n m Wyberf B Hl K B 9 SP Dievegge Damrubriek. f§§ Held. «f De bloedarmoede is gelijk aan een schim. Zij nadert u wanneer gij er niet op let en zij steelt al het geluk van uw leven. Het is een dievegge die u uw kracht en uw leven ontneemt. De bloedarmoede tast duizenden vrouwen aan. Zij spaart niemand, treft zonder onderscheid rijken en armen, jongen en ouden. De bloedarmoede berooft de vrouw, van haar levenskracht, van haar gezondheid, van haar schoonheid. Past op dat gij niet door de koude hand der bloed armoede aangeraakt wordt. De voornaamste verschijnselen van deze ziekte zijn.: afkeer van eten, verlies van eetlust, luiheid van den geest, verkwijning, yermagering, zenuwachtigheid, bleeke kleur, duizelingen. Al deze verschijnselen duiden op een verzwakking van den levenskracht en het eenige middel de bloed armoede te genezen, is het bloed te hernieuwen. De Pink Pillen hebben duizenden vrouwen gered van het noodlot dat haar vasthield in de klauwen der bloedarmoede. De Pink Pillen verrijken het bloed, zetten den bloedsomloop aan, voeden de zenuwen, her stellen de kracht. Indien gij een slachtoffer der bloedarmoede zijt, ver lies dan geen tijd, begin van heden af de behandeling met de Pink Pillen, en uwe genezing zal eveneens he den beginnen. De Pink Pillen zijn een onvergelijkelijke hemieuwer van het bloed en een krachtige versterker der zenu wen; zij genezen alle ziekten, door verslapping van 't bloed ot door zenuwachtige uitputting veroorzaakt, als: bloedarmoede, bleekzucht, algemeene verzwak king, schele hoofdpijnen, zenuwachtige dyspepsie, Sint-V itusdans, rheumatiek. De Pink Pillen zijn verkrijgbaar af 1.75 per doos, en f 9.per zes doozen bij het Hoofddepot der Pink Pillen, Dacostakade 15, Amsterdam. Te Alkmaar bij Nierop en Slothouber, Langestraat 83. van een onderlinge borgmaatschappij geholpen kon worden. Ook dan ,was een goede boekhouding de eerste eisch. Het was niet zeker dat de borgmaat schappij voor het bouwbedrijf borg zou staan, met het oog op de eigenaardigheicTaan dat bedrijf verbonden. Mr. Leesberg was van meening, dat het op te rich ten bureau een schrede verder was op de voor eenige jaren terug opgerichte algemeene middenstandsvoor lichting. Die algemeene voorlichting ging uit van de regeering. Spr. wensciitc weten of de bureaux van advies ook als algemeene vraagbaak bedoeld zijn, of dat zij bedoeld zijn voor de borgmaatschappij. Spr. vond de bedoeling als algemeene vraagbaak het wenschelijkst, was dit evenwel het geval, dan oordeelde spr. de kring die men zich voorstelde veel te groot. De'heer Begemann zeide, dat het bpreau in de eer ste plaats als algemeene vraagbaak wordt bedoeld. Spr. stelde zich voor, dat leden van aangesloten vereenigingen aan het bureau een 30 cent en niet aan gesloten leden 1 h 1.50 betalen. Ieder middenstan der moet zich evenwel kunnen aansluiten, wil men subsidie kunnen erlangen, anders vervalt het alge meen belang. Mr. Leesberg constateerde, dat het bureau alsdan van grooten omvang zal worden, waarna de heer Be gemann eenige artikelen uit de statuten van Deventer voorlas. De heer Veel vroeg hierop het woord, doch de voorzitter zeide van meening te zijn, dit niet te kun nen verleenen, aangezien uit het door hem met den heer Veel gevoerde gesprek was gebleken, dat het door hem aan te voeren feit, hoewel belangrijk, buiten het onderwerp van den avond ging. Wenschte de ver gadering door applaus te kennen te geven, dat het woord verleend moest worden, dan was het spreker evenwel goed. De lieer van Vuure: „De vergadering weet niet waarvoor zij al of niet zal moeten applaudisseeren". De heer Veel verkreeg, nadat de vergadering door getrappel te kennen had gegeven, dat zij dit verlang de, voor 3 minuten het woord. Spr. vroeg of aan het bureau van advies ook een rechtskundig adviseur verbonden was. Was ditpn De venter het geval, dan stelde spr. gaarne aan den verte genwoordiger van den Minister van Landbouw, Han del en Nijverheid de vraag, wat of dat bureau in het belang van den Nederiandschen middenstand gedaan had inzake de contractbreuk door de groothandelaren als Wessanen en Laan, waarover bij de Haarlemsche rechtbank 16 processen aanhangig gemaakt zijn. Spr. wenschte te vernemen, wat hiervan was terecht geko men. Het doel waarmede de heer Begemann was ge komen, n.l. de middenstanders voor te lichten, juichte spr. toe, doch hij zou het nog wenschelijker achten, indien de Minister van Landbouw, Handel en Nijver- he 1 een commissie van accountants in het leven riep om bij de bestaande N. V. te controleeren of zij met het oog op belastingontduiking niet te veel reserveer- De spr. zeide, dat de zaak voor het einde des jaars met het oog op het brengen van posten hiervoor op' de begrooting tot stand moest komen. Naar andere plaatsen in Noord-Holland kon spr. dan ook niet gaan. Zijn lezing hield hij in Alkmaar omdat deze plaats als centraalpunt voor Noord-Hol land boven het N. H. kanaal was gekozen. De heer Dubbeld vroeg welk nut een patroon in het bouwbedrijf van de oprichting van een dergelijk bu reau kan hebben. De spr. zeide dat deze het best door de oprichting er zoo onooglijk uit. Heeft u ook iets waarmee ik het dat kan doen? Ik heb het met zeep geprobeerd, maar dat scheen niet de minste verandering te geven." Zijn hulpeloosheid als man amuseerde het meisje ach ter het loket en wekte misschien haar medelijden op. „O, de kellner zal hem zeker wel voor u willen op poetsen, als hij het niet te druk heeft. Het moet met zilverpoeder gebeuren en eens goed met een zeemleeren lap gewreven worden. Hier James!" riep zij, toen de kellngr op plat geloopen hiedlen, in eenz wart afgedra gen costuum uit de koffiekamer verscheen, waar hij met behulp van een odnergeschikte zich goed door den lunch had heengeworsteld. „Deze heer wenscht zijn sigarettenkoker wat glanzender te hebben. Zou jij dien niet voor hem kunnen oppoetsen? Doe nu niet alsof je het te druk hebt." Het meisje in het bureau was een persoon van ge wicht. Door haar toedoen kwam het dienstpersoneel dikwijls in de gunst of viel in ongenade. James nam brommend den sigarettenkoker aan en drentelde er mee naar de koffiekamer terug. Wynnstanley bleef staan wachten. Er kwam iemand bij het loket en hij ging voor die persoon op zij. Het was een oudachtig, schraal man, met een buitenge woon eerbiedwaardig uiterlijk. Hij had kleine grijze bakkebaarden en hield zijn hoofd heel recht. Als Wynnstanley meer op de hoogte van city-types was geweest, zou hij hem dadelijk de juiste plaats in de stads-huishouding toegekend hebben. Klerk, procu ratiehouder, waarschijnlijk eerste klerk en zeer waar schijnlijk in connectie met de wet. Hij zette een net opgerolde parapluie, die hij bij zich had, tegen den muur en sprak op een afgemeten, drogen toon tegen de beambte aan het loket. (Wordt vervolgd.) den en afschreven. Spr. wenschte de a.s. belastingwet in veroana te brengen met üe voornamenbeiasting, doch de voorzitter nerinnerde hem er aan, dat de 3 minuten om waren. De heer Begemann merkte op, dat de firma Wessa nen en Laan ver buiten het gebied van Deventer ligt en wees er op, dat aan bijna elke middenstandsveree- uiging een rechtskundig adviseur was "verbonden. Wat de N. V. betrof, spr. zat in de vergadering als rijksambtenaar en wenschte op te merken, dat deze vraag buiten zijn gebied lag. De voorzitter zeide thans zoover gekomen te zijn, dat de vergadering gesloten kon worden. Het antwoord op de vraag of alhier voor Noord Holland boven het Noordzeekanaal een bureau van advies opgericht zal moeten worden, diende gegeven te worden in de vergaderingen vam.de middenstands- vereenigingen. Spr. stelde zich daarna voor om tot de oprichting te besluiten. Om de kracht te putten tot oprichting te besluiten oordeelde spr.' het evenwel noodig, dat er wat meer gebeurde, dan tot nog toe ge schiedde. Vanaf Augustus 1914 zijn beide midden- standsvereenigingen begonnen aan hun vereepiging een rechtskundig adviseur te verbinden, doch aange zien geen middenstander dit advies had ingewonnen, wenschte Mr. Leesberg, als adviseur, zijn laag gesteld salaris niet te aanvaarden: Ook van de gelegenheid om gratis advies te krijgen over de inrichting der boeken wordt door de leden zoo goed als geen gebruik gemaakt. Nog memoreerde spr. het vele dat het bestuur voor den middenstander in.het steuncomité gedaan had. Spr sprak de wensch uit, dat door de uiteenzetting van dezen avond allen van de noodzakelijkheid van de oprichting van een bureau waren overtuigd ge worden en dat men daarvan in de te beleggen midden- „riandsve - ;aderingen blijk zal geven. D$ besturen zul len, aldus spr., krachtig klaar staan om al het moge lijke ir .et werk te stellen om in het belang van den nrddei nd werkzaam te zijn. Persoonlijk was spr. van h< nu van een bureau van advies overtuigd. Het bureas .an echter alleen dan nuttig werken indien de midden stander overtuigd is, dat zijn eigen kennis on voldoende is en niet van de vergaderingen wegblijft. Spr. sprak de wensch uit, dat het bureau spoedig mocht komen en verzocht den spreker hiervoor een begrooting van kosten te maken, opdat de zaak be hoorlijk in elkander gezet kan worden. Dan hoopte spr., dat ook die inlichtingen gevraagd zullen wor den, die dezen avond wat voorbarig waren. Van gan- scher harte hoopte spr. mede, dat degene die tegen spreker inging toen hij die voorbarige vraag wenschte te voorkomen, alsdan ook zal zeggen: „daarvoor ken ik den voorzitter", doch alsdan in den goeden zin. Hierna sloot spr. met een woord van dank aan al len de vergadering. Wai een gewonde in een En6coCü hospitaal vertelde, uour MAKURllö W .tluLN v OOK i Nadruk vuoodeu). „Jelui moogt in de neutrale .anden nog zooveel op nebben met üe vrede ik Zeg niet, oat de vrede ui een land niét volop benijuens,, aardig, en dat de oor log met het toppunt van atscuawebjkiieidi.io maar, ik wil enkel zeggen üat de oorlog in een meusch soms kracluen oproept, die in de vreüe haast boven- tnensciieiijk schijnen." Pommy Atkins, mijn gewonde vriend, die nog moet leeren loopen op zijn eene voet, met een kunstvoet aan het andere been, maar ai- van plan is om over een paar maanden aan een footbail-wedstrijd in Ches- terchire mee te doeny klopte zijn pijp eens uit, stopte naar opnieuw, terwijl zijn levendige oogen in het door het verblijf in het hospitaal ietwat verbleekt ge zicht even peinzend opkeken in de verte alsof hij de ontroeringen van den doorleefden strijd in Noord- r'rankrijk opnieuw gevoblde. Een vlammetje, een paar trekjes en hij keek met welgevallen de rookwolkjes na, die hij uitblies. „Ik herinner mij een jongen uit Bedford", ging hij voort, ,,'n knaap, 'die wat mans was, 't is waar, pootig als 'n smid, maar overigens niets bijzonders. Ik wit hangen, als ik meer van hem weet dan dat hij Char- ly genoemd werd. Hij was een schipper op de ri vier, dat weet ik wèl, en hij had het in onze vervelen de uren van de loopgraaf dikwijls over Bunyan's Pil grims Progess. Wet, je kunt van het goede te veel 'Krijgen: in dat opzicht gaf hij ons te veel. Zoodat wij wel eens zeiden: „Charley, vertel liever eens wat van je beroemde tante." Nu', je moet weten, dat in die streek waar wij lagen, op kleinen afstand, de vijand een loopgraaf had, lang, diep en goed beschermd met ijzerdraad-stketsels die onze artillerie al meermalen getracht had stuk te schieten, maar dat was niet ge lukt. Die verwenschte loopgraaf hield eiken aanval van de onzen tegen: „hij" moést opgeruimd worden. Er was een nieuwe aanval op handen en om die loop graaf weg te krijgen was er maar één middel, gevaar lijk maar zeker van uitwerking: tubes met springstof, hang me als ik weet hoe dat goed heet." „Ik was juist 'n moment te laat om me voor dat ge vaarlijke werkje aan te melden, want wij hadden er allemaal plezier in. Charley was ons voor geweest. Hij kroop in de duisternis voort met de buis met springstof, kon ,,'m" ongemerkt brengen waar-ie we zen moest, in werking zetten en, waarachtig, weer ontkomen oók voordat de onttploffing plaats had. Wij verwelkomden Charley zooals hij verdiende, en tegen den ochtendstond zagen wij, dat de loopgraaf er geweest was." Tommy Atkins trok vergenoegd aan zijn pijp bij de herinnering. „En ginö jelui toen tot den aanval over?" vroeg ik. „Natuurlijk! Maar nu moet je hooren: wat Char ley gei an had was zoo'n oorlogsdaad van moed en beleid, e gemeenlijk bij ons beloond wordt met een medail later, maar dadelijk met vier dagen verlof die je in in Parijs of een andere stad in Noord- Frankr kunt doorbrengen. De kapitein meende, dat Charley al het zijne had gedaan om den aanval te doen gelukken, en wilde hem vrij. Stellen om daar aan deel te nemen. Maar daar wilde Charley niets van weten. Met uw verlof, sir, zei hij, als dat een be looning voor mij moet heeten, dan wil ik U zeggen, dat ik het beschouw als een straf, die ik niet verdiend heb, want ik heb mijn plicht gedaan." „De kapitein glimlachte op die aanmerking, en ant woordde: „my boy, als je niet naar Parijs wilt, dan zul je meegaan onder de voorsten bij den aanval, aan mijn zijde." „En, bij Jove. Charley was bij het krieken van dien zomerdag onder de voorsten van den aanval. Maar de actie, ofschoon-ie zoo prachtig voorbereid was, vond onvoorzienen tegenslag: in de uren, die voorbij gegaan waren tusschen Charley's moedige daad en onzen aanval hadden de Duitschers gelegenheid ge had zich opnieuw en krachtig te versterken. Toen we tot den aanval overgingen hadden we heel gauw te doen met een tegenaanval in omtrekkende beweging, zoodat wij terug moesten in afwachting van verster king. Dat duurde niet lang: wij vielen opnieuw aan, ik mag wel zeggen met verdubbelde kracht, maar die vervloekte kerels waren ons opnieuw te sterk. Wij weer achteruit, nóg eens vooruit, wèèr ge slagen, een nieuwe aanval die nog eens mislukte: de vijfde, en onze kapitein kwam daarbij te vallen. Het scheen wel of we voor dien dag geen geluk zouden hebben." Tom trok eens aan zijn pijp, die onder zijn verhaal was uitgegaan. Het kon hem niet schelende herin nering aan het gevecht had hem te pakken en gaf aan zijn bleek hospitaal-gezicht een kleurtje, dat nu zijn levendige oogen nabij -kwam. Hij had zijn verhaal zoo goed verteld, dat het mij toescheen alsof ook ik iets voelde van de teleurstelling, welke dezedapper man nen bij zoo herhaalde nederlaag moest bezielen. „En?" vrog ik. „En?" vervolgde de verteller: „op dat oogenblik sprong Charley, de schipper van Belford, uit de ge dunde gelederen en riep ons, zijn kameraden, op om wraak te nemen voor onzen kapitein, -die gevallen was. En hij wachtte niet of wij hem volgden of niet, hij ren de alleen vooruit, op den vijand toe. Wij zagen, wij d'ie op dat oogenblik achterbleven, wankelend, weife lend, wij zagen, dat de vijand hem onder vuur nam, wij zagen hem een oogenblik stilstaan. Hij bracht zijn hand aan zijn rechterbeen, even, maar alsof hij niets voelde ging hij voort met aanleggen, met schieten, en telkens riep hij naar achteren: „vooruit boys, vooruitEn door zijn voorbeeld voelden wij ons opnieuw mannen, wij, die een oogenblik hadden ge kend van je begrijpt me. De heele compagnie, of wat er nog van over was, begon die aanval opnieuw, al'was het maar om dien man te hulp te komen, die daar alleen vooruit was gerend tegen een paar hon derd van den vijand. Maar op dat oogenblik zagen wij Charley wanke len. en hij viel neer alsof hij gedood was. tlij was het niét, bij Jove, hij was niet dood. Hij hief zich dadelijk naif op, legde opnieuw aan, schoot nog eens en nog eens, en nog eens! Wij bereikten hem, snelden hem voorbij, op den vijand toe, maar hij bleef nu op zijn plaats, alsof hij er vastzat, en toch bleef hij doorgaan met schieten, en riep maar: „Vooruit, boys, vooruit, wij moéten overwinnen!" „Toen begonnen de Duitschers te wijken," ging Tommy Atkins voort, nadat hij met den rug van zijn hand het zweet van zijn voorhoofd had geveegd, dat de ontroering van het verhaal hem gaf, „de Duitschers weken terug, zij verloren hun samenhang, zij ver spreidden zich en toen lieten zij ons hun ruggen zien: de loopgraaf, die ons zooveel gekost had, was ons. Ik herinner mij niet, ooit zoo luid hurrahte hebben hoo- ren roepen. Maar achter ons, op het veld, scheen Charley, de schipper van Bedford, neer te zitten en keek ons na en wij zagen hem met zijn geweer zwaai en als teeken van blijdschap. Wij begrepen een oogen blik niet waarom hij niet kwam, en gingen op hem af. Toen merkten wij waa,rom hij niet mee kon komen: allebei zijn beenen waren stuk gescnoten! En die man, die eigenlijk niets meer was dan een sLuk van een uiensch, üie man in dien toestand had, misschien wel een half uur lang, zijn kaïneraden door zijn moed het voorbeeld gegeven om zich niet verslagen te aunen, zeds niet als zij waren neergescnoten zuoais inj. Die overwinning hadden wij aan hem te danken, aan Charley, de schipper van Bedford. En ik zeg, en zal blijven zeggen," zoo eindigde Tommy Atkins zijn ver naai, dat ik u niet met het tiende gedeelte van het vuur, waarmee hij liet mij vertelde, heb kunnen mee- ücelen, „ais je hem geen held mag noemen, dan weet ik niet wie het dan wei is." AAN DE DAMMERS! Met dank voor de ontvangen oplossingen, van pro bleem No. 364 (uit Le jeu cie dames). Stand Zwart: 0, 8, 9, 10, 12, 18, 19, 20, 22, 23, 28. Wit: 16, 21, 26, 31, 34, 38, 39, 40, 44, 47, 50. Oplossing 1. 16—11 1. 6:17 2. 31—27 2. 22 31 3. 26:37 3. 17:26 4. 37—31 4. 26 37 5. 39—33 5. 28 30 6. 38—32 6. 37 28 7. 40—34 7. 30 39 8. 44 2 (acht schijven) en wint. Van dit aardige probleem ontvingen wij goede op lossingen van de heeren: W. Blokdijk, G. Cloeck, P. Dekker, J. Dik, D. Ger- ling, J. Houtkooper, J. K„ G. van Nieuwkuijk, H. Zaadnoordijk te Alkmaar, S. Homan, Wijde Wormer, H. E. Lantinga, Haariem, J. Sclirooder, Hensbroek. Naar aanleiding van ons vorig probleem nog 't volgende Van den heer P. Dekker ontvingen wij een aardige ontleding, waarbij ook een eindspel ontstaat, 't Is ech ter heel wat zwaarder eindspel dan dat wat ontstaat na de oplossing van den auteur. Een juiste oplossing is er niet van te geven. Alleen kan men veronderstel len, dat wit, mits zeer sterk spelende, de partij zal winnen. Hier volgt nogmaals de stand met oplossing van den heer Dekker: Zwart: 2, 7, 8, 9, 10, 12, 13, 16, 19, 20, 24, 26, 36. Wit: 11, 22, 27, 29, 32, 33, 34, 35, 37, 38, 40, 43, 48. Wit speelt: 1. 17—11 1. 12:21 2. 37—312. 26 30 3. 38—33 3. 21 32 4. 29—23 4. 19:39 5. 43 1 (6 sch.) 5. 16 7 6. 1 :38 (5 sch 6. 36—41 en zwart haalt dam, waarna een eindspel ontstaat van dam en drie schijven tegen dam en 1 schijf. De oplossing is echter interessant! PARTIJSTANDEN. In een te Alkmaar gespeelde partij, tusschen de hee ren Z. met wit en D. met zwart, was de volgende eindstand ontstaan, toen zwart aan zet was: tot 32—27. Zwart sloeg nu met voorbedachten rade op 12. Wit liep er in en wilde den verloren schijf te rug winnen door 27—13. Zwart liet nu volgen 15—20 en hoe wit nu ook slaat, altijd volgt 12—3 of 12—26 en de partij is gewonnen. In een partij tusschen Weiss en Dussant was na den 26en zet van wit de volgende positie ontstaan: mfo M 1JÜP m Zw. 2, 3, 7/10, 12, 14, 17, 19, 26, 35. W. 21, 31, 33, 34, 36,42, 44, 46, 48. Zwart speelde nu 8—13? een foutieve zet (1015 of 9—13 had moeten volgen). Weiss maakte toen een prachtige damslag door: 1. 34—30 1. 35:24 2. 33—28 2. 22 33 3 38 20 3. 14 25 4. 37—32 4. 26 28 5. 40—34 5. 17:26 6. 36—31 6. 26 37 7. 41 5! Deze dam kon zwart wel voor 4 schijven afnêmen door 914 en 712, maar dan bleef wit met 6 tegen 4 toch overwinnaar. Ter oplossing voor deze week: Probleem 365 (le Jeu de Dames). «L Zw. 2, 7, 9, 11/16, 20/22, 27. W. 24, 25, 29, 32, 33, 36, 37, 38, 40,42, 46, 47, 49. Oplossingen vóór of op 25 November, Bureau van dit Blad, motto „Damrubriek". UITSLAG VEILING bij opbod gehouden 17 November 1915 ten overstaan van notaris J. van der Veen te Alkmaar, van de plaats toebehoorende aan den heer D. Schoen Ez. te Oude Niedorp, liggende in de gemeente Oude-Niedorp. 1. Huis, erf, notwegen groot ,71.30 H. A. Str. G. Knijnenburg, Wassenaar 1550. 2. Weiland en Kade groot 1,25.40 H. A. Str. J. Har- tog, Oude Niedorp, 2884 20. 3 Weiland en Kade groot pl.m. ,80.75 H. A. Str. I. J. M. Hage, Heer-Hugowaard, 1760.35. 4. Weiland groot 84.60 H.A. Str. S. Gaus, Alk maar 1742.76. 5.Weiland en Kade groot pl.m. 96.70 H. A. Str. I. J. M. Hage, Heer Hugowaard, 2166.08. 6. Weiland groot pl.m. 1.29.50 H. A. Str. JL v. d. Kley, Wassenaar, 2849. 7. Weiland en Kade groot pl.m. 1.66.80 H. A. Str. E. E. Stoel, Alkmaar, 3402.72. 8. Weiland en Kade groot pl.m. 1.67.70 H. A. Str. G. Knijnenburg, Wassenaar, 3588 78. 9. Weiland en Kade groot pl.m. 1.31.45 H. A. Str. G. Liefhebber Oude-Niedorp, 2813.03. 10. Weiland groot —.60.10 H. A. Str. K. Slot Rz. Sint Maarten, 1117 86. 11. Weiland groot 1.03.20 H. A. Str. K. Slot Rz, Sint Maarten 1733.76. 12. Weiland groot .74.— H. A. Str. S. Gaus, Alk maar 1287.60. *13. Bouwland groot pl.m. .50.15 H A. Str E. E. Stoel, Alkmaar, 840. 14. Bouwland groot pl.m. .45.25 H. A. Str. S. Gaus, Alkmaar, 665. 15. Bouwland groot pl.m. .79.50 H. A. Str. E. E. Stoel, Alkmaar, 1273. 16. Bouwland groot plm. .77.75 H. A. Str. E. E. Stoel, Alkmaar, 1072.50. 17. Bouwland groot pl.m. .81.75 H. A. Str. K. Slot Kz. St. Maarten, 1224.75. 18. Bouwland groot plm. .52.H. A. Str. E. E. Stoel 787.50 Totaal 16.77.90 H. A. Totaal bedrag/ 32758.89. De afslag blijft bepaald op Woensdag 24 November 1915, des morgens 10 uur, in het café van den heer A. Mijts te Niedorperverlaat. ADVERTENTIëN. Zw. 6, 11, 15, 16, 24 en dam op 50. W. 25, 31. 35, 40 en dam op 32. Hij speelde 50—45, waardoor wit gedwongen werd Vlo ci end te spreken Tabletten j de kunst, zyne hoorders werkelyk te boeien, dli kan men niet bereiken zonder een heldere, sympathieke en daarby onvermoeide stem. stellen U daartoe In staat al» geen tweede middel. Hun werkzame bestanddeelen, brengen een vermeerderden «peekteltoevloed teweeg, en dientengevolge blyven de stembanden voortdurend frfsdi. Zc zyn zoo klem, dat ze onopgemerkt Ingenomen kunnen worden. Een doos Inh. 400 tabletten bt) alle apothekers en drogisten 4 60 cent verkrijgbaar. Tegen namaak wordt resvaarschuwd. Vraagt steeds .Wybert-tablcltcn". I I

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1915 | | pagina 6