1 M Êk Dam rubriek. H H p Voor de laders aan bloedarmoede. m m, m m ons zijn gouden hartje, uit tweeslachtige buisbloem pjes bestaande te midden van vrouwelijke lintbloem pjes, die wit van binnen en roodachtig aan de buiten zijde zijn. Die roode kleur evenwel vindt men meer in den herfst dan in lente en zomer, misschien wel om met die donkere kleur meer van de zonnewarmte te kunnen profiteeren. En het bloempje van het najaar is er niet leelijker om. Voor de vruchtvorming zou het voldoende zijn, wanneer het plantje alleen de buis bloempjes voortbracht, doch idle mooie, fijne lintjes vormen bij avond en bij donker weer een dakje over het hartje van goud, daar ze zich dan naar elkander toe buigen. Zie, daar is een bloempje, dat de buis- en straalbloempjes heeft verloren. Óp het lange steel tje prijkt de kegelvormige, naakte bloembodem, waar van ook de vruchtjes reeds zijn afgevallen en waarom heen nog zichtbaar is het omwindseltje uit een dichte rij van lancetvormige blaadjes bestaande en zoo een fraai schoteltje vormende, waarop het vruchtkegeltje is geplaatst. Ook de bladen van het wortelrozet met hun spatelvorm zijn mooi, en nu beter te zien dan in den zomer, wanneer ze wat al te veel onder het gras zijn verborgen. Het Madeliefje draagt vele namen en is een bij al len bekend plantje. Men noemt het: Kransje, Gras bloem. Margerietje, Meizoentje, Velderbloempje, Koeieolom, Fennebloem, Landjebloem en in de laat- te jaren ook Jalianabloempje, uit welke namen blijkt, dat men dit Florakindje een goed hart toedraagt. Ook de weideboer heeft er niet veel op tegen, omdat het vee dit plantje niet versmaadt. En waar het zich te veelvuldig ontwikkelt, daar weet men door goede bemesting den grasgroei te bevorderen en daardoor de madeliefjes te verdrijven of sterk te verminderen. We brengen hiermede dit vriendelijk composietje on zen herfstgroet en we roepen het toe: Vertoon u niet al te fier en te trotsch op uw stengel, want alle dagen kunt ge verwachten- den ijzigen wind, die u zal* doen bevriezen en vergaan En nu zullen we in December zien, wat er dan nog over is. J. DAALDER Dz. STADN1EUWS. DE DAGERAAD. Woensdagavond had in de Harmonie de eerste bij eenkomst in dit seizoen van de afd. Alkmaar der vct- eeniging „de Dageraad" plaats. De voorzitter de heer R. Zomerdijk heette de aanwe zigen hartelijk welkom, hoewel hij het betreurde, dat de opkomst niet g rooter was. Spr. hoopte, dat de heer Havers en het Vrije Tooneel zouden bijdragen om dezen avond de vrije gedachte meer te brengen onder de menschheid dan ooit tevoren, juist nu de kerken trachten met hun dogma's verder en verder in de menschheid door te dringen. Vervolgens gaf spr. het woord aan den heer W. Ha- vers, den wensch uitsprekende dat de Dageraad al was het slechts enkele, leden meer zou gaan tellen. Daarna sprak de heer W. Havers over het onder werp: „Waarom Vrijdenker". Spr. wilde enkele dingen behandelen, die vooral voor het oogenblik van zoo groote beteekenis zijn, n.l. over den onmenschelijken godsdienst der Chrisie- nen en over de goddelooze menschheid van de vrij denkers. Naast de verwarde economische omstandigheden, naast de ontwrichting op economisch gebied, ziet spr. de nog vreeselijker ontwrichting op geestelijk ge bied. Meende men dat de menschheid geestelijk voor uitging, we zien nu een ontwrichting van den geest. Toen we in 1914 voor den vreeselijken oorlog werden geplaatst zag men, dat de verantwoordelijke personen de schuld van dit gebeuren van zich af trachtten te schuiven. Spr. wilde in verband hiermee spreken over de vrije gedachte tegenover de Christelijke kerk en het geloof, hij wilde niet zeggen tegenover den godsdienst, omdat godsdienst zooiets heel anders is dan wat de Christe nen ervan maakten. De voor den oorlog aansprakelijke personen scho ven die verantwoordelijkheid op den God. Hieruit merkt men dat men de verantwoordelijk heid niet aandurfde en daarom afwierp op een on controleerbaar iets, wat men den naam „God" geeft. Men vraagt zich daarom af, hoe het Christelijk geloof staat tegenover den oorlog. Spr. meende, dat elk dogma bij slot van rekening zelf de gevolgen na zich zal sleepen, omdat het iets is dat van den eenen mensch aan den anderen wordt gegeven, zonder dat men zelf nadenkt. De achteruitgang in het geeste lijk leven van den laatsten tijd moet worden toege schreven aan dat dogma. Wanneer men echter wer kelijk religieus voelt uit eigen overtuiging, dan zal spr. daarmee gaarne accoord gaan, Spr. verzette zich er echter tegen dat men meent, dat wie de „echte" godsdienst niet bezit, verdoemd is. Wanneer men het tegenwoordig gebeuren beziet dan stelt men de vraag: welke schuld draagt de kerk aan deze catastrophe? Spr. meende dat dit komt, doordat de menschen reeds tweeduizend jaar achtereen ge bracht zijn op de hoogte dat ze niet zelf mochten den ken en de meest wonderlijke verhalen op gezag moes ten aannemen. 'In het algemeen zit er in de menschen een idee voor dat ze aannemen wat hun van hoogerhand wordt op- ;elegd, zonder zelf te denken. dat hij wist, dat Vivien haar engagement met Selwyn Harpur verbroken had; maar, zooals zij tot mevrouw Marlow zeide, „dat moet hij anders maar zelf uitvin den, als 't hem belang inboezemt," en zoo openbaarde zij haar eigen wenschen in deze zaak als er nog aan getwijfeld kon worden. Maar Stott sprak nog steeds niet ofschoon, nu Hugo's herstel hem gerust stelde, zijn liefde voor Vivien uit ieGcren blik sprak, dien hij op haar wierp. ,,'t Is mogelijk, dat hij zoo aanmatigend is, dat hij reeds zeker van haar toestemming meent te zijn, zon der iets te zeggen", dacht mevrouw Eady wanhopig. Op een mooien middag tegen het einde van tie maand kwam mevrouw Marlow met den ponywagen om Hugo voor een rijtoer af te halen. Misschien was het een samenzwering tusschen haar en mevrouw Eady, dat zij Vivien niet vroeg om mee te gaan. Dien middag kwam Stott bij mevrouw Eady, terwijl zij op het grasveld zat te naaien. „Denkt u dat mijnheer Jago de villa wil verkoo- pen?" vroeg zij. Hij keek haar wenkbrauwfronsend aan. „Ik weet het niet", zei hij. „Zou u 't eens voor mij willen onderzoeken zei zij los weg. „Zeker, ik zal het Jago vragen", zei hij „U wilt haar zeker niet voor het volgende jaar hebben „Ik zou het graag zoo gauw mogelijk in orde heb ben", antwoordde zij, gebogert- over haar werkmandje. „Ik moet mijn huisheer in Kensington een hali laai te voren waarschuwen, en den volgenden Zaterdag is het de 29ste. Wij moeten vóór dien datum naar de stad terug." „Zoo gauw al?" zei hij verwonderd. Na eenige oogenblikken stond hij op, en begon op het gras heen en weer te loopen. „Is er eenige reden", vroeg hij plotseling, „waarom ik niet met juffrouw Eady zou spreken?" Was dit niet het geval geweest, was de vrije over tuiging meer doorgedrongen, dan zou van zulk een gebeuren geen sprake kunnen Zijn, meende spr. Toen men in den eersten tijd van den oorlog bemerk te dat ook onder de religieuzen de vraag naar yoren kwam: „Waarom laat God dit toe", moest naar ar gumenten gezocht worden om den oorlog te verdedi gen. Men zei o. a., dat God het noodig achtte de mensch heid te straffen, omdat de zij achteruit ging en de kerken minder bezocht werden, verder door het voetballen op Zondag, de korte rokken- en de lage hal- zen-mode in de dameskleeding, zooals het blad „Ro me schreef. Men vraagt zich dan af, waarom juist Neder land gespaaid bleef, terwijl de andere landen in den oorlog ;wi1 keld werden. Verder werd gezegd, dat God wel zulk een straf moest opleggen, omdat de menschheid ertoe kon ko- uien te Brussel een standbeeld op te richten voor den oekenden Spaanschen vrijdenker Ferrer. Ten slotte kwam er systeem in het afschuiven van de verantwoordelijkheid, welke werd overgebracht op de vrijdenkers. Door Ds. Wisse uit Bodegraven werd in een brochure aan het ongeloof definitief de schuld van den oorlog gegeven. Wanneer men een God wilde blameeren, dan moest men, zei spreker, zeggen dat om enkele ongeloovigen, inillioenen menschen worden geofferd. Dan zou het, meende hij, toch veel rechtvaardiger zijn, wanneer het Opperwezen alleen de goddeloozen strafte. Ieder, die erkent, dat in het tegenwoordige wereld gebeuren niet de wil van een God tot uiting komt, be hoort, zoo vervolgde spr., front te maken en den strijd tegen het dogma te aanvaarden. Het is de plicht van den vrijdenker te strijden tegen het kerke lijk dogma, dat een der oorzaken is, dat het volk niet in verzet is gekomen tegen den oorlog. Ook moet de vrijdenker zich kanten tegen de verkeerde uitlegging van het begrip vaderlandsliefde. De strijd van den vrijdenker is in de eerste plaats tegen het dogma. In dezen tijd hebben ook de vrij denkers den strijd laten rusten. Nu moet men echter weer met kracht de denkbeelden die men voorstaat ver dedigen, omdat slechts zóó verbetering kan komen. In verschillende opzichten ziet men reeds de in vloed van de vrijdenkers. Spr. herinnerde aan de eedskwestie, de belasting van goederen in de doode hand. enz Doch ook de vrijdenkers zijn gemakzuch- men is niet van moeite gediend. Tenslotte zei spr. te hebben getracht te bewijzen dat het dogma de menschen op den verkeerden weg brengt Elk vrijdenker doet liever een verkeerde daad lartoe hij komt door eigen denken, dan dat hij een 'de dmd zou verrichten hem door een of ander -n i pvplegd De vrijdenker zal door zijn eigen denken inzien, dat hij verkeerd deed en hiernaar kun nen handelen. 3nr hoople dat a'le aanwezigen zouden meewm ken om de vrije gedachte te stellen tegenover het dog ma. (Luid applaus.) •'an de gr i geilheid tot vragen stellen werd geen zebruik gemaakt Na de pauze werd door 't Vrije Tooneel" opge voerd „Een Herder', een tooneelspel van Jan Bruy- 'ants dat evenals de rede van den heer Havers veel bi'val vond. AAN DE DAMMERS 1 Met dank-voor de ontvangen oplossingen van pro bleem No. 3ó2 (auteur P. Kleute). Stand: z.vvai ii, ii4, ZU en 2 uanmien op io en 20. wu. ii, zi, zj, Zoi 32, 34, 38, 39, 44, -»io. 1. 48—42 1. 26 48 2. 28—22 2. 13 16 3. 23—19 3. 14 :23 4. 17—12 4. 7 18 5. 47—42 5. 48 28 6. 39—33 6. 16 29 7. 33 33 en wint. Goede oplossingen ontvingen wij van de heeim: W. Blokdijk, G. Cloeck, P. Dekker, D. üerimg, J Houtkooper, G. van Nieuwkuijk, H. Zaadnoordijk te Alkmaar, S. Homan, Wijde Wormer, H. E. Lantin- ga, Haarlem, C. Moeijes, Eindhoven. DE WEDSTRIJD OM HET MEESTERSCHAP. Het minste aantal punten behaalde G. L. Gort mans. Een zeer bijzonder, geniaal en professoraal damspel van 20 jaar. Hij speelt soms de meest zon derlinge zetten in de opening, komt daardoor in de meest onregelmatige standen, doch wee de tegenpar tij als die hem eenige kans geeft. De meest verras sende combinaties volgen dan. Sommigen partijen speelde hij met groote onverschilligheid en nonchalan ce. Hij kan echter veel beter. Ook van zijn schitte rende studies en problemen hopen wij nog dikwijls te genieten. Wij laten er hier een tweetal van zijn hand, volgen, die voorkwamen in de „Damschool." „Zoo ver ik weet, niet", zei mevrouw Eady. „Zij zal denken, dat ik een list gebruikte, om haar hier te krijgen", zei hij aarzelend. Mevrouw Eady vond 't niet noodig iets te zeggen. Zij glimlachte alleen. Waar is zij heen gegaan?" vroeg hij driftig, Dat weet ik niet", zei mevrouw Eady, „maar het zou me niet verwonderen, als u haar cp 't tusschcn- dek" vend." Vivien keek van haar boek op toen hij aankwam; zij zag, wat in zijn oogen te lezen stond, en sloeg de hare neer. Hij ging naast haar zitten en nam haar handen. Het boek viel op den grond, maar niemand lette er op. Er werd niets gezegd. „Wanneer heb je 't geweten?" vroeg hij nu. „Toen ik je hier met mevrouw Fleming zag", ant woordde zij. Hij keek haar vragend aan; een oogenblik vroeg hij zich af, of zij gerust gesteld moest worden. „Het spijt me voor haar", zei zij. en meende het ook. Hugo kwam vroolijk van zijn ritje terug. Me vrouw Marlow keek mevrouw Eady aan, die alleen op het gras zat. „U blijft toch zeker thee drinken", zei mevrouw Eady. Mevrouw Marlow bloosde, ging naast haar zitten en zij begTinm over blouses te praten Stott en Vivien kwamen den tuin van den kant van Rosemorran, maar de twee dames letten niet op hen. „U ziet er beiden uit, of u 't naar den zin heeft," zei Hugo met iets van zijn oude plaagmanier, en toen hield hij op; want, toen Vivien dichter bij kwam, zag hij, dat zij gehuild had. Maar toch zag zij er niet ongelukkig uit. Hugo keek Stott aan, die hem ernstig wenkte en zij gingen het huis in. „Hugo," zei Stott, „we zitten in een moeilijkheid, en jij moet er ons uithelpen. Veronderstel,'dat ik met juffrouw Eady zou trouwen." WA WM s//M W/a //y v/jm wm ww wm. wm wm mm. m W/ Aw. AA. Zw. 3, 5, 8, 10, 12, 13, 15, 18, 20, 26, 27. W. 24, 28, 29, 30, 33, 35, 36, 39, 41, 42, 47. Wit speelt 3934 en zwart meenende een aardige winst te maken liet volgen 1319, wit 24 31 zwart 26 46 (op 26 48 speelt wit 3025, 25 14 en 35: 2.) Na 26 46 speelde wit ook 3025 en Zwart moest slaan van 46 naar 14. Wit 33—28 (zw. 14 :30). w. 25 14 zw. 10 19 en wit wint door 35 2. Een merkwaardig stukje met fijne oplossing is het volgende. M «I 1 m yW Zw. 8, 9, 10, 13, 19, 24, 29, 40 en dam op 16. W. 21, 22, 25, 28, 33, 35, 38, 42, 44, 49. Wit wint doof: 1 49- 43 1. 16:18 of 16:23 2 43—39 2. 40 49 3. 39—34 3. 49 23 of 49 18 4 33—28 4 23 30 5. 25 5! Prachtig. De damwereld verwacht nog heel wat van Gort mans. Moge hij die verwachting niet beschamen! Ter oplossing voor deze week: Probleem 363 van N. N., uit het vierde concours van ,.Le jeu de Dames" W, Zw. 2, 7, 8, 9, 10, 12, 13, 16, 19, 20, 24, 26, 36. W. 11, 22, 27, 29, 32, 33, 34, 35,87,38,40,43,48. Aan dit probleem is een aardig eenvoudig eindspel verhonden dat ook moet opgelost worden Oplossingen vóór of op 11 November, Bureau van dit Blad. INGEBONDEN STUKKEN. Mijnheer de Redacteur Nu de heer Stadt de Duitsche misvatting van de diepe verontwaardging bij alle niet-Duitsch-denken- den over het fusilleeren van Miss Cavell in uw b1ad van gisteravond nog eens herhaalde, zou ik gaarne te gen die gansch verkeerde voorstelling het volgende aanvoeren Het recht van elke oorlogvoerende mogendheid, dus ook van Duitschland, om mannelijke of vrouwelijke spionnen, na een behoorlijk gevoerd proces schuldig bevonden, te fusilleeren, wordt door niemand bestre den. Miss Cavell was echter geen spion en werd, zelfs niet van spionage beschuldigd. Zij heeft te Brussel Belgen in haar huis verborgen en geholpen bij hun Hugo's mond ging open, en hij staarde hem aan. Toen begon hij op en neer te springen. „Wees nu kalm", zei Stott; „het is een ernstige zaak. Hoe zou je haar moeten noemen?" Hugo stond op één been, keek grinnikend van hem naar tiaar. „Ik denk, dat ik haar „mater" zou moeten noemen", zei hij. Toen zag hij, dat hij er in geloopen was. Hij keek met neergeslagen oogen naar Stott en zijn ge zicht vertrok. Vivien sloeg haar armen om hem heen. Stott sloop de kamer uit. Hugo huilde even tegen Vivien's schouder. „Dwaze jongen", zei ze, haar wang tegen de zijne wrijvend. „O, jullie twee!" barste hij uit, en wreef met zijn knuisten in zijn oogen. Toen mevrouw Marlow Vivien feliciteerde, zei zij: „Ik weet niet of ik verontschuldigingen moet maken tot iemand of voor iemand. Zonder de zuster van Gus zou Hugo niet ziek zijn geworden, en toch Vivien zei, dat ze geen reden had om boos te zijn op mevrouw Fleming. „Neen, dat is zoo," zei mevrouw Marlow ondeu gend. „Maar 't was toch een heel leelijke daad. Ziet u," ging ze op vertrouwelijken toon voort, „Gus is in alle opzichten best en ons huwelijk is werkelijk uit liefde gesloten, maar zijn familie is niet heelemaal Zij keek geheimzinnig rond. „Papa gebruikte soms een uitdrukking; ofschoon hij predikant was, hield hij van sterke woorden, zooals veel heeren van de oude school. Nu hij zou gezegd hebben, Elsie Fleming is niet hee lemaal" zij bloosde diep en kwam dichter bij Vi vien „goed wijs!" EINDE. Het is een zeer verspreide meening dat de lijders aan bloedarmoede en andere verzwakten sterk ge voed moeten worden. Men tracht hen te overvoeden en men geeft er zich geen rekenschap van dat men hen nog meer verzwakt door hun maag geheel van streek te brengen. De lijders aan bloedarmoede en andere verzwakten hebben vooral behoefte aan een uitgezoeht voedsel, dat zeer rijk is in een kleine hoeveelheid, in plaats van veel voedsel waarmee hun maag overvuld wordt. Met een licht maar zeer rijk voedsel, late men dan den zieke de behandeling der Pink Pillen vol gen, zoodat het arme bloed van den lijder op zijn normale samenstelling komt. Wanneer dan de zieke weer in het bezit is van een rijk en zuiver bloed, zullen alle ongemakken verdwijnen en bestaat de bloedarmoede niet meer. Ontbreekt het u aan levenskracht, aan weerstands vermogen, neemt dan de Pink Pillen, want zij be vatten zoowel het een als het ander. De Pink Pillen zijn onovertroffen tegen bloedar moede, bleekzucht der jonge meisjes, maagkwalen, plaatselijke pijnen zenuwpijnenzenuwuitputting, neurasthenie. De Pink Pillen zijn verkrijgbaar k f 1.75perdoos, en f 9 per zes doozen bij het Hoofddepot der Pink Pillen, Dacostakade 15, Amsterdam. Te Alkmaar bij Nierop en Slothouber, Langestraat 83. pogingen o mvia ons land zich bij hun voor hun va derland strijdend leger te voegen. Nu is het verschil in opvatting tusschen Duitsch-denkenden en de rest der menschheid dit, dat van Duitsche zijde deze Bel gen als Duitschers worden beschouwd, die naar den vijand willen overloopen,— als verachtelijke landver raders dus terwijl toch ieder ander erkennen moet, dat hoe ook het formeele recht in deze zij, die Belgen blijk gevern van moed en liefde voor hun vaderland. Dat van Duitsche zijde de uitsluiping van kriegstüchti- ge Belgen wordt tegengegaan is natuurlijk; dat de Duitschers ze echter als gemeene misdadigers be schouwen, zonder eenig menschelijk gevoel voor hun standpunt, is hetgeen wat afstoot. Van Duitsche zij de is echter consequent op die wijze doorgeredeneerd: Miss Cavell heeft Duitschers geholpen zich bij den vijand te voegen. Ware dit zoo, had zij, een Engel- sclie, werkelijk Duitschers geholpen bij landverraad, dan was het doodvonnis, zelfs tegenover een vrouw, al gold het dan oók gein spionage, te verdedigen ge weest, daar dit van Duitsche zijde als een groot mo reel kwaad moest worden beschouwd. In dit geval echter is de factir van het moreele kwaad zoowel bij Miss Cavell als bij haar beschermelingen voor den objectieven beschouwer geheel afwezig. 1 Iet was integendeel een daad van grooten moed en vaderlandsliefde. Een ook maar eenigszins edelmoedi ge vijand zou dat wel begrepen hebben. Door gevan genneming van Miss C. zou voorkoming van verdere schade aan Duitsche belangen evenzeer zijn bereikt. Nu koos men echter als offer tot het doel. „Schrecken einflössen" een nobele vrouw, in wie geen moreele schuld was, die ook Duitsche gewonden liefderijk ver pleegd' had en die het zonder behoorlijk proces tegen haar uitgesproken doodvonnis, met stillen heldenmoed droeg. Voor niet-Duitsch denkenden wordt het geval door de Duitsche verdediging nog verzwaard, de gelijkstel ling met de twee door den heer S. genoemde verachte lijke spionnen doet zien hoe zwak men hierin van Duitsche zijde staat. De eerste heentte niet Margaretha Schmidt, maax Marguerite Smitt, zij was een Fran?aise, die, niet eens arm zijnde, haar eigen land voor een paar honderd mark verried. De 2cle was een Duitsche be roepsspion, in wier zak een brief van den Duitschen officier gevonden werd, aan wien zij, die in Frankrijk jarenlang als onderwijzeres werkzaam was en die in Fransche families verkeerde, stelselmatig militaire in lichtingen gaf. Beide vrouwen werden na behoorlijk gevoerde processen gevonnisd en gefusilleerd. Het fusilleeren van een vrouwelijke spion zou men ook den Duitschers niet ten laste leggen. Zoo het waar is, dat te Londen Hollanders, dip Duitsche spionnen waren, van Duitsche zijde gekocht en betaald, zijn gefusilleerd, dan zullen hun familie en vrienden wel gegronde reden hebben om dat feit liever diep te verzwijgen dan er zich over te beklagen. Uit den aard der zaak bemoeit de Nederlandsche re geering zich met hun lot op geenerlei wijze. Eenig punt van vergelijking met de zaak van Miss Cavell biedt hun geval niet aan. Met dank voor de plaatsing L: VAN DER HOEVEN. BURGERLIJKE STAND. HARENKARSPEL. October. Geboren Andreas, z. van NicoLaas Nolten en Jansje Groen. Jannetje, d. van Etse Kleijer en Ma ria Martha Schenk. Cornells, z. van Comelis Schuit en Anna Schuurman. Comelis, z. van Jan Zijdewind en Neeltje Bijpost. Arie, z. van Jan Schouten en Geesje Bakker. Willebrordus, z. van Johannes Bes en Aaltje Admiraal. Gerarda, d. van Jacobus Bruin en Aagje Koning. Cornelia Alida, d. van Nicolaas Jonker en Maartje Engeringh. Jo hanna, d. van Jacob Bakker en Maria Rietveld. Wilhelmina, d. van Johannes Gieling en Trijntje Hoo- geboom. Jan, z. van Jacob Karsten en Antje Put. Ondertrouwd Nicolaas Wester en Catha- rina Bleelcer. Ondertrouwd en Getrouwd: Simon Kos- sen en Grietje Kuijper. Overleden Barbera Wiedijk, wed. van Simon Makal, 72 j, Neeltje Portegijs, echtgen. van Louis Dockes 41 j. Levenloos aangegeven kind van het vrouwelijk geslacht van Johannes Hendrikus Theodo- rus Baas èn Maria Groot. Maria Borst, 26 j, on gehuwd. Simon de Graaf, weduwnaar van Maartje Hittema, 77 j. Neeltje Kneijsberg, wed. van Reijer Roos, 77 j. Hendrik Borst, weduwnaar van Trijn tje Schoenmaker, 73 j. SCHERMERHORN. October. Geboren Johanna, d. van Pieter Plas en Dieu- wertje Beek Martinus, z. van Pieter Modder en Debora de Ruijter. Overleden Jacob Beets, 70 j., echtgen. van Johanna Margaretha Walch. ZUID-SCHARWOUDE. October 1915. Qeboren: Comelis, z. v. Jan Kostelijk en Anna Glas. Overleden: Mietje JBakker, echtgenoote van Petrus Langendijk oud 49 jaar. Adolf van der Stuijft oud 9 maanden. Pieter van de Pol, echtgenoot van Sierkje Oudhuis, 47 jaar. WINKEL. October. Geboren Hendrika, d. van Hendrikus Ros- man en Heintje Smit. Gehuwd Pieter S'ikker en Cornelia Kaaij - Dirk Johannes Geuzenbroek en Maria Johanna Wit- lam. Klaas Nap en Jannetje Kaashoek. Overleden: Pieter Vries, 89 j., weduwnaar van Maartje Slooves. JJ i 6 S 1 11 'mm W. V/

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1915 | | pagina 10