DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. No, 219 Honderd en zeventiende Jaargang. 1915 AbonneuMtsprijs per 3 maanden f1— ,fr. p. post (1.25. AMentiepriis 10 ct. p. regel, groote letters naar plaatsruimte. Brieven fr. N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v.h. HERIÜls. COSTER ZOON, Voordam C9. Telefoonnr. 3. ZATERDAG 18 SEPTEMBER Reisbrieven. (Nadruk verboden). MADRID—BARCELONA. Spanje is een prachtig land, zeer typisch en vol over blijfselen uit een grootsch verleden. Bovendien heeft 't een machtige toekomst en zal mettertijd zich weer ge heel herstellen. Het verlies zijner koloniën,-dat als een ramp voor het land werd beschouwd is juist een zegen geweest, daar de wingewesten door een kleine groep zeer rijke Madrileenen als roofbouwgebied werden ge bruikt en het gouvernement meer aan Ultra mar (over de zee gelegen) gebieden dacht, dan aan het welzijn van z'n eigen inwoners. Nu, bijna 20 jaar na den Spaansch Amerikaanschen oorlog is het gouvernement, nog zeer laksch, maar overal in het land is een machti ge strooming naar beter onderwijs merkbaar. De ad ministratie is echter zeer bureukratisch en werkt zoo goed ais niet De postdienst is bijna nog middel- eeuwsch en het spoorwegwezen zeer slecht. De Py- reneën hebben wel een zeer scherpe grenslijn getrok ken, en iederen keer dat ik in Madrid iets opmerkte dat verschilde van onze toestanden, kreeg ik steeds ten antwoord: „Ja, maar dit of dat is toch wel Euro- peesch". Waaruit ik moest opmaken dat de zegsman de Peninsula als niet tot Europa behoorend beschouwde. Vooral Madrid is zuiver Spaansch. Het feit dat de hoofdstad des lands zeer afgelegen ligt, naar alle kan ten 20 uur sporens naar de naaste haven, maakt een druk verkeer met het buitenland onmogelijk en heeft den inwoners hunne origineele gewoonten en kleeder drachten ondanks stoom en electriciteit doen behouden. Barcelona is echter geheel het type van een havenstad en de gewoonten hebben zich geheel aan die van het overige ..beschaafde" Europa aangepast. Bijvoorbeeld in Madrid gaat geen jong meisje uit zonder chaperone, terwijl in Barcelona de jonge dames wel degelijk alleen uitgaan. In Madrid zie je 's avonds, vooral in de oude buurten waar het plaveisel slecht, en het avondlicht schaarsch is, de bekende Spaansche tafe reeltjes waarbij het meisje over het balconhek leunt en haar „minnaar" beneden z'n guitaar bespeelt. In Barce lona gaat alles als in Parijs of London met deze uit zondering, dat je in de gemeenste café's ook in Madrid bijna nooit iemand met wijn of bier voor zich ziet zit ten. Het zijn hier allen koffiedrinkers en dronken lui zie je nooit. Bovendien heb ik gedurende'mijn kort verblijf in Spanje me verwonderd over de beleefdheid, die iedereen, tot den minsten werkman toe hier in acht neemt. Daarbij zijn ze echter zeer enthousiastisch en vooral 's avonds in de theaters, waar prachtig gedanst wordt is hei soms een gefluit en lawaai van belang. Maar laat ik eerst maar eens wat van Madrid vertellen. Het klimaat is er zeer gevaarlijk, de dagen heet en de nachten koud, zoodat ik de eerste twee dagen een geduchte Spaansche verkoudheid opliep. De stad ligt op de hoogvlakte vanNieuw-Castilië 2000 voet boven den zeespiegel en ofschoon de Sierrh de Guadarrama den noordenwind tegenhoudt is het klimaat er vooral nu tamelijk koud. Er zijn prachtige gebouwen, waar van vooral het koninklijk paleis, dat aan dein westkant op den steilen oever der Manzanares gebouwd is, de bank van Spanje, de Spaansch Amerikaansche bank, het nationale museum en het Prado museum uitmun ten door sierlijkheid en statigen aanblik. De kerken zijn allen verbouwde Moorsche Moskeën, daar Madrid vroeger tot het einde der 15e eeuw in het Kalifaaat van Toledo lag, van binnen zijn ze vol pracht en praal en op de stoep liggen menschen zonder armen of beenen of met afzichtelijken huiduitslag te bedelen. Het bede len is in Madrid gewoon bar, en van zuigelingen tot grijsaards schijnen er in bedreven te zijn. Toen ik er den Zondagmorgen aankwam, ben ik eerst in een heet bad gesprongen en direct er weer uit, omdat ik een niet nader aan te duiden lichaamsdeel bij na verbrandde Dat gelooft u zeker niet! Daarna heb ik het laten afkoelen, het bad bedoel ik, en na een mi nuut of 5 de Spaansche stoflaag van m'n huid te heb ben laten ontdooien ben ik tot 's middags 1 uur onder de wol gekropén. Tofcn ik buiten kwam zag ik de in zilver- en goud borduursel rijk gekleede toreadors op hun rit door de stad naar de arena rijden, daar er dien middag weer eens wat stieren doodgevochten zouden worden. De menschen op straat juichten als bij een feest en de mooie meisjes van Madrid, zuiver prachtige Spaan sche typen, strooiden bloemen in de wagens van de stierenvechters, die in hunne vroegmiddeleeuwsche Spaansche kleeding veel plezier schenen te hebben. Hoe mooi de dames van Madrid zijn, kan men zich niet voorstellen. Sommigen hebben oogen waarin je we! altijd zou willen kijken, als ze maar altijd wil den blijven staan, maar ik geloof, dat ze in Madrid zeer zedig zijn. Óver zedelijkheid gesproken: in de varieté's worden de voorstellingen 2 maal ge geven en de laatste séance begint om 12 uur in den nacht. Vroeger werd het op straat, vooral na uitgang der ihéaters, die van 711 uur geopend waren, zeer „be drijvig". Dat vond omstreeks 1880 een minister zoo verschrikkelijk, dat hij in een vlaag van zedelijkheid het beginuur der théaters op half twaalf in den avond vast stelde. Neen, ik vergis me! hij verbood de meisjes om 's nachts voor 1 uur op straat te komen! Dat was wat! Maar de Madrileenen vonden er wel wat op. „Dan be ginnen we later uit het théater te komen", zeiden ze, en lieten de voornaamste voorstelling om twaalf uur aanvangen. De variété's geven niet anders dan dansen en zin gen, en het is gewoon schitterend, het dansen der Spaansche sterren te zien. Bovendien is het théater zeer goedkoop en gaan alle werklui voor 10 centimes 's avonds naar het dansen zien. De gebouwen zijn alle zeer oud', maar de kunst is er prachtig. In het goed koopste théater zette de danseres de heele zaal in vuur. Die théaters zijn meestal 't eigendom der primadonna's en als zoo'n ster verschijnt, is er aan het gejuich en ge roep geen einde. Den eersten avond zagen we de be roemdste danseres van Madrid, La ArgentinitaL Evenals bijna alle danseressen komt ze uit Andalu- sië en het is werkelijk overbluffend hoe zoo'n meisje met haar prachtig gebouwd en lenig lichaam de heele zaal als in vuur en vlam komt zetten. Maar alles wordt er ook op gezet! De muziek begint plotseling een vu rige Spaansche dans en als de lampen uitgaan en al leen het tooneel hel verlicht bhjtt, begint achter de schennen het opwindende roffelen der castagnetten. Dan plotseling, in houding en gang als de prachtige paarden uit Andalusië, springt de danseres naar vo ren en terwijl de muziek langzaam verder gaat, begint zij voor het voetlicht haar lichaam in lenige buigingen en sierlijke armbewegingen te wenden. De kleeding be staat meestal uit een scharlakenroode met zwart afge zette wijde japon, die prachtig past bij de ivoorkleuri ge teint en groote fonkelende oogen. In het gitzwarte haar steekt een hooge kam, waarover de doorzichtige kanten mantille tot op de schouders afhangt. Dan heeft ze den typisch Spaanschen slingerdoek waarin hel rood, zwart, groen en oranje de hoofdkleuren zijn, over den linkerarm en den rechter gebogen boven het hoofd. Dat stilstaande bewegen duurt een maat of tien. Dan vangen de castagnetten, (in iedere hand heeft ze 'n paar) op de maat der muziek, aan, den dansgang vast te stellen en bijna onmerkbaar gaat het langzame be wegen over in een razend snel tempo. Het lenige lichaam zweeft op de prachtige teenen, en als de dan seres de castagnetten een oogenblik laat rusten, en met den hak de maat gaat roffelen, is het precies alsof een vurig jong paard in razenden galop over het tooneel draaft. Ik heb een danseres „de vuurvlinder" ge naamd, hare schoenhakken er af zien stampen, IV^aar prachtig is het, en hoe razender en opwindender de bewegingen zijn, des te meer stijgt de opwinding in de zaal. Soms is het publiek doodstil, en hoort men bo ven de muziek niet anders dan den razenden cadans der castagnetten of het roffelen der schoenen op de planken, totdat de danseres met een geweldigen ruk in één oogenblik haar lichaam hoog opricht en met het hoofd in den nek uit den woesten dans plotseling onbewegelijk blijft staan. Dan komt aan het applaus geen einde en iederen keer wordt ze teruggeroepen. Is de danseres uitgerust, dan wordt er net zoolang ge- applaudiseerd, gefloten en gebruld tot ze weer komt dansen. Ze verschijnt dan zonder doek en mantille en nu gaat het nog wilder en woester dan te voren, van zacht wiegend met een sprong overgaand in een gie renden maatgang, dat het je soms gaat duizelen en je een oogenblik gaat wenschen dat het ophield. Is de eerste danseres vermoeid en komt de tweede, dan denk je, dat het gaat vervelen, maar dezelfde wals vangt nu met een variatie aan en met denzelfden trotschen gang en houding die doet herinneren aan de fijne pooten en slanken nek der Arabische en Andalusische paarden, komt de kleine lenige vrouw de heele zaal weer in fei len brand zetten. Zóó vergeten de menschen zich, dat soms hoeden en petten na afloop op het tooneel vlie gen en de werpers het als een eer beschouwen, als de danseres hun de hoofddeksels weer toewerpt. Maar laat ik mijn beschrijving van Madrid voortzet ten. In de nieuwe wijken zijn de straten tamelijk goed ge plaveid en zijn de huizen voorzien van centrale ver warming, waterleiding etc. De oude huizen zijn zeer ongezond. Overal steenen vloeren en geen kachels, 's Winters trekt men de jas niet uit en als het eens heel koud is, worden er onder de tafel wat gloeiende kolen in een stoof gezét. Overigens moet je zelf maar zien warm te worden. Ik hoorde dat het aantal huwe lijken in Spanje 's winters veel grooter is dan zomers Of het waar is weet ik niet, echter lijkt het me een du re zuinigheid om ter besparing van een kachel te gaan trouwen, maar omdat ik niet getrouwd ben, zal ik weer niet goed oordeelen. Wat de huizen betreft, een groote hal geeft toegang tot den trap In de hal staat het hokje van de Porteria, die je voor 10 of 20 centimes de geheele familieverhou ding van de vele bewoners gaat vertellen, en voor het zelfde bedrag de door haar bewaakte personen, zweert nooit iets los te zullen laten. Natuurlijk wonen er veel families in één huis. Voor al de oude stad is zeer interessant. Vele kleine groezige pleintjes, waar een paar gitaarspelers een kring van toehoorders om zich vormen en mooie liedjes zingen Of een oude fontein, waarvan de tuit nog een Moor- schen leeuwenkop vormt, en waartegen een paar bede laars in de zon zitten te dommelen. De huizen hebben in de benedenverdieping alle win kels die een paar meter naar binnen zijn gebouwd ter wijl de vooruitspringende bovenbouw op pijlers rust, die nog dikwijls den moorschen stijl verraden. Zoo wordt er dus een zuilengang gevormd, die het best kan worden vergeleken bij die van het Tweede Kamer gebouw op het Binnenhof. In dien gang staat aller lei koopwaar uitgestald, hangen veelkleurige stoffen en prijzen de handelaren luid hunne waren aan. Nog is er een eigenaardigheid die me is opgevallen. In de theaters worden veel mooie liedjes met guitaar- begeleiding gezongen. En steeds valt het publiek in met zingen in een zeer kort refrein, dat vooral in de oud- spaansche liedjes niet meer dan een paar accoorden lang is, en waarvan het meezingen der toehoorders veel overeenstemming vertoont met dat van de toehoor ders in een Synagoge. Het Koninklijk paleis staat zooals reeds gezegd op den steilen linkeroever der snelstroomende oranjekleu rige ondiepe Manzanares, een bijrivier van de Traag, en is een der machtigste paleizen van Europa. Vanaf het terras heeft men een prachtig uitzicht over de hoog vlakte, in het noorden begrensd door de zware bergke tens der Sierra Guarderana en Las Paramroas, zich naar het zuiden verliezend in de blauwende golflijn der groenbruine heuvels waarop enkele slanke donkergroe ne cypressen eenzaam tegen den zuidelijk blauwen he mel afsteken. Het paleis is reeds eeuwen oud, en ten einde naar beneden vallen te voorkomen heeft men de 36 tweemaal levensgroote standbeelden van het dak genomen en ze in een cirkel vóór den zij ingang ge plaatst. Daar staan nu de marmeren afbeeldingen der vroegere koningen van Asturië, Castilië, Lon, Navarra en Arragon, Isabella en Ferdinand de beroemdste fi guren uit de Spaansche geschiedenis met hunne ge zichten (waarvan zeer oneerbiedig de neuzen door straatjongens zijn afgeslagen) naar het paleis gekeerd. De geel en blauw gekleede huzaren van de lijfwacht op hunne prachtige gitzwarte paarden rijden er den ganschen dag rond als om de laatste overblijfselen van Spanjes macht en grootheid voor verdere schending te behoeden. Er vlak bij is het maritiem museum, waarin uit het grijs verleden overblijfselen bijeengegaard zijn, van wat de scheepvaart Spanje aan macht en aanzien heeft geschonken. De steven en kiel van de schepen waarmee Columbus naar Amerika zeilde, de eerste geschenken die hij in 1492 van de Bahama eilanden mee naar Spanje bracht en honderden, neen duizenden dingen meer, die er op wijzen, dat vóórdat Holland den bezem in den mast had, en Engeland het trotsche „Brittannia rules the waves" deed hooren er in Spanje een volk woonde, dat indertijd aan ondernemingsgeest en durf niet voor z'n overwinnaars behoefde onder te doen. Een ander schitterend overblijfsel uit Spanjes gou den tijd zijn de kunstschatten in het wereldberoemde museum del Prado op het Prado in Madrid. Ik kon natuurlijk niet alles zien, daar ik slechts een paar uur er kon vertoeven. Boven ben ik niet geweest en heb om in den indrukkenchaos niet om te komen, al leen dfe zaaltjes van Velasquez, Murillo en Fransisco de Goya Greco bezocht. In de geheele inrichting van het Prado is me vooral dit opgevallen dat de beschik bare ruimte op geen stukken na toereikend is voor de aanwezige kunstgewrochten. Van Dijk bijvoorbeeld is in enorme hoeveelheid aanwezig, maar ik wordt direct doodop als ik de schilderijen zoo dicht naast elkaar zie hangen. Eenige „kunst tot rangschikken" zooals ik die in de musea van London, Amsterdam, Parijs of Ko penhagen heb gezien is in het Prado niet te vinden„en zelfs de prachtstukken van Velasquez hangen naar mijn bescheiden oordeel te dicht op elkaar. Hetgeen niet wegneemt, dat zelfs onkundige schilderijen-beoor deelaars, zooals krabbelaar dezes, getroffen worden door de levende uitdrukking van diens werken. Om bij Velasquez te blijven, is de overgave van Breda vooral daarom m.i. zoo mooi, omdat ik op geen doek het blauw der Hollandsche lucht zoo zuiver heb zien weergege ven. Murillo's mannenkoppen doen aan Rembrandt denken, en ik mag niet van Velasquez wegloopen voor nog zijn beroemde schilderijen van Philips IV te ver melden. Van Dijk heeft er z'n Vlaamsche vrouwenfiguren bij hoopen en Rembrandt met Jan Steen en andere Hol landers zijn niet vergeten. Ik had echter in Londen zooveel schilderijen gezien en Watteau benijd, (omdat die prachtige modellen moet hebben gehad), dat ik maar de prachtige trap afliep en de Alcalla, een breede boulevard afwandelde, totdat ik weer voor een mu seum bleef staan, het nationaal historische, met de bi bliotheek waarvoor Cervantes Saavedra's marmeren standbeeld Don Quixote en Sancho Pancha in herin nering bracht. Den volgenden morgen om negen uur begon de 16-urige spoorreis naar Barcelona over een afstand van 7U0 kilometer door een prachtig grootsch land schap met verheven ernstige lijnen, waarop de' sporen van eeuwenoude beschaving zelfs door een opzettelijke woeste vernielzucht niet zijn uitgewischt. De spoorweg die Madrid met de voornaamste haven van Spanje en het nijvere Catalonië verbindt, loopt met zeer veel kronkelingen over een moeilijk terrein, pl. m. 300 kilometer, in noordelijke richting tot Zara- gossa. Dan buigt hij naar het oosten om en volgt vlak langs den rivier het vruchtbare Ebro-dal tot Morba del Ebro, dat pl. m. 200 K.M. van Zaragossa verwij derd ligt. De rivier buigt hier om naar het zuiden en een spoorbrug brengt de lijn verder naar Reus, waar na de overige 200 K.M. tot Barcelona vlak langs de kust in noord-oostelijke richting worden afgelegd. De verbinding tusschen de hoofdstad en de havenstad wordt onderhouden door 4 treinen in beide richtingen, waarvan de 2 gewone pl. m. 30 uur werk hebben, en de andere zg. expresstreinen den afstand in 16 uren doorloopen. Eén van de sneltreinen vertrekt 's avonds 6 uur uit Madrid en arriveert den volgenden morgen 10 uur in Barcelona. Dit is, wat gemak betreft, de meest geschikte trein, daar het een z.g. corridor-trein is, bestaande uit 5 eerste-klasse slaapwagens en een eetwagen. Daar deze trein echter den geheelen weg bijna in duisternis aflegt, en ik het landschap niet gaarne wou verliezen, besloot ik den dagtrein te ne men, die 's morgens 9 uur van Madrid vertrekt en even na middernacht Barcelona bereikt. De wagens zijn nog niet door een z.g. harmonicagang met elkander verbonden, en voor het nemen der maaltijden moesten we steeds aan één der stations uit ons rijtuig naar den wagon-restaurant overstappen. Van de expresse snel heid moet men zich geen al te groote voorstelling ma ken. Ten eerste is het terrein zeer moeilijk en moet de trein soms uren en uren klimmen en ten tweede bestaat de spoorweg zooals overal in Spanje nog slechts uit een enkel spoor, zoodat we aan de kruispunten en wis selstations dikwijls zeer lang moesten wachten. De ex press-treinen in Spanje bestaan alleen maar uit le klas se wagens, met uitzondering van Madrid naar Irun, waar een 3e klasse aan de wagens wordt toegevoegd Het landschap waardoor we spoorden is zooals ik reeds zeide, zeer oud en'bergachtig en de stadjes aan welker stations we stopten, hebben allen nog het oude Moorsche aspect. Een verzameling lage witte huizen met kleine vensters en bruine daken, tegen de helling van een berg gebouwd tot aan den top, waarop, domi- neerend, de ruïnen van een oude Moorsche sterkte en de in cathedraal hervormde moskee. Het ging langs Guadalajara, Siguenga, Cetina Calatayud, La Almu- nua en tientallen andere kleine steden, die in de war me zon uit hun oude slaap schenen te ontwaken bij het passeeren van den trein, om bij z'n wegtrekken weer in te dommelen Het land is afwisselend in handen ge weest der Carthagers, Romeinen, West Gothen en Mooren, om ten leste over te gaan in het bezit der voorvaders van de tegenwoordige bewoners. Er is veel en bloedig gestreden en de machtige ruïnen der oude Moorsche sterkten getuigen nog van de groot heid en beschaving hunner bouwmeesters Daar waar de rotsgrond nog bedekt is door vruchtbare grond, liggen de oude akkers door de Mooren met hunne wel is waar primitieve doch voor dien tijd voldoende besproeiingswerken bebouwd, sinds eeuwen braak en getuigt nu en dan een vervallen put of waterrad van de grootere werkzaamheid der vroegere bewoners dan die der tegenwoordige. De trein klom, na de hoogvlakte te zijn afgedaald, weer spoedig langen tijd naar boven en al gauw zagen we de puntige, kegelvor mige bergen van Guadalajara hunne grijze toppen naar boven steken. Vele dier toppen lijken wel uitge doofde vulkanen en het feit dat ze met grijskleurige diepe groeven naar beneden afdalen, doet soms de ge dachte opkomen dat nog niet langen tijd geleden de aarde hier wel eens hoestte zooals nu nog bij de Ve suvius en de Etna het geval is. „Verv#l" dat is het wat hoofdzakelijk het geheele landschap ten toon spreidt. De stadjes en dorpen liggen als bedolven onder het stof, dat zich sinds eeuwen opstapelde en de ruïnen der kasteelen hebben door tijd en verwering de kleur aangenomen der bergen en Lijken soms ineenge groeid met den grond waarop ze gebouwd zijn. De bewoners leven er van schapen- en olijven-teelt, en de kleine olijfboomen met de mooie, donkergroene cypres sen zijn zoowat de eenige boomen die in dit landschap groeien. In de dalen staan aan den rivierkant nog ai eens populieren en de meeste huizen hebben in den tuin amandelboomen, die in dezen tijd prachtige bloe sems toonden. Dan zag ik nog boomen met vuurroode en oranje bloesems, waarvan ik den naam niet weet De kleur der bergen veranderde dikwijls. Soms waren ke bruin, soms grijs, dan weer bruinrood. Daar de lucht in Spanje zeer ijl is, komen de kleuren er veel scherper uit dan bij ons. Als de zon schijnt kan ik het blauw van den hemel bijna niet aan m'n oogen verdra gen en de helkleurige lenden- of hoofddoeken der be- woneis geven met de mooie tinten van het landschap en eigenaardigen indruk. De bergbewoners, meestal herders, dragen een wollen doek om schouders en hals, naar beneden met franjes afhangend. Dit doet zeer veel denken aan de Arabische kleeding, vooral als ze de roode muts op hebben. Dan dragen de bewoners der dorpen hoofddoeken, geknoopt op de wijze der Oosterlingen (ik zag ze zoo bij de Javaansche koks op de Indische mailbooten in Amsterdam) en een vele malen om den middel geslagen breeden gordel die zwart, geel of rood van kleur zijn. Hierin stak vroeger een dolk, doch sinds lang vechten de lui niet meer, ofschoon in sommige Madrileensche drankhuizen de meisjes het mes nog in den knieband dragen. Dat is me verteld! Het ging uren lang dit door de zon beschenen land schap door de dalen der rivieren Henares en Jalon, waarvan de eerste een bijrivier is van de Taag en de tweede van de Ebro. Tusschen Siguenza en Arcos ligt de bergketen der Cumbra Ministra, die de waterschei- din vormt tusschen het stroomgebied der zooeven ge noemde riviertjes. Deze bergen zijn zeer scherp en rotsachtig, soms zeer hoog echter, alle smal, zoodat de tunnels zeer kort zijn. Het gaat hier met veel kronke lingen en hellingen en nu en dan vertoonden zich bij het verlaten van een tunnel, diepe schilderachtige da len aan onzen blik. Tegen een uur of vier begon het dal breeder te worden en ging de kleur van het rivier water van oranje in grijs over. De trein begon nu sneller te rijdeü en we daalden af naar de Ebrovlakte. Bij Riola verlieten we de rivier en gingen rechtsaf naar Zaragozza, dat een paar uur verder ligt. Het was een vlak bruin heideland, waardoor we spoorden, da soms aan de Veluwe deed denken, als de hooge bei gen aan weerskanten niet in het verschiet hadden ge biauwd. Zaragozza bereikten we om 5 uur en waxei nu op de helft. Dat mag vreemd lijken, daar we reeds 9 uur gespoord hadden en de afstand 15 'A uur, maar het volgende gedeelte is niet zoo bergachtig en de trein kan dus sneller rijden. Na een kwartiertje wadh- teris ging het weer verder, en nu konden we dikwijls de ondiepe Ebro zien, die in vele kronkelingen naar de Middellandsche Zee stroomt. Van Nieuw Castilië waren we nu in Aragon gekomen en het ging snel oostwaarts, lerwijl we door de vlakke Ebrolaagte stoomden ging de zon langzaam onder en werd de ver in het noorden liggende bergketen der Monepos door de stralen zachtrood gekleurd. Het werd spoedig don ker en.een heldere maan verlichtte het snel aan onze oogen voorbij glijdende landschap. Bij Caspe werden we voor het avondeten naar den restauratiewagen ge roepen en 's avonds 9 uur klommen we in Reus weer in onze coupé's. Nog 3 uur sporens scheidden ons van de hoofd stad van Catalonië en ofschoon de vlak aan onze voe ten kabbelende Middellandsche Zee prachtig donker blauw glinsterde, begon ik toch reeds naar het einde van dezen spoorrit te verlangen. Langzamerhand be gonnen de huizen en dorpen talrijker te worden. De woningen kregen een meer modern uitzicht, de vele fabrieken wezen op een groote bedrijvigheid en de aanblik van de gansche omgeving deed ons bemerken dat we in een fabrieksdistrict waren gekomen. Catalonië is met de Baskische provinciën het meest bedrijvige gedeelte van Spanje, en hier hebben de be woners hun ergste gebrek, de luiheid zoo goed als af geleerd Dat is het, wat Spanje zoo langzaam doet vooruit komen; Het zuidelijke klimaat maakt het leven gemakkelijk. Velen leven van een paar vruchten, toma ten of bananen en wat visch per dag, en trekken zich overigens van de heele wereld en haar staathuishoud kundige axiomas niets aan. Maar het zal wel niet lang meer duren of Spanje zal uit z'n middeleeuwschen slaap geheel moeten ont waken en een inspuiting van de meest sterke injectie zal het den gelijken tred moeten doen houden met het jagender tempo van het moderne leven. Om 12 uur toonde de hemel in het noorden een sterken lichtglans, de weerkaatsing der straatverlich ting ;n Barcelona. Nog een kwartiertje ging het tus schen hooge wallen snel verder, en toen kon ik geluk kig uitstappen. We waren nu in Barcelona, de grootste stad van Spanje met 800.000 inwoners, het centrum der Spaansche handel, scheepvaart en nijverheid. Barcelona is de hoofdstad van het district van dien naam en den zetel van den kapitein generaal van Ca talonië. Het laatste vormde vroeger een onafhankelijk rijk en volk, dat echter zijn taal en zeden van het ove rige Spanje verschillend heeft behouden. Het Catalaansch staat officieel naast de Spaansche taal en beide vindt men in de aanduiding van straten, pleinen en zoo voort. De bevolking is ook verschil lend van die van het overige-Spanje en vertoont in 't algemeen niet dat donkere type, hetwelk wij gewoon zijn met Spaansch aan te duiden. In den tijd dat landen om de Zuiderzee en Schelde nog als de Spaansche Nederlanden werden aan geduid had Catalonië een levendige verbinding met Hólland en nog Herinneren veel dingen in den ouden bouwstijl en taal aan het Nederlandsch. ALRMAARSCHE COURANT.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1915 | | pagina 9