DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Yan liet zuidelijk oorlogsterrein
Yan liet westelijk oorlopterreln.
Yan het oostelijk oorlopterreln.
Ko. 277
Honderd en zeventiende Jaargang.
1915
Abonnamfintgpriis p?r 3 maanden f 1.,fr. p, post f 1 Advertentiepriis 10 ct. p. regel groote letters naar plaatsruimte. Brieven fr. N. V. Boek- en Handelsdrukkerij y.h. HERIHs. COSTER fi ZOON* Voordam C9. Telefoonnr. 3.
DONDERDAG
25 NOVEMBER
GRIEKENLAND.
YARIA.
NEDERLAND.
Dit nummer bestaat uit 2 bladen.
ALKMAAR, 25 November.
De Servische regeering is van Prizrend naar het
zich in handen der Montenegrijnen bevindende Skoe-
tari verplaatst, maar waar is het Servische leger?
Nu ook Mitrowitza en Prisjtina, de laatste steun
punten der Serviërs genoemd, door de Oostenrijksch-
Hongaarsche en Duitsche troepen zijn veroverd, waar
bij deze resp. 10.000 en 7400 gevangenen maakten, en
het drama op Servischen bodem zijn einde schijnt te
naderen, is die vraag niet zonder beteekenis. De vraag
kan evenwel gesteld worden, doch het antwoord is
niet te geven. Sommigen meenen, dat de- Servische
hoofdmacht zich nog bevindt op het Lijster- of Merel
veld, anderen gelooven, »dat zij reeds naar Albanië is
gevlucht en weer anderen, die gelezen hebben, dat de
Fransche mariniers uit Belgrado erin geslaagd zijn
na een moeielijken tocht Monastir te bereiken, achten
de mogelijkheid geenszins buitengesloten dat de Ser
vische hoofdmacht eveneens daarheen gemarcheerd is
en nu aan de Bulgaren, die immers in deze streek wei
nig opschieten, tegenstand bieden, in afwachting van
de hulp der entente.
liet is moeielijk uit te maken wie gelijk heeft. De
laatste veronderstelling komt ons echter al heel on
aannemelijk voor een leger, dat 50 dagen achtereen
als een opgejaagd stuk wild is verdreven en gebrek
heeft aan alles, kan onmogelijk in staat zijn zulk een
moeielijken marsch te maken en dan aan het eindpunt
dadelijk tegenstand te bieden. En of de uitgeputte
Servische troepen nu op het Lijsterveld staan of zich
in Albanië bevinden het doet er feitelijk weinig toe.
Z ij zullen in den loop van zaken geen verandering
kunnen brengen. Alleen de entente kan dit beproeven.
Zal zij dit doen? De Fransche generaal Berthaut
betoogt in het Petit Journal, dat de Franschen
en Engelschen verstandig doen met de Dardanellen-
actie maar op te geven en alle troepen te gebruiken bij
Saloniki voor een krachtig offensief. „Dit veronder
stelt, zegt hij, dat de Russen met ons marcheeren, snel
en in grooten getale. Indien wij zoover zijn, kunnen
wij het tweede gedeelte van de partij winnen, al
hebben wij ook het eerste verloren en de gevolgen
zouden van een niet te overzien belang zijn. De Ftali-
aansche oorlogscorrespondent Magrini is van mee
ning, dat de entente, zoo zij niet weldra aanzienlijke
versterkingen zendt, beter zou doen, de troepen terug
te trekken, deze te Saloniki in te schepen en de beslis
sing elders te zoeken.
De militaire medewerker van de Times beschouwt
den Duitschen opmarsch in den Balkan als een fijnen
politieken zet, niet zonder militaire voordeelen, maar
van geen beteekenis voor den uitslag, daar de grond
slagen van de kracht der verbondenen stevig zijn en
wanneer de actie in de toekomst maar geleid wordt
door juiste strategische beginselen, kan er slechts één
einde aan den oorlog zijn sinds Duitschlands poging
om Rusland te verpletteren mislukte. „De Duitschers
willen in hét Oosten mannen, Voedsel, koper en ka
toen zien te krijgen zegt de schrijver en zij hopen op
de aarzelende neutralen indruk te maken, opdat deze
althans passief zullen blijven. Maar dat een groote
Duitsche legermacht, sterker dan eenige weinige le
gercorpsen over den Bosporus zal trekken, is zeer on
waarschijnlijk. De Duitsche generale staf weet zeer
goed, dat op een oogenblik, dat voorraden en man-
nental afnemen en geen beslissing is verkregen op
een der drie voornaamste' oorlogstooneelen, het een
slechte strategie zou zijn legers uit te zenden naar
verwijderde woestijnen en de hoofdlegers in Frank
rijk, Rusland en aan den Isonzo daardoor te minder
in staat te stellen een voor Duitschland gunstige be
slissing te verkrijgen."
Lord Kitchener heeft te Athene verklaard, dat En
geland met Maart 4 millioen soldaten te velde zal heb
ben en in staat zal zijn 6 millioen Russen te wapenen
en hun van voorraden te voorzien. Het is mogelijk,
maar het is niet de eerste maal dat lord Kitchener
van een millioenen-leger spreekt. Misschien heeft hij
dit argument vooral gebezigd om indruk te maken op
Griekenland, dat, naar het schijnt, moet meevechten
of de bajonet moet afslaan. Naar het schijnt want
elke zekerheid ten aanzien van de Engelsch-Fransch-
Grieksche crisis ontbreekt. Nu weer heet het, dat de
entente aan de Grieksche regeering een nota heeft ge
zonden, gesteld in vriendschappelijken toon, geen
ruimte latend voor uitstel en verzoekend, zoo spoedig
mogelijk te antwoorden. Een pas ontvangen telegram
meldt zelfs, dat het antwoord der Grieksche regee
ring reeds is ingekomen. Deze regeering zegt een
gunstigen indruk te hebben gekregen van de vriend
schappelijke bedoelingen der entente en onder voorbe
houd van nadere overweging van enkele bijzonderhe
den stemt zij er in toe, dat de troepen der geallieerden
niet ontwapend zullen worden, dat zij vrijheid van
actie zullen hebben op Grieksch gebied met het oog
op hun veiligheid en dat er wat betreft spoorwegen
en telegraaf faciliteiten zullen worden verleend.
Daarbij is bepaald, dat de gedeelten van het Grieksche
koninkrijk, die door de entente bezet zijn, te zijner
tijd teruggegeven zullen worden en dat een billijke
schadeloosstelling zal worden betaald.
Is dit bericht juist, dan heeft de crisis voorloopig
een oplossing gekregen. In elk geval zal het Griek
sche leger dan wel spoedig gedemobiliseerd worden,
daar zonder een dergelijken maatregel de toestand
voor de entente onbetrouwbaar blijft.
In de Saksische Tweede Kamer is scherpe critiek
uitgeoefend op de maatregelen, welke door de Duit
sche regeering zijn getroffen om in de behoefte aan le
vensmiddelen te voorzien. De minister, graaf Vitztum,
erkende, dat de voeding van het volk nog altijd te
wenschen overlaat, doch hij waarschuwde voor een al
te scherpe critiek, daar deze bezwaarlijk zal medehel
pen om het vraagstuk tot een gunstige oplossing te
brengen.
In de Duitsche pers begint men zich bezig te hou
den met de a.s. zitting van den Rijksdag. De Katholie
ke Köln. Vplksztg. eischt een economischen dicta
tor, liefst een generaal. Het Rijksministerie van bin-
nenlandsche zaken toont niet genoeg energie of goe
den wil, zegt het blad.
„Het verkeersvraagstuk ten opzichte van de rege
ling van den toevoer wordt niet voldoende krachtig
aangepakt IJlgoederen van Berlijn naar een voorstad
zijn inplaats van 20 minuten 5 tot 6 dagen onderweg.
Oorzaak daarvan is, de ophooping van materiaal aan
de Berlijnsche goederenstations. Het ministerie van
verkeerswegen heeft eveneens onvoldoende zorg gedra
gen voor de snelle verzorging van 't westen met aard
appelen. 'Naar men zegt, verzetten de agrariërs
zich tegen den invoer uit den Balkan en de minister
van landbouw vertegenwoordigt eenzijdig de belan
gen van den landbouw. Dit alles past niet in een
economischen oorlog. Slechts een dictator in uniform
zou zulke wrijvingen eensklaps kunnen doen ophou
den. Het rijksministerie van binnenlandsche zaken
heeft thans een tweeden ondersecretaris van staat ver
kregen, die in den Elzas knap werk heeft verricht.
Maar het is de vraag of hij als leider van de „oor-
logszorging" zijn plannen zal kunnen doorvoeren.
Thans begint men zich echter in het ministerie van
binnen landsche zaken in te spannen. Veel is reeds
geschied. Twee zaken wachten echter thans nog op
uitvoering
De verzorging van het Westen, voor zoover dit nog
riiet is geschied, met aardappelen en de .voorziening
van de veeteelt en de zoetboeren van voldoenden vee
voeder. Gf het rijksministerie van binnenlandsche za
ken deze taak kan vervullen of niet, daarover zal men
in den Rijksdag bovenal rekenschap moeten verlan
gen. De Rijksdag zal niet tfit elkaar gaan voor hij ze
kerheid heeft, dat het vraagstuk der verzorging met le
vensmiddelen en veevoeder werkelijk is opgelost."
DE STRIJD TEGEN SERVIë.
De Duitsche staf meldde gisteren:
Mitrowitza is door de Oostenrijksch-Hongaarsche
troepen, Pristina door de Duitsche troepen genomen.
De Serviërs werden ten westen van Pristina over de ri
vier de Sitnica teruggeslagen.
Gisteren luidde het Oostenrijksche legerbericht
Aan de Boven-Drina verliep de dag kalm.
Bij Priboj forceerden onze troepen den overgang
aan den zuidelijken oever van de Lim. Ten zuiden
van Novi Bazar dringen Oostenrijksch-Hongaarsche
troepen voorwaarts in de richting van de Montene-
grijnsche grens. Door het Har-dal trekkende O.-H.
troepen sloegen den vijand in hevige gevechten uit de
stellingen ten noordoosten van Mitrowitza en rukten
deze stad binnen. Zij namen 700 man, waaronder
vier officieren gevangen. Ook Pristina werd aan de
Serviërs ontrukt. Een Duitsche colonne drong daar
van het noorden af binnen en een Hongaarsche volgde
van het oosten.
Het Bulgaarsche legerbericht over de operaties van
22 November meldde: In de vlakte van Kossowo
duren, de gevechten voort. Wij veroverden zes
snelvuurhouwitsers, twee snelvuurkanonnen, een
groote hoeveelheid munitie en ander oorlogsmateriaal
en maakten een groot aantal gevangenen. Aan de an
dere fronten geen veranderingen.
Fransche krijgsgevangenen vertellen, dat hun offi
cieren hadden verzekerd, dat bij het Bulgaarsche le
ger troepenafdeelingen waren, die uit menscheneters
bestonden
Op 19 dezer schoten onze troepen een van drie over
Feredjjjc vliegende watervliegtuigen naar beneden. Het
viel tusschen de armen van de Beneden-Maritza, waar
het verbrandde.
AAN HET ITALIAANSCH-OOSTENRIJKSCHE
FRONT.
Uit Weenen werd gisteren officieel gemeld:
Het bruggehoofd van Görz werd gisteren nog hevig
bestookt met grof geschut en mijnen, infanterie-gevech-
ten hadden echter niet plaats.
Des te verbitterder werd gestreden aan beidé zijden
van den Monte San Michele. Ten noorden van den
berg drongen in den middag sterke Italiaansche troe
pen de Oostenrijksche stellingen binnen. Stiermar-
kensche infanterie en honveds gingen tot den aanval
over en sloegen den vijand na wisselvallige verwoede
gevechten van man tegen man terug. Een aantal aan
vallen op den Monte Michele zelf en het terrein om
San Martino werden met zware verliezen aan de zij
de der Italianen afgeslagen. Aanvallen op den Mon
te dei sei Busi werden door ons vuur gestuit. Op de
wegversperring bij Zagora wierp de vijand zware bom
men, die giftige gassen ontwikkelden. Aan het Ti-
roolsche zuiderfront werden het station en de oude
stadswijk van Riva weder beschoten.
Een onzer vliegers wierp bommen op de barakken
en magazijnen van Ala.
DE STRIJD IN BELGIE en NOORD-FRANKRIJlK.
Het Fransche middagcommuniqué van gistermid
dag luidde:
In den loop van den nacht werd behalve de gewone
artilleriebeschieting in Argonne de mijnenstrijd voort
gezet in het voordeel van de Franschen. In den Bo-
lonteseotor lieten de Franschen een kleinen Duitschen
post in de lucht vliegen. In de Vogezen, ten noord-#
oosten van Celles-sur-Plaine, mislukte een poging om*
een Franschen post op te lichten.
Het Duitsche hoofdkwartier berichtte gisteren offi
cieel
Geen belangrijke gebeurtenissen.
De Engelsche opperbevelhebber betwijfelt dé juist
heid van de Duitsche mededeeling, dat bij de gevech
ten om Loos op 8 October de Duitsche troepen geen
7000 a 800Q man hebben verloren, zooals de Engel
sche berichten zeggen, doch slechts 763 man. Wij
hebben daarop niets te antwoorden.
DE STRIJD AAN HET OOSTELIJK FRONT.
Het bericht van den generalen staf luidde gisteren:
Legergroep-Von Hindenburg: Ten zuid-oosten van
Riga werden, bij een aanval op Bersemünde, waar
door de Russen tijdelijk uit die plaats werden verdre
ven, 6 officieren, 700 man gevangen genomen en twee
machinegeweren buit gemaakt.
Een vooruitgeschoven post in Janopol, ten noor
den van Illuxt, moest voor een Russischen aanval te
rugtrekken. Bij een tegenaanval werd het gehucht ge-
hem omen.
Legergroep-Von Linsingen: Aanvallen van Russi
sche afdeelingen ten noord-oosten van Tsartorysk en
bij Dubiszcze werden afgeslagen. 50 Gevangenen en
3 mitrailleurs werden binnengebracht.
ONDERHANDELINGEN MET DE ENTENTE.
Een officieel Reuter-bericht van den 22 November
uit Athene deelt mede, dat de Entente dien dag een
gezamenlijke stap deed in verband met het vraagstuk
van de troepen der geallieerden in Macedonië. Men
verzocht Griekenland zijn houding nader uiteen te
zetten.
Een bijzonder Reuter-correspöndent meldde giste
ren, dat na den ministerraad, welke onmiddellijk na
het bezoek der gezanten werd gehouden, de ministers
verklaarden, dat de zaken een normaal verloop heb
ben De eischen der geallieerden zijn veel minder
scherp, dan algemeen werd geloofd.
Naar hc-t Wolff-bureau uit Athene meldt, is de
Grieksche regeering geneigd de Entente zoover tege
moet te komen als met de waardigheid en de neutrali
teit van het land overeenkomt.
EEN VREDESPOGING.
Henri Ford, de Amerikaansche millionair automo
bielfabrikant, kondigt aan, dat hij van plan is pogin
gen te ondernemen,tot het beeindigen van dén oorlog.
Hij heeft een stoomboot speciaal voor dit doel ge
huurd, en zal 11 December naar Europa vertrekken
met verscheidene Amerikaansche pacifisten aan boorl.
Hij noodigt verdër dé pacifisten in andere neutrale
landen uit zich te vereenigen tot het houden eener
groote vredes-conferentie in een van de hoofdsteden
van Europa.
KORTE BERICHTEN.
De correspondent van de „Times" in het Engel
sche hoofdkwartier in Frankrijk deelt mede, dat de
winter aan het front reeds is ingevallen. Bij Kassei
rijdt men reeds schaatsen.
Te Mieszbach, bij München, is een Duitsche twee
dekker, van een hoogte van 20 meter neergestort.
De Londensche „Gazette" bevat een bekendma
king, waarbij de uitvoer van katoenen, watten en ru
we katoen en alle soorten ijzererts uit Engeland verbo
den is.
Volgens de Duitsche bladen zullen voorloopig
in die streken waar men zeer veel last heeft van ge
brek aan boter, boterkaarten worden ingevoerd.
Te Mittweida in Saksen heeft een werkman, die
met verlof van het front was gekomen om zijn vrouw
te begraven, zijn vier kinderen in hun slaap doodge
schoten en daarna zichzelf.
„DE TELEGRAAF" AANGEKLAAGD.
Naar het Hbld. verneemt heeft dé firma Wambersie
en Zoon te Rotterdam bij den officier van justitie te
Amsterdam een klacht ingediend tegen de redactie van
het dagblad „De Telegraaf."
Op een informatie deelde de redactie van „De Te
legraaf" het volgen,de mede:
in „De Telegraaf' kwam een week geleden een ar
tikel voor onder het hoofd „Van leder en schoenen".
In dit artikel wordt onder meer gezegd, dat een fir
ma te Waalwijk, Sekkendorf genaamd, schijnt te
trachten door bemiddeling van den cargadoor Wam
bersie Amerikaansche huiden machtig te worden, met
bestemming naar Duitschland. De redactie vermoedt,
dat dit bericht de aanleiding is tot de vervolging.
DESERTIE VAN EEN GEÏNTERNEERDE.
Voor den krijgsraad te 's-Gravenhage heeft terecht
gestaan de 22-jarige Duitsche marine-artillerie-soldaat
J. W. H., van de 10e comp. 2e bat. Ie matrozen-artil
lerie-regiment der Duitsche marine.
Bekl., die laatstelijk in garnizoen lag te Knocke, is
daar van zijn korps gedeserteerd en bij Sluis over on
ze grenzen gekomen en vervolgens te Bergen N.-H.
geïnterneerd.
Hem is ten laste gelegd, dat hij op 26 September j.l.
misbruik heeft gemaakt van een hem verleende ver
gunning om zich eenige uren buiten het interneerings-
kamp te begeven, door zich niet op tijd weder terug
te melden, maar tot 17 October d.a.v. weg te blijven,
toen hij zich te Hilversum bij de politie heeft aange
meld.
Bekl. bekende volledig en gaf op weggeloopen te
zijn, omdat hij bang was, dat hij aan de Duitsche au
toriteiten zou worden uitgeleverd.
De auditeur-militair requireerde.schuldigverklaring
en veroordeeling tot 3 maanden militaire gevangenis
straf, in te gaan 8 November.
KON. NAT. STEUNCOMITé.
Blijkens de 64ste lijst is van 31 October— 6 dezer
voor het Koninklijk Nationaal Steuncomité 1914
10,543.16 ontvangen, makende een totaal met vori
ge lijsten een bedrag van 3,368,112.2414 aan ont
vangen bijdragen en toezeggingen.
BELOONING.
Door dé Engelsche regeering werd aan den burge
meester van Harlingen een prachtige zilveren beker
met inscriptie toegezonden, bestemd voor kapt. J. G.
Knijpenga, gezagvoerder van het Nederlandsche
stoomschip „Minister Tak," die op 10 September 1.1.
te Nieuwediep aanbracht de 4 man equipage van de
Engelsche vischsmak L. T. 308 vah Lowestoft, welke
in de Noordzee door een Ehritschen onderzeeër in den
grond' werdi geboord.
SMOKKELEN.
Nabij 't station Broekheume (gemeente Lonneker)
werd iemand, binnen een strook van 300 meter van de
Duitsche grens, aangetroffen, en deswege door de dou
ane ter visitatie meegenomen. De man, die zich hier
tegen hevig verzette, wist nabij 't douanekantoor te
ontsnappen, doch werd 10 minuten later weer gevat
door een luitenant der grenswacht. Weer werd hij
meegenomen en gaf op Jansen te heeten, terwijl hij
vooraf een anderen naam aan de douanen had opge
geven.
Bij de visitatie bleek hij onder z'n kleeding een mi
litaire jas te dragen. Toen deze in beslag werd ge
nomen, en ook nog spek op hem werd gevonden, beken
de hij te zijn de militair H., die met twee dagen verlof
te Enschedé vertoefde.
Ten slotte bleek nog, dat deze veelbelovende soldaat
het op hem bevonden spek had gestolen uit het douane
kantoor te Boekelo.
Alles bij elkaar werden tegen hem zeven verschil
lende processen-verbaal opgemaakt. (Tel.)
DIENSTWEIGERING.
Gasteren zijn de heeren Ds. B. dé Ligt enjohan
Heller als onderteekenaars van het „manifest der
dienstweigeraars" verhoord door den Rechter van In
structie te Utrecht. De dienstweigeraar M. A. Ro
mers uit Noordwijk aan Zee bevindt zich thans in
voorarrest.
Door dr. Louis A. Bahler, wiens gerechtelijke ver
volging wordt voortgezet, is een Memorie van Toe
lichting ingediend bij de Arrondissementsrechtbank te
Assen.
BINNENLAND.
TWEEDE KAMER.
De Tweede Kamer is aanstaande Maandagmiddag
29 November bijeengeroepen, 's middags te half twee
ter behandeling der Indische begrooting.
Naar vernomen wordt, zal alsdan, in de plaats van
den Minister van Koloniën, die op medisch advies
eenigen tijd rust moet houdien, de Minister van Mari
ne de verdediging der Indische begrooting op zich
nemen.
Het moet in het voornemen van den Voorzitter lig
gen om voor te stellen het wetsontwerp, houdende
machtiging tot het aangaan van eene overeenkomst
met de naaml. vennootschap Koninklijke Paketvaart
Maatschappij te Amsterdam, betreffende het onder
houden van stoomvaartverbindingen in Nederl. Indië
gedurende de jaren 1916 tot en mat 1925, voorloopig
nog niet te behandelen.
R. K. KAMERCLUB.-
Op voorstel van het bestuur werd in een gisteren ge
houden vergadering van de Katholieke Kamerclub
het bestuur, dat tot nu toe uit 3 leden bestond, aange
vuld met een tweede-secretaris en een penningmeester.
Als zoodanig werden gekozen de heeren mr. F. J. J.
Jansen en mr. P. J. M. Aalberse.
MINISTER PLEYTE.
De beterschap van Minister Pleyte blijft aanhou
den.
Ten einde een spoedig algeheel herstel te bevorde
ren, denkt de Minister het advies van zijn geneesheer
te volgen om voor eenige dagen naar Gelderland te
vertrekken in de verwachting dat hij in den loop der
volgende week zijne ambtsbezigheden zal kunnen her
vatten.
Gemengd Nieuws.
OP DE KLEINTJES PASSEN.
De directeur-generaal der Staatsspoor maakt aan
het personeel bekend, dat van den leverancier der
dienstkleeaing de mededeeling is ontvangen, dat er
gebrek dreigt te ontstaan aan uniformknoopen en cij
fers, die uit het buitenland moeten komen. De uitvoer
van deze artikelen is verboden. In verband hiermede
wordt het personeel verzocht, de uniformknoopen en
cijfers van kleedingstukken, die niet meer gedragen
worden, op de stations in te leveren.
POSTZAK VERMIST.
De Tel. meldt uit Oldenzaal:
Sinds eenige dagen is een gesloten postzak, afkom
stig van Albergen en bestemd voor Almelo, zoek.
Deze postzak, bevattende om. 400 bankpapier en
160 zilver, moest verzonden worden per postrit van
Albergen naar Oldenzaal en van daar per spoor naar
Almelo.
De conducteur van het postrijtuig in den trein,
waarmede het vervoer van Oldenzaal naar Almelo
moest geschieden, miste den postzak op het traject Ol
denzaal—Hengelo en gaf van het ontbreken onmid
dellijk bij aankomst kennis.
UIT HEILOO.
De afdeeling v/d Ijsbond, IJ. H. N. vergaderde in
café Blokker. Na opening werden achtereenvolgens
het jaarverslag een verslag der ledenvergadering
in 1914 en een van de Algemeene Vergadering in
1914 te Uitgeest gehouden, voorgelezen en goedge
keurd.
Hierna kwam aan de beurtrekening en veranJtwoor-
ALRMAARSGHE COURANT.