DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Van tiet zuidelijk oorlopterreln Tan bet westelijk eirlogsterreln. No. 278 Honderd en zeventiende Jaargang, 1915 Ahoniwatspriii m 3 roaiuÉnft—,Jr. p. post 11.35. AdYGitentiepriis 10 ct. p. regel, groote letters naar Y R 1J I) A O Brieven fr. N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v.h. HERIWs. COSTER 5 ZOON, Voordam C9. Telefoonsr, 3. 26 NOVEMBER FRANKRIJK. Melkvoorziening. ALKMAAR, 26 November. Het Servische gezantschap te Parijs heeft meege deeld, dat de toestand van het Servische leger verbe terd is en dat het Bulgaarsche leger tot tweemaal toe ten noord-oosten en ten zuid-oosten van Prizrend ver slagen is. Uit de berichten van de tegenpartij blijkt zulks echter heelemaal niet en zonder nadere bevesti ging dient er ook weinig vertrouwen aan te worden gehecht. Het is vermoedelijk een stemmingsbericht, dat moet dienen om er den goeden moed in te houden. De Fransche senator Clemenceau schreef dezer dagen: „men heeft ons zoolang men kon, met eenige onbe- teekenende militaire voordeelen trachten te verblin den, welke, door de dappere soldaten van generaal Sarrail verworven waren." Het schijnt, dat men thans hetzelfde wil beproeven met Servische soldaten. Een lid der Servische regeering moet volgens het Petit Journal hebben medegedeeld, dat Servië voornemens is, het offensief te hernemen, zoodra de Engelsch- Fransche hulptroepen in Macedonië sterk genoeg zul len zijn. De heei Aaquith, de Engelsche minister-president, moet de Servische regeering telegrafisch hebben ver wittigd, dat Engeland vastbesloten is de expeditie voort te zetten. Men zou weldra verrassingen op den Balkan beleven. Volgens de Daily Telegraph zou ook de Tsaar persoonlijk telegrafisch beloofd hebben, dat Russische troepen binnen een week in Bulgarije zul len zijn, het heet, dat er 250.000 Russen aan de Roemeensche grens staan terwijl de Italiaansche regeering de zending van een expeditieleger toezegde: er zouden 40.000 man beloofd zijn. Het zeifde blad meldt, dat de toestand der Fransch- Engelsche troepen tegenwoordig moeielijk is en dat generaal Sarrail herhaaldelijk heeft verklaard, dat hij alleen een grooten slag zal aanvaarden met aanzien lijke strijdkrachten. Eigenaardig is het, dat men offi cieel over deze troepen de laatste dagen niemendal verneemt, aan beide kanten zwijgt men over den mili tairen toestand in dit gebied wij hadden dit reeds geschreven, toen het telegram kwam, meldende, dat de Franschen bij Krivolak (20 K.M. van de Grieksche grens) de Bulgaren hebben teruggeslagen. De Telegraph beweert verder, dat aan Servië van Duitsche zijde een afzonderlijke vrede is aangebo den, die evenwel door den Servischen kroonprins werd geweigerd. Geruchtsgewijze verluidt voorts, dat de Grieksche koning bereid is den eisch van demobilisatie, wegens redenen van binuenlandsche politiek in te willigen, maar ook, dat de entente geen demobilisatie heeft ge- eischt, doch alleen er op heeft aangedrongen, dat er geen Grieksche troepen aanwezig zullen zijn in het gebied, waar de verbondenen opereeren. Het wordt ons tegenwoordig niet gemakkelijk gemaakt achter de waarheid te komen! Noch van het Oosten noch van het Westen is er eenig nieuws. Volgens de Morning Post hebben de Duitschers afgezien van hun voornemen om Riga en de Dwina-linie te veroveren en reeds Mitau, de voor ste basis hunner troepen, ten deele ontruimd. De langste officieele communiqué's komen tegen woordig van het Italiaansch-Oostenrijksch front. Of eigenlijk is het niet juist van een front te spreken, want men heeft hier niet te doen met één doorloopen- de linie zooals in het Westen en in het Oosten. Er is hier geen gesloten front: op 150 K.M. van de grens lijn wordt Wel, op 200 K.M. echter niet gevochten. Men strijdt ten westen en ten oosten van het Garda- meer, maar dan komt er een 40 K.M., waar men niet vecht, dan komt er een gevechtsterrein van 40 K.M., waar de Italianen 10 a 15 K.M. hebben gewonnen en een gebied hebben bezet, dat ongeveer het honderdste gedeelte van ons land is. Vervolgens krijgt men een gaping van ruim 20 K.M., waarna er over 15 a 20 K.M. weer gestreden wordt daar hebben de Italia nen een gebied veroverd zoo groot als de stad Am sterdam. Honderd „vredeskilometers" vindt men dan aan de grens en eerst wanneer men de Isonzo is ge naderd, begint de strijd opnieuw, waar hij met een kleine onderbreking voortduurt tot aan de zee. Oos tenrijk heeft in dezen strijd een machtigen bondge noot: het moeielijke terrein. In verband met deze om standigheid is het niet onmogelijk, dat de Italianen tenslotte alleen aan de Isonzo zullen volhouden, waar zij een goede kans hebben het veelgenoemde Görz en daarna misschien ook Triëst te veroveren. De Italia nen hadden dit terrein ook kunnen krijgen zonder een schot te lossen, maar ze hebben het Oostenrijk- sche aanbod destijds niet willen aanvaarden. Zij moe ten het begeerde gebied thans in bloedige gevechten met opoffering en moeite veroveren. DE STRIJD TEGEN SERVIë. Het officieele Oostenrijksche legerbericht van giste ren luidde: De Montenegrijnen zijn ook ten oosten van de Toca teruggeslagen. Ten zuidwesten van Sje- nica overschreden wij de Montenegrijnsche grens. Bij de inneming van Mitrowitza namen de Oostenrijksch- Hongaarsche troepen 10.000 Serviërs gevangen en maakten zij zes mortieren, 12 veldstukken, een groot aantal voertuigen, allerlei munitie, zeven locomotie ven, 130 wagens en veel ander oorlogsmaterieel buit. Een Oostenrijksch-Hongaarsche colonne, die van Mi trowitza verder oprukte, veroverde de streek vah Wuschitzu. Ten zuiden daarvan staan Duitsche en Bulgaarsche troepen gereed over de Sisniza te trekken. In de gevechten om Pristina werden 6800 man ge vangen genomen en zes Servische kanonnen buitge maakt. Het Bulgaarsche legerbericht van 23 Nov. luidde aldusSedert tien dagen waren verbitterde gevechten om Pristina aan den gang. Nadat ons leger heden de Serviërs geheel en al in het noorden, oosten en zui den omsingeld had, deed de vijand nog de uiterste po gingen om Pristina te verdedigen. Hij kon onzen druk echter niet weerstaan en werd uit zijn laatste stel lingen geworpen, waarop hij genoodzaakt was terug te trekken naar het westen. Te half drie 's namiddags rukte eerst een cavalerie-regiment de stad binnen, waarop onze troepen van het noorderfront en afdee- lingen van de naburige Duitsche colonne volgden. Het aantal der gevangenen is nog niet vastgesteld. DE STRIJD IN BELGIë EN NOORD-FRANKRIJK. Het Fransche middag-communiqué meldde gisteren: In Artois en Lotharingen op enkele plaatsen ge vechten met handgranaten in den loop van den nacht. Onze artillerie gaf werkzaam vuur af op vijandelijke mitrailleurs-opstellingen bij Frise en op de stations van Beuvraignes en Laucourt. Op het overige front de gewone artilleriebeschieting. DE INSCHRIJVING OP DE OORLOGSLEENING Gisteren was de eerste dag van de inschrijving op de nationale oorlogsleening. Deze had een succes, dat alle verwachtingen te boven ging. De toeloop in alle bureaux, waar inschrijving werden aangenomen, was buitengewoon. Overal moest een ordedienst worden ingesteld om de menigte tegen te houden. De bladen vermelden inschrijvingen van verschei den millioenen. De „Association fraternelle van che- minos frangais" heeft voor een millioen ingeteekend. Generaal Joffre zei in een gisteren verschenen leger order Een ieder kent Frankrijk's welvarendheid. Al len vertrouwen in zijn toekomst en den gunstigen af loop van den strijd. Allen, die op de leening teekenen, doen niet alleen hun plicht als Franschen, doch zul len er zelf baat bij vinden. Na 1870 hebben wij een bevfijdingsleening uitgegeven. Ditmaal zal het, door uw inspanning, een overwinningsleeriing zijn. Denkt over deze dingen na. Schrijft er over aan wie achter bleven. Door in te teekenèn, vechten zij voor Frankrijk met u en helpen zij op de meest doeltreffende wijze. Het geldt de verzekering van uw toekomst en van die uwer kinderen. KORTE BERICHTEN. Het garnizoen van Monaco, hetwelk uit 200 man bestond, die deels Van Fransche,deels van Itali aansche nationaliteit waren, is geheel en al opgelost, doordat de manschappen door de militaire overheden hunner landen zijn opgeroepen. -In DuitsChland zijn maximum-prijzen voor wild vastgesteld. In een spoedvergadering van de Fransche Ka mer van Afgevaardigden zijn middelen beraamd om de stijging der levensmiddelen tegen te gaan. De levering van couranten door de Duitsche pos terijen heeft aan de Duitsche schatkist over 1015 een zuivere winst geleverd van 16.1 millioen mark, tegen 11.1 millioen mark over 1914. BINNENLAND. GEZANT BIJ HET VATTCAAN. Naar met zekerheid vernomen wordt, kan de benoe ming van jhr. mr. O. F. A. M. van Nispen tot Seve- uaer, lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal en oud-voorzitter dier Kamer, tot "gezant in tijdelijke en bijzondere zending bij den Pauselijken Stoel, bin nen zeer korten tijd worden tegemoet gezien. De weldra te benoemen gezant in tijdelijke en bij zondere zending bij den Pauseiijken Stoel, jhr. mr. O. F. A. M. van Nispen tot Sevenaer, behoort tot de meest begaafde leden der Katholieke Staatspartij in de Tweede Kamer. Op 2 October 1867 te Arnhem geboren, bezocht hij het Gymnasium te Nijmegen, promoveerde op 19 De cember 1892 in de rechtswetenschap aan de Rij les-Uni versiteit te Leiden en vestigde zich spoedig daarna als advocaat en procureur te Arnhem. In Juni 1901 werd hij gekozen tot lid van de Tweede Kamer voor het kiesdistrict Nijmegen, welk district hij sedert dien on afgebroken vertegenwoordigde. Tijdens het presidium van den heer Van Bylandt als nummer twee op de voordracht voor het Kamer presidium gebracht, werd hij na diens aftreden be noemd tot voorzitter en wist hij ook in woelige en rumoerige parlementaire episoden de Kamer te leiden met vaste hand en op een wijze, die algemeen werd geroemd. In 1913, toen mr. Goeman Borgesius als voorzitter optrad, werd hij met mr. Troelstra als on dervoorzitter benoemd, welke functie hij is blijven vervullen tot het thans ingetreden zittingjaar, toen hij den wensch te kannen gaf voor eene herbenoeming niet in aanmerking te willen komen. Reeds toen er voor het eerst sprake was van eene aanstelling van eenen tijdelijken en buitengewönen ge zant bij den Pauselijken Stoel, werd in de pers zijn naam het allereerst genoemd onder degenen, die voor dit ambt het meest in aanmerking kwamen. Bekend is het belangrijke aandeel, dat hij als lid van de commissie van rapporteurs heeft gehad in de totstandkoming van de wet op het Arbeidscontract. Zijne verdiensten in dit opzicht werden toen van re- geenngswege erkend door zijne benoeming tot Ridder in de Orde van den Nederlandschen Leeuw. Nadat hij gedurende een jaar het voorzitterschap der Tweede Kamer had vervuld, werd hij bevorderd tot Comman deur in die Orde. PROV. STATEN VAN NOORD-HOLLAND. Gisteren was ingekomen het rapport van den heer H. Lohr, directeur der Provinciale Geldersche Electrici- teitsmaatschappij, in zake de vraag, op welke wijze de Kennemer Electriciteit-Maatschappij en andere be staande inrichtingen de provincie Noord-Holland zoo economisch mogelijk van electrischen stroom kunnen voorzien. Het rapport, is echter pas ingekomen en kan niet meer in de winterzitting aan de orde worden gesteld. Ged. Staten zullen daarom bevorderen, dat in een buitengewone zitting, te houden in de eerste maanden van het volgend jaar, aan de Staten de gelegenheid zal worden geboden, om zich uit te spreken over de electriciteitsvoorziening. BENOEMING EERSTE KAMER-LID. Zooals we gisteren nog in een deel onzer vorige oplaag mededeelden, werd door de Provinciale Sta ten van Noord-Brabant in de vacature-mr. Regout ge kozen de heer R. J. A. Diepen. De heer R. J. A. Diepen werd in 1875 geboren. Hij studeerde aan het R. K. gymnasium te Katwijk en kwam in 1895 in de lakenfabriek zijns vaders, die al ruim 100 jaar een uitstekende reputatie geniet. Later zette hij met twee zijner broers de zaak voort onder de firma Gebrs. Diepen. In Juli 1901 werd de heer Diepen lid van den fTilburgschen gemeenteraad, ter wijl hij in 1913 gekozen werd tot lid der Provinciale Staten van Noord-Brabant. STADNIEUWS. DE MASSA-VERGIFTIGING. Het onderzoek door het Centraal Laboratorium te Utrecht, van de voedingsmiddelen door de soldaten van het dépót-bataljon te Alkmaar gebruikt op 18 en 21 November, heeft, naar wij vernemen, tot nog toe geen schadelijke bestanddeelen daarin kunnen aantoo- uen. Intusschen wordt het chemisch onderzoek nog verder voortgezet. DE MELKPRIJS. De Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel heeft den burgemeester gemachtigd den prijs der melk te bepalen op 9 cents, voor de melkverkoopers, die haar weer mogen verkoopen voor 11 cents per liter. Deze prijzen gelden van morgen af aan. In verband met deze vaststelling van den prijs vergadert de ver- eeniging van melkveehouders hedenavond in het café „Het Paardshoofd", ter bespreking van de te nemen maatregelen. GEMEENTELIJKE ARBEIDSBEURS. Gisteravond trad in de bovenzaal van „De Unie" op de heer A. Folmer, secretaris der vereeniging van Nederlandsche Arbeidsbeurzen om de wenschelijkheid van de oprichting van een gemeentelijke Arbeidsbeurs voor Alkmaar te betoogen. De voorzitter van de Tijdelijke Arbeidsbeurs, de heer Jb. Cloeck, opende de flink bezochte vergader- ring, heette allen welkom en deelde mede dat van B. en W. en van de K. v. K. en F. bericht was gekomen dat zij verhinderd waren de vergadering bij te wonen. Vervolgens zette de heer Cloeck in eenige woorden uit een waarom deze vergadering was bijeengeroepen. Op denzelfden dag dat, tengevolge van de mobili satie, het steuncomité werd opgericht, werd ook beslo ten tot de oprichting van een tijdelijke arbeidsbeurs. Toen het in den gemeenteraad ter sprake kwam, de ze tijdelijke arbeidsbeurs om te zetten in een gemeente lijke, werd aan het Burgerlijk Armbestuur om advies gevraagd welk rapport zeer gunstig luidde. Ook de K. v. K. betoogde het groote gemak dat er voor den handel en industrie in was gelegen om direct te kun nen beschikken over geschikte arbeidskrachten. B. en W. zagen echter het nut niet in dat een ge meentelijk arbeidsbeurs in normale tijden heeft, doch zij zeiden: toon ons dat er werkelijk behoefte bestaat, en wij zullen desnoods ruim subsidieeren. Nu echter wordt er èn in provincie, èn in stad ge vraagd naar de oprichting van arbeidsbeurzen, of, voor kleinere plaatsen, het oprichten van een corres- gondenischap. Dit is, opdat, wanneer in het eene deel van het land behoefte bestaat aan bepaalde ar beidskrachten, en in het andere deel veel aanbod is, vraag en aanbod dan direct met elkaar in contact zul len komen, en ook voornamelijk voor degenen, die straks, als de mobilisatie beëindigd is, opeens zonder werk zullen komen te staan. Deze laatsten zullen dan direct weten, waar ze werk kunnen vinden. Als we nu komen, vervolgde spreker, en den Raad verzoeken de oprichting van een. gemeentelijke arbeids beurs te steunen, zal deze zeker niet weigeren. En de burgemeester, die te Amsterdam verklaarde, dat de oprichting van een nationale arbeidsbeurs hem sym pathiek was, zal zeker niet den kap van het gebouw willen hebben, zonder mede te werken aan de fundee ring, d.i. de oprichting van een gemeentelijke Arbeids beurs. Met deze woorden gaf de heer Cloeck het woord aan den heer Folmer. Deze begon met te zeggen dat hij volgaarne gehoor had gegeven aan de uitnoodiging van het bestuur der tijdelijke arbeidsbeurs alhier om in een openbare ver gadering het nut dat een gemeentelijke arbeidsbeurs heeft, uiteen te zetten. Spreker begon met het doel en de beteekenis van een arbeidsbeurs te verklaren. Toen de oorlog uitbrak was een van de eerste za ken waaraan gedacht werd, de oprichting van steun- comité's en daarnaast van tijdelijke arbeidsbeurzen. Deze waren echter een soort van philantropische in stellingen, en een arbeidsbeurs moet in de eerste plaats beschouwd worden als een bemiddeling waarvan alle phüantropie vreemd is. Wat is nu het doel van een arbeidsbeurs? Daar van is de volgende définitie te geven: Een arbeids beurs is een instelling die ten doel heeft zich geregeld te bemoeien met 't in aanraking brengen van werkge vers en werknemers. Waar in onze maatschappij werk gevers zoowel als werknemers bestaan, spreekt 't van zelf dat beide categoriën tot elkander moeten komen om een harmonisch geheel te verkrijgen. De behoef- De Burgemeester der gemeente ALKMAAR brengt hierbij ter algemeene kennis, dat dë Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel hem, met intrekking van de vroeger ter zake verleende machtiging, bij be schikking van 25 November 1.1. heeft gemachtigd om den MAXIMUM-PRIJS van de door producenten te leveren CQNSUMPT1EMELK aan melkverkoopers te bepalen op 9 CENT en van die, door laatstgenoem den te leveren aan de consumenten, op 11 CENT PER LITER, en dat deze maximum-prijzen, met intrekking van de bestaande, zullen gelden van ZATERDAG 27 NOVEMBER a.s. af. ALKMAAR, 26 November 1915. De Burgemeester voornoemd, G. RIPPING. De BURGEMEESTER van ALKMAAR; Gelet op zijn besluit tot uitvaardiging van een alge meen verbod tot het tappen van sterken drank aan mi litairen van het tijdelijk garnizoen; Overwegende de wenschelijkheid om bedoeld ver bod in te trekken; Besluit: bedoeld verbod, met ingang van heden, in te trek ken., met dien verstande, dat indien deze intrekking aanleiding mocht geven tot wanordelijkheden of ge vallen van ernstig drankmisbruik, onverwijld opnieuw maatregelen zullen worden genomen om zulks krach tig te bestrijden. Afschrift enz. Alkmaar, 25 November 1915. De Burgemeester voornoemd, G. RIPPING. te aan geschoolde arbeiders is achteruit gegaan, ter wijl daarentegen de vraag naar ongeschoolde arbei ders is toegenomen. Nu is het een feit dat de totnog toe gevolgde manier, die werkgever en werknemer ge bruiken om tot elkaar te komen, veel te omslachtig is. Voor den werkgever b.v. staan er verschillende we gen open. Hij kan aan de poort van zijn fabriek een aanvrage om arbeidskrachten doen aanplakken, hij kan advertenties plaatsen of hij kan bepaalde plaat sen bezoeken waar de arbeiders in een bepaald vak zioh aanbieden, zooals b.v. bij de bootwerkers ge beurt. Doch dit Heeft het groote bezwaar dat dan de loonen misschien in 't gedrang komen. De werknemer kan eveneens verschillende wegen bewandelen. De z.g.n. plaatsingsbureaux zijn slechts een vorm van arbeidsbeurzen. Zij kunnen echter aan leiding geven tot verschillende misbruiken, welke dan ook de oorzaak zijn, dat de gemeente zich met de zaak bemoeide. Een arbeidsbeurs toch is niet alleen een sociaal be lang voor werkgever en werknemer doch ook voor de gemeente waar, ze gevestigd is, waarvan zij de bloei zeer kan bevorderen. Maar dat kan alleen wanneer de arbeidsbemiddeling goed is. Zij moet niet automa tisch, doch doelbewust zijn, d.w.z. zij moet den juis- ten man brengen op de juiste plaats en vooral moet ze snel handelen. Geen bepaalde voorkeur moet er zijn, zonder te letten op politieke richting of geloof moet de bemiddeling verleend worden. De vrije keus blijft natuurlijk bestaan, daar het ten slotte toch aan werkgever en werknemer ligt een arbei der aan te nemen of bij een patroon in dienst te komen. Vervolgens moet de arbeidsbeurs gelegenheid ge ven om kinderen, die in het economisch, het maat schappelijk leven willen binnentreden, hun juiste plaats aan te wijzen. Zij moet hiertoe het advies van deskundigen (onderwijzers, artsen) inwinnen, die kun nen zeggenv oor welke plaats het kind het meest ge schikt is. Natuurlijk blijft og weer de vrije keuze der ouders. Aan het hoofd' der arbeidsbeurs moet staan een be stuur waarin evenveel werkgevers als werknemers moe ten zitting hebben, en dat gepresideerd' wordt door een onpartijdig voorzitter, noch werkgever noch werk nemer. De gemeentelijke overheid hier te lande is reeds een jaar of 10 bezig met het regelen van de arbeidsbemid deling, door arbeidsbeurzen. De clientèle stroomde in den beginne wel niet toe, och, het was nieuw, en het nieuwe wil er nooit gauw in. Bovendien, het was totnutoe ook goed gegaan. De ervaring leerde ech ter dat degenen die zoo redeneerden het mis hadden, daar er steeds meer gebruik vanw erd gemaakt. De groote gemeenten hebben het initiatief genomen voor een gemeentelijke arbeidsbeurs, daarna volgden de kleinere. Hier voelde men echter de behoefte niet zoo, omdat daar de markt beter te overzien was, doch het voorbeeld van steden als Zwolle, Hilversum, Apel- door en Delft plaatsen ongeveed zoo groot als Alk maar doet ons zien dat een gemeentelijke arbeidsbeurs ook in kleinere plaatsen een zeer groot nut kan hebben Nu, onder den invloed van de crisis, zijn er pogir gen in het werk gesteld om te komen tot de oprichtte van een nationale arbeidsbeurs. De tijdelijke arbeicL. beurzen toch voldoen maar betrekkelijk. In de Tweede Kamer gingen, onder den druk der finantieele crisis eenige jaren geleden reeds stemmen op dat de regeering zich zoude bemoeien met de na tionale arbeidsbemiddeling in -verband met de werk loosheid. De Staatscommissie, dientengevolge ingesteld, oor deelde eveneens dat van regeeringswege de nationale arbeidsbemiddeling moest worden ter hand genomen. In alle landen van Europa werkt men aan arbeids bemiddeling; in Engeland en Denemarken is ze reeds wettelijk geregeld, terwijl Duitschland, België en Frankrijk bezig zijn die zaak zoo spoedig mogelijk te behandelen. Ook in ons land zal ze na den afloop van den oorlog ongetwijfeld wettelijk geregeld worden. Ofschoon het nu zonder arbeidsbeurs te Alkmaar tot nu toe betrekkelijk goed is gegaan is spreker er van overtuigd, dat het met een dergelijke instelling nog veel beter zou zijn gegaan en dat een gemeentelij ke arbeidsbeurs voor Alkmaar is een sociale instel ling van groot nüt. Na de pauze werden door eenige afgevaardigden van de 28 corporaties uit Alkmaar, die vertegenwoor digd waren, vragen gesteld, welke door spreker, die met den trein van 10 uur weg moest, in het kort en bevredigend werden beantwoord. ALKMAARSCHE COURANT i

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1915 | | pagina 1