I i DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Van het westelijk oorlogsterreln. Van liet oostelijk oorlogsterreln. Van kat zuidelijk oorlogsterreln. No. 254 Honderd en zeventiende Jaargang. 1915 Abonnementsprijs per 3 maanden f 1.fr. p. post f 1.25. Advertentiepriis 10 ct. p. regel, groote letters naar YRIJDAG i. Brieyen tr. N. V. Boek- en Handelsdrukkerij y.h. HERMs. COSTER 5 ZOOR, Yoordam C9. Telefoonnr. 3. 29 OCTOBER FRANKRIJK. YARIA. NEDERLAND. ALKMAAR, 29 October. Het oorlogsnieuws is heden zeer ongunstig voor de Serviërs, daar het belangrijke vorderingen der Bul garen meldt. Tegen een Bulgaarschen inval heeft Servië zich ge wapend door een vestingdriehoek PirotNisjZaje- car, waarvan de tegenwoordige hoofdstad Nisj de top en de linie PirotZajecar de basis is. Gisteren werd reeds gemeld, dat Knajeswatz, midden-in den driehoek gelegen, door de Bulgaren genomen was, en later kwam het bericht, dat ook de vesting Zajecar, een basis-hoekpunt, in Bulgaarsche handen gevallen was. Heden wordt gemeld, dat na bloedige gevechten dë vesting Pirot door de Bulgaarsche troepen ge vochten is. Terwijl de Bulgaren dus niet meer dan 40 K.M. ten noord-oosten van Nisj staan, (zij hebben daar in een breed front de rivier de Timok overschre den) kunnen ze in het zuid-oosten langs de rivier de Nisava naar Nisj oprukken. Het komt in den oorlog dikwijls anders dan men meent en veelbelovende operaties (men denke maar eens aan de Duitsche om- singelingspogingen op het Oostelijk oorlogstooneel) loopen vaax op niets uit. Maar het lijkt er thans zeer veel- op, dat de val der Servische hoofdstad slechts een kwestie van dagen is. In den Servischen noord-oosthoek zijn de verbin dingen tusschen de Duitsch-Oostenrijksche en Bul- gaarscüe troepen reeds hechter geworden. In den noordwesthoek zijn de Oostenrijksch-Hongaarsche troepen in een breed front over de rivier de Koloebara getrokken. Het Duitsche leger von Gallwitz dringt steeds dieper Servië binnen en- heeft, waar het bij Svilajnats staat, reeds 60 K.M. van het Morawa-dal achter den rug. En bij al dit sombere nieuws is er geen enkel lichtstraaltje voor de Serviërs. Ook van de troepen der verbondenen, welke aanwezig zijn of alsnog zul len komen, hoort men niets anders, dan dat, blijkens een mededeeling in het Engelsche Lagerhuis, luite nant-generaal sir Bryan Mahon het bevel over de Britsche strijdmacht in Servië heeft aanvaard en op dracht heeft gekregen om met de Fransche troepen sa men te werken. Maar zulk een mededeeling maakt den toestand voor de Serviërs niet rooskleuriger slechts een sterke troepenmacht, mits snel gevechts- klaar op dit oorlogsterrein, zou hen kunnen helpen, doch elke dag, dat men hierover niets naders ver neemt, maakt de waarschijnlijkheid van deze hulp ge ringer. Het Bulgaarsche Telegraaf-agentschap deelt mede, dat er twee Russische slagschepen van ongeveer 13000 ton met een bemanning van 731 koppen elk, bij de beschieting van de Bulgaarsche kust tot zinken zijn gebracht. Het St. Petersburgsche telegraaf- agentschap verklaart, dat dit een leugen is en dat de Russische vloot te Sebastopol is teruggekeerd zon der eenige averij te hebben opgeloopen en zonder menschenlevens te hebben verloren. Een officieel Engelsch bericht meldt, dat de Brit sche kraiser „Argyll" (gebouwd in 1914, metend bij na 11000 ton en bemand met 655 koppen) bij de Oost kust van Schotland aan den grond geraakt is, dat de geheele bemanning werd gered en dat men vreest, dat het schip geheel verloren is. Van de oorlogsterreinen is er verder geen nieuws. Adleen zij vermeld, dat het Fransche legerbericht ge waagt van een succes in de Vogezen, waar van den Reichsackerkopf Duitsche loopgraven vernield en Duitsche tegenaanvallen afgeslagen werden. Werd dezer dagen reeds gemeld, dat het Fransche kabinet niet slechts een nieuwen minister van buiten- landsche zaken zou krijgen, maar geheel gereorgani seerd zou worden, thans is gebleken dat dit bericht juist was. Zooals de Radical schreef: „De minister president heeft er zich rekenschap van gegeven, dat het oplappen van zijn kabinet onmogelijk was". Er komt een geheel nieuw ministerie. Een kabinetsver wisseling kan in. oorlogstijd een groot gevaar zijn, maar het kan ook een versterking beteekenen, een be wijs, dat men den oorlog met méér kracht dan tot dusverre wil voortzetten, dat men zich aan de tot dus verre geleverde critiek wenscht te onttrekken en het werk beter poogt te doen. Het schijnt, dat het nieu we Fransche ministerie deze laatste beteekenis heeft. De heer Briand, de groote staatsman, die reeds vroe ger onder moeielijke omstandigheden zich een be kwaam, scherpzinnig bewindsman toonde, wordt als minister-president genoemd. Als minister van oorlog staat de populaire militaire goevémeur van Parijs, generaal Gallieni, kundig militair, op het lijstje en als minister voor marine admiraal Lacage twee vaklieden dus aan het hoofd der belangrijkste kabinet ten. Wij zullen de andere nieuwe ministers maar niet noemen het lijstje is trouwens nog niet officieel doch als algemeenen indruk vaststellen, dat er van een verzwakking geen sprake is, dat deze hervorming ongetwijfeld een belangrijke versterking beteekent en dat de binnenlandsche politieke verdeeldheid niet gun stiger tot oplossing zou kunnen komen. Merkwaardig is, dat den heer Briand, die tot dus verre buitenlandsche zaken niet beheerde, als alge meen secretaris wordt toegevoegd de heer Jules Cambon, naar alle waarschijnlijkheid Frankrijks be kwaamste diplomaat. Wie de heer Jules Cambon is men kan dit het best leeren uit het Fransche Geel- boek. Als waardig en scherpzinnig diplomaat, als oud-gezant te Berlijn, als broeder van den Franschen gezant te Londen, zal de heer Jules Cambon later bij de vredesonderhandelingen voortreffelijke diensten kunnen bewijzen. Later In het Engelsche Lagerhuis is gisteren gevraagd of er officieuze onderhandelingen tusschen verantwoor delijke personen in Londen en Berlijn zijn gevoerd in verband met een eerlang te sluiten vrede en of er tot dit zelfde doel inlichtingen zijn ingewonnen door een neutrale mogendheid. Minister Lloyd George be antwoordde deze vragen beslist ontkennend. Maar minister Henderson heeft gisteren verklaard, dat hij volkomen op de hoogte is van de pogingen, welke thans gedaan worden voor den vrede. Hij ried evenwel ten sterkste aan geen aandacht te wijden aan zulke voorstellen nopens een voorbarigen vrede. DE STRIJD IN BELGIë EN NOORD-FRANKRIJK. Het Fransche middag-communiqué meldde gisteren: In den loop van den nacht hadden slechts eenige weinig beteekenende schermutselingen plaats tusschen patrouilles, welke overal in ons voordeel afliepen. De Duitsche staf meldde gisteren: Legergroep-von Hindenburg: Ten noord-oosten van het plaatsje Karbanofka is de terreinwinst tegen over aanvallen der Russen behouden. Het kerkhof van Szaszali is weder in ons bezit; twee officieren en 250 man zijn krijgsgevangen gemaakt. Ons artillerie vuur liet een vijandelijke aanval ten zuiden van Kar banofka niet tot ontwikkeling komen. Legergroep-prins Leopold van Beieren: Bij Sjirssy mislukte een krachtige aanval der Russen. Legergroep-von Linsingen: Ten westen van Tsjar- torysk werd! Rudlca veroverd. (Reeds in een deel onzer vorige oplaag vermeld). Het Oostenrijksche legerbericht meldde gisteren: tDe bij Tsjartorysk strijdende troepen der bondge- nooten namen 'gisteren stormenderhand het dorp Rud- ka. Overigens valt van het noordoosten niets te berich ten. AAN HET ITALIAANSCH-OOSTENRIJKSCHE FRONT. Het Oostenrijksche legerbericht meldde gisteren: Het artillerievuur van den vijand aan de Isonzo was gisteren weder levendiger. Het Italiaansche der de leger heeft tot dusverre den aanval op de hoog vlakte van Doberdo niet herhaald. Daarentegen zette het tweede leger zijn vergeefsche aanvallen op de ster ke Oostenrijksche stellingen voort en breidde ze uit tot het bekken van Flitsch. Het Dolomietenfront en Zuid-Tirol worden elk door een afzonderlijk leger aangevallen. In den sector Riva zijn voorbereidingsgevechten aan den gang. Op de hoogvlakte van Lafraun werkt de vijand met sap pen. Een aanval op de Oostenrijksche stellingen ten noorden van Weres Lusern werd gestuit door ons ar tillerie-vuur. Voor den Col di Lana mislukten gistermiddag zes bestormingen door de Italianen en eveneens kleine aanvallen van den vijand op de Tre Sassi Fanes-stel- ling aan den noordelijken uitgang van het Travenenz- dal. In de streek voor Flitsch sloegen de verdedigers aan de westelijke helling van den Javoreck een aan val op de versperringen bloedig af. Sterke afdeelingen ageerden tegen de Oostenrijksch- Hongaarsche linies ten zuidoosten van den Mrzli Vrh en tegen Doljev; zij werden echter eveneens af geslagen. Slechts om een gedeelte van een der loop graven is het gevecht nog aan den gang. Een 's avonds ondernomen aanval op het terrein ten noorden van Selo werd gestuit. Pogingen van de Italianen om in het noorden over het kanaal te trekken werden verijdeld. Het bruggenhoofd van Görz werd wederom zwaar beschoten. Een op zichzelf staande aanval van den vijand op den Monte Sabotino mislukte totaal. Verscheiden Italiaansche bataillons, die een aanval deden op den sector ten noorden van den Monte San Michele, werden door het vuur van onze artillerie en onze machine-geweren genoodzaakt terug te vluchten naar hunne dekkingen. DE STRIJD TEGEN SERVIë. Het Duitsche hoofdkwartier meldde gisteren: De legers van von Kövess en von Gallwitz zetten den opmarsch voort. Het leger-von Gallwitz maakte sinds 23 Oct. 2033 krijgsgevangen en veroverde ver schillende mitrailleurs. Het leger-Boadjef heeft Zajecar ingenomen. Ten noorden van Knjazjevatsj is de Timok in breed front door de Bulgaren overgetrokken. Knjazjevatsj is in Bulgaarsch bezit. Een aantal kanonnen werd veroverd. De hoogte Drenova Glava, 25 K. M. ten Noord westen van Pirot, is bezet. (Reeds in een deel onzer vorige oplaag vermeld.) Het Oostenrijksche legerbericht meldde gisteren: Ten oosten van Visegrad dringen de Oostenrijksch- Hongaarsche troepen vooruit. Zij wierpen den vij and aan beide zijden van de Karaula Balun terug over de grens. Twee flankaanvallen van een Montenegrijnsche bri gade werden afgeslagen. De uit Oostenrijk-Hongaarsche troepen bestaande rechtervleugel van het leger van generaal von Kövess, is in een breed front over dé Kolubra getrokken. De Duitschers hebben de bergketen ten noorden van Rudnik overschreden; ten oosten daarvan drin gen op dezelfde hoogte Oostenrijksch-Hongaarsche colonnes aan weerszijden van den weg van Popola naar Krazujewasj voorwaarts. Het leger van generaal Gallwitz maakte zich mees ter van het terrein ten westen van het spoorwegstati on van Lapowo en verdreef den vijand in zware ge vechten van de hoogten ten zuiden en ten zuidoosten van Swilajnasj. Het Bulgaarsche eerste leger heeft Zajecar en Knjacewasj veroverd en strijdt met succes op de hoogten aan den linkeroever van de Timok. Te Knjacewasj werden vier stuks geschut en zes munitie wagens buitgemaakt. Het Bulgaarsche legerbericht meldde gisteren: De Bulgaren hebben na lange, bloedige gevechten de vesting Pirot veroverd. De verbinding tusschen de Oostenrijksch-Hongaarsche legers is tot stand ge komen. HET NIEUWE MINISTERIE. Na verschillende besprekingen is het ministerie overgegaan tot een volkomen herziening van het ka binet, waarvan als premier zal optreden de heer Bri and, die met minister Viviani zal omwisselen. In het nieuwe kabinet zullen enkele der vroegere ministers blijven zitten, maar het zal uitgebreid worden door een beroep te doen op mannen van ervaring en gezag van alle partijen. Het doel is, nog meer dan tot dus verre de eenheid tusschen alle partijen te bevorderen en te handhaven. Als minister van oorlog zal optreden generaal Gallieni, de gouverneur van Parijs. Het volledige ministerie zal zich waarschijnlijk binnenkort aan het parlement voorstellen om een re- geeringsverklaring af te leggen. DE KRUISER „ARGYLL" AAN DEN GROND GELOOPEN. Officieel werd gisteren te Londen medegedeeld, dat de Engelsche kruiser „Argyll" gistermorgen aan de oostkust van Schotland aan den grond is geloopen; men vreest dat het schip ten gevolge van het slechte weer geheel wrak zal worden geslagen. Officieren en bemanning zijn gered. (Reeds vermeld in een deel onzer vorige oplaag). DE TERECHTSTELLING VAN MISS CAVELL. De commissie van buitenlandsche aangelegenheden uit de Fransche Kamer heeft met algemeene stemmen de volgende motie aangenomen, die door den heer Deschanel aan het Engelsche Lagerhuis zal worden overgelegd „De leden dér commissie voor buitenlandsche aan gelegenheden uit de Kamer, diep bewogen over het tragische einde van miss Cavell, richten aan de leden van het Lagerhuis de betuiging van hun eerbiedige bewondering voor de edele heldin en vertolken de ge voelens van smart en verantwaardiging aan al hun ambtgenooten over de terechtstelling." In het Engelsche LageLhuis heeft een lid een vraag gesteld omtrent de wettigheid der terechtstelling van mej. Cavell, in verband met het feit dat Belgie's on zijdigheid was gewaarborgd door de mogendheden, o. w. Pruisen. Minister Grey heeft geantwoord: Het schijnt mij onnoodig in dit geval punten van tech- nisch-wettelijken aard te bespreken. De afkeuring van de terechtstelling, die over de geheele wereld is geble ken, berust op hoogere overwegingen dan van zuiver wettelijken aard. KORTE BERICHTEN. Het Engelsche prijshof heeft het Duitsche jacht Qermania behoorende aan Krupp von Bolden, prijs verklaard. Het Noorsche stoomschip Selma is gisteren in den grond geboord. Twee koppen van de bemanning zijn gered. Men gelooft dat er 19 verdronken zijn. UITVOER VAN SCHAPENVLEESCH. De minister van Landbouw heeft goedgevonden, met ingang van 4 November 1915: in te trekken zijne beschikkingen van 10 Aug. 1915, voor zooveel daarbij ontheffing werd verleend van het verbod van uitvoer van rundvleesch, en van 29 Sept. 1915, houdende ontheffing van het verbod van uitvoer van schapenvleesch te bepalen Art. 1. Uitvoer van rund- en schapenvleesch mag alleen geschieden op vertoon van consenten, afgege ven door de Rijkscommissie van Toezicht op de Var- kensvleeschvereeniging Art. 2. Consenten worden afgegeven aan hen, die als exporteurs van rund- of schapenvleesch zijn inge schreven. Art. 3. Als exporteurs kunnen worden ingeschre ven: a. zij, die reeds in het jaar 1913 regelmatig rund vee of schapen voor export slachtten b. Zij, die als zoodanig nog door de Rijkscommissie van Toezicht op de Verkensvleeschvereeniging wor den toegelaten. Art. 4. Aanvragen, om als exporteur te worden in geschreven, gericht aan den minister van Landbouw, Nijverheid en Handel, moeten op gezegeld papier vóór 1 November 1915 worden ingezonden aan de Rijkscommissie van Toezicht op de Varkensvleeschver- eeniging te 's-Gravenhage (Van Speykstraat 4.) Zij, die krachtens het onder a van het voorgaande artikel bepaalde wenschen te worden ingeschreven, moeten hunne aanvragen vergezeld doen gaan van eene opgave van dé gewichtshoeveelheden geslacht rund- of schapenvleesch, door hen in 1915 geëxpor teerd. Art. 5. Het totaal aantal kilogrammen, waarvoor een exporteur in maximum consenten kan bekomen, wordt telkens voor een periode van vier weken vastge steld. Art. 6. De exporteurs moeten zich verbinden binnen vijf dagen na opdracht van dé commissie voornoemd varkens te leveren, geschikt voor binnenlandsch ver bruik. De geleverde varkens moeten zijn varkens met een minimum slachtgewicht van 100 K. G. De varkens moeten geleverd worden levend, in goedé conditie, vrachtvrij en goed gemerkt, ter plaatse en aan het adres, door de commissie voornoemd te bepalen. Art. 7. De minister van Landbouw, Nijverheid en Handel bepaalt drie dagen vóór den aanvang van een nieuwe periode welke prijs per K. G. slachtge wicht betaald zal worden aan de exporteurs voor de door hen te leveren varkens gedurende de eerstvol gende periode. Art. 8. De minister van Landbouw, Nijverheid en Handel bepaalt eiken Zaterdag tot welk gewichtper centage van de hoeveelheid vleesch, voor welks uitvoer een exporteur gedurende de eerstvolgende week con sent zal worden verleend, hij verplicht kan worden varkens te leveren voor binnenlandsch verbruik. Art. 9. De exporteurs moeten zich verbinden, de b slissing over alle geschillen, die uit de leveringen va varkens, overeenkomstig het in art. 6 bepaalde, vooi i vloeien, te onderwerpen aan de uitspraak van drie door den minister van Landbouw, Nijverheid en Han del te benoemen scheidsrechters en deze uitspraak als bindend te aanvaarden. Art. 10. Zij, die volgens de bepalingen van art. 3 als exporteur worden ingeschreven, zijn verplicht tot het onderteekenen van eene verklaring, waarbij zij zich verbinden tot het nakomen van hetgeen hun krachtens deze beschikking kanw orden opgelegd. Art 11. Elke partij vleesch, voor uitvoer bestemd, moet gedurende de verzending gedekt zijn door een consent, als bedoeld in art. i. Art. 12. De consenten moeten bij het uitklaren aan het laatste kantoor of de laatste wacht door de daar mede belaste ambtenaren der invoerrechten en accijn zen ingetrokken en eenmaal per week des Maan dags rechtstreeks aan de afdeeling Invoerrechten van het departement van Financiën ingezonden wor den, welke afdeeling zorg draagt voor de toezending aan de Rijkscommissie van Toezicht op de Varkens- vleesohvereen iging. Art. 13. De administratie der consenten geschiedt door de Rijkscommissie van Toezicht op de Varkensr vleeschvereeniging. Aan de exporteurs kunnen volgens denzelfden maatstaf, die voor exporteurs van varkensvleesch geldt, administratiekosten in rekening worden ge bracht. Art. 14. Zij, die te eeniger tijd niet voldoen aan het bepaalde in de voorgaande artikelen, kunnen door dë Rijkscommissie van Toezicht op de Varkensvleeschver- eeniging worden geschorst als exporteur. Deze schor sing geldt hoogstens voor den verderen duur der loo- pende periode. Schrapping van een exporteur van de in art. 2 be doekte lijst kan, op voordracht van voornoemde com missie, geschieden krachtens besluit van 'den minister van Landbouw, Nijverheid en Handel. (St-Ct.) KOOL. De Minister van Landbouw, gelet op zijne beschik king van 8 October 1915, nader gewijzigd bij zijne be schikking van 21 October 1915, heeft goedgevonden: onder intrekking van het bepaalde in de 3e alinea van art. 5 zijner voormelde beschikking van 8 October, voor zoover betreft roode herfstkool en gele savoye kool, te bepalen, dat met ingang van 29 October 1915: lo. de exporteurs van roode herfstkool verplicht zijn van elke honderd kilogram, waarvoor zij consent aanvragen, dertig kilogram voor binnenlandsch ver bruik beschikbaar te stellen, tegen den prijs van 3 cent per kilogram; 2o. de exporteurs van gele savoye kool verplicht zijn van elke honderd kilogram, waarvoor zij consent aanvragen, twintig kilogram voor binnenlandsch ver bruik beschikbaar te stellen, tegen den prijs vap 2% cent per kilogram. (St.-Ct.). BINNENLAND. EERSTE KAMER. De Eerste Kamer heeft het wetsontwerp, houdende nadere wijziging van de overgangsbepalingen der Au teurswet, na een verklaring van minister Ort over ar tikel 50c zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Wijlen mr. Regout is in de Eerste Kamer herdacht door den voorzitter en namens de Regeering door mi nister Loudon. DE KAMERVERKIEZING IN IX. De uitslag van de gisteren gehouden stemming ter verkiezing van een Tweede-Kamerlid voor district IX (vac.-Vliegen), te Amsterdam was als volgt: Uitgebracht werden 13.439 stemmen; van onwaardte 176. De heep J. v. d. Tempel (S. D. A. P.) verkreeg 7121de heer W. de Vlugt (anti-rev.) 5897 en de heer D. Wijnkoop (S. D. P.) 421 stemmen, zoodat ge kozen is de heer J. van den Tempel. Gemengd Nieuws. DE AANHOUDER WINT. Voor de vierde maal is in de nabijheid van Sittai een en hetzelfde paard aangehouden, dat men poogd over de grens te voeren. Reeds driemaal is dit beest door den ontvanger der registratie te Sittard ten bate van het rijk verkocht. De laatste maal bracht het nog 395 gulden op. Thans is het dier opnieuw te Sittard gestald om weldra voor de vierde maal te worden geveild. DE ROOVERS DER PRAIRIEëN. In den laatsten tijd werden te Arnhem en in de omgeving herhaaldelijk inbraken gepleegd, waarbij nimmer veel vermist werd, doch steeds verschillende voor de hand liggende voorwerpen waren vernield of beschadigd, soms ook kleinigheden waren meegeno men, die echter ergens in den omtrek waren verstopt. a 4 B!S

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1915 | | pagina 1