Damrubriek.
uit de hand te koop,
Zfjt gij eyen gezond als deyronw
yan liet platteland
Hoe verhoogt de kaasmaker de
kans geregeld een best product
te bereiden
INOEZONDEN MEDEDEELINOEN.
Zij bewijst a, dat Vrouwen even gezond kunnen zijn
als mannen, als zij willen.
Indien vrouwen in het algemeen niet zoo sterk
zijn als mannen, is dit dan niet, omdat zij te lang
werken, zich te .veel zorgen maken en niet voldoende
ontspanning krijgen
In sommige streken op het platteland, waar de
vrouwen het werk buitenshuis der mannen doen en
losse kleeding dragen, zijn het beelden van gezondheid.
Een eenvoudige leefwijze verzekert gezonde nieren,
volkomen zuivering van het bloed en geen urlne-
zuur-kwalen. Urine-zuur in het bloed «als gevolg
van verzwakte nieren) veroorzaakt rugpijn, rheuma-
tische en zenuw-kwalen hoofdpijnduizeligheid,
moedeloosheidwaterstoornissen en gevaar voor
nlergruis, waterzucht en nierontsteking.
Als gij reden hebt om uw nieren te verdenken,
gebruik dan Foster's Rugpijn Nieren Pillen. Zij heb
ben duizende vrouwen geholpen.
Foster's Rugpijn Nieren Pillen hebben een ver
zachtende, versterkende en opwekkende werking op
zwakke nieren, en voeren deze zachtjes tot gezond
heid en werkzaamheid terug. Zij helpen haar om
het overvloedige urinezuur af te voeren evenals het
overtollige water bij waterzucht. Zij dienen alleen
voor nier- en blaaskwalen en werken niet op de in
gewanden.
Om beter te worden en te blijven is het aanbe
velenswaardig om iederen dag uw huiselijk werk
een poosje te laten liggen en een opwekkende wan
deling te maken. Drink water, eet eenvoudig voed
sel en slaap voldoende. Een betere gezondheid maakt
u een betere moeder of vrouw.
Te Alkmaar verkrijgb. bij de hh.
Nierop en Slothouber, Langestr. 83.
Toezending geschiedt fr. na optv,
v. postwissel a f 1.73 voer één. of
f 10.voor zes doezen. Eischt de
i echte Poster's RugpiinNieren Pillen,
'weigert elke doos, aie niet voorzien
is van nevenstaand handelsmerk.
Kraantje, kraantje lek lek lek,
Jenevertje, jenevertje,
Kraantje, kraantje, lek lek lek,
Jenevertje is mijn trek 1
En ik zeide: wel kastelein,
Wat benne je glaasjes klein 1
of:
of:
Kees, Kees, Kees, je heb er water bij gedaan,
Ik heb je met de flesch naar de pomp zien
gaanl
Men ziet, de volkszang stond toen in het teeken van
de jeneverflesch. Maar ook echtbreuk en ontucht werden
er in gehuldigd. De melodieën, meest ontleend aan
Fransche operettes, waren vaak wel aardig, maar de
woorden, die men er in Holland bij zong, allermisse-
lijkst. Gruwelijker wansmaak, dan in die staaltjes van
volkszang voor den dag kwam, is niet denkbaar. Ik
was toen nog jong, maar dacht toch weieensWat moet
een buitenlander wel van ons denken bij het aanhoo-
ren van zulk zingen Is het waar, dat een volk slechts
de liederen heeft, die het waard is, hoe moet dan over
di' Nederlanders dier dagen geoordeeld worden
Waren er dan geen betere liederen? Jawel, maar
zong men niet of te zeldzaam. Die schenen niet
er aan den volkssmaak te beantwoorden, alleen op
uiloften en dergelijke feesten placht men ook nog wel
i zingen van:
Toen ik op Neêrlands bergen stond,
Keek ik het zeegat in,
ofv
Colijn, een brave boerenzoon,
Het puikje van de dorpelingen
of:
Hoe vroolijk kan de boer niet leven,
maar heel veel anders ook al niet. Of nu ja: het
„Wien Neerlandsch bloed", maar dan verhaspeld en
verknoeid. Het Lieve liedje van:
Aan d' oever van een snelle vliet
Een treurend meisje zat,
vond men te treurig voor zulke gelegenheden. Van
sentimentceligheid moest men niets hebben. „Luchtig
op en treurt niet, een wijde broek die scheurt niet" was
de leuze.
Bij nationale feesten hoorde men het meest
Oranje boven, Oranje boven,
Leve Willem Drie!
Nieuwenhuis moet zakkies plakke,
Hi, ha ho
waarhij Z. M. Willem III zich, dunkt ine weieens naar
om het hart zal gevoeld hebben.
De vermindering van het drankmisbruik, de verbete
ring van het onderwijs, het schier allerwege ontstaan
van zang- en muziekgezelschappen en de opkomst van
het socialisme hebben langzamerhand eenige verbete
ring in den volkszang gebracht. Maar nog altijd ont
breekt er zeer veel aan. Het is op verre na niet wat
het wezen kon. De Nederlanders kunnen wel zingen.
Ze waren eenmaal beroemd om hun zang. De oude
Hollandsche liederen worden ook in het buitenland be
wonderd. De Duitsche Keizer is een enthousiast ver
eerder van ons „Wilhelmus" en mijn Duitsche zang-
leeraar noemde het het schoonste volkslied ter wereld.
Wat de oorzaak is van onze achterlijkheid in den
zang? Ik vermoed, de geslotenheid, het schuwe, wan
trouwen. de in ons karakter en het rustige van ons be
staan.
De jenever wordt wel eens spraakwater genoemd
een groot verschil tusschen beter en heelemaal goed,
niet waar? Vaarwel, en vergeet niet, mij te laten we-
,ten, wanneer ge naar Parijs gaat."
„O, gaat u naar Parijs?" zei mevrouw Fleming.
„Laat mijnheer Harpur zijn plicht niet verzuimen. Lr
zijn daar allerlei heerlijke slechte plekjes, die u zien
moet."
Toen de Marlows heengingen, brachten Vivien en
Harpur hen tot «het logement, waar zij hun ponywagen
gestald hadden. Mevrouw Fleming zei: „Ik wil nog
wat met juffrouw Eady praten," stak haar arm door
dien van Vivien en bleef met haar achter.
„U is in 't geheel niet wat ik verwachtte, zei me
vrouw Fleming „Uit hetgeen ik van mijnheer Harpur
boorde, dacht ik dat u een blauwkous zoudt zijn. Ik
hoop dat u Selwyn ik mag hem toch immers wel
Selwyn noemen, 't is zoo lastig zijn anderen naam te
onthouden wat menschelijker zult maken. Mijn ^ent-
genoot had de grootste bewondering voor hem. Maai
hij is natuurlijk, als alle knappe jonge menschen wat
scherp en eigenwijs. Och ziet u, bij mijn echtgenoot
thuis zag ik er alles van," voegde zij er bij, „en een
massa er van is nonsens. Mijn echtgenoot was een
groot geleerde, ik bedoel werkelijk groot, en u had hem
moeten hooren lachen ever sommige boeken en men
schen, waar de wereld kgen cp ziet. Ik vind t zoo n
grappig idee. dat een man en vrouw elkander met hun
verstand liefhebben. Het doet zoo denken, dat uoa
zijn werk niet goed doet Nu, als u eenmaal getrouwd
is, behoeft ge uw hooid niet meer met boeken te pijni
gen."
(Wordt vervolgd.)
men kon het ook zangwater noemen. In nuchteren
toestand geven we ons niet bloot, tenminste zoo weinig
mogelijk. Wij zijn erg bang uitgelachen te worden.
Gezelligheid zit er niet veel aan den doorsnee-Nder-
lander. Hij denkt stellig niet minder dan een Fransch-
man; zijn gedachten zijn misschien veel degelijker en
solieder dan die van den laatste, maar hij houdt ze
voor zich. Met een raar woord, dat echter ieder Hol
lander wel verstaat, noemt men dat achterkousigheid.
De taalvorschers mogen naar den oorsprong van dat
woord zoeken. Maar die achterkousigheid weerhoudt
den Hollander van zingen. Hij schijnt bang voor
half gek versleten te worden, als hij op zijn eentje eens
hartelijk ging zingen. Op zijn best neuriet of fluit hij
wat. Maar de borrel geeft hem moed tot praten en
ook zelfs tot zingen. Eén glas is daartoe niet vol
doende, maar heeft hij er twee of drie op, dan komt het
wel. Gaandeweg wordt hij dan drukker, bewegelij-
ker, spraakzamer en weldra ook zanglustig. Mooi is
zijn zang dan wel niet, maar hij zingt toch. Den vol
genden dag kan hij het zich niet meer verklaren, hoe
hij zoo aan het zingen is geraakt.
Ware ons leven niet zoo rustig, zoo gelijkmatig, als
het nu in den regel is, dan zou de Nederlander ook
zonder drankgebruik, wellicht wel wat meer zingen.
Zang is de taal van het hart of liever van het gevoel
Krachtige gevoelsaandoeningen vinden in het lied ui
ting. Maar bij ons toch lang niet zoo gereedelijk als
bij sommige andere volken De Spanjaard en de Itali
aan zingen al tuj opkomende verliefdheid; andere vol
ken zingen bij den oogst of uiten in hun zang bekom-
mernis over hun strijd om het bestaan. Van het laat
ste vindt men in Russische liederen voorbeelden te
over. In onze taal kan ik maar een liedje, dat aan
bestaanszorgen doet denken. Nog hoor ik het mijn va
der, die zoo hard moest werken, om zijn talrijk gezin
behoorlijk den kost te geven, met zijn zachte stem zin-
gen:
De lange dag is weer voorbij
In kommer en verdriet
Ik werk en zwoeg zooveel ik kan,
Maar blijf toch een behoeftig man
Mijn vlijt, ach, baat mij niet.
Dat was werkelijk een mooi liedje,, mooi van melodie
en mooi van woorden. Misschien is het wel ontstaan
in het jaar van de eerste aardappelenziekte of in een
anderen tijd van duurte en gebrek.
Zoo nu en dan gebeurde er in de laatste halve eeuw
weieens iets, dat toch ook wel wat zanglust gaf, daar
het hart er toe drong. Ik herinner alleen maar aan
het Kroningsfeest in 1898 en aan den Zuid-Afrikaan-
schen oorlog. Het Kroningslied werd algemeen ge
zongen evenals het Transvaalsche Volkslied. Het hart
drong toen tot zingen en men zong; jammer genoeg
beide genoemde liederen in den regel foutief in melodie
zoowel als in maat.
In vroeger eeuwen werd er in ons land Veel meer ge
zongen dan thans en wel, naar men mag aannemen,
zonder voorafgegane alkoholische prikkeling. Maar
men ondervond ook veel meer, het gevoel werd meer
geprikkeld. De 80-jarige oorlog en vervolgens de oor
logen met Engeland en Frankrijk, de stoute onderne
mingen ter zee en de strijd voor gewetensvrijheid gre
pen diep genoeg in het gemoed zelfs van het zoo kal
me Nederlandsche volk om het tot zingen te brengen.
Zoo ontstonden de mooie liederen, die later als uit ons
geheugen weggewischt raakten, maar door de goede
zorgen van het „Nut" gelukkig weer aan de vergetel
heid ontrukt werden. De bundel oud-Hollandsche lie
deren, door het Nut" indertijd bezorgd, is een schat
voor ieder liefhebber van nationalen zang.- Het noe
men van dien bundel geeft mij intusschen nog aanlei
ding tot een vraag aan de lezers dezer courant. Ik had
op verzoek van de samenstellers, Daniël de Lange c. s.,
ook enkele mij bekende liederen voor den bundel inge
zonden Twee ervan kregen er eene plaats in, waaron
der het lied van „De drie ruitertjes". Waarschijnlijk is
dit lied ook ingezonden geworden door iemand uit
Den Helder. En wat kon men nu lezen in het voorbe
richt van de eerste uitgave? Ongeveer het volgende:
.Het blijkt, dat ,.de drie Ruitertjes" nog gezongen
wordt van Den Helder tot Schermerhorn (mijn toen
malige woonplaats)". Dit lijkt me een nieuw bewijs
voor de stelling, dat zelfs de beate jager wel eens mis
schiet Want het staat bij mij vast, dat genoemd lied
in veel wijder kring, misschien tot zelfs in Vlaanderen
nog wel bekend is Maar bewijzen kan ik het niet.
Misschien zijn er onder de lezers, die dit kunnen.
Intusschen: hoe zal het met het bundeltje van de Fe
deratie voor den Volkszang gaan? Er staan werkelijk
aardige liedies in en ik hoop er dus het beste van.
Van heeler harte gun ik den ondernemers der zaak suc
ces Eenige twijfel hieraan komt echter bij me op bij
de herinnering van hetgeen dr. Heve, de bekende dich
ter en iiverig strijder voor den volkszang, eens onder
vonden'heeft Hij ook wel beseffende, welke kracht er
van de draaiorgels uitging, schafte zich zoo'n instru
ment aan en huurde er een draaier voor. Maar op dat
instrument kwamen alleen ordentelijke, fatsoenlijke lie
deren De orgeldraaier kreeg een dagloon en de cen
ten, die men hem gaf. waren ook voor hem. Hij de
stad in uitgeleid door dr Heye met de hartelijkste ze-
genwenschen en voorspelling van succes. Maar na
slechts enkele dagen kwam de man bij den dokter terug
met verzoek van zijn baantje ontslagen te worden,
daar hij met het draaien van een orgel met de ordinaire
lied'es van den dag veel meer verdienen kon.
.Maar het Federatie-orgel, a's ik het zoo noemen
mag, kan wel meer uitwerken dan dat van dr. Heye. Al
leen zou ik willen opmerken, dat de draaier ervan een
beetje meer rekening dient te houden met het tempo,
waarin de'liederen moeten gezongen worden. Hij
speelde b v. het „Wilhelmus" m. i. veel te v'ug Laat
ieder toch begrijpen, dat dit lied nooit als marschlied
kan dienen Een volkslied is in den regel niet in
marschmaat gedacht. Wie het ..Wilhelmus het Wien
Neer'.andsch bloed", het: „Deutschland, Deutschland
über alles" of het .God save the King" in marschmaat
zingt of spee't, mishandelt het. En daar zijn al die
liederen veel te mooi voor.
De Tederatie voor den Volkszang neet er ook wel
op "bedacht zijn dat zij een gcduchten concurrent heeft
in de gewone straatorgels en in die van draaimolens
en andere muziekmakende kermisinrichtingen Niet on
mogelijk is het. dat zij alle concurrentie overwint, zoo
dat haar arbeid aan Nederland geeft, wat het zoo zeer
behoeft: een verzameling goede volksliederen die men
overal zal zingen en die niet vergeten worden Een
lied, dat maar een zekeren tijd bevalt en daarna weer
vergeten wordt, verdient niet den schoenen naam van
Volkslied Het moet den tand des tijds weerstaan en
altijd weer nr 4 gevonden worden. Zulk een echt
volkslied belmcft niet persé door een groot musicus
gecomponeerd te zijn. De componist van het Engelsche
volkslied schijnt ze'fs geheel onbekend te zijn. al schrij
ven som m men het aan dan in ieder geval toch ook
weinig bekrnd-~n Henry Carey toe De vervaardiger
der Marseillaise" was ook geen toonkunstenaar van
grcEssie Het overal bekende en geliefde lied: .Stille
nac' t UHimp narht" was de schepping van een ernvmt-
digen BvHmsehen sehoo'mcester tevens rrgaiVst in dc
kerk zijner parochie Och. een gelukkige inval kan een
volkslied doen geboren worden. Ik durf dit zeggen op
grond van eigen ervaring. Niet. dat ik een volkslied
zou geschapen hebben! Maar het scheen er toch iets
naar te lijken In 1887 had ik een bundeltje liedjes ge
maakt voor de schooljeugd. Daarin kwam ook voor
een nummertje, dat „Pieter Baas" heette met woorden
van mr Banck In mijne oogen was het volstrekt niet
meer waard dan de andere liedjes in het bundeltje
Maar het bleek we toch al spoedig, dat de kinderen er
bepaald de voorkeur aan gaven. Geen liedje zongen ze
liever dan dat En wat gebeurde er 10 jaar later, in
1897? Toen vierde men te Zaandam het Czaar-Peter-
feest. Aan de viering van dat feest kwamen ook eenige
hooge heeren uit Rusland deelnemen als vertegenwoor
digers van den Czaar Te hunner begroeting zongen
2600 Zaansche schoolkinderen toen een liedje en wel
dat zeilde liedje ..Pieter Baas" uit mijn zangboekje. Ik
wist daar niets van anders had ik dat graag eens wil
len hooren' Fnfin dit ontging me maar wat las ik
eenigen tijd later in „De Groene Amsterdammer"? On
geveer hit volgende: 1
„Men bericht ons, dat het liedje „Pieter Baas", dat
„door de Zaansche kinderen gezongen werd ter eere
„van de Russische deputatie, nog allerwege langs de
„geheele Zaan door ouden en jongen gezongen en ge
floten wordt, zoodat het daar een „Volkslied" gewor
den is in den goeden zin van het woord. De Rfissi-
„sche heeren toonden er zich zeer mee ingenomen en be
loofden het in het Russisch te zullen doen vertalen."
Of dit gebeurd is, weet ik niet, maar wel weet ik, dat
ik aan het zoo eenvoudige dingetje nooit zulk een suc
ces had durven voorspellen Wie weet, of het thans
niet meewerkt om er bij de Russen den moed in te hou
den in hun zwaren strijd
J. KUILMAN Wz.
IX.
Een goede grondstof is een eerste vereischte voor
net manen van een goed product; derhalve moet de
melk in de kaastobbe aan den eisch van deugdelijkheid
beantwoorden. Den grooten invloed dien de toestand
van het meikgereedschap, de kwaliteit van het bedrijfs-
water en de reiniging van het gereedschap op de deug
delijkheid van de melk hebben, is in het voorafgaande
behandeld We hebben nu onze aandacht te vestigen op
de zoogenaamde verkeerde koeien, wier melk voor de
kazerij niet deugt en vervolgens op de behandeling der
melk, totdat zij gestremd wordt.
„Daar zal wel een verkeerde koe onder loopen"; dat
is zoo dikwijls de bij hem vaststaande, doch vaak on
gegronde meening van een kaasbereider, wien het in
het bedrijf niet naar wensch gaat. Daarmede wordt dan
een koe bedoeld, welke ondeugdelijke melk zou geven,
.de oorzaak van het een of andere gebrek in de kaas. Er
wordt dan beproefd de schuldige te vinden, door nu
eens de melk van deze, dan van die om de een of an
dere reden in verdenking komende koe niet mede te
verkazen. Over het algemeen gaat er heel waf kostbare
lijd met dit zoeken heen, zonder, dat het doel bereikt
wordt en dat behoeft ook niet te verwonderen. Door
gebrek aan kennis van de gronden, waarop de kaasbe
reiding berust, zoekt menig kaasbereider in de verkeer
de richting. Het komt nog al eens voor, dat epn kaas
boer. die korte kaas maakt, een verkeerde koe wil vin
den, in plaats van de fout in de bereiding van de wron
gel te zoeken. Maar ook wanneer de oorzaak der be
drijfsstoring geheel of gedeeltelijk in de melk schuilt,
geschiedt dat zoeken niet methodisch genoeg, om
spoedig tot een resultaat te komen. Verschillende fou
ten kunnen samenwerken tot den ongewenschten toe
stand er kunnen meerdere koeien zijn, die afwijkende
melk geven. Dan komt men er niet, door nu eens die,
dan weer een andere koe uit te schakelen.
De kaasmaker moet zich de vraag stellenis de melk
van al mijn koeien deugdelijk, of moet ik die van som
mige buiten de tobbe houden? en die vraag moet hij
stellen, ook wanneer hij een goed product maakt, om
het kwaad te voorkomen. Velen vinden het heel na
tuurlijk. dat men eens een tijdje in den vollen zomer
losse kaas maakt; als het gehrek maar niet te erg is en
niet te lang aanhoudt, dan legt men er zich bij neer. Ik
weet wel, dat ook bij alle voorzorgsmaatregelen een
gebrek a's heft kan optreden; maar er ligt toch een ge
vaar in die tevredenheid door steeds scherp toe te zien
op de te verkazen melk zal men de kans verminderen
nu en dan een kleine partij minderwaardige kaas te
moeten verkoopen of thuishouden.
Naar mijne meening is een opmerkzame veehouder
voldoende in staat om over de deugdelijkheid der melk
zijner koeien te oordeelen.
Ik hoop, dat het mij zal gelukken dé behandeling van
dit onderwerp in duidelijkheid te doerr winnen door
een indeeling te maken van de verschillende soorten
„verkeerde koeien" bezien van het standpunt van den
kaasbereider.
Een koe kan ondeugdelijke melk verschaffen: lo.
door een uitwendige oorzaak, b.v omdat zij zich be
vuild heeft; 2o. door een inwendige oorzaak- hierbij
zijn 2 gevallen te onderscheiden a. de kwaal is van
vóorbijgaanden aard, b.v. in verband met tochtigheid
en b. zij houdt doorgaans langer aan, b.v. in geval van
een uierontsteking.
Als een kaasbereider ergens bang voor moet zijn, dan
is het voor een gewone vuile koe. Immers, wanneer
de uier. met de daarbij gelegen deelen en de staart
vuil zijn, dan kan het haast niet anders, of de melk
moet besmet worden met faecale stoffen (uitwerpselen),
waarin darmbateriën in groote getale voorkomen
Dan is er kans, dat deze in de jonge kaas tot krachtige
ontwikkeling komen, daarbij gasvormige producten
vormen en de kaas meer of minder heftig doen rijzen.
Zij veroorzaken dat maar al te veel heerschende kaas
gebrek, hetwelk krachtig bestreden moest worden, niet
door het zoo veelvuldige gebruik van salpeter, maar
door alle zorg te besteden aan de winning van zuive
re melk. Een vuile koe moet derhalve eerst behoorlijk
worden gereinigd, „opgeknapt", zooals het heet. vóór
dat er met melken begonnen wordt. Een melker,
die niet bij huis melkt, moet er op toegerust zijn, om
dat noodzakelijk werk. zoo noodig, te kunnen verrich
ten. Water is wel te krijgen; wat men noodig heeft, is
slechts een emmer, zeep en een handdoek, welke zaken
men toch ook behoeft om zijn handen te kunnen was-
schen. Ik weet wel, dat het niet altijd uitvoerbaar is,
alles zoo naar den eisch te doen; de omstandigheden,
waaronder het werk moet geschieden, kunnen zóó on
gunstig zijn b.v. in het najaar bij slecht weer en duis
ternis, dat men blij is, wanneer men met het melken
gereed is gekomen, doch dat kan geen reden zijn, om
een zoo nuttige zaak onder betere omstandigheden te
veronachtzamen.
Hier is ook van toepassing het gezegde: het is beter
een kwaal te voorkomen, dan ze te moeten genezen.
Zooveel mogelijk moet men zorgen, dat de koeien niet
vuil worden. Gedurende den staltijd beheerscht de in
richting van den stal en de wijze, waarop hij schoon
gehouden wordt de reinheid der koeien en de zuiver
heid der melk. Zooals de stal is, zoo is de melk. Door
te zorgen voor een schoone ligplaats voor den uier en
het achterdeel en vooial voor de reinheid van den
staart voorkomt men ergelijke bevuiling der koe. De
staart moet minstens eens per week gewasschen worden
en bovendien zoo dikwijls als het direct noodig is. Ge
durende den weidetijd geeft een niet behoorlijk onder
houden melkplaats aanleiding tot onnoodige verontrei
niging der koeien. Op vele boerderijen kan daaraan
meer zorg worden besteed. Het melkhok moet niet te
klein zijn en niet stoffig, liefst met gras begroeid.
Dr. L. T. C. SCHEIJ,
Rijkszuivelconsulent voor N.-Holland
(Wordt vervolgd.)
AAN DE DAMMERS!
Met dank voor de ontvangen oplossingen van pro
bleem 358.
Stand
Zwart: 2, 5, 6, 8, 12/17, 26, 27, 45.
Wit: 24, 25, 30, 33, 36, 37, 39, 41, 43, 44, 46, 48, 49.
Oplossing
1. 44—40 1. 45:34
2. 25—20 2. 14 25 (gedw.)
3. 33—29 3. 34 23
4. 39—33 4. 25 34
5 24—20 5. 15:24
6. 33—29 6. 24 33
7 43—39 7. 34 43
8. 49 7 8. 2 11
9. 37—31 9. 26:37
'0 41 3 en wint.
Goede oplossingen ontvangen van de heeren:
W Bi kuijk G. Ckeck, k. Dekker, D. Geding,
J. Houtkooper, J. K„ G. van Nieuwkuijk, H. Zaad-
nourüijk te Alkmaar, S Human. Wijde-Wormer, H. E.
Lantinga, Haarlem, Jan Nederkoooren, Alkmaar.
H l te A. Zal stand en probleem nazien. Hartelijk
dank.
DE MEESTERWEDSTRIJD.
Ging het de vorige maal tusschen ten Brink en Boas,
ei tien iaaisten Zondag heeft ten Brink nog alleen
op te passen voor Damme. Ten Brink en Damme be-
haa'dtn beiden drie punten, terwijl Boas twee partijen
verloor Ten Brink is Damme nog twee punten voor.
let z -u dus al raar moeten loopen als de Haarlem
mer Zondag niet won en het komt hem toe.
De stand is op 't oogenblik: Ten Brink 14, Damme
12 Boas 10 Woudenberg, Koperberg, Lochtenberg,
ran der Meer en Renooy 9, van Leeuwen 8, „Martia"
en „Schijf" 7 en de Vries 5.
In onze volgende rubriek hopen wij nog eens op de
zen wedstrijd terug te komen.
HET BONDSORGAAN.
Het October-nummer van „het Damspel" is weer
zeer interessant Twee mooie geanalyseerde partijen,
benevens prachtige slagzetten en vraagstukken.
Donderdag 16 September gaf Herman Hoogland
een simultaan-séance te Tilburg. Hij had 27 tegenstan
ders. die na 2 uur 23 minuten allen waren verslagen.
Een prachtig resultaat Onder de deelnemers waren
goede krachten.
EEN SLAGZET.
In den volgenden stand is cp zeer fraaie wijze dam
Ie halen
Zw. 2, 6/10. 13, 15, 16. 18, 19, 21, 23 26.
W. 27, 28, 32 40, 43, 45/48.
en wel als volgt: (zeer leerzaam):
1. 27—22 1. 18:27
2 37—31 2. 26 37
3. 32 41 3. 23 32
4. 36—31 4. 27:36
5. 38:27 5. 21:32
6. 44—38 6. 32 43
7. 47—42 7. 36 129
8. 34 1 8. 43 34
9. 40:20!
Ter oplossing voor deze week:
Probleem 359 van E. J v. RHIJN (Rotterdam).
Zw. 7, 9, 12, 13, 15, 17, 18 19, 23, 25. 26, 36.
W. 24, 27, 28, 30, 32, 34, 35, 37, 39, 47, 48, 50.
Oplossingen vóór of op 14 October, bureau van dit
blad
ADVERTENTlëN.
Doorloopend® verz®k®ring op KOOL
tegen vaste premie ad f 0,70 p®r flOOO,
in perceelen van steen met pannen. Geen of
zeer weinig inschrljvingskosten.
Aanbevelend
C. REMPT,
Algemeen Assurantie-Kantoor te OUDKARSPEL.
bestaande uit flink, ruim WOONHUIS en
BOET. met ongeveer tien Hectaren zeer
vruchtbaar WEILAND.
De helft der koopsom kan er als le hy
potheek op worden geplaatst logen 41 "Zo-
Brieven onder Ietter N 397, bureau van dit blad.
IWli bltlg vu J t-J