DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Van het zuidelijk oorlogsterrein. Van bet oostelijk oorlogsterreln. Van bet westelijk oorlogsterreln. MELKV OORZIENIN Ct. 10 cent per liter. No. 269 Honderd en zeventiende Jaargang. 1915 JbonnenMtsfiiis ptr 3 roaaota f 1—, Ir. p. post f 1,25. JdyertatlBrts 10 ct. p. regel, groote letters naar plaatsrnimte. Brleron Ir. N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v.h, HERBS. COSIER S ZOON, ïoerJanr C 0. Telefoonnr. 3. DINSDAG 16 NOVEMBER ENGELAND. NEDERLAND. ALKMAAR, 16 November. In het Engelsche Lagerhuis heeft de afgetreden mi nister Churchill wien de minister-president warme hulde bracht zich gerechtvaardigd. Hij betoogde, dat hij de openbaarmaking van de feiten, welke men hem ten laste heeft gelegd, niet behoeft te vreezen en dat de Dardanellen-actie een weloverwogen plan is geweest, zoowel door Engelsche als Fransche deskun digen goedgekeurd. Sprekende over de toekomst zei- de hij, dat de veldtocht van 1915 was beheerscht door gebrek aan munitie en dat die van 1916 zal worden beslist ten nadeele van Duitschland door gebrek aan manschappen. Het is, ten einde den oorlog te win nen, niet noodig om de Duitsche linie terug te drijven over het geheele grondgebied, dat zij in beslag heeft genomen, evenmin om er doorheen te breken, daar men zich met vertrouwen kan verlaten op de goedge- grondveste heerschappij ter zee en de snelle en ont zaglijke verwoesting van Duitsche jonge mannen. En geland vormt de reserve voor de zaak der verbonde nen en de ure is thans aangebroken om deze reserve ten volle in de schaal te werpen. „Het is wel teleur stellend voor ons, zeide de heer Churchill, waar te nemen hoe een regeering als de Bulgaarsche door een onpartijdige beschouwing van haar kansen" tot de overtuiging is gekomen dat de zege aan de centrale mogendheden zou zijn. Enkele dier kleine staten zijn onder de hypnose gekomen van de Duitsche militaire praal en preciesheid. Zij zien de episode. Zij zien niet, of beseffen niet, het vermogen van het oude machtige volk, waartegen Duitschland krijg voert, om tegenslag te verduren, teleurstelling en mistasting te boven te komen, zijn kracht te hernieuwen en met inspanning van alle krachten en mateloos lijden voort te gaan ter volbrenging van de grootste zaak waar voor ooit mannen hebben gevochten." Wij weten nog niet of er tegen deze rede oppositie is gevoerd, maar kunnen ons kwalijk denken, dat zij in parlement en pers geen tegenstand zal ontmoeten. Immers de heer Winston Churchill is voor velen in Engeland altijd het enfant terrible geweest en men vergeeft hem niet licht de optimistische voorspellin gen, welke hij in dezen oorlog heeft gedaan. Naar het Rcuter-uittreksel van zijn oratio pro domo te rekenen heeft hij ook nu weer rijkelijk veel vuurwerk gebezigd, mooie woorden gebruikt, die wel goed klinken, doch die geen overwinning brengen. Zoo maakt hetgeen hij zeide over de Engelsche reserve en de Duitsche or ganisatie wel een vreemden indruk. Waar ontbreekt het Engeland meer aan1, dan juist aan reserve en or ganisatie? Zou de gebrekkige Engelsche organisatie niet de hoofdoorzaak van de mislukking der Darda nellen-actie en van zooveel andere mislukkingen zijn? Zeer toevallig maar terecht merkte de militaire me dewerker van de Haagsche Nieuwe Courant gister avond op, dat het de groote tegenstelling in organisa tie, het A. B. C. der oorlogvoering, tusschen Engel- schen en Duitschers is, dien het eerstgenoemden tegen hun tegenstanders doet afleggen. Indien Engeland zich lang te voren een volksleger had geschapen en niet in zijn gebrekkig vrijwilligersstelsel had volhard, had het met Frankrijk samen met overweldigende meerderheid in West-Europa tegen Duitschland kun nen optreden en dien vermoedelijk reeds lang verplet terd. Dan zou men nu niet het beschamende schouw spel zien van vrijwilligers, die tot dienstplicht wor den gedwongen, dan zou lord Balfour niet behoeven te verklaren, dat de eigenlijke verdediging van Lon den binnenkort voltooid is, maar dat men nu gebrek aan materiaal en geoefend personeel heeft, dan zou Londen, als Parijs, van de luchtaanvallen vrijwel ver schoond zijn gebleven. „Doch Frankrijk, zoo besluit deze deskundige medewerker, ook in andere opzichten goed georganiseerd, kan alles niet alleen. Willen bei de machtige rijken Duitschland overwinnen, dan moe ten zij gelijkelijk offers brengen op het altaar der va derlandsliefde. Dan, wellicht, zal de eindoverwinning him zijn." De militaire medewerker van de Times betoogt, dat men in het vervolg beter te werk moet gaan dan in het verleden, maar hij stelt voorop, dat er goed ge zorgd moet worden voor de verdediging van het va derland. In the New Statesman kwam dezer dagen een brief voor van een Franschman, die er over klaagde, dat Engeland wel geld leent en munitie maakt, doch aan Frankrijk de doodelijke plaats van de loopgraven overlaat, waarvan Engeland slechts een zesde deel be zet. Tusschen bondgenooten zijn er geen huurlingen en is het billijk, dat Engeland zijn offers aan bloed beperkt met een beroep op zijn offers aan geld en mu nitie? vroeg de schrijver. De redactie van genoemd Engelsch weekblad ver klaarde te gelooven, dat de inzender in hetgeen hij schreef een zienswijze weergaf, welke vrij algemeen in Frankrijk is, doch in Engeland moeielijk kan wor den aanvaard. Waar blijft het, aldus betoogde de re dactie, dat er voor Engeland bij lange na niet zooveel op het spel staat als voor Frankrijk, dat in het geval van een volledige overwinning Engeland er minder bij winnen zal dan Frankrijk en dat, wat er ook moge gebeuren, Engeland ook minder te lijden zal hebben dan Frankrijk. En Engeland bezet in het Westen wel is waar slechts een zesde van de loopgraven, doch het vecht nog op andere oorlogsterreinen (maar Frankrijk dan niet?) en op zakelijke gronden moet worden uitgemaakt of een millioen Engelschen de zaak der verbondenen meer in khaki of in politiek zul len baten. Op het Westelijk oorlogstooneel doen de Duit schers plaatselijke aanvallen, welke geen vorderingen opleveren en zij bereiden blijkens de artillerie-actie meerdere voor. In het Oosten blijven de Russen succes hebben bij Riga en Dunaburg, terwijl de Oostenrijkers verklaren, dat de strijd van vier weken aan de Styr bij Tsaroiisk thans met een volledig Oostenrijksch succes geëin digd is. Het Russische communiqué meldt dat in de afgeloo- pen maand de Russische troepen aan het front in Rus land 674 Oostenrijksche en Duitsche officieren en 49,200 soldaten gevangen genomen hebben een be wijs te meer, hoe verkeerd de Duitsch-Oostenrijksche voorstelling is geweest, dat men den Russischen tegenstand voorgoed gebroken had. Op het Servisch oorlogstooneel bezetten de Bulga ren in het dal der Toplitsa de stad Roekoepij e, 20 K.M. ten zuidwesten van Sofia gelegen. Griekenland heeft de entente nog steeds niet bevre digd ten aanzien van hetgeen er zal geschieden met op Grieksch grondgebied vluchtende Servische, Fran sche en Engelsche soldaten, het heet dat de minister president Skoeloedris zoekt naar een voor alle partij en bevredigende oplossing. Inmiddels wordt er in de bladen der entente gedreigd, dat de Grieksche regee ring wel moet weten, wat ze wil, daar de entente in staat is maatregelen van emstigen aard te nemen. Volgens de Temps zal lord Kitchener het opperbe vel over de Engelsch-Fransche strijdkrachten in het Oosten op zich nemen. Of hij den titel van „minister van oorlog" zal behouden, acht het blad bijzaak. Hoofdzaak is, dat de op Gallipoli, in Servië en Azia tisch Turkije verloren gegane tijd door eenheid van le:ding worde ingehaald en dat St. Petersburg en Ro me er toe gebracht worden, ook in het Oosten aan den strijd deel te nemen. De Daily Chronicle wijst er op dat er vijf oorlogszones op dit oorlogstooneel zijn: Servië, de Dardanellen, Egypte, Mesopothamië, de Kaukasus, maar dat er thans nog wel nieuwe fronten kunnen bijkomen. Misschien doelt het blad op Grie kenland, misschien ook nog op andere landen. Vol gens de Daily Telegraph zal de oorlog ook nog in an dere gebieden worden overgebracht en voorspellen de geestelijken te Konstantinopel de verovering van Egyp te, Tunis, Marokko, Indië. Het heet zelfs volgens laatstgenoemd blad, dat er een groote expeditie wordt georganiseerd tegen Egypte, waaraan Turken, Bulga ren, Duitschers en Arabieren zullen deelnemen, dat in Klein-Azië reeds Duitsche ingenieurs aan het voorbe reidende werk begonnen zijn en dat gepoogd wordt een actie van Abessynië tegen den Soedan te verkrij gen. Naar de Times meldt, wijst de Roeskoje Slovo, een St. Petersburger orgaan, op het toenemende ge vaar in Perzië, terwijl het aandringt op een strenge les aan de Perzen. Op een spoedigen vrede wijst dit alles niet! DE STRIJD TEGEN SERVIë. Het Duitsche hoofdkwartier berichtte gisteren: De vervolging wordt overal voortgezet. Gisteren werden in het geheel 8500 gevangenen gemaakt, twaalf ka nonnen vermeesterd. De Bulgaren maakten daarvan ongeveer 7000 man gevangen en veroverden 6 der ka nonnen. (Reeds in een deel onzer vorige oplaag opgenomen.) Het Oostenrijksche legerbericht luidde gisteren: Alle legers vervolgen den vijand, die nog slechts hier en daar stand houdt. Onze groep uit Wisegrad heeft de Montenegrijnen teruggeworpen over de Lim en Sokowitsj en de nabijgelegen hoogten bereikt. Het leger van Kövess heeft wederom 850 man gevangen genomen en twee machinegeweren buitgemaakt. In het Toplica-dal is Prokuplji bereikt. Het Montenegrijnsche communiqué meldde: De algemeene aanval van den vijand in den Sand- jak is afgeslagen, in de richting van Wisegrad echter moesten wij terugtrekken op betere stellingen. De Oostenrijkers leden zware verliezen. Op de andere fronten artillerie-duels. AAN HET ITALIAANSCH-OOSTENRIJKSCHE FRONT. Uit Weenen werd gisteren officieel gemeld: De activiteit van den vijand was gisteren, wellicht ten gevolge van den hevigen regen, merkbaar minder geworden, in den sector van de hoogvlakte van Do- berdo werd de strijd echter met hevigheid voortgezet. Aan de noordelijke helling van den M'onte San Miche- le gelukte het den Italianen in een bres, door het vuur van de zware artillerie geslagen, binnen te dringen. Sterke vijandelijke troepen, die ten noorden van deze plaats tot den aanval overgingen, werden bloedig te ruggeslagen. Hierop begonnen wij een tegenaanval, waardoor wij 's avonds het verloren frontgedeelte weder in ons bezit hadden, terwijl den vijand buiten gewoon zware verliezen werden toegebracht. Een krachtige aanval der Italianen op den Monte dei sei Busi mislukte evenals alle vroegere. Door de beschieting van Görz werden tot dusverre 58 burgers gedood en 50 gewond, terwijl ongeveer 300 huizen en bijna alle kerken en kloosters zwaar beschadigd wer den. Een onzer vliegers-escadrilles heeft wederom bommen op Verona geworpen. DE STRIJD AAN HET OOSTELIJK FRONT. De Russische staf meldde Zondag: De Duitschers deden een aanval op de hoeve Börse- munde in de streek van Ikskul, maar werden door het vuur van onze artillerie teruggedreven. In de streek van Dunaburg en naar het zuiden tot aan de Pripet is niets van belang gebeurd. Het verwoede gevecht in de streek van het dorp Medvejie ten noordwésten van Tsjartorysk duurt voort. Pogingen van den vijand om voorwaarts te rukken in de richting van de Styr werden verhinderd door ons vuur. Bij het dorp Pod- gatisj ten westen van Tsjartorysk heeft een verwoed gevecht plaats. De gevechten bij Tsjartorysk leidden gisteren tot een volslagen succes. De verslagen vijand werd uit de kromming van de Stryj over de rivier teruggeslagen. Bij zijn snellen terugtocht stak hij alle plaatsen, die hij verloren had, in brand. Hiermede zijn dus de. hardnekkige en roemrijke gevechten om Tsjartorysk, die vier weken lang hebben geduurd, evenzoo geëin digd met den terugtocht der Russen als de indertijd door de Russische troepen met veel ophef aangekon digde pogingen tot doorbraak bij Siemikowze aan de Strypa. De reeds gisteren opgegeven buit is nog toegeno men. Overigens vallen geen noemenswaardige gebeurte nissen te vermelden. Het Duitsche legerbericht reeds in een deel on zer vorige oplaag vermeld luidde gisteren Legergroep-von Hindenburg: In de streek van Smorgon mislukte een Russische partieele aanval on der zware verliezen voor onze stellingen. Legergroep-von Linsingen. In aansluiting aan de binnendringing 'der vijandelijke linie bij Podgacitsj, vielen de Duitsch-Oostenrijksche troepen gisteren de Russische stellingen aan den oostelijken oever van de Styr in haar geheele uitgestrektheid aan. De Russen werden teruggedreven. De westelijke oever is van hen gezuiverd. DE STRIJD IN BELGIë en NOORD-FRANKRIJK. Het Fransche communiqué meldde gistermiddag In Artois, bij het Labyrinth, werden het geweervuur en het werpen van handgranaten, gedurende den nacht, zonder ophouden voortgezet. Het wordt beves tigd, dat de Duitsche verliezen, in de gevechten op 14 November, zeer hoog waren. In Champagne deden de Duitschers aanvallen met handgranaten op de ver sperringen voor onze luisterposten aan de Buttte de Tahure. Zij werden afgeslagen. In Woevre, ten Noorden van Civey, vernielde dé ontploffing van een onzer mijnen, vergezeld van een goed onderhouden vuur onzer loopgraven-batterijen, de sappe-werken en inrichtingen van onzen vijand. Het Duitsche hoofdkwartier meldde gisteren: Ten noordoosten van Ecurie is een vooruitspringen de Fransche loopgraaf van drie honderd meter breedte na heftigen strijd vermeesterd en met onze stellingen verbonden. Op het overige front geen gebeurtenissen van beteekenis. (Reeds in een deel onzer vorige oplaag vermeld.) DE VERDEDIGING VAN DEN HEER CHURCHILL. Gisteren gaf de heer Churchill, de afgetreden minis ter van marine, in het Lagerhuis een uitvoerige recht vaardiging van zijn ministerieelen arbeid. Breedvoerig weidde hij uit over de vlootoperaties in de Dardanel len, waarbij hij in het licht stelde, dat het plan was goedgekeurd door de Engelsche en Fransche deskun digen en dat admiraal Fisher zich er niet tegen had verklaard. De heer Churchill zei, dat Duitschland het'meest volkomen zou kunnen worden verslagen door de snelle, eonrme vernietiging van Duitschland's strijdbare mannelijke bevolking. De heer Churchill verklaarde verder onder toejuichingen: „Terwijl Duitschland kracht afneemt, neemt de onze geregeld toe, zoowel werkelijk als proportionneel, en dat danken wij aan de opofferingen van het Fransche en het Russische volk, die tot dusverre de zwaarste verliezen hebben geleden. Wij zijn de reserve der ge allieerden en thans is de tijd gekomen om die reserve ten volle in de weegschaal te werpen. De campagne van 1915 werd beheerscht door een gebrek aan munitie en die van 1916 zal Duitschland ten onder moeten brengen door gebrek aan soldaten." KORTE BERICHTEN. De omstreken van Kicw moeten onveilig Worden gemaakt door w o 1 v e n die opgejaagd door de krijgsverrichtingen in Wolhynië naar het Oosten trek ken, Het Russische ministerie van Landbouw heeft bij de Doema een wetsontwerp ingediend, dat het opi umschuiven verbiedt. Naar de Metzer Ztg. uit betrouwbare bron ver neemt, zal thans de Moezel b,evaarbaar wor den gemaakt. Te Metz, het middelpunt van de Lotha- ringsche nijverheid, zal een groote haven worden aan gelegd. Het Spaansche stoomschip Bernnbé is gisteren niet ver van Bordeaux verloren gegaan. Van de be manning worden 10 man vermist. Twee Oostenrijksche vliegmachines hebben gister ochtend bommen geworpen op Brescia. Zeven perso nen werden gedood en tien gewond. Een Duitsch vliegtuig Wierp bommen op een der buitenwijken van Duinkerken, waardoor eenige bur gers werden getroffen. De BURGEMEESTER der gemeente ALKMAAR brengt hierbij ter algemeene kennis dat door hem, met bekomen machtiging van den Minister van Land bouw, Nijverheid en Handel, ingaande 22 Siovem- ber a.s. de maximumprijs voor de door de melkverkoopers aan de consumenten te leve ren eonsumptiemelk is vastgesteld op Alkmaar, den 16 November 1915. v De Burgemeester voornoemd, G. RIPPING. TABAK. Reuter seinde gisteren uit Londen: Er is een bekendmaking uitgevaardigd, waarbij ta bak toegevoegd wordt aan de lijst van artikelen, die naar Nederland kunnen worden uitgevoerd, zonder dat zij geconsigneerd behoeven te worden aan de Ne- derlandsche Overzee-Trust. SOLDATENHONDEN. Als een curiositeit vermeldt De Tijd, dat het kanton- nement Hilversum in het bezit is van een honl, die omstreeks half Maart met de manschappen is medë- gekomen en steeds daar is gebleven bij de wacht aan den Laarderweg. De hond wordt steeds gevoed door de soldaten die op wacht komen, blaft nooit tegen een soldaat, maar wel tegen burgers. Onlangs heeft Polly 5 kleintjes ter wereld gebracht, waarvan er twee gestorven zijn en een werd' ontvreemd; de twee overige zijn nu zoo wat 6 weken oud en gedoopt met dé namen van de twee compagnies-commandanten. Gedurende een maand werd er geregeld iederen dag door de Dierenbescherming uit Hilversum voor 1 liter melk gezorgd, dewijl de soldaten, die op wacht zijn, centen uitlegden voor 1 liter melk. Tegenwoordig brengt ieder op wacht komend sol daat een stukje brood en zelfs wat leesch mede voor de jonge kapiteintjes. BINNENLAND. TWEEDE KAMER. De beraadslaging over het wetsontwerp in zake de Djambi-concessies werd gisteren hervat. De minister van koloniën zette zijn Donderdag af gebroken rede voort en poogde verschillende bezwaren te weerleggen. Spr. gaf daarbij te kennen geen principiëel tegen stander van staatsexploitatie te zijn, als de zaak maar niet zoo onzeker was als deze. De minister liciiite vervolgens het belang van de thans voorgestelde regeling met eenige cijfers toe, waarmee hij meende, de bedenkingen tegen het con tract zoo goed mogelijk te hebben ontzenuwd. De voordeelen ervan zijn, dat men een behoorlijk aandeel krijgt in de winsten die gemaakt worden, en dat men de risico's niet heeft. De heer De M o n té V e r 1 o r e n (A. R. Breu- kelen) wenschte te verklaren, dat hij vóór het ontwerp zou stemmen, al is hij het niet in alle opzichten met den minister eens. De heer A 1 b a r d a (S. D. A. P. Enschedé) repli ceerde. Wanneer voor zijn motie, inzake staatsexploi tatie geen meerderheid mocht zijn te vinden, zou Ir stemmen voor de motie-de Meester. De heer S c h e u r e r (A. R. Sneek) protesteerue tegen de uitlatingen van den heer Mendels. In de avondzitting zette spr. zijn rede voort. Hij zei, zich te hebben verwonderd, dat er zoo'n lange tijd ligt tus schen het optreden van dezen minister en het indienen van het ontwerp. In het verslag van de commissie van rapporteurs neemt de minister weer zoq'n eigen aardig standpunt in, dat spr. niet goed begreep, hoe de minister tegenover de kwestie stond. Vandaar dat de Kamer niet wist, welken kant de minister uit wilde. De heer de M e e s t e r (U. L. Helder) zette nog eens uiteen, hoe noodzakelijk het is, dat het contract eoo nauwkeurig mogelijk de rechten en plichten om lijnt. Spr. protesteerde tegen de verklaring, welke de minister in zijn rede aflegde, dat men toch aan de zaak gebondeft is. Vervolgens verdedigde spr. nader zijn voorstel. 9e heer B o g a a r d t (R. K. Breda) verklaarde dat, mocht de motie-de Meester verworpen worden, hij te gen het wetsontwerp zal stemmen. De heer B o i s s v a i n (V. L. Amsterdam) neigde, na de rede van den minister, welke spr. zeer heeft te leurgesteld, naar de motie-de Meester over. De heer van D o o r n (U. L. Gouda) zette uiteen, waarom hij tegen de motie-Albarda zal stemmen. Aan de motie-de Meester zou spr. zijn stem willen geven, als z niet reeds Djambi I betrof. Tot zijn leedwezen kan hij er nu zijn stem niet aan geven. De heer Bos (V. D. Winschoten) zou voor de mo tie-Albarda stemmen. De Minister van Koloniën, de heer Pleyte, d'e sprekers beantwoordende, verklaarde dat het denk- beeld-de Meester hem niet onsympathiek was. Mocht het niet mogelijk blijken dat te verwezenlijken, dan moet men toch op staatsexploitatie aansturen. Ten slotte zei de Minister dat de regeering gebon den is aan het contract, en dat de Kamer dus wel moet stemm enover art. 1 van het contract. De heer Mendels (S. D.) vroeg het woord voor een persoonlijk feit, daarin bestaande, dat de heer De Monté Verloren hem bestreden heeft op grond van een uitlating, die precies het tegenovergestelde was van wat spr. gezegd heeft. (Rumoer.) Geroep: Dat is geen persoonlijk feit! De heer Mendels trachtte zich verstaanbaar te maken, hetgeen hem niet gelukte. De motie-Albarda werd vervolgens met 37 tegen 34 stemmen aangenomen. Voor stemdën de' socialisten en de heeren Van Hamel, Eerdmans, Bichon, Anker man, Van Raalte, Otto, Bos, Aalberse, Duynstee, Roodenburg, Koster, Marchant, Ketelaar, Smeenge, Ruys de Beerenbroek, De Jong, Bongaerts, Fleskens, De Muralt, Jannink, Roodhuizen, Heerers, Arts en Bogaardt. ALRMAARSCHF COURANT. WP3i

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1915 | | pagina 1