DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Van liet zuidelijk oorlogsterrein Van het westelijk oorlogsterreln. Van liet oostelijk oorlogsterreln. iNo. 276 Honderd en zeventiende Jaargang. 1915 &IiQMBnfsRfïj$ por I siaandsn f l.-Jr po gast f1.$, Idyeiteatispnis 10 et. p. regel, groote letters naar plaatsruimte. Brieyen Ir. S. I Boek- en Handelsdrukkerij y.Il HERIs, COSTER5ZOON, Yoordsai CO. Telefoonnr. 3, WOENSDAG 24 NOVEMBER up,gil.ap jiwp.w,.'lij a» Ufa Jpitj.gMw^BgaiBiBa, L.M»J,jiubh. jihumpj.ww.mh.. jwiup*,.».'ijn».nu w w—mn mm>i m «iiimiiiufcwrp NEDERLAND. Oil nummer bestaal uit 2 bladen. ALKMAAR, 24 November. De Grieksch-Fransch-Engelsche crisis wordt er niet begrijpelijker op. Gisteren hebben we gezien dat de beide groote mogendheden een „pacific blockade" hadden afgekondigd, een vriendschappelijke blokka de, die den koophandel aantast en die ook vroeger wel eens door machtige mogendheden werd toegepast teneinde kleinere staten tot een bepaalde beslissing te brengen, zonder dat de goede betrekkingen werden verbroken. Het was van Engelsdien kant, dat wij de afkondiging van dezen mogelijk ernstige verwikkelin gen sdieppenden maatregel vernamen van Fransche zijde liet men zich voorzichtiger uit, sprak men van een misverstand, dat opgehelderd moest worden en van zekere faciliteiten, welke Griekenland tot heden genoten had en welke tijdelijk zouden worden opgehe ven. Deze verschillende manier van voorstelling wees op een Fransche weifeling en op een Engelsche door tastendheid bij de toepassing van dwangmaatregelen. En nu vernemen we officieel van het Engelsche de partement van buitenlandsche zaken, dat er geen blok kade van Grieksche havens is ingesteld of wordt uit geoefend, dat er geen Grieksche schepen in Britsche havens in beslag genomen of aangehouden zijn. Twee dingen zijn mogelijk. Of men wil te Lon den niet zoover gaan als men aanvankelijk van plan was, of Griekenland heeft toegegeven, zoodat men niét zoover behoeft te gaan. Met een bloote belofte van welwillende onzijdigheid heeft Griekenland niet kunnen volstaan. De Daily Chronicle wijst op ver schillende verdachte momenten (het wegblijven van het kabinet bij den lunch te Athene aan lord Kitche ner aangeboden, het mijden van Monastir door de Bulgaren, de verkoop van Bulgaarsch graan aan Griekenland), het blad zegt dat deze teekenen weinig goeds voor de entente voorspellen en dat deze voor spellingen slechts te niet kunnen worden gedaan door daden, niet door woorden. Nu zijn er misschien in het onderhoud, dat sir Edward Grey, de Engelsche minister van buitenlandsche zaken met de Grieksche, Italiaansche en Servische gezanten heeft gehad, toe zeggingen van daden gedaan. Maar het is ook moge lijk, dat Engeland voor de konsekwentie van zijn ei gen daad is teruggedeinsd of door zijn Franschen bondgenoot tot matiging is gebracht. De chef van den Griekschen generalen staf, Doesmanis, moet lord Kitchener nadrukkelijk hebben gewaarschuwd tegen het uitoefenen van een druk, die wel eens juist het te gendeel van hetgeen men wenscht te bereiken ten ge volge zou kunnen (lebben. En waar vooral Engeland naar het schijnt besloten is den Balkan-veldtocht met kracht aan te pakken wat Engeland tot dusverre deed was van weinig beteekenis is voorzichtigheid voor de entente in het algemeen en voor Engeland in het bijzonder geboden. In het Lagerhuis heeft minister Grey verklaard, dat de Engelsche bondgenooten pogingen iü het werk stellen om ten spoedigste levensmiddelen aan het Ser vische volk te zenden. Wat Engelsche bladen schrij ven over het gebrek, dat de Serviërs lijden, is ver schrikkelijk. Zij, die naar Albanië vluchten, moeten te voet en met een leege maag, zonder eenige dekking blootgesteld aan het ruwe winterweer, den bijkans on- begaanbaren weg afleggen. Het grootste gedeelte der bevolking is dakloos en bij gebrek aan voedsel sterven honderden ossen en paarden, welker lijken in het veld te rotten liggen. In Albanië zelf is het al weinig beter gesteld dan in Montenegro, waar het voedsel ook zeer schaarsch is en honger en gebrek heerschen Vermoedelijk zal het probleem der voed- selverschaffing aan deze ongelukkigen moeten worden opgelost door Italië, met behulp der andere mogend heden. Inmiddels dringen de Duitschers, Oostenrijkers en Bulgaren steeds dieper het land in. Zij blijven ook op het Lysterveld het Servische operatie-toonéel is thans ongeveer zoo breed als van Alkmaar naar Haarlem met goed succes vechten en daar zij op 6 K.M. afstand van Mitrowitza stonden, is de Servische regeering verplaatst naar Prizrend, vlak bij de grens van Albanië gelegen. Opvallend is het, dat in het bericht vermeld wordt, dat de verplaatsing geschiedde overeenkomstig het advies der gezanten. Servische afgevaardigden, die te Saloniki zijn aangekomen, -ver zekerden, dat de regeering tenslotte naar Monastir zal worden verplaatst, een verzekering, welke, gege ven het gevaar, dat deze stad bedreigt, evenwel weinig geloofwaardig klinkt. Men stelt van Duitschen kant de verovering van den grooten Ooster-spoorweg niet slechts voor als een belangrijk militair en politiek succes, maar ook als een aanzienlijken economischen factor. De Rhein. Westfal. Ztg. waarschuwt tegen overschatting. „Wie weet, zoo schrijft het blad, dat de zeevracht van Ruhrort naar Buenos-Aires minder bedraagt dan de spoorwegvracht van Ruhrort naar Berlijn, zal het hoofd schudden, als hij hoort, dat massa's goederen heen en weer vervoerd zullen worden langs den spoorweg van Klein-Azië naar Hamburg. Het denk beeld, dat de Balkan- en Bagdad-spoorwegen den last van het Duitsche economische leven eenigszins zou den kunnen helpen dragen, is een hersenschim. Het Duitsche rijk ligt niet aan de Dardanellen of aan de Perzische Golf, maar aan de Noordzee; het zal slechts vrij zijn, als de Noordzee vrij is. Het is onmogelijk voor ons om thans de vraag te beantwoorden, in hoe ver de Engelsche heerschappij ter zee gefnuikt kan worden. Dat kan pas blijken in den loop van den oorlog, en wij zijn vast overtuigd, dat onze leidende mannen zullen erkennen wat bereikbaar is en wat niet. Maar het Duitsche volk moet niet door Euro- peesche en Aziatische fantasieën op een dwaalspoor gebracht worden en daardoor het feit over het hoofd zien, dat onze deur naar de wereld op hengsels draait, die aan Engeland vast zitten." In het Westen heeft er sinds eenigen tijd geen be langrijke militaire actie plaats gehad, maar in het Oosten geschieden er zoo ongemerkt gewichtige ope raties. Een bijzondere correspondent van de Times geeft een belangwekkend overzicht van den strijd in het noorden, een strijd, die in het merengebied tien dagen heeft geduurd en die ging om het bezit van de hoogten van Sventen. Voordat de Russen tot den aanval konden overgaan, moesten de troepen een uitgestrekt moeras door, waardoor de opmarsch ver traagd werd. Eenige dagen lagen de soldaten in den regen en sliepen op den te vochtigen of halfbevroren grond, terwijl hun alleen des nachts koud voedsel kon worden verstrekt. Toen het bevel tot den stormaan val werd gegeven wierpen zij zich met onweerstaan baar élan voorwaarts en veroverden de hoogten. Hun verliezen bedroegen nog geen 7500 man, terwijl vol gens een matige schatting die van de Duitschers "20.000 bedroegen. De Timescorrespondent constateert, dat door deze overwinning Dunaburg gered werd. Een correspondentie uit het Oostenrijksdie hoofd kwartier gewaagt van den strijd in het zuiden aan de Strypa. De Russen hebben tot dusverre tevergeefs gepoogd zich daar den overgang te verschaffen om dan voorwaarts te rukken. De Tsaar hield toespraken tot de troepen, die >ook in dagorders werden aange vuurd tot het behalen van een overwinning, welke den tegenstander zou nopen, zich terug te trekken over een groot deel van, zoo niet over het geheele front. Maar de Russen, zegt dit Oostenrijksche bericht, moesten ten slotte het dorp Siemikoratsje opgeven, zij verloren meer dan 6000 gevangenen, en leden groote verliezen aan dooden en gewonden. Uit beide relazen blijkt hoe groot het aantal slacht offers is, dat er valt bij. operaties, welker uitslag vaak weinig geëvenredigd schijnt aan de opofferingen, waarmede zij gepaard gaan. DE STRIJD TEGEN SERVIë. Het Duitsche hoofdkwartier meldde gisteren: Ten noorden van Mitrowitza en ten noorden en noordoosten van Pristina werd de vijand in achterhoe degevechten verslagen. Meer dan 1500 gevangenen en zes kanonnen werden binnengebracht. Ook de ten zuid-oosten van Pristina strijdende Bulgaren drongen met succes vooruit; zij namen 8000 Serviërs gevangen en maakten 44 kanonnen en 22 mitrailleurs buit. (In een deel onzer vorige oplaag vermeld). Het Oostenrijksche legerbericht luidde gisteren: De aan de Boven-Drina strijdende Oostenrijksche en Hongaarsche troepen doen aanvallen op de Mon- tenegrijnsche stellingen op den Kozora-pas en ten oos ten daarvan. Een Oostenrijksch-Hongaarsche colonne is Prije- polje binnengerukt. De gevechten op het Amselveld nemen een gunstig verloop. Onze in het Ibar-dal voorwaarts rukkende troepen zijn op 6 K.M. afstand van Mitrowitza, de Duitsche troepen een halven dagmarsch ten noorden van Pristina in gevecht. De Bulgaren dringen voorwaarts over Zegowatsj Planina. Het officieele Bulgaarsche bericht van 21 Nov.- luid de: De gevechten om Pristina duren voort. In de streek van Giliani hebben 'wij tot dusverre 7000 man gevangen genomen en twee machine-geweren en vier kanonnen buitgemaakt. Aan de rest van het front geen veranderingen. AAN HET IT ALIA AN SCH-OOSTENRIJKSCHE FRONT. Uit Weenen werd gisteren officieel gemeld: De groote gevechten om het bruggenhoofd van Görz en aan den rand van de hoogvlakte van Dober- do duren voort. Verscheiden aanvallen van sterke vijandelijke troepen op Podgora werden afgeslagen. Ook te Pewina en Oslavya handhaafden onze troepen zich, ondanks alle bestormingen. Herhaaldelijk werd ook 's nachts doorgestreden. De beschieting van de stad Görz van den 18den tot den 21sten November vorderde weder een grpot aantal menschenlevens en richtte belangrijke schade aan; 20 burgers werden gedood, 30 gewond, 46 gebouwen werden totaal ver woest, 250 sterk en 600 licht beschadigd. Gisteren wierpen de Italianen wederom eenige honderden zwa re bommeh in de stad. Op de hoogvlakte van Doberdo gelukte het den vij and ons front ten zuidwesten van den Monte San M'chele voor korten tijd tot aan den westelijken rand van San Martino terug te dringen. Door een nachtelij ken tegenaanval echter kwam de oorspronkelijke stel ling weder geheel en al in ons bezit. Een aantal stormaanvallen van den vijand werden afgeslagen door een infanterie-regiment uit Stiermar ken, dat zich in zijn stellingen wist te handhaven, tweemaal door zijn vuur en een derden keer in een gevecht van man tegen man. Ten noorden van het bruggenhoofd van Görz deed de vijand zijn gewone aanvallen, ook ditmaal zonder succes. Twee onzer vliegers wierpen bommen op Arsiero. In den laatsten tijd wordt in de persberichten van den Italiaanschen opperbevelhebber veel gesproken over behaalde successen. Naar aanleiding daarvan zij geconstateerd, dat thans, een half jaar nadat onze vroe gere bondgenoot ons den oorlog heeft verklaard, wij ons op het in het begin van den oorlog gekozen ge- véchtsfront aan de Isonzo nog steeds zegevierend handhaven. Sedert het begin van den oorlog in het zuidwesten kan de vijand zelfs niet nader komen tot het doel, dat hij reeds bij de eerste poging had verwacht te berei ken. Maar wel heeft hem de oorlog aan gesneuvelden en gewonden reeds een half millioen mannen gekost. DE STRIJD AAN HET OOSTELIJK FRONT. De Russische staf meldde gisteren: Ondanks de pogingen van de Duitsche militaire schrijvers om het publiek te doen gelooven, dat „de weinig beteekenende terugtocht van de Duitschers bij het Swenten-meer geenszins een succes voor de Russen was", blijkt dat toch wel het geval te zijn geweest, het geen door de jongste gebeurtenissen nog wordt beves tigd. Behalve in de streek van het Swentenmeer moesten de Duitschers, daartoe genoodzaakt door de Russische bajonetten, uit een strategisch en taktisch oogpunt zeer belangrijke plaatsen ontruimen op het geheele front Riga-Dunaburg, dat 300 werst lang is. Raggatz, Kemmem, Olai, Damen, Gorbunofka en Swenten zijn punten, waar de Duitschers ware nederlagen leden. Deze worden nog verergerd door den nieuwen tegen slag ten westen van Dunaburg, waar de linkervleugel van Below onder den druk van het Russische offensief moest terugtrekken langs den spoorweg van Poniewes- je, die van zoo groot belang is voor de Duitschers. De wapens, munitie, onbegraven lijken, die de Duitschers hier achterlieten, bewijzen dat deze nederlaag een wa re ramp was. Na twee maanden strijdens voor de verdedigingsli nie van de Dwina, die hun meer dan 100.000 man kostte, zijn de Duitschers dus thans verder van het doel dan zij waren in October toen zij naar Riga en Dunaburg enorme versterkingen overbrachten. DE STRIJD IN BELGIë EN NOORD-FRANKRIJK. Het Fransche middagcommuniqué meldde gisteren: In den loop van den dag van gisteren kwamen Fransche vliegtuigen op verschillende punten van het front in gevecht. De gevechten eindigden in hun voor deel. In België werden twee Duitsche toestellen door hun tegenstanders gedwongen te landen. In de streek van Reims deden twee vliegtuigen die vervolgd wer den een buiteling. In Champagne en aan den zoom der Argonnen hadden vijf luchtgevechten plaats, ten gevolge waarvan drie Duitsche vliegtuigen overhaast achter de Duitsche linies moesten landen. Een toestel viel ontredderd neer, het laatste eindelijk kwam bran dende op den grond. (In een deel onzer vorige oplaag vermeld). Het Duitsche hoofdkwartier meldde gisteren: Op verschillende plaatsen aan het front werd de door helder weder begunstigde beschieting voortge zet. In het Bois le Prêtre bleven twee ontploffingen van vijandelijke mijnen zonder succes. Bij Aure in Champagne werd, na een luchtgevecht een Fransche tweedekker ten val gebracht, (Opgenomen in een deel onzer vorige éditie). KORTE BERICHTEN. Maandagavond is het Engelsche blad de „Glo be", na ruim twee weken geschorst te zijn geweest, we der verschenen. Volgens de Engelsche bladen is de heer Thomas, dé Fransche minister voor munitie, gisteren te Lon den aangekomen. Zaterdag j .1. werd op een veiling te Londen een groote haai verkocht. Het dier bracht 360 op, welk bedrag in het Roode-Kruis-fonds werd gestort. Door een ontploffing zijn vijf gebouwen van de Canadeesche maatschappij voor ontplofbare stoffen te Parrysound in de lucht gevlogen. Het feit, dat deze ontploffingen gelijktijdig plaats hadden, doet vermoe den, dat hier geen sprake is van een ongeluk. Stortregens hebben groote schade veroorzaakt op Sicilië, inzonderheid in de provinciën Girgenti, Cata nia en Trapani. Een hevige cycloon bracht zeer be langrijke schade toe aan de stad Mazzara del Vallo en hare omgeving. De Salso trad buiten zijne oevers en overstroomde de stad Licata, waaruit de bevolking vluchtte. Tot nu toe zijn reeds meer dan 6000 IJzeren Krui sen in Duitschland uitgedeeld, waarvan ruim 4000 aan officieren. Louis Raemaekers, die thans te Londen vertoeft, heeft een onderhoud gehad met minister Lloyd Ge orge. Hij zal eenige munitiefabrieken bezoeken. Daar na zal hij naar het front in Frankrijk gaan. De Londensche politieagenten dragen, om hen te vrijwaren voor overrijding, een lantaarn op den rug. WEER SMOKKELAARS IN UNIFORM. Men schrijft uit Weert aan de Limb. Koer. Vrijdagnamiddag bemerkte de militaire grens wacht een paar Duitsche soldaten op Hollandsch grondgebied, waarop deze attent werden gemaakt Desniettegenstaande verschenen dezelfde twee een tijd je later weer aan een andereri kant, thans met zich voerende een partijtje boter, dat zij trachtten door te smokkelen; zij werden daarin evenwel verhinderd en door de grenswacht gevangen genomen. Beiden had den het geweer bij zich en waren gekleed in groen uni form, behoorende tot het korps „jagers". De een waa 18, de ander 19 jaar. Zij zullen, na hun straf uitge zeten te hebben, worden geïnterneerd. BINNENLAND. MINISTER PLEYTE. Omirent de ongesteldheid van den heer Pleyte, mi nister van Koloniën, blijkt nader, dat de Minister wankelde toen hij na de pauze weer de vergaderzaal wilde binnentreden, en door den heer Kleerekoper werd opgevangen. In de pauze is de heer Pleyte, wiens uiterlijk of stem bij het voorafgaande tooneel geen bijzondere opwinding hadden verraden, door een flauwte bevan gen. Bijgekomen, vertoonde hij sporen van overspan ning, maar kon zonder bezwaar per rijtuig huis waarts gaan. De behandeling der Indische begrooting werd ge schorst totdat zal blijken of 's Ministers gezondheid hem zal veroorloven haar met de Kamer te hervatten. Van harte hopen wij, zegt de Haagsche Nieuwe Courant, dat dit spoedig, misschien reeds morgen het geval zal kunnen zijn. De ontstemming in de Kamer was geheel geheel geweken; de zaken en de politiek weken terug voor het menschelijke gevoel. Wie van degenen die publieke verantwoordelijkheid te dragen hebben, ervaart het niet bijwijlen aan zich zelf: dat de druk der tijden beklemmend is en zwaar de last van het ambt? Het minister-ambt, het is ons bekend, weegt den heer Pleyte zwaar. Hij heeft zich dadelijk bij de aan vaarding op den geweldigen arbeid dien het departe ment van Koloniën zijn bewindvoerder oplegt, gewor pen met een ijver en werkkracht die zijn omgeving ver steld doen staan. De twee laatste jaren zijn, door het uitbreken van den oorlog, voor hem voorbijgegaan zelfs zonder één enkele week van verlof of ontspan ning. Het is een beproeving van intellectueele en physieke kracht geweest als slechts weinigen kunnen doorstaan. De obsessie dat desondanks het vertrouwen van de Kamer in zijn beleid allengs minderde (men denke aan het pas verworpen Djambi-contract, aan het thans we der opgestoken onderwijs-geschil, aan de tin-transac tie-praatjes welke de Minister verzuimd heeft door een afdoende en snelle publiciteit onverwijld uit de we reld te helpen) is hem blijkbaar te machtig gewor den. Zij heeft het plan bij hem vastgezet dat er nu maar eens een eind aan moest komen, hetzij aan de be nauwende atmosfeer die hem omving, hetzij aan zijn ministerieel bestaan. Naar wij vernamen, droegen niet alleen een of meer van zijn ambtgenooten (de heer Cort van der Linden was reeds in de ochtendvergade ring aanwezig), maar ook de Voorzitter, de heer De Meester en andere Kamerleden reeds gisteren van zijn voornemen kennis. Van alle kanten is den Minister afgeraden den ongewonen stap te doen. Maar hij was er niet van af te brengen. Men moest het nu maar ronduit zeggen Homo sum. „HET VOLK" VERVOLGD. Tegen de redactie van „Het Volk" is, naar het blad meldt, op last van den minister van Justitie een vervol ging ingesteld, wijl in het nummer van 12 November ter zake van het melkschandaal van den minister van Landbouw gesproken zou zijn als van een „schavuit", die „de macht in zijn onbekwame en besmeurde han den had." Als verantwoordelijk voor het artikel heeft zich bij de. politie, die het eerste onderzoek instelde, de redac teur Ed. Polak bekend gemaakt. In een deel onzer vorige oplaag venmeid.) Naar aanleiding van dit bericht, wordt vernomen, dat deze vervolging door de Amsterdamsche justitie zou worden ingesteld, wegens beleediging van een ambtenaar in de uitoefening van zijn functie, een delict dus, dat strafrechtelijk vervolgbaar is in het algemeen, ook al is er geen klacht bij de justitie direct door den beleedigden persoon ingediend, hetgeen dan ook door Minister Posthuma niet is geschied. HET AFMAAK-SYSTEEM. In de vergadering van de afdeeling Baarderadeel van de Friesche Maatschappij van Landbouw is de bestrijding van het mond- en klauwzeer ter sprake ge komen. Staande de vergadering werd een telegram verzon den aan den minister van Landbouw met het dringend verzoek, het bestaand systeem van afmaking niet lan ger toe te passen, maar met afmaken op te houden. In een vergadering van leden der coöperatieve stoomzuivelfabriek te Grouw werd een motie aange nomen, waaruit bleek, dat de leden algemeen het door de regeering voorgeschreven afmaaksysteem bij het heerschen van mond- en klauwzeer afkeurden. In een bestuursvergadering der coöperatieve zuivel fabriek te 't Meer bij Heerenveen, werd met algemeene stemmen het afmaaksysteem afgekeurd. Aan den mi nister zal dit besluit meegedeeld worden. STADNIEUWS. RIJWIELDIEVEN. Zooals bekend is, werden ip den laatsten tijd in Alkmaar en omgeving aanhoudend) rijwielen ont vreemd. Zoo ook Vrijdag 19 November, toen er twee werden gestolen. Een van die twee werd per H. IJ. S. M. naar Bussum verzonden. De politie van deze plaats werd onmiddellijk gewaarschuwd en verzocht het bewuste rijwiel in het oog te houden, dat Zondag d.a.v. door den inspecteur van politie met het onder zoek belast, te Bussum in beslag werd genomen, waar na den volgenden dag, de persoon, die het rijwiel wil de afhalen, werd gearresteerd en voor den commissa ris van politie te Alkmaar werd geleid. Hij verklaarde nog 24 van diefstal afkomstige rij wielen, op een zolder boven zijn werkplaats te Hilver sum, alwaar hij woonde en goed1 bekend stond', opge borgen te hebben, en reeds acht andere te hebben ver kocht, welke rijwielen hem telkens door zijn broeder werden toegezonden om te verkoopen. Dinsdag d.a.v. werd te Amsterdam die broer aangehouden en doe den inspecteur van politie naar Alkmaar overgebracht en voor den commissaris geleid. Uit het verhoor bleek dat van die 24 rijwielen er 8 uit Amsterdam, 4 uit ALKMAARSCHE COURANT.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1915 | | pagina 1