DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Van list oostelijk oorlogsterreln. Van het westelijk oorlogsterreln. Van het zuidelijk oorlogsterreln. Luxe Automobielen AdresJAC. MET. J1TJ.Og|£. i No. 287 ©it nammer bestaat uit 3 biadon. Honderd en zeventiende Jaargang. 1915 Atamntsprjis per 3 maanden f 1— X p. post 1.25. Advertentieprijs 10 et. p. regel, groots letters naar plaatsruimte. Brieven ir. II. V. Boek- en Handelsdrnkkerll v.h. HERMs. COSTERAZOON, fonrdam C9. Telelnonnr. 3. ZAT K 111» A (i 9 OCTOBER TARIA. NEDERLAND. ALKMAAR, 9 October. Er zijn veel berichten van groote verscheidenheid, er zijn talrijke, zeer uiteenloopende beschouwingen over de ontwikkeling der gebeurtenissen op den Balkan, maar zij brengen weinig nieuws en belangrijks. Een deel der Engelsche pers schept er behagen in de Britsche regeering te kapittelen over haar Balkan- iouten en zelfs wordt er geschreven, dat diplomatieke nederlagen dikwijls voorafgaan; aan militaire nederla gen. Ook wordt de schuld van hetgeen in Griekenland is gebeurd, gegeven aan den heer Venizelos, die in dte parlementszitting te veel ten nadeele van Duitschland gezegd en daarom het misnoegen van koning Konstan- tijn opgewekt zou. hebben. Van Fransciien kant wordt medegedeeld, dat de ürieksche koning met geen der oorlogvoerende partijen in botsing wil komen, zoo min met de centrale als met de verbonden mogendheden. Voorts dat Griekenland slechts een Grieksdie politiek wil volgen, dat de re geering de ontwikkeling van de gebeurtenissen op den Balkan zal afwachten en een gewapende onzijdigheid zal bewaren en dat zij hier enkel van zal afwijken, in dien nationale belangen van groote beteekenis haar daartoe mochten nopen. Volgens Duitsche berichten heeft Bulgarije Grie kenland laten weten, dat hetgeen te Saloniki geschiedt niet in overeenstemming is met de verklaringen, die de Grieksche regeering door haar gezant te Sofia had laten afleggen en dat, indien Griekenland zijn houding niet verandert, de Bulgaarsche regeering niet kan in staan voor de instandhouding van een vriendschappe lijke gezindheid der openbare meening in Bulgarije. Ook wordt gemeld, dat de Bulgaarsche koning den minister van oorlog, generaal Jekof, het bevel over het leger te velde heeft opgedragen. Inmiddels vindt de aanval der Duitsch-üostenrijk- sche troepen op Servië voortgang, blijkbaar achten de Serviërs het oogenblik nog niet gekomen om hevigen tegenstand te bieden. De troepen rukken over een zeer '-reed front op, in twee richtingen, die loodrecht op elkaar slaan. Volgens de Times zijn er verschil lendte aanvallen gedaan op de forten-stelling van Belgrado en ook op Semendria, dat 40 K.M. oostelijker ligt. Voorts verscheen er een vliegtuig boven Nisj. Het was niet te zien, of het een Oostenrijksch dan wel een Bulgaarse' was maar een Engelsch bericht meldt, dat er drie Oostenrijksche krijgsgevangenen, een meisje en een kind gedood werden en dat er geen materieele schade wyd aangericht. Volgens de Daily Mail zouden oe Bulgaarsche strijdkrachten aan de Grieksche grens bevel hebben gekregen om naar de Servische grens te gaan. Te Saloniki zouden tot Donderdag 32000 man geland zijn, waarvan 5000 Engelschen. in net Tageblatt wijst majoor Moraht er op, dat de •groote Duitsche legergroepen zoo'n geweldig eind van t'ikaar staan. Verbindt men de punten Rijssel, Riga en Belgrado met elkaar, dan krijgt men een driehoek, welks zijden i500 K.M. bedragen. De ontzaglijke moei lijkheden, welke hierdoor aau de legerleiding worden gesteld, zullen eerst later kunnen worden begrepen voorloopig kan, zegt de Ehiitsche deskundige, de pres te tin van het groote hoofdkwartier zonder weerga wor den genoemd. In Champagne beschoten, de Duitschers hevig de Fransche stellingen tusschen de wegen van St. Hilaire St. Soupiet en SouainSomme-Py. De Fransche bat terijen beantwoordden het vuur overal zeer krachtig. De strijd wordt voortgezet in de verbindiugsloopgra- vern ten zuidoosten van Tahure in de richting van de Butte de Mernil. Tusschen Argonne en Maas werd de Duitsche sap- penarbeid in het bosch van Malancourt verstoord door een Fransche mijn. De Duitsche staf rapporteerde gisteren: Na de vergeefsche pogingen der Franschen om door te breken op 5 en 6 October was de dag van gisteren betrekkelijk rustig. Het gedeelte loopgraaf ten oosten van de hoeve Navarin, dat de Franschen nog bezet hielden, is van vijanden gezuiverd, waarbij eenige ge vangenen en twee mitrailleurs in onze handten vielen. Tegen den avond nam het vijandelijk artillerievuur weer toe. Des nachts kwam het op enkele plaatsen tot infanterieaanvallen, die alle werden afgeslagen. Bij een succesvollen aanval op een vooruitgeschoven vij andelijke stelling ten zuiden van St. Main-h-Py maak ten wij zes officieren en 250 man krijgsgevangen. Ten oosten Van de Argonnen bij Malancourt hebben wij verschillende mijngangen van den vijand in de lucht laten vliegen. (Reeds in een deel onzer vorige oplaag vermeld). DE STRIJD AAN HET OOSTELIJK FRONT. Het Duitsche hoofdkwartier meldde gisteren: Legergroep von Hindenburg: De aanvallen der Russen ten Noorden van Kosjany en ten zuiden van het Wischniefmeer werden afggeslagen. Legergroep prins Leopold van Beieren: De toe stand is onveranderd. Legergroep von Linsingen: Bij Newel en Orayt, ten Zuid-Westen van Pinsk, verdreven wij Russische posten. Onze aanval in de streek ten Noord-Westen van Czarlorysk maakt vorderingen. De Duitsche troe pen van het leger van Bothmer sloegen verscheidene aanvallen af (Reeds in een deel onzer vorige oplaag vermeld.) Het Oostenrijksche legerbericht meldde gisteren De vijand viel gisteren aan, over het geheele front in Oost-Galicië en Wolhynië. Deze aanvallen, welke uitgevoerd werden met numeriek sterkere strijdkrachten en met veel munitie, leverden geen resultaat op. A; de Bessarabische grens, op de hoogten ten Noorden van de Dnjester en aan de Strypa mislukten de pogin gen der aanstormende Russische colonnes, voor zij tot onze versperringen genaderd waren. Ten Noord-Westen van Tamopol drongen de Russen op twee plaatsen onze loopgraven binnen en werden door de aansnellende Duitsdie en Oostenrijksch-Hon gaarsche reserves hedenmorgen teruggeslagen. Het zelfde gebeurde bij den vijandtelijken aanval op het ten noord-westen van Kremunce gelegen dorp Sapanof, dat gisteren het middelpunt vorjnde van verbitterde geveohien, en nu eens in ons bezit dan weer in dat van den vijand was, maar dat zich thans weer in onze han den bevindt. Eveneens wierpen wij ten Zuid-Westen van Olyta numeriek sterkere Russische strijdkrachten in een ge vecht van man tegen man terug, waarbij het 89ste in- fanterie-regiment en heit 31ste landweerinfanterie-regi- ment Teschin zich onderscheidden. Zeer hevig werd ook gestreden ten Zuiden van Olyta. Ten Noorden en Noord-Oosten van Kokir wonnen wij door onze tegenaanvallen opnieuw terrein. Wij ver overden op den vijand de dorpen Lissour en Galuzia. In het geheel werden, de gevechten van gisteren en eer gisteren meegerekend, in Wolhynië ongeveer 4000 Rus sen gevangengenomen. De vijand leed zeer groote ver liezen Natuurlijk wordt het die legerleiding zoo moeielijk mogelijk gemaakt. Op het Westelijk oorlogstooneel duren de hardnekkige gevechten voort. Het laatste Fransche communiqué gewaagt van een tevergeefschen Duitschen aanval op Loos en van terreinwinst in Champagne, ten zuid-oosten van Tahure, waar loop graven en twee forten genomen werden, die de Duit schers nog in het vooruitspringende gedeelte tegen over hun tweede linie bezet hielden. Op het Oostelijk oorlogstooneel vallen de Russen in het noorden en in het zuiden aan. Ten noordwesten van Tarnopol zijn zij op twee plaatsen dte Oostenrijk sche loopgraven binnen gedrongen, maar volgens het Weeusche legerbericht werden zij door de toesnellende Duitsche en Oostenrijksch-Hongaarsche hulptroepen er weer uitgeworpen. Ook in Wolhynië vallen de Russen met sterke troepenmachten aan en daar schijnen zij andermaal Loetsk en Doebno te bedreigen. Daarente gen wonnen de Duitschers terrein in het Pripet-gebied. Ook de Italianen hebben op de hoogvlakten van Fol- garia (Trentino) met sterke strijdkrachten een aanval gedaan, die naar het Oostenrijksche hoofdkwartier meldt, bloedig werd afgeslagen, evenals een aanval in het noordelijk deel van het Doberdo-gebied (in den Karst). Het Italiaansche legerbericht, deelt mede, dat beide aanvallen voortduren. DE STRIJD IN BELGIë EN NOORD-FRANKRIJK. Het Fransche legerbericht meldde gistermiddag: Ten noorden van Atrecht werd de artilleriebeschie- nng in den nacht van weerszijden voortgezet, evenals bij Souchez en omgeving en in de sectoren van hoogte 140 en La Folie. Vrij groote bedrijvigheid van de Duit sche artillerie en beantwoording van dit vuur door de Fransche artillerie in de streek van Rove ten noorden van de Aisne en bij Tracy-le-Val in het St. Mardbosch AAN HET ITALIAANSCH-OOSTENRIJKSCHE FRONT. Het Oostenrijksche legerbericht meldde gisteren: Op de hoogvlakte van Vielgereuth deden de Italia nen gistermiddag een nieuwen aanval over het geheele front met een sterke strijdmacht, maar deze werd bloe dig afgeslagen. Zeer hevig werd gestreden om een der Oostenrijk sche steunpunten ten noordoosten van den berg Maro- ma. Hier deden drie vijandelijke bataljons aaneengeslo ten een stormaanval, drongen door dte vernielde ver sperring heen, maar werden door afdeelingen van het Opper-Oostenrijksche 14de infanterie-regiment terug geslagen. De geheele aanval eindigde met dte vlucht der Italianen. In het noordelijk gedeelte van den Doberdo-sector deed de vijand wederom vergeefsche aanvallen. Bij Sely verjoegen afdeelingen van het 87ste infante rie-regiment de Italianen uit de in hun gevechtslinie gelegen steengroeve, sloegen een tegenaanval af en lie ten de vijandelijke stellingen in de lucht vliegen. DE STRIJD TEGEN SERVIë. Het Duitsche hoofdkwartier meldde gisteren: De overgang over de Drina, de Save en den Donau namen een gunstig verloop. Ten zuidwesten van Bel grado werden 4 officieren en 296 man gevangen geno men en 2 mitrailleurs buitgemaakt. Tegenover Ram vielen na een gevecht drie stukken geschut in onze handen. De Oostenrijksche generale staf deelde gisteren het volgende mede De overtocht van de Oostenrijksch-Hongaarsche en Duitsche strijdkrachten over de Beneden-Drina, Save en Donau, is voortgezet. Pogingen van de Serviërs om ons daarin te storen of te belemmeren, mislukten op alle punten. EEN BETOOGING VAN ISADORA DUNCAN VOOR VENIZELOS. Isadora Duncan was te Athene aangekomen op den dag, dat de Grieksche minister-president Venizelos zijn ontslag indiende, 's Avonds verscheen zij, volgens een telegram uit Athene van den Italiaanschen journa list Betitto, op het Constitutieplein, gekleed in oud- Grieksch gewaad, begeleid door haren broeder, die een grammofoon droeg en danste een sluierdans, cie eindigde met een hulde aan Venizelos. Toen noodigde zij het publiek uit haar te volgen naar die woning van de gevallen grootheid. Een gedeelte van de menigte volgde de dansende kunstenares, die den heer Venizelos in zijn huis een ruiker aanbood. De gewezen minister-president aanvaardde den ruiker, maar weigerde op straat te komen, waarop Isadora zich teleurgesteld naar haar hotel terug begaf. KORTE BERICHTEN. In dte tweede helft dezer maand zal in Duitsch land worden begonnen met de uitgifte van de ijzeren vijfpfennig-stukken. De „Times" verneemt, dat Lord Spencer van zijn beroemde verzameling het Rembrandt's jongensportret verkocht heeft, vermoedelijk voor 420.000. Naar de Duitsche bladen melden, is de in. aan bouw zijnde brug over de Oder bij Fürstenberg inge stort. Hierbij zijn negen personen, meerendeels vrou wen om het leven gekomen. MIJNEN. Blijkens mededeeliSgen vani de Britsche admiraliteit, moet een oppervlakte van zes mijlen rondom het licht schip de „Gallopper", het vuurschip bij de Theems- monding in het Kanaal, als gevaarlijk, wegens mijnen beschouwd worden. WOLOPVORDERING. Op de door ons onlangs vermelde vragen, welke het Tweede Kamerlid mr. de Meester tot den minister van oorlog heeft gericht, is het volgende antwoord ingeko men: Alle in het land beschikbare inlandsche wol moest voor zoover daartoe geschikt, voor den aanmaak van militair laken bestemd worden. Aangezien bij de vor dering zelf niet uitgemaakt kon worden welk gedeelte van de wol wèl en welk gedeelte niet de vereischte ge schiktheid bezat, moest alle wol gevorderd worden, ten eindte aan de behoefte van den krijgsdienst te kunnen voldoen. De wol, welke ongeschikt wordt bevonden, wordt aan dte Wolcommissie overgegeven ter distribu tie aan de industrie. Al heeft de vordering niet met het oog op deze distributie plaats gehad, toch is ook hierbij een groot militair belang betrokken, aangezien het, bijvoorbeeld, dringend noodig is, dat de sajetfa- brieken en dekenfabrieken van de noodige grondstoffen zijn voorzien en dus kunnen werken, zulks in verband met de behoefte aan militaire sokken, dekens enz. In de practijk moge de wettelijke figuur ten aanzien van de regeling der schadeloosstelling wellicht som tijds niet duidelijk zijn uitgekomen, vast staat, dat aan die regeling dfe wettelijke bepalingen tóch steeds ten grondslag hebben gelegen. De wolvordering heeft over de burgemeesters geloopen. Werd niettemin van militaire zijde een prijs aangegeven, dan was dit slechts om bij voorbaat in het licht te stellen, welke prijzen als maximum voor het militair gezag aannemelijk zouden zijn. Aangezien daarbij gezorgd werd voor een volkomen deskundige taxatie, kon deze maatregel tevens strek ken tot voorlichting van de burgemeesters. Geenszins waren de burgemeesters aan den van militaiïe zijde aangegeven prijs gebondenzij waren geheel vrij naar eigen inzicht een anderen prijs te bepalen Waar zij dit echter niet deden, moeten zij geacht worden den van militaire zijde aangegeven prijs te hebben overge nomen en vastgesteld. Van een regeling van de schadeloosstelling door een andteren autoriteit dan de burgemeesters der gemeenten, waar de vorderingen zijn geschied, kan dan ook geen sprake zijn. Met de beschikkingen van den commissaris der Ko ningin in de provincie Noordholland is de minister se dert kort bekend. De wolprodücenten zullen niettemin bij den commis saris der Koningin in beroep moeten komen. Dat de beteekenis van den van militaire zijde aan gegeven prijs niet overal Is begrepen, kan geen aanlei ding zijn om van'de wettelijke regeling af te wijken. Voor de beste soort wol is de prijs aangenomen, wel ke ten tijde der vordering op de markt te Londen voor eerste kwaliteit grove wol gold. De prijs voor de mindere soorten is naar evenredig heid bepaald, waarbij steeds in het voordeel van de producenten is gerekend. Ten behoeve van de industrie is geen wol gevorderd; alle wol werd gevorderd ten behoeve van den krijgs dienst. Daarmede is niet in tegenspraak, dat de voor den militairen dienst onbruikbaar geblekèn wol later aan de industrie werd afgestaan. Met deze omstan digheid kon uiteraard bij de vordering geen rekening gehouden worden en zij kon dus ook niet van invloed zijn op prijsbepaling. STADNIEUWS. DANKBETUIGING BELGISCHE VLUCHTE LINGEN. Op dezen droeven dag, waarop het reeds een jaar geleden is, dat de inwonrs van Antwerpen en om streken door de beschieting der Duitsche belegeraars uit hunne haardsteden werden verdreven en hun heil zochten in Nederland, betuigen de nog in Alkmaar vertoevende Belgen hunnen oprechten en besten dank aan het stadsbestuur, aan de inwoners, aan het comité voor vluchtelingen, en vooral aan de heeren B. Kuijper en L. C. Oudt, onder wier leiding zij van Rozendaal uit veilig te Alkmaar aanlandden, voor de liefdevolle verzorging en de bijna meer dan menschelijke goedheid hun allen betoond en welke zooveel hebben bijgedra gen om hun moed en troost te brengen in hun hache lijken en deemisvollen toestand. DIENSTWEIGERAARS. Men meldt ons uit den Haag De milicien der infanterie A. J., afkomstig uit Am sterdam, is ter zake een klein voetgebrek van het veld leger overgeplaatst naar een ander troependeel. Er was door den geneeskundigen dienst geconstateerd, dat hij In zeer lichten graad platvoeten had, doch zeer goed gewone excercitiën en kleine marschen kon mede maken. Bij een excercitie op 3 September op de binnenplaats TE HUUR legert billijk tarief Telefoon 572. GEVONDEN VOORWERPEN. Drie gouden broches; twee bankbiljetten; twee zilve ren horloges; een gouden horloge; drie portcmon- naies met geld; een gouden medaillon; een zilveren ringetje met gouden piaatje; een mondstuk van een mu ziekinstrument; een rijwiel; twee zilveren armbanden; een gouden manchetknoop; een koperen gewicht; een koralen kettinkje met gouden sluiting; een zak anthra- ciet; een witte kat; een kóralen beursje; een ring met zwarten steen; een knipmes; een kindertaschje; een broche met zilveren rand; een konijn; een handschoen een charivari en een kil ometer kaart. Alkmaar, 8 October 1915. De Commissaris van Politie, W. Th. VAN GRIETHUIJSEN. van de Cadettenschool te Alkmaar, beweerde bekl. reed8 na 20 minuten te hebben geëxcerceerd, niet meer mede te kunnen. Na herhaalde order van den onder officier met de oefening belast, bleef hij weigeren, voegde den onderofficier toe„je hebt me niets te ge lasten" en ging ten slotte tegen een boom zitten. Later constateerde de officier van gezondheid, luit.-kolonel Costerman Boodt, dat bekl. wèl in zeer lichten graad platvoeten had, doch bovengenoemde oefening zeer goed had kunnen medemaken. Nu als getuige gehoord, deelde de overste als zijn meening mede, dat bekl. zijn gebrek in erge mate over dreef. De auditeur-militair, bekl. schuldig achtend aan dienstweigering, vorderde veroordeeling tot 4 maan den militaire gevangenisstraf, in te gaan 13 September. Bekl. ontkende opzettelijke dienstweigering en had ook den sergeant niet toegevoegd' dat déze hem niets te gelasten had. Zeker, de dokter kon wel zien of hij platvoeten had, maar de dokter kon niet oordeelen of hij vreeselijke pijn in de voeten had. Vervolgens stond terecht de milicien der infanterie P. J. H. C. van W., die op 2 September bij een marsch- je van Alkmaar naar Heiloo, het reeds, na een 600 h 800 meter gemarcheerd te hébben, opgaf en op de or der van den 2en luitenant Bischof weigerde verder te gaan. Bekl., die in het burgerlijk leven kok is, gaf thans op steken in de zijde gehad te hebben en behept te zijn met een breuk, die hem veel last veroorzaakt. De luitenant verklaarde, dat er na dezen bekl. tel kens om de 100 meter weder een uitviel. Overste Costerman Boodt verklaarde, dat bekl. meer malen over steken in de zijde klaagde, doch niets heeft kunnen vinden waardoor deze veroorzaakt kan wor den1, en wat bekl. een breuk noemt, Is geen breuk. De auditeur-militair vorderde schuldigverklaring en veroordeeling tot 4 maanden militaire gevangenisstraf, in te gaan 18 September. De volgende bekl. was de milicien-korporaal B. H. B., afkomstig uit Kampen, in het burgerleven eveneens kok. Ook aan hem is gelijk feit ten laste gelegd als aan den vorigen bekl. Bij denzelfden marsch is ook hij uit gevallen en beweerde hij niet verder te kunnen wegens pijn in de lies. Bekl. verklaarde, dat hij sedert de mobilisatie nim mer dienst deed. Eerst is hij eenigen tijd in 't hospi taal verpleegd, vervolgens geopereerd en daarna is hij alleen geschikt bevonden voor huishoudelijke diensten en werd hij in de keuken geplaatst. Na een door hem aangevraagde herkeuring werd hij geschikt bevonden en moest hij dienst doen. Bovenbedoelde marsch was de eerste dienst die hij medemaakte. De overste Costerman Boodt, omtrent dezen bekl. als getuige gehoord, verklaarde, dat de operatie die bekl. heeft ondergaan, van weinig beteekenis is en niet de minste kwade gevolgen voor hem heeft gehad. Bekl. wordt door hem geschikt geacht voor alle diensten. De auditeur-militair vorderde tegen dezen bekl. 4 maanden militaire gevangenisstraf, in te gaan 18 Sep tember, met degradatie. Bekl. verzocht een nieuw deskundig onderzoek en vond de straf in led. geval te hoog. De vierde diens tv geraar, die bij het marschje uit viel en niet verder wilde, was de milicien der infante rie F. J. P. Ch. P., afkomstig uit Lochem. Deze man beweerde door pijn in de voeten niet verder meer te kunnen Reeds in 1913 had hij daar last van en bij ge legenheid dat hij toen een marsch maakte, na zich te hebben gemeld voor hetzelfde euvel, doch toch mede moest, viel hij in zwijm en is daarna ernstig ziek ge worden, Nu, na de mobilisatie, diende hij eerst bij het veldleger, doch daarvoor werd hij ongeschikt bevon den. Hij heeft te Alkmaar nooit anderen dienst ge daan dan als „gamellen wasschen", zelfs behoefde hij nog geen kamerwacht te zijn. Pres Dus je had een gemakkelijk leventje? Bekl. Dat had ik zeker. Overste Costerman Boodt verklaarde, dat bekl. lij dende is aan platvoeten in zeer lichten graad' en zeer goed geschikt is voor huishoudelijke diensten en kleine marschen. Bekl. hield vol, dat hij lijdt aan pijnlijke voeten, p in den rug en in het hoofd en dat hij herhaaldelijk af gekeurd is voor verschillende diensten. De Pres., het strafblad van bekl. inziende, vroeg den bekl of de hoofdpijn waarover bekl. klaagt, ook het gevolg is van die straf voor dronkenschap, die hij ge noteerd ziet. Bekl.: Neen. Ook voor hem luidde de eisch 4 maanden militaire gevangenisstraf, in te gaan 18 September. Ten slotte stond terecht de milicien der infanterie Ph. O., afkomstig uit Amersfoort, die, evenals de vo ride beklaagden, bij denzelfden marsch zich liet uit vallen en opgaf, niet verder te kunnen Hij was duize lig en gevoelde zich erg ziek. Aan de grenzen heeft hij ALRMAARSGHE COURANT.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1915 | | pagina 1