Do Vergissing van Vivian Early. O <^4 to ALKMAAR No. 252. 'tiende Jaargang. 1915. Woensdag 27 October. op Maandag 1 November 1915. Maandag 1 November a.s., FEUILLETON. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK MAAR brengen ter algemeene kennis, dat ter. ge legenheid van de grOote najaarsveemarkt, te houden op het vee, 't welk niet per vaartuig naar de markt wordt gebracht, alleen aangevoerd mag worden langs den Helderschen weg, over de Heilooërbrug en over de Frissche brug. Aanroer van vee over de Geesterbrugde Nieuwlandersingelbrugde Emmabrug, de Scher mervlotbrug en de beide rustieke voetbruggen IS VERBODEN. Het vee over de Boompoortsbrug bij het Zeglis naar de markt gebracht moet den weg volgen langs de Voormeer en de Bierkade, over de Schermer vlotbrug en langs den Kanaaldijk naar de Friesche brug. Bij de Texelsche-, de Heilooër- en de Friesche brug zal het aan te voeren vee door deskundigen worden onderzocht. Vaartuigen met voor de markt bestemd vee mogen uitsluitend gelost worden aan de Kanaalkade. De ligplaatsen zullen door den havenmeester worden aangewezen. Na Vrijdagmiddag a.s. zal geen vee In stallen binnen deze gemeente mogen worden geplaatst, zonder vooraf door den directeur van het slacht huis te zijn onderzocht, terwijl Zondag a.s. vóór des morgens zeven uur geen vee binnen de stad mag worden gebracht. In het algemeen mag geen vee ter markt geplaatst worden zonder voorafgaand deslmndig on derzoek en OP DEN MARKTDAG IN GEEN GEVAIi VddR DE» MORGENS VIJF FIIR. Alkmaar, 29 October 1915. Burgemeester en Wethouders voornoemd, G. RIPPING, Voorzitter. DONATH, Secretaris. STADNIEUWS. ARRONDISSEMENTS-RECHTBANK. Zitting van Dinsdag 26 October. DIEFSTAL. U. Z. en P. de G., sjouwerlieden te Hoorn, thans gedetineerd, worden ervan beschuldigd eenig zink werk te hebben weggenomen. Bij Ferwerda o.a. een stuk pijp en een vergaarbak, welke ze naar het plant soen hebben gebracht. Toen zijn ze naar het huis van Heiblom gegaan, hebben daar eveneens een vergaar bak gestolen en deze hebben ze begraven. Ook bij anderen hebben ze nog zink gestolen. De heele boel hebben ze voor 3 aan den opkooper Kroonenburg verkocht. Ten einde de vergaarbakken af te kunnen nemen ging de G. altijd op de handen van Z. staan. Acht getuigen waren gedagvaard. Twee van hen verklaarden dat zij den morgen, volgende op den nacht waarin de beide beklaagden den diefstal pleeg den, zinkwerk, pijpen of vergaarbakken misten, één had gehoord dat beiden de afspraak maakten dien nacht lood of zink te stelen, twee hebben gezien dat ze met ihet zink in dronken toestand voortsjouwden, de opkooper verklaarde, in tegenstelling met de ver klaring van beklaagde Z., het zink voor ƒ.2.50 te hebben gekocht, terwijl de laatste getuige 's avonds uit het Engelsch van CHARLES MARRIOTT. HOOFDSTUK XIX Vivien zag Stott niet weer voor zij Penolver verliet, maar haar moeder ging afscheid van hem nemen. Vi vien was een beetje droevig verwonderd, dat hij geen gelegenheid meer zocht om haar te zien, ofschoon 't twijfelachtig was, of zij het onderhoud had aangedurfd, als hij getracht had het te krijgen. Zij zou zeker niet geluisterd hebben als hij uitgesproken had wat zij wist dat in zijn hart was, maar zijn lijdelijke onderwerping aan den toestand stelde haar teLeur. Zij deed haar best hem uit haar geest te verbannen: hij was verbonden met zulke ondoorgrondelijke afgronden, zulke onbe proefde snaren van haar natuur, dat zij bang was aan hem te denken. Hoeveel zij van hem hield en of zij eigenlijk wel van hem hield, wist zij niet. Hij riep in stincten in haar wakker, waarover zij bescheiden een sluier moest werpen, die nooit weer mocht worden op gelicht. Ook zonder Selwyn Harpur mede te rekenen, zou zij niet zeker geweest zijn, of de ongeregelde en onrustige aandoeningen, die Stott bij haar opwekte, op zich zelf al niet slecht waren. Vooral omdat Zij geloofde dat hij een onzedelijk man was. Zij gebruikte den strengsten maatstaf bij de beoordeeling van mannen, en diat een onzedelijk man haar aantrok, was haar een bewijs, dat zij zelf gezonken was. Door oefening trok zij een scherpe lijn tusschen plicht en genoegen. Selwyn Har pur verpersoonlijkte alles, wat zij onder plicht ver stond, en Stott was het genot, meende zij. Zij keerde zich van het genot af. Een kleinen troost had zij schijnbaar plotseling ging mevrouw Fleming naar De vonshire terug, drie dagen voordat zij en haar moeder Penolver verlieten. Alsof Harpur wist van de beproeving, die zij door staan had, was hij zoo lief en goed mogelijk toen hij hen te Padd'ingtoü ontmoette. Hij bewaarde grootmoe- langs een der „half gesloopte perceelen," zooals de president zich uitdrukte, daar pijpen op den grond had zien liggen. De Officier eischte 10 maanden. Mr. Verdam vroeg voor den len beklaagde clemen tie, daar hij een oude moeder onderhoudt en z. i. door een voorarrest van ruim 1 maand genoeg gestraft is. Voor den 2en beklaagde betoogde spreker dat de getuigenverklaringen onvoldoende waren, er is toch slechts een verklaring, die van eenig gewicht is, n.l. die van dien getuige die beide beklaagden heeft zien loopen. Hij achtte 4e schuld niet bewezen en vroeg vrijspraak. DIEFSTAL. A. W., los werkman te Alkmaar, gedetineerd, heeft een horloge met ketting gestolen bij Bakker, waar hij wilde slapen. Hij vond het namelijk te laat om naar huis te gaan (zijn pleegouders wonen te Heiloo en 't was midden in den nacht). Hij vond daar echter geen volk, zag een vest in den gang hangen met een horlo ge erin en nam dit weg met de bedoeling, zooals be klaagde zeide, om het 's Zondags weer terug te bren gen en dejnenschen te waarschuwen dat ze wat voor zichtiger moesten zijn. Hij deed het heelemaal niet om te stelen, daar hij dan nog; wel heel wat meer had kunnen medenemen. De politie verijdelde echter zijn goede voornemens om als raadsman op te treden en rekende hem in. Eisch: 5 maanden gevangenisstraf. De verdediger, Mr. A. P. H. de Lange, refereerde zich aan het requisitoir van den Officier. MISHANDELING. Thans moest voor de balie verschijnen Th. T., werkman te St. Jan Steen, werkzaam te Anna-Paulow- na, die echter niet aanwezig was. Hij heeft in gezel schap van de gebroeders G., die voor hetzelfde feit terecht moesten staan, doch eveneens niet verschenen waren, in een café te Anna-Paulowna de vrouw van Tevel en Hevel zelf geranseld, zoo zelfs, dat Hevel er bewusteloos bij neerviel. Man en vrouw gaven een omstandig verhaal van het gebeurde, waaruit ten slotte bleek, dat ze met bierfleschjes zijn gebombar deerd, waarop ze naar buiten vluchtten, de vrouw in een stal, terwijl de man bewusteloos werd geslagen. De eisch was voor alle drie beklaagden: een ge vangenisstraf voor den tijd van drie maanden. MISHANDELING. J. H., arbeider te Apeldoorn, werkzaam te Anna Paulowna, werd ervan beschuldigd, den Belg Carpen tier, arueider te Anna Paulowna, met een mes in den nek gestoken te hebben. Carpentier meende, dat H zijn fiets wilde medenemen, waarop hij naar binnen ging. Daar ontstond ruzie, waarbij Carpentier een snede in den nek opliep. Een kameraad trok hem te rug, zeggende: pas op, hij snijdt al, doch de kameraad had al een steek in zijn jas beet. Beklaagde zeide uit zelfverdediging te hebben gehandeld. Uit verschillen de getuigenverklaringen bleek, dat bekl. in het café reeds met het geopende knipmes heeft gezeten. De drie getuigen a décharge evenwel verklaarden dat bekl. geen mes had. De Officier vond, dat beklaagde wel een mes heeft gehad, achtte het bewijs voor de mishandeling gele verd en vroeg 3 maanden gevangenisstraf. DIEFSTAL. A. F., nachtwaker te Alkmaar, is niet verschenen. Hij heeft op de ijzerfabriek, terwijl hij daar nachtwa ker was, herhaaldelijk lood van het dak gestolen. Het misdrijf werd ontdekt doordat er een lek ontstond in de machinekamer. Door den inspecteur van politie te Alkmaar, den heer van den Berg, en door den bedrijfs- chef, den heer Ernste, is de verdwijning geconstateerd. De Officier gaf de schuld aan de opkoopers, welke het een ouden man als bekl., die bovendien nog een poging had gedaan tot zelfmoord, gemakkelijk maken, tot dergelijke misstappen te geraken en eischte 1 maand gevangenisstraf. DIEFSTAL. M. P. N., landman, thans gemobiliseerd, en J. W. N., landman te Bergen, raakten wel eens eenden kwijt. Zij besloten toen maar om van een ander de eenden die hun ontstolen waren te ontvreemden en aizoo vingen ze de eenden van Akkerman op, die hiervan echter aangifte deed. Ook van den landbou wer Spruijt te Bergen hadden ze eenden opgevangen. Ten slotte hadden beide beklaagden ook nog de" een den van den watermolenaar Schroor in hun eigen hokken opgesloten. De Officier eischte 14 dagen gevangenisstraf voor elk* MISHANDELING. Hierna volgden vier beklaagden, H. S., W. v. W., D. K., en M. B., respectievelijk landbouwknecht, vis- scher, landbouwer en vrachtvaarder te Andijk. Zij werden ervan beschuldigd J. de Jong en zijn meisje te hebben geslagen. Slechts de tweede en derde be- diig het stilzwijgen over Penolver behalve om haar uit zien te roemen alsof hij goedgunstig het succes van een uitstapje erkende, dat hij nooit geheel had goedge keurd. Hij trachtte haar te doen gevoelen, dat het be zoek aan Penolver een fout was geweest, die beter was uitgekomen dan iemand verwacht kon hebben, en of schoon Stott niet met name genoemd werd, zei haar ge weten haar dat Selwyn hem telde bij de natuurlijke ge volgen van de fout. Het was of hij haar met een toege vend knikje en een glimlach herinnerde aan een kleine, kinderachtige zonde. Zij had anders gedaan moeten hebben, zeker, maar zij was nog jong genoeg om niet al te hard behandeld te worden. De goedkeurende houding, die hij tegenover haar aannam, gaf haar het aangename gevoel, dat, wat zij voor een buitengewone verdorvenheid had gehouden, op haar leeftijd en onder de gegeven omstandigheden niet meer dan natuurlijk was. „Ik weet 't wel, ik weet 't welwe zullen er niet meer over praten", dat sprak uit zijn teedere omhel zing en op dezelfde manier erkende zij stilzwijgend, dat zij nu werkelijk volwassen was. Zij brachten drie dagen met Harpur's moeder te Sevenoaks door. Bij haar vorige bezoeken aan de sta tige oudé dame had Vivien vriendelijkheid en gene genheid ondervonden, maar nu gaf mevrouw Harpur zich geheel. Het was alsof Selwyn zijn moeder ge vraagd had, haar óórdeel op te schorten, totdat Vi vien behoorlijk gekneed zou zijn, en hij nu een gor dijn op zijde schoof met een „Nu, moeder, hier is zij". Er kon geen twijfel meer bestaan, of zijn keus en het resultaat van zijn werk werden met warmte goed gekeurd. Blijkbaar genoot Selwyn's moeder geheel zijn vertrouwen en zelfs nog kiesdier dan hij, wenschte zij Vivien geluk met haar herwonnen trouw aan den beteren weg. Vivien werd bijna overtuigd, dat haar beproeving opzettelijk overlegd wasdat men haar verstandelijke traagheid en zedelijke dub belzinnigheid getoond had, zooals het „leven" aan den jongen man getoond wordt door moedige voog den om zijn houvast aan de deugd sterker te maken. Dientengevolge had zij een levendig besef van een ge vaar, waaraan zij ternauwernood ontsnapt was. Het was te danken aan een zeker oordeel, dat alleen Sel wyn doorzien had, dat zij er doorheen was gekomen. Ondanks haar verloving was zij al dien tijd, voor zoo ver het mevrouw Harpur betrof, op proef geweest, klaagde waren verscheuen. De zaak werd veroorzaakt doordat getuige van der Belt met zijn meisje te An dijk een café binnen kwamen en de fietsen buiten liet staan. Van der Belt kreeg toen bericht dat de ven tiel uit zijn fietswiel was gedraaid en zijn band leeg liep. Van der Belt beschuldigde hiervan toen de be klaagden, die kwaad werden en hem aangrepen, waarop de Jong met ziin meisje uit de kolfbaan kwa men en er ook van langs kregen. De Officier eischte v or a"e virr 14 dagen gevange nisstraf. Uitspraken in deze zaken na 8 dagen. WEEKBLADEN. In „De Natuur", aflevering 10, schrijft J. C. C. over Mendel en Mendelen. De electrische gaslamp met gloeikous wordt beschreven door den heer Edw. Vos- maer. No. 2 van „Steenkoolteer" wordt gegeven door den heer D. Stavorinus, welk artikel rijk geïllustreerd is. D. S. S. behandelt het prisma-kompas, de heer Ger- lof Kalma eenige automobiel-motoren van ongewone constructie. De heer Kuijlman schrijft over de vogels die in herfst- en wintertijd nog bij ons zijn, terwijl de heer H. Onnen het eerste gedeelte, met voorbeelden toegelicht, geeft van „Eeuwigdurende kalenders". INGEZONDEN MEDEDEELINGEN. Dank uw nieren. Dank uw nieren voor uw goede gezondheid. Zij zijn de veiligheidskleppen, die het bloed filitreeren en de vergiften eruit verwijderen. Opwekkende dranken als bier, alcohol, thee en koffie verzwaren het regel matig filtreeremde werk der nieren. Evenzoo te veel eten, voornamelijk van vleesch. En ook overspanning, zorgen en gebrek aan lichaamsoefening. Als de nie ren verzwakken, kom haar dan onmiddellijk te hulp. Rugpijn, waterstoornissen, duizeligheid, zenuwach tigheid of verlies aan gewicht toonen, dat urinaire vergiften zich ophoopen en ddt gij rust moet nemen en de nieren verzorgen, anders loopt gij gevaar rheuma- tiek, niersteen, waterzucht of misschien chronische nierontsteking -te krijgen. Verminder zoo mogelijk uw werk. Neem dagelijks eenvoudige lichaamsoefening (wandeling), gébruik minder zwaar voedlsel of geestrijke dranken, rust en slaap meer, en versterk de nieren met Foster's Rug pijn Nieren Pillen. Urinaire en nierstoomissen zijn een bepaalde ziek te en behandeling dient bepaaldelijk op deze organen gericht te zijn. Foster's Rugpijn Nieren Pillen die nen alleen voor de nieren en de urinewegen, en voor niets anders. Wanneer met dit geneesmiddel wordt begonnen voor de nieren ernstig aangetast zijn, zullen goede resultaten volgen, maar het is niet verstandig om uw nieren lang te verwaarloozen. Te Alkmaar verkrijgb. bij de hh. Nierop en Slothouber, Langestr. 83. Toezending geschiedt fr. na ontv. v. postwissel a f 1.75 voor één, of f 10.voor zes doozen. Eischt de echte Foster's RugpijnNieren Pillen, weigert elke doos, die niet voorzien •or*, is van nevenstaand handelsmerk. BINNENLAND. Gemengd Nieuws. DE BURGEMEESTER GARANT. In de Maandag gehouden raaidisvergadering van de gemeente Zutphen heeft de voorzitter, burge meester Zimmerman, het volgende verklaard: Hij had een circulaire ontvangen van den directeur van het Algemeen Administratiekantoor voor levens middelen, een overigens ongeteekend schrijven, ver moedelijk van een dier met-verantwoordelijke ambte naren, die met gezag bekleed zijn, waaraan dé Staat der Nederlanden tegenwoordig zoo rijk is. Die di recteur schrijft o. a. „De burgemeester is garant voor de betaling van boter; de burgemeester is garant voor de betaling der groenten en zoo gaat het door. Spr, verklaarde echter, dat hij niet van plan is garant te zijn voor de betaling door de burgerij. Spr. wordt overstelpt met bezoekers, die hij niet wenscht te ontvangen en die, waarschijnlijk verlokt door 's burgemeesters garantie, zich denken meester te maken van de voordeden, idlie deze circulaire biedt. Spr. zal den Raad in de gelegenheid stellen om de ze merkwaardige circulaire, die Mj bij B. en W. zal brengen, waar hij thuis behoort, te beslissen. De Raad kan dan als hij wil, garant blijven voor de beta lingen, spreker wenschte dit niet te doen. MALEISCH ALS WERELDTAAL. Er werd dezer dagen een vergadering gehouden van aandeelhouders eener maatschappij; zoo iets komt meer voor, schreef het „Soer. Nbl.". Onder de aandeelhouders bevonden zich een" gadegeslagen en beoordeeld als van den Olympus. En zij erkende blijmoedig dat het gevaar voor haar zelve van tekort geschoten te zijn en ten slotte op zij gezet te worden, niets beteekende in vergelijking van het gewicht uitverkoren te zijn. Nu werd zij in alle vormen aangenomen, en men deed haar voelen, hoe weinig het gescheeld had, of de aanneming was geweigerd. Haar verloving was al dien tijd heerlijk geweest, maar nu pas begreep zij de hartstochtelijke zorg, die er aan besteed was, de gewichtige gevolgen niet alleen voor haar zelve en SelWyn, maar voor de menschen in het algemeen, die in de vervulling ervan besloten waren. Zij was die zeldzame vereeniging van geestelijke fijnheid, .waarvoor Selwyn waarschijn lijk de wereld van vrouwen had afgezocht. Werkelijk, zij had niet op dezelfde hoogte als Selwyn geleefd. „Ik geloof", zei mevrouw Harpur in een tête-a-tête, „dat alleen gij en ik ooit den waren Selwyn zullen kennen. Je zult het mij zeker niet ten kwade duiden, als ik zeg, dat er tijden zijn geweest, dat ik er aan ge twijfeld' heb, of ge hem ooit geheel zoudt kunen be grijpen. Ik was dikwijls in de verzoeking je een wenk tot leiding te geven, maar ten slotte ben ik blij, dat ik het niet gedaan heb. Het was oneindig veel beter, dat je zelve je weg zoudt vinden. Hij is gelukkiger, dan ik voor mogelijk «heb gehouden." Haar kus op Vivien's hoofd was een ware zegening. Over het geheel hield mevrouw Eady zich zeer goed. Slechts eenmaal vond haar onverbeterlijke luchthar tigheid' uiting, en dat was, toen zij Vivien kwam goeden nacht zeggen op dien eersten avond van hun bezoek. „Het is net of wij geroepen zijn om voor het hof te verschijnen", zei zij. Zij gingen met groote opgewektheid naar Parijs, Het scheen Vivien iets onwerkelijks toen zij aan de pier te Calais aankwamen en zij de kepi's en bajonet ten zag van twee soldaten, die achter een kaaimuur stonden. Sedert zij jongens soldaatje had zien spe len, had zij nooit zoo tets levendigs, echt militairs ge zien; zij kreeg den indruk in een land van groote kin deren te zijn. De dwaze hoorns, waar de spoorweg beambten op bliezen, het piepende, hooge fluiten van de locomotieven, de vrouwen bij de slagboom^n, of in de groote, onverdeelde akkers, de kleine kerkjes, de mannen, die vischten in de met biezen begroeide poe len, waren alle deelen van een heel groot spel. Het was laat in den avond toen zij Parijs bereik- Franschman, een Engelschman, eenige Hollanders en een Zweed. Deze laatste verstond vrij goed Hol- landsch, doch had van Fransch, noch van Engelsch eenige begrip. De Fraaschman kende geen Engelsch en de En gelschman kende geen Fransch. De notaris, die de vergadering bijwoonde, stelde daarom voor, om al wat er gesproken werd van het Hollandsch eerst te vertalen in het Engelsch en daar na in het Fransch, en omgekeerd. Maar dat zou natuurlijk te veel tijd in beslag ne men, en ten einde raad' besloot men de besprekingen te voeren in het .Maleisch. Aldus geschiedde het, dat eenige kopstukken uit den handel, benevens eenige advocaten, plus de notaris, drie uren achtereen met elkaar zaten te spreken in het Maleisch, en de voorzitter telkens de heeren aansprak met. „Toean toean, saja kasih taoe. UIT OUDE NIEDORP. Ds. H. J. Witkop van Hippolytushoef te Wierin- gen heeft bedankt voor het beroep naar de Ned. Harv. Gem. O. Niedorp en VeenhuL-en. UIT WIERINGERWAARD. Mei. C. de Vries tijdelijk onderwijzeres alhier werd Dinsdag benoemd als onderwijzeres te Schagerbrug. KORTE BERICHTEN. Zondagavond is te Goes brand uitgebroken in het gebouw van de korten tijd geleden nieuw inge richte openbare leeszaal. Een groot deel van het ge bouw is uitgebrand, terwijl de onaangetaste vertrek ken belangrijke waterschade beliepen. De meeste boeken en het meubilair konden gered worden. Tegenwoordig passeeren tal van schepen, met bestemming voor Gent, Hansweert met een lading grint. Dit grint wordt in de Duitsche loopgraven ge stort, waardoor de soldaten minder last van modder en natte voeten hebben. Te Coevorden werd Maandag 680 K. G. spek en 120 K.G. margarine in beslag genomen, die dioor dien voerman A. W. onder een hoop mest in de rich ting van de Duitsche grens werden vervoerd. Door de grenswacht te Beek zijn 12 paarden aangehouden van een ploeg van 30, begeleid door 40 smokkelaars; 18 viervoeters kwamen over de streep. Een der smokkelaars werd een duim afgeschoten. INGEZONDEN STUKKEN. Utrecht, 25 October 1915. De Redactie van de Alkmaarsche Courant, Alkmaar. Geachte Redactie. Ondergeteekende neemt de vrijheid, Uwe Redactie hierdoor beleefd te verzoeken, aan onderstaande rege len een plaatsje in Uw geacht Blad te willen inrui men. J.l. Vrijdag heeft onder meer de 3e Comp. van het Reserve-Bataljon X een Barakkenkamp op de heide betrokken. De manschappen dier Compagnie zijn ten deele afkomstig uit de streek, waar Uw Blad gelezen wordt en hij veronderstelt dan ook met recht, dat een groot gedeelte der lezers iets zullen over hebben voor de militairen, die vrij zeker den geheelen winter in het Barakkenkamp van Laren zullen moeten verblijf houden. Teneinde nu het oponthoud aldaar buiten de dienst uren zooveel mogelijk te veraangenamen, stelt onder geteekende, Commandant van bovenbedoelde Com pagnie, zich voor, een bibliotheek voor zijne man schappen te vormen en hen gelegenheid te geven tot het doen van gezelschapsspelen. In verband daarmede verzoekt hij de lezers van Uw geacht Blad beleefd, hun boekenvoorraad eens te wil len nagaan, om te zien, of zij niet enkele boeken over hebben, waarmede zij zijne manschappen een groot genoegen zouden kunnen bereiden. Mocht één der lezers ons willen verrassen met een gratis abonnement op de eene of andere courant of tijdschrift, dan zal dat dankbaar worden aanvaard, evenals gezelschapsspelen, als domino-, dam-, schaak-, kaart- en andere spelen. Ook is hij zoo vrij, fabrikanten en leveranciers uit te noodigen» hem reclameplaten hunner Firma te doen toekomen. Deze zullen op een goed zichtbare plaats in de barakken worden opgehangen en daardoor niet alleen eene aangename versiering vormen, maar tevens reclame voor hunne firma. Met beleefd verzoek, een en ander aan onderstaand adres te willen doen toekomen, teekent hij, onder dankbetuiging voor de verleende plaatsruimte, Hoogachtend, CAREL GERBER, Res. Ie Luit. Comm. 3e Comp. Res. Bat. X, Veldleger. ten. Toen zij in het lompe rijtuig stapten, dacht Vi vien niet anders, of de koetsier zou met een zwaai zijn witten hoogen hoed afnemen, dien tegen zijn hart drukken en in hartstochtelijke taal uitbarsten. Haar eerste indruk van de straten was een rommelig gedoe, waar alles voor de grap was„om den pot aan de kook te houden". Zij kon niet gelooven, dat 'n passagier van de rijtuigen, zwarte auto-bussen, om nibussen en stampvolle trams werkelijk hier of daar zijn moest. Zij reden alleen maar rond om den tijd zoek te brengen, voordat zij naar bed gingen. Men ging zelfs aan het nut der fietsen twijfelen, omdat zij roode Chineesche lampions in plaats van lampen had den. Ontelbare meisjes, in het zwart, blootshoofds en met hoededoozen aan den arm, gingen hun weg door de voertuigen met luchtige zekerheid en gaven den in druk, dat iedere vrouw in Parijs, die nog niet mee deed aan de pret, thuis ongeduldig op een nieuwen hoed wachtte. De groote, witte huizen met gesloten blinden staken vreemd af tegen de schitterend verlichte winkels er onder. Het scheen, dat elk oogenblik een groep van marmeren tafels met Weener stoelen op het trottoir stonden, om de voorbijgangers te dwingen, iets te gebruiken. Hier en daar klonk een Engelsch woord uit een der kleine, zeshoekige kiosken, dat de uitwer king had van een ruwe stem, die een droom verbreekt Overal scheen orkest denzelfden deun te spelen, maar, als Vivien zich inspande, om de melodie te Vatten, hoorde zij geen muziek. Het telkens terugkeerende „Eieren, boter, kaas," op winkelpuien, gaf haar de op lossing en daarna rolde het langs de boulevards of ra telde het door de straten op het refrein van „Boter en eieren en een pond kaasboter en eieren en een pond kaas." Zij reden voorbij de donkere, .vierkante massa van het Louvre en over een brug, waar het water golf de als krioelende rupsen van kleurig vuur, naar hun hotel op de Quai d'Orsay. Vroeg wakker geworden bij het refrein van „boter en eieren en een pond kaas," al gaf 't haar niet meer den indruk van een orkest be merkte Vivien, dat de indruk van schijn plaats had ge maakt voor dien van werkelijkheid. Wat zij voor spel had gehouden, was er niet minder werk om, nu het met ijver en smaak werd uitgevoerd. Er scheen in Parijs geen tijd van half waken of onzekerheid te bestaan om trent de dagelijksche bezigheden. Toen zij haar moeder en Selwyn bij hun ontbijt begroette, had Parijs den nieuwen dag reeds vroolijk verwelkomd. 34 J V U1U ui

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1915 | | pagina 5