DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. No. 251 Honderd en zeventiende Jaargang. 1915 Abonnementsprlis pi 3 insandeB f Lfr. p, post f 1.25. Adyertentiepuis 10 et. p. regel grootö letters naar plaatsruimte. Brieven fr. N. V. Beek- en Handelsdrukkerij v.h. HERlïIs. COSTER 4 ZOON, Yoordam C9. Telefoonnr. 3. DINSDAG 26 OCTOBER Belasting-voorstellen. ALKMAAR, 26 October. Zal zich ia Servië herhalen hetgeen in België is geschied, dat n.l. een klein, maar dapper volk vecht voor zijn bestaan en voor de belangen der groote bondgenooten, dat de hulp van de laatsten echter veel te laat komt en dat dientengevolge de strijd tegen de invallers op een klein hoekje wordt voortgezet, in Vlaanderen hier en ginder in Servië in het Zuiden? Terwül de Bulgaren hun snellen opmarsch in Ser vië voortzetten en de Oostenrijkers en Duitschers in langzaam tempo vorderingen maken^ melden Fran- sche bladen, dat de Fr<mschen een groot succes heb ben behaald door een verbinding te verkrijgen met het Servische leger bij Krivolak, welke plaats ongeveer 140 K.M. van Saloniki is gelegen. Maar in de eerste plaats is dit geen officieel communiqué en ten tweede worden geen bijzonderheden gemeld, waaruit ook slechts eenigermate de sterkte van de Servische zoo wel als van de Fransche troepen blijkt. En zoolang dergelijke gegevens ontbreken is het niet na te gaan, welke waarde aan de gebeurtenissen, die zich hier ontwikkelen, moet worden gehecht. Het uitblijven van die bijzonderheden vestigt evenwel den indruk, dat de bijstand, welke den Serviërs wordt verleend, niet op weegt tegen de nadeelen, welke hun door de vijande lijke legers worden toegebracht. Te Londen blijft men hopen op den steun van Roe menië en Griekenland. Als een gunstige omstandig heid wordt het opgevat, dat verscheiden Roemeensche ministers, die tegen deelneming aan den oorlog zijn, zijn afgetreden. Doch de Grieksche berichten voeden de hoop niet. Zoo wordt gemeld, dat de Grieksche regeering een commissie heeft opgedragen voor haar rekening in Bulgarije graan in te koopen. Wanneer Griekenland van plan zou zijn, zich bij de entente aan te sluiten, zou daarvan natuurlijk geen sprake kunnen zijn- Voorts heet het, dat de Grieksche regeering de bewijzen in handen heeft dat de Italiaansche en Fran sche gezanten te Athene met groote geldelijke offers betoogingen op touw gezet hebben, dat terugroeping dezer gezanten is geëischt en dat de Fransche gezant reeds teruggeroepen is. Ook moet men te Athene wei nig gesticht zijn over de inmenging der entente-mo- gendheden inzake het Grieksch-Servische verdrag en legt men er den nadruk op, dat Griekenland als onaf hankelijke slaat het recht heeft om zelf over zijn lot te beschikken. In hoeverre het vertrek van den Griekschen troonopvolger, prins George, naar Saloni ki, van beteekenis is voor de houding van Griekenland zal spoedig blijken. Op het westelijk oorlogstooneel hebben de Fran- schen weer een voordeel behaald zij veroverden in Champagne de belangrijke Duitsche versterking bij Le Mesnil, welke een uitgestrektheid had van 1200 meter en een gemiddelde diepte van 250 M., bestond uit drie tot vier rijen loopgraven en „Courtine" werd genoemd. Blijkens het laatste Fransche legerbericht hebben de Duitschers onmiddellijk een tegenaanval gedaan en een gedeelte van het verloren gegane terrein her overd, terwijl de strijd nog niet is beslist. In het Oosten hebben zich geen belangrijke feiten voorgedaan. Aan de Illoekst is het Duitsche offensief niet voortgezet kunnen worden, het leger van von Lin- singen is er in geslaagd over een frontbreedte van 4,5 K.M. in de Russische stellingen door te dringen, De Duitsche marinestaf heeft het torpilleeren van den Duitschen kruiser „Prinz Adalbert" erkend. Dat dit succes van een Engelschen onderzeeër in de Oost zee zoowel in Engeland als in Rusland groote vol doening heeft gewekt, laat zich begrijpen. Ook dit feit bewijst, dat terwijl men van Duitsche onderzeeërs in de Noordzee niet meer hoort, Engelsche onderzee ërs zich in de Oostzee de heerschappij hebben verwor ven. Oostenrijksche vliegers hebben bommen geworpen op Venetië, waarbij het dak van een kerk met kostbare beschilderingen werd vernield, en Italiaansche vlie gers hebben bommen geworpen op Triest. In Amerika zijn verschillende Duitschers gear resteerd, hetzij omdat zij spionnagediensten verricht ten, hetzij, omdat zij aanslagen op schepen beraam den, d. w. z. misdaden op Amerikaansch grondgebied, teneinde den munitie-uitvoer naar de entente-mogend- heden te beletten of te beperken. De Amerikaansche pers is ten zeerste verbolgen over deze nieuwe bewij zen van het optreden van Duitschers in Amerika. Tenslotte zij gemeld, dat volgens Londensche be richten de sultan van Egypte een lichting van 50.000 man onder de wapens heeft geroepen, ten einde deel te nemen aan de pogingen, om eiken Turkschen inval af te slaan. Heden komt het Engelsche Lagerhuis weer bijeen. Ten opzichte van den politieken toestand in Enge land merkt de Daily Chronicle op, dat het kabinet en het Lagerhuis deze week zullen hebben te beslissen of de nationale eenheid zal worden behouden dan wel gevaar zal loopen. De Northcliffe-pers wil de sterkste mannen uit het kabinet mr. Asquith, sir Edward Grey, mr. Balfour en Lord Kitchener wegwerken en met hen zouden er anderen gaan, die wellicht de bekwaamste bewindslieden zijn. Het Lagerhuis kan de samenzwering doen mislukken. Niets zou de Duit schers meer begunstigen, dan een minister-crisis, zoo als de kortzichtige samenzweerders verlangen. Niets zou een doodelijker slag aan het vertrouwen van Frankrijk en Rusland toebrengen. Niets zou onwaar diger zijn aan de reputatie van de Britsche na(ie en van de hooge tradities van haar parlement. Moed, ver trouwen, eenheid en nog eens eenheid, dat zijn de wachtwoorden voor de crisis. 4 De Times echter is van oordeel, dat de vergaderin gen van beide huizen van het parlement zich zullen kenmerken door den krachtigen wensch, thans een grondig onderzoek in te stellen naar de leiding van de zaken in den Balkan sinds het optreden aan de Dardanellen tot aan de verwarde en half besliste ge beurtenissen te Saloniki. Het blad hoopt, dat de cri- tiek er zich niet toe zal bepalen, vast te stellen, wie de verantwoordelijkheid er voor draagt. Het kwaad schuilt dieper en is voornamelijk het gevolg van het feit, dat de oorlog tot nu toe werd geleid door een aantal debatteerende collega's en het kan slechts wor den tegengegaan door de leiding op te dragen aan een kabinet, dat beperkt in aantal is en daardoor sterk ge noeg om te regeeren. Het kabinet in zijn tegenwoordige samenstelling loopt gevaar te vallen, niet door intriges (waarvoor de tijd te ernstig is), maar alleen door zijn eigen on handelbaarheid en onbevoegdheid om den oorlog te leiden, die snelheid en doortastendheid als eerste voorwaarde eischt. Wij zijn, zoo gaat de „Times" voort, aan de Darda nellen begonnen met schepen, terwijl het leger, dat ze had dienen te vergezellen, in Engeland bleef of de in Egypte begane misslagen moest goedmaken. Wij hebben te langzaam onderhandelingen gevoerd met de neutrale Balkanstaten op een oogenblik, dat de Russische legers reeds in de Karpathen stonden. De strategie was de diplomatie ver vooruit. Wij hebben onze aanbiedingen verdubbeld ten opzichte van hen, wier geest reeds onder den invloed verkeerde van een onweerlegbaar argument, dat van Duitschland's macht, en nu beginnen wij .eerst in te zien, dat men met niets meer bereikt dan met succes en er geen be ter argument tegen de Duitschers is dan het toonen van meerderheid, die op den juisten tijd en op de juiste plaats wordt toegepast. Men kan zich moeilijk indenken, dat een half dozijn mannen, die om een ta fel zitten en zich uitsluitend met den oorlog hebben te bemoeien, schuldig zouden zijn geweest aan een dergelijke kortzichtigheid. Het blad wil niets weten van de „nationale een heid," welke het motief moet vormen om het tegen woordige kabinet in eeuwigheid te doen zitten. De natie is nooit eendrachtiger geweest dan thans, maar zij ziet in wat er verkeerds is in de regeering en dit wil zij ia orde brengen. Het Engelsche Hoogerhuis komt morgen bijeen. Daar zal aan de regeering worden gevraagd, den Ko ning te raden een vergadering van de „Privy counsel" bijeen te roepen, teneinde over den tegenwoordigen toestand te beraadslagen. Deze Raad bestaat uit ruim 200 personen en het laatst werd een volledige verga dering gehouden ter gelegenheid van de troonsbestij ging van den Koning, toen de leden den eed van trouw moesten afleggen. De Engelsche regeering is teruggekomen op haar oorspronkelijk besluit, om voor den duur van den oor log artikel 57 van de Londensche declaratie te aan vaarden, waarbij bepaald is, dat het neutraal of vij andig karakter van een vaartuig bepaald wordt door de vlag, welke het gerechtigd is te voeren. De vroe ger geldlende bepalingen zullen thans weer in acht ge nomen worden. Het doel van deze wijziging is te beletten, dat schepen onder neutrale vlag, maar in werkelijkheid geheel of gedeeltelijk het eigendom van Ehiitschers, handel drijven. Thans wordt de nationaliteit van den eigenaar weer een beslissende factor en kan dus een veroordeelend vonnis worden geveld over die goede ren in een aangehouden en opgebracht schip, van welke bewezen is, dat vijanden er belang bij hebben. Zelfs wanneer goederen ook maar gedeeltelijk de be langen van vijanden raken, kan een vonnis worden geveld, welk vonnis dan ten uitvoer wordt gelegd door verkoop van het deel, dat aan den vijand toebe hoort, aan den neutralen eigenaar of door verkoop van het geheele schip en verbeurdverklaring voor zoover een vijand er belang bij heeft. Het is duidelijk, dat het toch reeds zeer gehavende principe, neergelegd in het bekende: „de vlag dekt de lading", opnieuw een deuk krijgt en dat de handel en de scheepvaart van de onzijdigen er nog meer door zullen worden belemmerd, dan tot dusverre reeds ge schiedde. De belasting-voorstellen, ontworpen door den mi nister van financiën zijn thans bij de Tweede Kamer ingediend. Zij leggen aan de bevolking een aanzien lijke verzwaring op. De minister zou er de voorkeur aan hebben gege ven, met de indiening van dit voorstel te wachten, tot dat de oorlogstoestand zou zijn geëindigd. Aanvanke lijk lag dit ook in zijn voornemen. Nu echter de oor logstoestand zooveel langer aanhoudt dan in den aanvang werd vermoed en het nog geheel onzeker is, hoe lang die toestand nog zal duren, was verder uit stel niet mogelijk. Bij een zóó aanzienlijk tekort als de onlangs ingediende Staatsbegrooting opnieuw aanwijst, zou hij zich dan ook niet verantwoord ach ten, 's lands geldmiddelen te blijven beheeren, indien hij niét mocht rekenen op de medewerking der Staten- Generaal bij zijne poging tot voorziening in dat te kort en tot het financieel mogelijk maken der uitvoe ring van het Regeeringsprogram. Voorgesteld wordt om, met aansluiting zoovéél mo gelijk aan het bestaande, de wet van 12 Juli 1821 te vervangen door een wet, die de grondslagen van het geheele stelsel van 's Rijksbelastingen opnieuw vast stelt. Met uitzondering van enkele ontwerpen, waarvan de indiening weldra volgen zal, worden te gelijk met dit ontwerp tevens de ontwerpen ingediend betreffen de de regeling of herziening der belastingen die in het algemeene plan zijn opgenomen; wat de bestaande belastingen betreft, natuurlijk alleen voor zoovér her ziening daarvan wordt voorgesteld. Het ontwerp bevat een nieuwe zaak op het gebied der Nederlandsche belasting. In enkele der ontwerpen betreffende nieuw voorge stelde belastingen, is opgenomen, dat haar opbrengst strekt tot bijdrage in de kosten van bepaalde staats uitgaven. De aanduiding van zulk een bijzonder doel bij enkele der nieuw voorgestelde belastingen ge schiedt deels uit psychologische, deels uit tcchnisch- financieele overwegingen. Als het om een voorbeeld te noemen alge meen onbehoorlijk wordt gehouden de pensioenbelas ting te ontduiken, omdat men beseft daarmede aan de arme ouden tekort te doen, zal dat zeker aan de op brengst van die belasting en aan die der inkomstenbe lasting, waarmede zij is samengekoppeld, ten goede komen. De aanwijzing eener bepaalde bestemming aan sommige belastingen heeft echter ook een financieel- technischen kant. Zij maakt het mogelijk dezelfde be lastingbron op een voor de belastingplichtige bevatte lijke wijze meer dan eenmaal dienstbaar te maken. De minister meent voorts, dat met grond mag wor den verwacht, dat de zoo verregaande ontduiking van het kwitantie- en het huurzegel grootendeels zal op houden, als het publiek weet, dat wie de reohten ont duikt, als het ware de oude armen besteelt. De tegen zin tegen de nieuwe beursbelasting zal worden ver zacht door de wetenschap, dat haar opbrengst aan de arme ouden ten goede komt. De schroom om er toe mede te werken, een ontdui ker van zegelrechten zijn gerechte straf hier de be taling der op de ontduiking gestelde boete te doen ondergaan, zal, naar mag worden vertrouwd, gebro ken worden, als men weet, dat die boeten ten goede komen aan maatregelen van algemeen hygiënischen aard, dus aan de bevordering der volksgezondheid. De minister vermoedt, dat van „bestemmingsheffin gen" ïjieer en meer gebruik zal worden gemaakt. Mocht worden voorgesteld de hoogere uitgaven, wel ke de Staat in de.toekomst, ter bevordering van een aan de eischen des tijds voldoende volksontwikkeling, zoowel aan het openbaar als aan het bijzonder on derwijs zal hebben ten koste te leggen, geheel of ten deele uit een schoolbelasting te vinden, dan zou dit geheel passen in het kader van het hier voorgedragen stelsel. Nu het zich uitbreidend verkeer met motor rijtuigen en rijwielen het verbeteren van bestaande wegen en het aanleggen van enkele nieuwe wegen, een en ander met afzonderlijke rijwielpaden, allengs meer tot eisch stelt, ligt het voor de hand in de kosten daar van de houders van automobielen en van rijwielen door een wegenbelasting te doen bijdragen. In ver band met de bestaande voornemens tot verbetering van de Rijkswegen, zal te zijner tijd een dergelijke we genbelasting waarschijnlijk worden voorgesteld; het geen zich dan eveneens geheel zal aansluiten bij dit onderdeel van het stelsel van dit ontwerp. Het ontwerp verdeelt de belastingen in vier hoofd groepen: zakelijke belastingen, persoonlijke belastin gen naar inkomen en vermogen, verkeersbelastingen, verteringsbelastingen. Tot de zakelijke belastingen behooren: a. grondbelasting (vier per duizend van de belast bare waarde van de bebouwde en onbebouwde eigen dommen) b. dividend- en tantième-belasting (van de na?m- looze vennootschappen, commanditaire vennootschap pen op aandeden, coöperatieve en andere vereeniging- en en onderlinge verzekering-maatschappijen een be lasting van zes en een half ten honderd van het be drag harer uitdeelingen) c. effedenbelasting (voor buitenlandsche effecten en schuldvorderingen ten laste van het buitenland wonen dfen of gvestigden 1 van elke geheele som van 1000 en wegens andere effecten en schuldvorderin gen 0.50 van elke geheele som van 1000). De persoonlijke belastingen naar inkomen en ver mogen bestaan uit behalve de inkomstenbelasting: a. een vermogensbelasting (van vermogens boven f 30.000 is deze 0.60 van elke geheele som van f 1000, van vermogens van 16.000 30.000 is een verminderde belasting, van vermogens beneden 16.000 is geen belasting verschuldigd); b. pensioenbelasting, (als bijdrage in de kosten van de toekenning van ouderdomsrenten één ten hon derd van het zuiver inkomen, bepaald volgens de wet op de inkomstenbelasting 1014.) c. Weergeld (als bijdrage in dè kósten van 's landsverdediging, bestaande uit een vast aantal opcenten op den aanslag in de inkomstenen in de vermogensbelasting) d. vlootbelasting (als bijdrage in de kosten van de vloot, inzonderheid van Nederlandsch Indië, op vermogens boven 51.000 en inkomens boven ƒ5000) e. belasting van goederen in de doode hand (drie per duizend van de waarde van het ver mogen dfer instellingen genoemd in het eerste lid van artikel 1 der Armenwet en zes duizend van dé waarde van het vermogen der overige instellingen, voor zoover deze niet van de belasting zijn vrijgesteld, de opbrengst van dè belas* ting der instellingen, genoemd in het eerste lid van artikel 1 der Armenwet strekt tot bijdrage in de kos ten van de invaliditeits- en de zieicteverzekeriag.) f. SucessiebelastingOndër den naam van „suc cessiebelasting" wordt geheven: 1. een recht van successie van de waarde van al wat geërfd of verkregen wordt uit den boedel van een ingezetene des Rijks door zijn overlijden 2. een recht van overgang van de waardb van al le onroerende zaken, binnen het Rijk gelegen of ge vestigd, welke door erfenis, legaat of schenking wor den verkregen van iemand, die niet is ingezetene des Rijks; 3. een recht van schenking van de waarde van al wat door schenking wordt verkregen van een ingezete ne des Rijks. Voor de heffing van het recht van successie wordt al wat tengevolge van het overlijden van een ingeze tene des Rijks krachtens een overeenkomst van levens verzekering wordt verkregen geacht door diens over lijden uit zijn boedel te zijn verkregen. Bij het tarief van het recht van successie waarbij re kening wordt gehouden met den graad van, bloedver wantschap of met het bestaan hebben van een huwe lijk tusschen erflater en erfgenaam of verkrijger, als mede met de omstandigheid of al dan niet kinderen uit het huwelijk zijn verwekt of afstammelingen daar van aanwezig zijn, wordt het stelsel van progressieve heffing naar gelang van de grootte van ieders ver krijging gevolgd. Het recht van schenking wordt, wat het bedrag be treft, met het recht van successie gelijkgesteld. Deze belasting wordt geheven volgens de Successie wet, behoudens de daarin gemaakte veranderingen. De verkeersbelastingen zijn verdeeld in: a. belastingen op het rechtsverkeer (registratie recht, zegelrecht); b. belastingen op het goederenverkeer (invoerrecl op goederen, welke in het vrije verkeer worden ing voerd, maar geen tariefverhooging, en statistiekrecl) een belasting geheven van goederen, welke in het vrij verkeer worden ingevoerd, alsmede van goederen wel ke uit het vrije verkeer wordten uitgevoerd; deze belas ting bedraagt één per duizend). De verteringsbelastingen zijn aldus samengesteld: Personeele belasting naar de grondslagen lo. huurwaarde; 2o. meubilair; 3o. dienstboden; 4o. paarden; 5o. motorrijtuigen; 6o. pleziervaartui gen; 7o. biljarten (rijwielen zijn dus vervallen). Plaatskaartenbelasting op plaatsbewijzen op spoor- en tramwegen en andere bij de wet op de plaatskaar tenbelasting, welke bij deze wet behoort, genoemde openbare middelen van vervoer. Deze belasting bedraagt: 15 ten honderd van het bedrag van het plaatsbewijs der le klasse; 8 tenhonderd van het bedrag van het plaatsbewijs der 2e klasse; en 3 ten honderd van het bedrag van het plaatsbe wijs der 3e klasse van een der groote spoorwegen. Abonnementskaarten voor arbeiders en voor school gaande kinderen, alsmede de in de wet op de plaats kaartenbelasting aangewezen vrijkaarten zijn van de belasting vrijgesteld. Het'bedrag der belasting van de plaatsbewijzen op de overige openbare middelen van vervoer wordt in aansluiting aan dat van de plaatsbewijzen op de groote spoorwegen bepaald. De opbrengst dezer belasting strekt tot afschrijving op het kapitaal dat de Staat bij naasting der spoor wegen, volgens de overeenkomsten met de spoorweg maatschappijen, bekrachtigd bij de wet van 22 Juli 1890, Staatsblad nr. 134, aan die maatschappijen zal hebben te vergoeden. Accijnzen a. Op den wijn, ten bedrage van vier eu twintig gulden per hectoliter. Deze accijns wordt geheven volgens de wet van 20 Juli 1870, Staatsblad nr. 127, behoudens de in die wet gemaakte veranderingen; b. Op het gedistilleerd, ten bedrage van negen en negentig gulden per hectoliter gedistilleerd ter sterkte van vijftig percent. Deze accijns wordt geheven volgens de wetten van 20 Juni 1862, Staatsblad nr. 62 en van 1 Mei 1863, Staatsblad nr. 47, behoudens de in die wetten gemaak te veranderingen; c. Op het bier, dat hier te lande vervaardigd wordt, ten bedrage van zestig cent per hectoliter wort bij 17 lA graden Celsius, voor ieder honderdste, waarme de de dichtheid der vloeistof de eenheid van dicht heid, zijnde die van zuiver water bij dezelfde tempo ratuur, te boven gaat. Deze accijns wordt geheven volgens de Bierwet 1916; d. Op de tabak, ten bedrage van tien ten honderd van den kleinhandelsprijs van sigaren, sigaretten, rooktabak, pruimtabak en snuif; e. Op de suiker, volgens de wet van 29 Juni 1897, Staatsblad nr. 63, behoudens de in die wet gemaakte wijzigingen; f. Op het geslacht, ten bedrage van tien ten hon derd van de waarde van het geslacht wordende vee, dat volgens de Geslachtwet onder de belasting valt; g. Op het zout, ten bedrage van drie gulden per 100 kilogram. (Afgeschaft wordt de azijnaccijns). Speelkaartenbelasting (een belasting van de speel kaarten ten bedrage van vijf en twintig cents voor spellen van 32 kaarten of minder en vijftig cents voor alle andere). Belasting op dè gouden en zilveren werken, (der tig gulden per hectogram goud-alliage en een gulden vijftig cents per hectogram zilver-alliage). Voomamenbelastinga. wegens toekenning van

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1915 | | pagina 1