DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Van het westelijk oorlogsteireln.
Van het oostelijk oorlopterreln.
Van het zuidelijk oorlogsterrein.
rijzen van
No, 253
Honderd en zeventiende Jaargang.
1915
Abonnementsprijs per 3 maanden f 1.—,fr. p, post f 1.25. Advertentieprijs 10 ct. p. regel, groote letters naar plaatsruimte. Brieven fr. N. V. Boek- en Handelsdrukkerij Y.h. HERIïls. COSTER ZOON, Voordam 09. Telefoonnr. 3.
DONDERDAG
28 OCTOBER
ENGELAND.
NEDERLAND.
ALKMAAR, 28 October.
Het belangrijkste nieuws van heden is, dat aan den
Donau door officieren-patrouilles een rechtstreeksche
verbinding tot stand gekomen is tusschen de Duitsch-
Oostenrijksche troepen en het noordelijkste Bulgaar-
sche leger. Vermoedelijk zal die verbinding wel snel
vaster en algemeener zijn gemaakt. De correspondent
van de Kölnische te Sofia gaf eergisteren in een tele
gram reeds te kennen, dat de vereeniging der Bulgaar-
sche en Duitsch-Oostenrijksche legers niet later dan
gisteren zou plaats hebben. Het voortrukken der Bul
garen over Negotin aan den Donau geschiedde' in vol
maakte overeenstemming met het voortrukken der
Duitsch-Oostenrijksche legers. De correspondent is
van meening, dat dit succes van beslissenden invloed
op den loop van den Balkanoorlog zal zijn. Dit is
natuurlijk een groot woord. Maar van beteekenis is
de verbinding zeker. Immers, het bezit van den Donau
geeft den Duitschers reeds de mogelijkheid van trans
porten naar Konstantinopel, eerst langs de rivier tot
Lom, waar een spoorweg ter beschikking staat. De
verbinding der legers is tot stand gebracht kunnen
worden, toen de Donau-vesting Kladovo, in den
noord-oostelijken Servischen hoek, aan de overzijde
der Roemeensche grens, door .de Duitsche troepen
was genomen.
Dit is het eenige belangrijke oorlogsnieuws van he
den. De Duitschers en Oostenrijkers melden nog
wel verschillende vorderingen, maar deze brengen in
den algemeenen stand van zaken weinig verandering.
Teekenend voor den hardnekkigen tegenstand, dien de
Serviërs blijven bieden, is wel de strijd, dien de Bul
garen nog steeds om het bezit der stad Knasjewats
hebben te voeren. Zaichar, eveneens aan de Timok-
rivier gelegen, doch noordelijker, is echter in Bul-
gaarsche handen gevallen.
Of de Serviërs de Bulgaren in het zuiden uit het
onlangs veroverde Köprula (Weles) hebben verdreven,
staat nog steeds niet vast. Directe Servische berichten
daaromtrent ontbreken de telegrafische verbinding
van Servië met het buitenland is minstens heel slecht
en het Fransche bericht volgens hetwelk de Bulgaren
door Fransche troepen, die de streek van Stroemnitsa
bezetten, zijn verslagen, draagt geen officieel karakter.
Vanmorgen heeft een Russisch eskader de Bulgaar-
sche havenstad Wama weer onder vuur genomen. Het
Bulgaarsche bericht zegt, dat twee Russische schepen
door het kustgeschut in den grond geboord zijn en
dat de andere schepen, door onderzeeërs achtervolgd,
zich terugtrokken.
Er zijn verder heel wat geruchten. Zoo heet het in
een bericht uit Parijs, dat de onderhandelingen tus
schen Rusland en Roemenië over den doortocht van
Russische troepen, die Servië te hulp zullen komen,
met gunstig vooruitzicht worden voortgezet, maar of
dit bericht juist is valt niet na te gaan.
Ook over het Engelsche ministerie verluidt er veel
bij geruchte. Aan den eenen kant wordt gemeld, dat
alle partijen het er over eens zijn, dat de leiding van
den oorlog moet worden toevertrouwd aan een klei
ner aantal ministers, doch dat er enkel verschil be
staat over de vraag, hoe dit doel bereikt moet wor
den. Aan den anderen kant wordt met stelligheid
ontkend, dat er sprake is van een verkleining van het
kabinet en wordt beweerd, dat het plan is om de reeds
bestaande oorlogscommissie uit het kabinet een meer
officieele positie te geven, zoodat zij zelfstandig kan
beslissen over rechtstreeksche oorlogsmaatregelen, en
alleen indien er nieuwe expedities noodig zijn of er
een geheel nieuwe richting wordt ingeslagen, de be
slissingen aan het geheele kabinet zullen worden on
derworpen.
In het Lagerhuis deelde minister Lloyd George me
de, dat de minister-president Asquith die geheel
hersteld is den 2den November een verklaring
over den oorlog zal afleggen.
De Engelsche, Fransche en Duitsche communiqué's
zijn het er over eens dat de toestand op het Westelijk
oorlogstooneel onveranderd is. Het laatste Fran
sche legerbericht gewaagt opnieuw van van een ver-
geefschen Duitschen aanval ten Oosten van Reims.
Blijkens een officieel bericht uit St. Petersburg heb
ben Engelsche onderzeeërs in de Oostzee vier niet
met name genoemde Duitsche stoomschepen in den
grond geboord.
Op het Oostelijk oorlogstooneel maakte von Hin
denburg een kleine vordering in de Ehma-streek, ter
wijl op het zuid-oostelijk gevechtsterrein de Italianen
zeer geringe voordeden blijven behalen.
DE STRIJD IN BELGIë EN NOORD-FRANKRIJK.
Het Fransche legerbericht meldde gistermiddag:
Ten zuiden van Locs hebben de Franschen door
hun vuur sterke vijandelijke patrouilles teruggesla
gen en uiteengedreven.
In Champagne waagden de Duitschers in den loop
van den nacht een nieuwen aanval op de Fransche
stellingen van het Courtinewerk. Deze aanval mis-
lukte volkomen in het infanterie- en mitrailleurvuur
der Franschen.
Het Duitsche hoofdkwartier meldde gisteren:
Aan den straatweg RijsselAtrecht ontwikkelde
zich gisteravond, nadat de Franschen een mijn hadden
doen springen, een onbeteekenend gevecht, dat voor
ons een gunstig verloop had.
Ten noord-oosten van Massiges drongen de Fran
schen, in een gevecht met handgranaten, over een
smalle strook in onze voorste loopgraven; zij werden
daaruit echter in den nacht weder verjaagd.
In een luchtgevecht schoot luitenant Immermann het
vijfde vijandelijke vliegtuig neer, een Fransche twee
dekker, die met Engelsche officieren bemand was;'zij
werden gevangen genomen.
Twee andere vijandelijke vliegtuigen werden achter
de vijandelijke linie ten val gebracht. Eén daarvan
werd door onze artillerie volkomen vernietigd. Het
andere ligt nog bij Souchez.
(Reeds in een deel onzer vorige oplaag vermeld).
DE KONING VAN ENGELAND AAN HET
FRONT.
De Koning van Engeland bracht gisteren, met presi
dent Poincaré een bezoek aan het Engelsche en
Fransche leger op het front in Vlaanderen en Artois
en aan eenige troepenafdeelingen der geallieerden.
De Koning richtte een dagorder aan de Fransche
troepen, welke door den Franschen opperbevelhebber,
Joffre, ter kennis van alle legercommandanten werd
gebracht. De order luidt als volgt: „Soldaten van
Frankrijk! Ik acht mij gelukkig u mijn diepe bewon
dering te kunnen uitspreken, voor uw heldhaftig op
treden, uw élan, uw volharding en uw schitterende
militaire deugden, het trotsche erfdeel van het Fran
sche leger.
Onder de schitterende leiding van den uitnemenden
opperbevelhebber en zijn bekwame medewerkers, hebt
gij u ten eerste verdienstelijk gemaakt voor uw dier
baar vaderland. Mijn legers zijn er trotsch op zijde
aan zijde met u te mogen strijden. Moge de banden,
die ons verbinden, blijven voortduren, en mogen onze
beide landen steeds innig verbonden blijven.
Soldaten, aanvaardt mijn hartelijke en welgemeende
heilgroeten. Ik twijfel er niet aan of gij zult dezen
reuzenstrijd tot een zegevierend einde brengen en ik
stel er prijs op, u uit naam van mijn soldaten en van
mijn land mijn hartelijke felicitatie en mijn beste wen-
schen te brengen."
DE STRIJD AAN HET OOSTELIJK FRONT.
Het Duitsche legerbericht luidde gisteren:
Legergoep von Hindenburg. Ten zuiden van den
spoorweg AbeliDunaburg drongen onze troepen in
den omtrek van Tymsjany over een breedte van 2
K. M. in dé Russische positie; 6 officieren en 450
man werden gevangen genomen, een mitrailleur en 2
mijnwerpers buit gemaakt. De genomen stelling werd
tegen herhaalde Russische aanvallen verdedigd.
Slechts de kerktoren van Szaszeli, 1 K. M. ten noord
oosten van Garbunowka, werd in den nacht weder ont
ruimd.
Legergroep-Von Linsingen: Ten westen van Tsar-
torysk is onze aanval tot de hoogtelinie Komarof—
Kamiawecki en de hoogten ten zuidoosten van Miede-
viece vooruitgegaan.
De Oostenrijksche staf meldde gisteren:
De verdrijving" der Russen ten westen van Tsjar-
torysk vordert goed, ondanks den hevigen tegenstand
van den vijand.
Overigens niets nieuws.
DE STRIJD TEGEN SERVIë.
Het Duitsche hoofdkwartier meldde gisteren:
Ten oosten van Wisjegrad werd Dobroen vermees-
terd. De legers van von Kövess en von Gallwitz wier
pen den vijand overal terug, waar hij tegenstand
bood.
Met de hoofdmacht van de verschillende legers
werd de linie WaljewoMorawtsjiTopola bereikt,
de Jasenitsja en de Ratsja overschreden en bij Swileij-
natsj de Resada. In het Pekdal werd Neresnitsja ver-
meesterd.
Ten zuiden van Orsowa oprukkende troepen maak
ten in Kladowo twaalf stukken zwaar geschut buit.
Te Ljoebitsjewatsj, ten oosten van Brza Palanka
aan de Donau gelegen, werd directe verbinding met
het leger van Bojadjeff door officiers-patrouilles tot
stand gebracht. De rechtervleugel van laatstgenoemd
leger vervolgde den vijand van Negotin in noordwes
telijke en zuidwestelijke richting.
Om het bezit van Knjazewatsj wordt verder gestre
den.
(Reeds in een deel onzer vorige oplaag vermeld).
Het Oostenrijksche legerbericht meldde gisteren:
Ten oosten van Visegrad veroverden onze troepen
op den vijand de hoogten aan beide zijden van het
grensdorp Dobrunj. Het leger van generaal von Kö
vess drong den vijand terug naar het gebergte ten
noorden van Gm Milanova.
Oostenrijksch-Hongaarsche troepen wierpen hem
met de bajonet uit zijn hoogtestellingen bij Topola.
Het aan beide zijden van de Morawa opereerende
Duitsche leger maakte zich meester van de hoogten
ten zuiden van Raca en dringt voort naar de Mlawa
boven Orsova. Een legergroep is Brza-Palanka bin
nengerukt. Te Kladovo werden twaalf zware Servi
sche kanonnen, groote voorraden munitie, verple-
gingsartikelen en kleederen buitgemaakt.
Afdeelingen van de ten westen van Negotin strij
dende Bulgaarsche troepen hebben verbinding gekre
gen met de Oostenrijksch-Hongaarsche en Duitsche
troepen.
De op Knjazevasj afgezonden Bulgaarsche troepen
streden gisteren in het oostelijk gedeelte dezer stad.
Het Bulgaarsche hoofdkwartier meldde den 25 Oct:
Ons offensief wordt voortgezet over het geheele
front. In Nagotin vonden wij groote voorraden meel
en haver; in de Donauhaven Kussicki ten westen van
Prahovo 4000 wintervesten, 2000 hoofdkappen, 2000
militaire mutsen, 30 kisten met munitie.
Bij Knjazevatsj veroverden Wij vier veldkanonnen,
zes kisten munitie, terwijl we een kapitein en dertig
man gevangen namen.
In het district Kassovo begint de Albaneesche be
volking zich gewapenderhand te verzetten tegen de
Serviërs.
Ten noorden van Oeskjoeb op den weg naar Kats-
janik werden de lijken van 30 Bulgaren gevonden, die
door de Serviërs uit de gevangenis losgelaten en ge
dood waren. Verder zijn 300 Bulgaren uit verschil
lende steden van Macedonië naar Katsjanik gebracht.
De Serviërs doodden een groot aantal Bulgaren die
bij hun tuinen werkten.
Vele Servische families, waaronder 1 verscheidene
Servische officiersgezinnen, zijn te Oeskjoeb geble
ven. De, autoriteiten en hoogere Servische officieren
rieden den leden der Amerikaansche missie en ande
ren vreemdelingen, de stad te verlaten aangezien zij,
daar dé Bulgaren barbaren waren, gedood zouden
worden. Maar tegelijkertijd lieten zij hun eigen ge
zin te Oeskjoeb blijven en zeiden aan de hunnen, dat
de Bulgaren correcte lieden zijn, die hun geen leed
zouden doen.
AAN HET ITALIAANSCH-OOSTENRIJKSCHE
FRONT.
Uit Weenen werd gisteren officieel gemeld:
Bij de voortzetting van de aanvallen op ons kust-
front werden gisteren niet meer zooveel manschappen
in het veld gebracht en zooveel munitie verbruikt als
in de afgeloopen dagen. De vijand aarzelt om zijn
achtergehouden troepen in het vuur te brengen.
Verscheiden aanvalspogingen op de Km-stelling
werden reeds in den aanvang gesmoord en een reeks
aanvallen op het bruggenhoofd van Tolmein werden
afgeslagen. Op den sector Slava werd nu en dan
trommelvuur gericht. Een aanval bij Globna werd af
geslagen. Bij Plava was de Italiaansche infanterie
niet meer in staat te ageeren.
In den zuidelijken sector van het bruggenhoof d van
Görz, dat nog steeds hevig beschoten wordt, drong
de vijand hedenmiddag een klein gedeelte loopgraaf
binnen. In den loop van den nacht verloor hij het
echter weer.
Het geschutvuur op het Doberdo-plateau is aanmer
kelijk zwakker geworden. De aanvallen der Itali
anen aan het Dolomieten-front duren voort. Aanval
len van sterke vijandelijke detachementen op den Col
d'i Lana en den Sief-pas mislukten. Ons hospitaal
te Rovereto werd met brisanigranaten beschoten.
DE TERECHTSTELLING VAN MISS CAVELL.
In het Lagerhuis herinnerde de heer Cecil onder
toejuichingen aan de verklaring van minister Asquith
van 5 Mei, dat verantwoording zou worden geëischt
van alle personen, van wie beweken werd, dat zij En
gelsche gevangenen hadden mishandeld. De heer
Cecil voegdë er aan toe, dat deze belofte ngo steeds
van kracht is en in dubbele mate van toepassing is
op den wreeden moord onder wettigen vorm eener
edele vrouw.
KORTE BERICHTEN.
In het zuidelijk gedeelte van Luzon (het groot
ste eiland der Philippijnen) heeft een typhon gewoed.
Tweehonderd personen werden gedood en 800 ge
wond. Ook is groote schade toegebracht aan den
hennep- en rijstoogst.
De Tsaar van Rusland heeft last gegeven de
namen van den Koning van Bulgarije en diens zoon
van de lijst van de Russische staf te schrappen.
NIEUWE KRUISERS EN ONDERZEEBOOTEN.
Men seint aan het Handelsblad:
Wij kunnen bestigen, dat aan de werf „De Schelde",
alhier, en aan de Ned. Scheepsbouwmaatschappij te
Amsterdam elk is opgedragen het bouwen van een
kruiser. Aan de werf Fijenoord is de bouw opgedra
gen van drie onderzeebooten, groot model, terwijl
„De Schelde" opdracht kreeg voor een onderzeeboot.
VISCH.
Naar de N. Rott. Crt. verneemt heeft de burgemees
ter van Leiden zich tot den Minister van Landbouw
gewend met een adres, waarin er op gewezen wordt
dat de gemeentelijke vischverkoop wegens de hooge
prijzen, die te IJmuiden moeten worden besteed, niet
aan de verwachtingen beantwoordt. Waar de hooge
prijzen voornamelijk hun oorzaak vinden in den uit
voer naar het buitenland, adviseert de burgemeester
den minister voor den uitvoer van visch eenzelfde re
geling te treffen als voor boter, kaas e. a. het geval is,
zoodat dan een bepaald percentage voor het binnen
land verkrijgbaar kan worden gesteld tegen een nor
malen prijs.
BINNENLAND.
PROVINCIALE STATEN VAN
NOORD-HOLLAND.
Ged. Staten hebben een instructie vastgesteld om
trent dé bij het college in te komen bezwaren, beroe
pen, voorzieningen, enz.
Het gemeentebestuur van Spaamdam heeft zich tot
dé Staten gewend met het verzoek te bevorderen, dat
de provincie bijdraagt in de posten van een aanslui
ting aan de drinkwaterleiding van de gemeente Haar
lem.
Spaamdam heeft daaromtrent een regeling getrof
fen met Haarlem, waarbij deze laatste gemeente zich
bereid heeft verklaard een leiding te leggen tot de
grens van Spaamdam, welke leiding met inbegrip van
het meterhuisje 12.000 zal kosten, mits Spaamdam
een jaarlijksche minimum-opbrengst aan watergeld
van 10 pet. waarborgt, alzoo 1200.
Het rijk heeft aan Spaamdam een voorschot ver
strekt van 4000 als dadelijke afdoening op de
12.000 aan Haarlem, zoodat de gemeente Spaam
dam nog 800 per jaar heeft te dragen.
De BURGEMEESTER der gemeente ALKMAAR
brengt ter algemeene kennis, dat door den Minister
van Landbouw, Nijverheid en Handel, met ingang
van 13 NOVEMBER a.s., in afwijking van voorgaan
de regelihgen is besloten:
lo. den prijs van tarwebloem (gebuild, inlandsch,
uitsluitend één soort) te stellen op 18.25 per
100 K.G.;
2o. den prijs van tarwemeel (ongebuild) te stellen
op 15.25 per 100 K.G.;
3o. dat de onder lo. en 2o. vastgestelde prijzen zij
netto-contant, af fabriek of molen, voor bakkei
en dergelijke verbruikers en dat aan tusschenpe
sonen op verzoek eene reductie moet worden to
gekend, als werd aangegeven in 's Ministers b.
schikking van 23 Maart 1.1.;
4o. den maximum-prijs voor brood, met ingang van
18 NOVEMBER a.s. vast te stellen per K. G.
contant, afgehaald aan bakkerij of winkel voor:
a. GEBUILD TARWE-WATERBROOD op 22^
cents;
b. GEBUILD TARWE-WATERBROOD gebakken
onder rabbinaal toezicht op 23 >2 cents (de prij
zen van de andere soorten gebuild tarwebrood
naar evenredigheid)
c. ONGEBUILD TARWEBROOD (bruin brood)
op 19 cents.
ALKMAAR, 28 October 1915.
De Burgemeester voornoemd:
G. RIPPING.
Ged. Staten stellen voor, aan Spaamdam een sub
sidie te verleenen van 200 per jaar.
Op de visscherijschool te Velsen wordt geen school
geld geheven, wat Ged. Staten in 't. algemeen geno
men voor vakscholen een ongewenschten toestand ach
ten.
Waar echter uit het oogpunt van algemeene veilig
heid, goed onderlegde schippers en stuurlieden niet
mogen ontbreken op de zeevisschersvaartuigen en er,
zoolang voor die schippers en stuurlieden geen diplo
ma is verplichtend' gesteld, gelegenheid moet bestaan
de noodige theoretische en practisohe kennis te ver
werven, stellen Ged. Staten voor, aan dé gemeente Vel
sen ten behoeve der visscherijschool een subsidie te
verleenen voor de jaren 1916/18 van hoogstens
1550' per jaar, mits het rijk en de gemeente resp.
ten minste 3100 en 3700 beschikbaar stellen.
Ged. Staten stellen voor aan de Vereeniging tot in
standhouding enuitbreiding dér electro-technische
school te Amsterdam ten behoeve van die school voor
1916 1000 te verleenen mits het rijk 2500 en de
gemeente Amsterdam 2000 beschikbaar stelt; verder
voor 1916 aan de Algemeene Winkeliersvereeniging
te Amsterdam ten behoeve van hare lagere handels
school 3140 mits het rijk 12.560 en de gemeente
9220 beschikbaar stelt.
Het gemeentebestuur van Vlieland verzoekt voor
1916 het subsidie aan de zeevaartschool te venhoogen
tot 2700 om te kunnen overgaan tot verbetering dér
salarissen van het onderwijzend personeel.
Wijl op de staatsbegrooting voor 1916 geen hooge
re bijdrage voor die school is uitgetrokken, adviseeren
Ged. Staten afwijzend op het verzoek te beschikken.
Mr. L. H. W. REGOUTf
Het Stefani-agentschap seinde uit Rome, dat mr.
L. H. W. Regout, aldaar gistermiddag is overleden.
Gisteravond is bij familie te 's-Gravenhage bericht
ontvangen, dat gisteren mr. L. iH. W. Regout, tijde
lijk en buitengewoon gezant bij dén Paus te Rome,
zacht en kalm is ontslapen.
Mr. L. H. W. Regout werd den 27en October 1861
te Maastricht geboren. Hij promoveerde op 22-jari-
gen leeftijd aan de Leuvensche Universiteit als civiel-
ingenieur en in 1896 aan de gemeentelijke Hooge-
school te Amsterdam tot' doctor in de rechten.
Op jeugdigen leeftijd werd hij reeds lid van de
Staten van Limburg en na in 1898 te zijn gekozen tot
lid' van Gedeputeerde Staten dezer provincie, vaardig
de dit gewest hem later af naar de Eerste Kamer, van
welk deel onzer volksvertegenwoordiging hij bleef deel
uitmaken tot 1909, toen aan hem, ter vervulling van
de door het overlijden van den heer Bevers, in het
kabinet-Heemskerk ontstane vacature, de portefeuille
van Minister van Waterstaat werd toevertrouwd. Met
groote energie en werkkracht stond hij daarna circa
vier jaren aan het hoofd' van dat Departement. En
toen na den stembusstrijd van 1913 het Ministerie-
Heemskerk plaats moest maken voor het tegenwoordi
ge Kabinet, werd Mr. Regout kort na zijn aftreden
als Minister andermaal thans door de Staten van
Noord-Brabant, afgevaardigd naar de Eerste Kamer
waarvan hij een der invloedrijkste leden was.
De Maasbode herdenkt in zeer waardeerende woor
den den overleden gezant. Het blad schrijft:
„Maar ook wij, Nederlanders allen en katholiek
nog het meest, wij hebben reden tot groote treurnis.
Er hing veel nationaal belang aan den hoogen post,
welken Exellentie Regout bekleedde; wij hoopten, dat
zijn werk Nederland een hoogelijk begeerde plaats
zou weten te verschaffen bij het vredeswerk, waaraan
de Gevangene van het Vaticaan, zoo zegenrijke lei
ding en bezieling geeft.
Voor deze goede nationale zaak is Regoufs heen
gaan een zwaar verlies.
En onze katholieke staatspartij heeft dan nog bij
zondere redenen tot treuren.
Want/hoeveel Regout ook reeds tot stand gebracht
had, men verwachtte onder ons nog veel van hem, den
nog zoo jongen, geestkrachtigen, strijdlustigen, be
nijdenswaardig begaafden man.
Evenals zijn nog steeds betreurde broeder Exellen
tie Robert Regout, gaat hij, naar menschelijke wijs
gesproken, te vroeg heen, neemt hij te veel hoop van
zijn katholieke landgenooten mede in het graf.
Met dankbaarheid gedenken we de eminente rol,
door hem gedurende een senatoriaal leven van vijf
jaren vervuld vóór zijn Ministerschap.
Vooral dan echter zijn ministerieele werkkring zag
hem in de gelukkige ontplooiing van zijn breeden
aanleg.
Zijn spoorwegbeleid blijft eervol bekend. Zijn