniied
en nam de firma Regter en de Jong enkele cinemato
grafische opnamen, vervolgens betraden allen het vei-
liagsgebouw en nam dev eiling een aanvang.
De Burgemeester van Noordscharwoude, eere-voor-
zitter van het feest-comité sprak een klein woord en zei
met veel blijdschap liet bewijs van groote erkentelijk
heid te hebben aanvaarriit Spreker hoopte dat deze
feestdag hij ieder vreugde mocht verwekken en sprak
een wensch uit, daun aikt en spoor een zegen mogen
zijn voor Noordscharwoude
De heer W. Bakker reikte namens de koopliedenver-
eeniging een geschenk over aan den voorzitter van den
N. M. B. De heer Brugman aanvaardde dit dank
baar en zei o.a. dat hij, wat hij ook mocht verwachten,
niet van deze zijde ditb lijk van waardeering had ver
wacht.
Spr. wees er op, in hoofdzaak te zijn aangewezen om
de belangen der landbouweis te behartigen, Spr. vtr-
laarde dat men er echter van verzekerd kon zijn, dat
hij niet zal nalaten de belangen van beiden zooveel het
kan te laten samengaan.
Hierna kwam het eerste vaartuig voor de klok Aan
dit vaartuig; (van J. Weel te Oudkarspel) was een
prachtige symbolische versiering aangebracht, n 13
teekeningeu waarvan no. 1 voorstelde het oude veiling-
ebouw aan het Gortersdiepje; no. 2, het veilingge-
ouw aan de Laansloot en net 3e het nieuwe veiling
gebouw aan de Wuivers'.oot.
Daar boven was de volgende spreuk aangebracht
Met vasten wil en stoeren hand, brengt men door
eenheid veel tot stand.
Een en ander was vervaardigd door den heer C.
Kok, schilder te Oudkarspel. Het vaartuig bevatte 330
stuks witte kool die den prijs van 16.70 per 100
opbracht. Vervolgens kwam een vaartuig ter veiling,
dat de volgende prijzen maakte: gelekool a 12,20,
roode a 12.40, bloemkool a 17,30, reuzen a ƒ13,30
enz.
UIT EGMOND AAN ZEE,
Alhier is aangespoeld het lijk van een ongeveer
20-jarigen jongeman, in blauw en wit badcostuum,
zonder andere kenteekenen dan trouw- en zegelring.
KORTE BERICHTEN.
In een woning aan de Assendelftstraat te 's Ilage
werden de huisgenooten onwel na het eten van be
dorven vleesch. Met een 11-jarig meisje wat dit in die
mate het geval, dat voor haar de gemeentelijke genees
kundige dienst werd geroepen om hulp te verleenen.
Gistermorgen is tusschen Amersfoort en Apel
doorn iemand in een vlaag van waanzin uit een in vol
len vaart zijnden trein gesprongen. Zijn toestand is
ernstig.
Te Ambt-Hardenberg zijn 3 Russische korporaals
aangekomen, die 8 maanden in Duitsdie krijgsgevan
genschap waren geweest. Gedurende hunne driedaag-
sche vlucht hadden ze zich met rauwe aardappelen ge
voed.
Te Dinxperlo zijn 2 Belgen en een Hollander
aangekomen die uil Duitsche krijgsgevangenschap wa
ren ontvlucht. De Hollander heeft hier echter nog 6
maanden tegoed, zoodat de vrijheid voor hem van kor
ten duur is.
De paardenuitvoer neemt een enormen omvang
aan. Te Tiel vertrokken gistermorgen 40 wagons met
paarden naar Duitschland. Een handelaar kocht in die
streken 860 stuks paarden op.
Door den bliksem is gisteren nabij het kamp van
Oldebroek een Belgisch geïnterneerd militair getroffen
en gedood
Te Maassluis is gisteravond binnengekomen de
sleepboot „Poolzee", die bij het Galloopervuurschip
een reddingboot zonder naam heeft opgevischt.
Voer den commissaris van politie te Bergen op
Zoom is geleid een te den Helder gearresteerden man,
die verschillende Belgen voor aanzienlijke sommen
had opgelicht.
Te Zwartsluis is iemand door een 11-tal jongelui
danig mishandeld. Hem werd een messnee van 17 cen
timeter over het gezicht toegebracht, waardoor hij
verbazend vee! bloed verloor en per brancard naar
zijn woning moest worden vervoerd.
Bij een vechtpartij te Amsterdam werd Maandag
avond een der vechtenden den neus afgesneden. De
man is in het Binnengasthuis ter verpleging opgeno
men.
Te Rotterdam is een 7iarig jongetje door een sle
perswagen overreden. Het voor- en achterwiel gingen
het kind over het hoofd, waardoor het onmiddellijk
dood was.
Hedenmorgen is te IJmuiden een commies bij de
H. IJ. S. M de heer Breet, door een rangeerenden
trein overreden en gedood.
Tusschen Koewacht en Clinge is het verkoolde
lijk van een man aan de draadversperring gevonden.
Men vermoedt dat het een smokkelaar was, daar er een
paar zakjes met meel bij lagen.
STADNIEUWS.
VOORDRACHTEN-SCHOOLHOOFD.
Op de voordracht ter benoeming van een hoofd der
le gemeenteschool zijn geplaatst:
1. J. A. Zwarteveen, eerste onderwijzer aan de 4de
Gemeenteschool te Alkmaar.
2. R. J. Klaren, hoofd der school te Aalsmeer.
3. D. de Vries, hoofd der school te Midwoud.
Voor die aan de 4e gemeenteschool:
1. G. Hellinga, hoofd der school te Enkhuizen.
2. J. Tolsma, hoofd der school te Franekeradeel.
3. A. H. Bijleveld, eerste onderwijzer aan de Burger
school te Alkmaar.
EEN JUBILEUM.
De heer J. Beun, onderwijzer aan de Burgerschool
alhier, vierde heden zijn veertigjarig jubileum.
Ofschoon de jubilaris zijn verlangen had te ken
nen gegeven, om er geen olficieelen feestdag van
te maken, ging deze dag toch niet onojsgemerkt
voorbij.
Onder den morgenschooltijd ontving hij een waar-
deerend schrijven van Burgemeester en Wethouders,
waarin het college hem gelukwenschte, terwijl de
Burgemeester en de arrondissements-schoolopziener,
de heer Dr. A. R. van Hattum, hem persoonlijk
kwamen complimenteeren.
Na twaalven u/erd de heer Beun door het Hoofd
der school en de overige collega's ontvangen in het
spreeklekaal, waar de heer F.J Aukes hem toesprak.
Spreker zeide, dat men geëerbiedigd had het ver
langen van den jubilaris om dit feest op de meest
eenvoudige -wijze te vieren, doch dat het zeer na
tuurlijk was, dat de onderwijzers en onderwijzeressen,
waarvan er valen reed» zoo langen tijd met hem aan
dezelfde school hadden »amengewerkt, gemeend had
den, dat deze dag niet geheel onopgemerkt mocht
voorbijgaan.
Veertig jaren, twee derden van een menschenleef
tijd, aei spr., hebt ge aan deze school medegewerkt
om van kinderen menschen te maken van wie ver
wacht kan worden, dat ze berekend zullen zijn voor
hunne taak in de maatschappij. Ge hebt dat gedaan,
ofschoon voor u het pad niet altijd over rozen ging,
met voorbeeldigen ijver en toewijding. Ge hebt u
geheel aan uw werk gegeven en dat is zeker wel
de mooiste getuigenis, die een onderwijzer kan ge
geven worden.
Met Uw collega's hebt ge steeds aangenaam kun
nen samenwerken.
Van harte hopen we, dat dat zoo mag blijven ui
de jaren, die ge nog als onderwijzer aan deze school
zult doorbrengen.
Dii meenden wij U als collega's op dezen dag
te moeten zeggen, maar bovendien wilden wij ook
door U een stoffelijk blijk van onze waardeering
aan te bieden U deze dag maken tot een waaraan
gij de aangenaamste herinnering moogt behouden.
De jubilaris werd daarop een gemakkelijke stoel
en een porterhanteau, benevens een bloemstuk aan
geboden.
De heer Beun dankte daarop voor de woorden
van waardeering tot hem gesproken en voor het
aandenken, dat hij had mogen ontvangen, de verze
kering gevende, dat hij het op hoogen prijs stelde.
De dag werd door den jubilaris verder in den
huiselijken kring gevierd, waar des middags o.a. nog
het Bestuur van de afdeeling Alkmaar van den Bond
van Nederlandsebe onderwijzers hem kwam geiuk-
wenschen.
DROEVIG ONGEVAL.
Maandag heeft aan het strand ter hoogte van het
Badpaviljoen te den Helder een droevig ongeluk plaats
gehad Daar aan het zwemmen zijnde, verdween de op
Zeefront thuis behcorendc sergeant der artillerie, d"
21 jarige heer W. Peereboom, van hier, een bekend