AD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN-
Van tiet zuidelijk oorlogsterrein
Van lilt oostelijk frtpterreln.
Van het westelijk oorlossterreln.
No. 28?-
üonderd en zeventiende jaargang.
1915
IbonwntsnrljK p?r psndenfl—Jr. I post fUü MYerteitleprijs 10 et. p. regel, groote letters naar plaatsruimte. Brieven Ir. N. V. Boek- en Handelsdrukkerij y.h, HERPIls. COSTER ZOON, Voordaoi Cf. Telefoem l
I)OIDERDA(i
2 DECEMBER
Dit nummer bestaat uit 2 bladen.
ALKMAAR, 2 December.
Zelfs de Russische communiquéschrijver, die vaak
nog al veel te schrijven weet, heeft heden niets anders
te zeggen, dan dat de toestand onveranderd is. Ook
de andere legerberichten brengen geen nieuws het
ziet er naar uit alsof in het Oosten, in het Westen en
in Servië de wintercampagne haar intrede heeft ge
daan, dus de groote operaties zijn gestaakt en hier en
daar slechts een tijdelijke actie, meestal alleen door de
artillerie wordt ingezet. Wel spreken geruchten over
een nieuw Russisch Balkan-leger, over een nieuwe
Russische actie in Galicië en in de Boekowina, doch
het zijn maar geruchten.
Evenals de krijgsbedrijven worden de onderhande
lingen tusschen de entente en Griekenland thans slee-
pend gehouden.
De Reuter-telegrammen zijn ware stemmingsberich-
ten, grillig en afwisselend als het weer in dezen tijd.
Het laatste Reuter-bericht luidt, dat de toestand nog
steeds vrij gespannen is, en dat men te Athene hoopt,
dat lord Kitchener te Londen en minister Denys Co
chin te Parijs, die op de hoogte zijn van de zienswijze
van Griekenland, er in zullen slagen om aan den in-
gewikkelden toestand een einde te maken. Blijkbaar
staat de zaak er thans zoo voor, dat Griekenland A
gezegd heeft, maar weigert B te zeggen, zooals de en
tente verlangt. De Grieksche regeering heeft immers
op de eerste entente-nota goedgunstig geantwoord,
maar dit nog niet gedaan op de tweede, hoewel het
heette, dat dit antwoord op korten termijn werd ge
vraagd. Naar verluidt beschouwt de Grieksche regee
ring de eischen om het Grieksche leger Saloniki te
doen ontruimen en den geallieerden de bewaking van
de Grieksche kusten toe te staan, onaannemelijk, om
dat zij feitelijk zouden neerkomen op een schending
der Grieksche onzijdigheid.
Voorts wordt gemeld, dat de aarzeling der Griek
sche regeering om de eischen der entente in te willi
gen veroorzaakt wordt door een waarschuwing van
Duitschland en Oostenrijk-Hongarije, behelzend dat
indien Griekenland de eischen der entente inwilligt,
het door Engelsch-Fransche troepen bezette grondge
bied van Grieksch-Macedonië door hen als vijandelijk
grondgebied zal worden beschouwd.
Volledigheidshalve teekenen wij aan, dat een En-
gelsch stoomschip „Kingsway" en het Engelsche
stoomschip „Malincho" (1900 ton) tot zinken ge
bracht zijn.
Onlangs hebben wij het een en ander aan de En
gelsche „New Statesman" ontleend, dat betrekking
had op een Fransch-Engelsche gedachtenwisseling
over het aandeel van Frankrijk en Engeland in den
oorlog. Deze gedachtenwisseling is voortgezet. Een
Franschman betoogt, dat de Fransche offers in dezen
oorlog nu reeds een noodlottigen invloed op het na
geslacht in Frankrijk moeten uitoefenen. En hoe zal
het zijn, als de oorlog nog anderhalf jaar, of een jaar
of zelfs een half iaar moet duren? Verwacht gij, zoo
vraagt de inzender, dat Frankrijk nog twee millioen
zal opofferen, dat het de mannen tot 60 jaar moet op
roepen Zoo neen, aldus gaat hij voort, denkt gij dan
dat Frankrijk nog heel lang vijf zesden van het Weste
lijke front kan bezetten met een verlieslijst van
een 150,000 man in de maand? Duurt de oorlog nog
veel langer, dan zal de last van te zorgen voor het
Westelijke front, die tot nog toe hoofdzakelijk op
Frankrijk heeft gerust, aan een ander moeten worden
opgelegd, n.l. hetzij Engeland of Japan. Maar ons
nageslacht zal er misschien niet al te trotsch op zijn
dat het Britsche rijk zich door Japan heeft laten red
den.
Het eenige wat er op zit, zoo komt het den Fran-
schen schrijver voor, om den oorlog ten gerieve van
het Engelsche volk (of van dat deel dat niet vecht) vol
te houden is de invoering van dienstplicht. De uit
voerhandel zou er door ophouden, maar dat is in
Frankrijk al het geval. De oorlog moet worden ge
wonnen, schreef de redactie. Zeker, maar 't is ook van
eenig belang, dat wij zorgen 'te winnen zonder de
mannelijke bevolking van Frankrijk uit te roeien. En
ik verzeker u, aldus eindigt de Franschman, dat is
ook een meening, die vrij algemeen in Frankrijk wordt
aangehangen.
De redactie antwoordt, dat ze de vreeselijke offers
die Frankrijk brengt, niet onderschat, maar ze gelooft
niet, dat een aanmerkelijk deel van het Fransche volk
het met dezen inzender eens is, dat alles, zelfs een
Duitsche opperheerschappij, te verkiezen is boven een
voortzetting van die offers. Duitschland offert nog
meer. Engeland's offers, al zullen die in het tweede
oorlogsjaar veel grooter zijn dan in het eerste, zullen
nooit zoo hoog stijgen. Dat ligt aan de omstandighe
den. Wat het nageslacht in Frankrijk betreft: binnen
een menschenleeftijd kan een volk, dat wil, de verlie
zen meer dan goed maken. Dat zal Duitschland onge
twijfeld toonen.
Een Ier schrijft in dit weekblad, dat hij 't geheel on
eens is met een Franschman, die schreef, dat Engeland
het zonder bondgenooten tegen Duitschland zou af-
legggen. Integendeel, door het alleen tegen Duitsch
land op te nemen zou Engeland z. i. veel sterker
staan. De Duitsche vloot zou evengoed opgesloten
zijn, het Duitsche leger zou machteloos zijn, en En
geland, zonder een geweldig leger op de been te hou
den gelijk nu en honderden millioen gulden aan zijn
bondgenooten voor te schieten, zou vijf jaren lang
den oorlog kunnen volhouden met betrekkelijk gering
verlies van levens.
Deze opmerking komt ons meer eigenaardig dan
juist voor. Althans van Engelsch standpunt uit be
zien. Men wil in Engeland immers den oorlog win
nen door Duitschland uit te hongeren. Maar wat zou
daarvan terecht komen, indien Duitschland alleen En
geland tot vijand had, zoodat het uit Frankrijk, uit
Italië, uit Rusland vrijen invoer kon krijgefi? Welke
strategische mogelijkheden zich er in een dergelijken
Spr. had het over ongewenschte gevolgen van den
oorlog, om dan tot de kwestie van het politieke bestand
te komen. Daarbij besprak hij de positie van de rech
terzijde en die van de anti-rev. partij in het bijzonder
in verband met de grondwetsherziening.
Voorts gaf spr. dé verhouding van de socialisten tot
het huidige Kabinet aan, dat door zijn partij krachtig
gesteuud zal worden, en bepleitte hij de openeming
van de arbeidersklasse in haar geheel en van de
vrouw in het kiezerscorps.
Spr. vroeg belasting op de oorlogswinst en verzocht
de regeering aan monopolies en regie te denken als
geldbronnen.
Bezuiniging en versterking van de middelen waren
twee andere zaken, waarop spr. aandrong. De 8 mil
joen van oolog wenschen sprekers partijgenooten niet
te geven. Opnieuw moet naar sociale hervormingen
gestreefd worden.
Spr. besloot met de meerdere overheidszorg in deze
dagen te bespreken en de waarde van het socialisme in
verband daarmede.
De heer de Savornin Lohman (c.-h., Goer) sprak
over de opheffing van het bestand. Het kabinet had
keerde zich tegen het langzaam insluipend misbruik
bij de toepassing van de wet op het arbeidscontract;
met name bij het heffen van „staangeld." De arbei
der kan hiertegen alleen opkomen door werkstaking.
De vergadering werd tenslotte verdaagd tot heden
ochtend 11 uur.
STADNIEUWS.
oorlog zouden voordoen is moeielijk te zeggen, maar i zich z.i. kunnen bepalen tot voorzieningen in de neu-
zeker zou er dan wel iets meer Engelsch bloed vloeien
dan tot heden het geval is geweest. Een zooeven ont
vangen officieel telegram uit Londen meldt wel dat de
Engelsche verliezen van leger en vloot op alle oor-
logstooneelen tot 9 November bedragen 510.230 man,
waarvan 103.723 sneuvelden of aan hun wonden over
leden, terwijl volgens een Franschman in de „New
Statesman" de Fransche verliezen 2.700.000 man be
dragen. Zulke getallen spreken en zeggen meer dan
lange uiteenzettingen!
DE STRIJD TEGEN SERVIë.
Uit Weenen werd gisteren officieel gemeld
Onze troepen dringen in een omvattende beweging
vooruit in de richting van Plevlje; één colonne doet
een aanval op de Gradinahoogte ten zuidoosten van
den Metalka-pas en een andere nam in den namiddag
en avond stormenderhand den door de Montenegrij-
nen hardnekkig verdedigden rand van de hoogvlakte,
10 K.M. ten noorden van Plevlje. Prizrend is in den
middag van 29 November door de Bulgaren ingeno
men. Het leger van generaal von Küvess nam in de
maand November 40,800 Servische soldaten en 26,000
weerbare burgers gevangen en maakte 179 kanonnen
en 12 machinegeweren buit.
AAN HET ITALIAANSCH-OOSTENRIJKSCHE
FRONT.
Het Oostanrijksehe stafbericht meldde gisteren
De dag van gisteren is aan het Isonzo-front over
het algemeen kalmer verloopen. Alleen werden ver
schillende hevige aanvallen gedaan op het brugge-
hoofd van Tolmein. Deze aanvallen van den vijand
liepen echter dood in ons vuur. In den afgeloopen
nacht werd een krachtig artillerievuur geopend op de
noordelijke helling van den Monte San Michl-e. Te
gelijkertijd deden de Italianen een aanval op den top
van dezen bergzij werden echter teruggeslagen. Ook
werden aanvallen van den vijand in de streek van San
Martino afgeslagen.
DE STRIJD AAN HET OOSTELIJK FRONT.
Het Oostenrijksche legerbericht meldde gisteren:
Geen gebeurtenissen van belang.
De onder Oostenrijksch-Hongaarsch opperbevel
staande troepen der bondgenooten aan het noord
oostelijk front hebben in de maand November 78 offi
cieren en 12,000 manschappen gevangen genomen en
32 machinegeweren buitgemaakt.
DE STRIJD IN BELGIë EN NOORD-FRANKRIJK.
Het Fransche legerbericht meldde gistermiddag:
In den loop van den nacht krachtige beschieting
door onze artillerie in den sector van Erise, in ant
woord op het doen ontploffen van een Duitsche mijn,
die geen schade veroorzaakte. In Artois werd op 30
November door een onzer vliegtuigen een aanval ge
daan binnen de vijandelijke linies op twee Duitsche
vliegtuigen. Eén werd genoodzaakt te dalen, het an
dere ontvluchtte, vervolgd tot Douai. Op den 28en
November wierp een Fransch vliegtuig zes bommen
op de barakken bij het station Lens, die ernstig wer
den beschadigd.
KORTE BERICHTEN.
Het Engelsche stoomschip Kingsway is gisteren
gezonken. 22 opvarenden werden gered, 5 worden
vermist.
Het Engelsche stoomschip Malinche is gisteren
gezonkende bemanning werd gered.
Het te Helsingborg (Zweden) thuisbehoorende
schip Emma wordt vermist.
Overste Maitland, van den Engelschen marine-
luchtdienst, is bij Londen in een vliegtuig tot 3000
M. hoogte gestegen en heeft zich toen aan een val
scherm laten vallen. Hij is behouden neergekomen.
Keizer Wilhelm heeft bij zijn bezoek aan Weenen
den Oostenrifkschen troonopvolger aartshertog Karl
Franz Josef a suite bij de Duitsche marine benoemd.
Dinsdag had een ontploffing plaats in een kruit-
molen te Wilmington (Delaware). Er waren dtertig
dood en.
BINNENLAND.
TWEEDE KAMER.
E>e algemeene beschouwingen over de Staatsbegroo-
ting werden gisteren hervat.
De heer Schaper (S. D. A. P., Appingedam) ver
volgde zijn gisteren afgebroken rede en Wilde meer
maximumprijzen en uitvoerverboden. Ook in andere
opzichten kantte spr. zich tegen het economische be
leid van den minister van landbouw, n. en h. Zoo is
de steun nog te laag en denkt de minister z.i. wat te
veel aan de landbouwers.
trale zóne en tot het voorstellen van maatregelen, wel
ke kunnen strekken om het geschokte finaneieele even
wicht te herstellen. Van de noodzakelijkheid om heel
het land te democratiseeren, is nog volstrekt niet ieder
een overtuigd. De finaneieele wetten gaan ook verre
boven de behoeften van het oogenblik. Ook van een
wenschelijkheid om het bestaande stelsel van ouder
domsvoorziening te verlaten, is niet gebleken.
De regeering wil met volle kracht naar den partij
strijd terug en dat betreurde spr., die ten slotte nog
eenige woorden wijdde aan de houding van De Tele
graaf en den toestand aan de grens.
De heer Tydeman (v.-l., Tiel) sprak in een uitvoeri
ge rede zijn waardeering uit voor de maatregelen van
dé regeering, welke hij een noodzakelijk kwaad noem
de, dat we moeten trachten in te krimpen, zeker niet
uit te breiden.
Ook spr. wilde het comité-generaal voor inlichtingen
over de mobilisatie.
Spr., die hierna tot het economisch beleid kwam,
meende, dat de economische toestand betrekkelijk gun
stig is. De middenstand profiteert zeer veel van de
mobilisatie; in den stand der arbeidsmarkt evenwel
zijn nog enkele donkere plekken en wel in de bouw
vakken, het diamantvak én het havenbedrijf. Verder
hoopte spr. hartelijk, dat de tegenwoordige regeering
onder de moeilijke omstandigheden aan het roer zal
blijven. Hij drong aan op een zoo groot mogelijke be
perking der uitgaven.
Vervolgens behandelde spr. het program van wet
geving der regeering. Men moet nu dubbel voorzich
tig zijn, nu men in een korte parlementaire periode
een omvangrijk stel wetten wil tot stand brengen.
Spr. achtte de totstandkoming der Ouderdomswet van
het grootste belang ter verbetering der misstanden,
waartoe het stelsel-Talma heeft geleid. Thans dient
echter de automatische in werking treding der Invali
diteitswet te worden voorkomen.
De heer H e 1 s d i n g e n (S. D. A. P., Franeker),
kwam terug op de wenschelijkheid van lotsverbetering
voor de lagere ambtenaren. Spr. betoogde voorts, dat
de Minister van Financiën verklaard heeft, dat er
met geld gemorst'wordt in den publieken dienst.
Spr. stelde een motie voor, waarbij de regeering
wordt uitgenoodigd de volle loonsverhooging voor
1915 toe te kennen aan het lagere personeel, dat voor
1915 voor loonsverhooging in aanmerking werd ge-
bradht, en aan het lager personeel, dat blijft beneden
een loongrens van 1500, een loon toeslag toe te ken
nen op grond, dat de koopkracht van het lagere per
soneel door de prijsstijging der levensbehoeften aan
merkelijk is gedaald en dat de voorgestelde lotsverbe
tering der regeering onvoldoende is.
Tenslotte kwam spr. op tegen het ontslag van een
ambtenaar, die het dienstweigeringsmaaifest heeft on-
dterteekend.
Vervolgens werd aangenomen het wetsontwerp tot
aanvulling van de juatitie-begrooting voor 1916 in
verband met den gestichtsarbeid.
Hierna was aan de orde de aanvullingsbegrooting
voor justitie 1915 in verband met de reclasseering
van ontslagen gevangenen. De heer van Wijnber
gen (r.k. Eist) bracht de regeering hulde voor dit
ontwerp.
De heer van Raai te (u.-l., Middelburg)
bracht den minister eveneens hulde voor den spoed,
bij de indiening van dit ontwerp betracht. Hij had ech
ter eenige bedenkingen tegen het groot aantal aan te
stellen ambtenaren.
De heer Eerdmans (u.-l., Rotterdam III) was
steeds zeer ingenomen met de voorwaardelijke veroor
deeling, doch dit ontwerp had hem zeer teleurgesteld.
De minister van j u s t i t i e, de heer Ort
dankte voor de welwillende woorden, in den aanvang
van het debat gesproken. Hij bleef zich stellen op het
standpunt, dat de voorwaardelijke veroordeeling veel
wrevel en wrok voorkomt.
Het wetsontwerp werd zonder hoofdelijke stemming
aangenomen.
Bij de staatsbegrooting 1916, Hoofdstuk IV (justi
tie) kwam de heer B e u m e r (a.-r., Kampen) op tegen
het „niet naleven der Begrafeniswet" door den minis
ter, volgens welke wet het verbranden van lijken niet
wordt toegelaten.
De heer van Vu uren (r.-k., Zevenbergen) be
sprak de kwestie van de verwaarloozing der kinderen
door hun ouders, welk kwaad inderdaad zeer groot
is.
Tenslotte drong spr. aan op verhooging van het
subsidie aan de vereenigingen, die zich met de opvoe
ding bezighouden van rijkskinderen.
De heer A a 1 b e r s e (r.-k., Almelo) beval vervol
gens aan de instelling van een handelsregister.
De heer Mendel s (S. D. A. P. Schoterland)
vroeg zich af of het wat geeft, te spreken over groote
wetgeving met deze kamer. Het heldentijdperk hier
toe is voorbij. Urgent achtte spr. de herziening van
de pro-dteprocedure.
De heer van Sasse van IJsselt (r.-k., 's Her
togenbosch) drong aan op het spoedig tot stand komen
van de administratieve rechtspraak.
De heer S p i e k m a n (S.D.A.P. Rotterdam II)
KAMER VAN KOOPHANDEL.
Gister vergaderde de Kamer van Koophandel en
Fabrieken ten Stadhuize. Afwezig was wegens onge
steldheid de heer tfenneman.
De voorzitter, de heer Prins, op nde de vergade
ring, waarop mr. Verdam de notul a las.
Ingekomen was een schrijven van de Kamer van
Koophandel en rabneken te Hard' rwijk, van die te
Weerc, te den Helder, te Assen, te Katwijk, te Heeren
veen en te Raamsdonkerveer, welke schrijvens allen
een adhaesie-betuiging melden met het adres, door de
Kamer van Koopnanael aihier gezonden naar den
Minister van Oorlog, betreffende zakenverlof voor
gemobiliseerden.
Van den Minister van Oorlog was op dit adres het
antwoord ingekomen, dat de mededeeling behelsde
dat een algemeene toezegging om zakenverlof te ver-
leenen met kon worden gegeven, doch dat een aan
vrage om buitengewoon verlof altijd kan geschieden
bij den onmiddeiiijken chef van den gemobiliseerde.
Van B. en W. was ingekomen een schrijven hou
dende het verzoek advies uit te brengen over het
voorstel door hun college aan den Raad te doen be
treffende het uitbreiden van den proef om de berries
door kaaswagentjes (bakken op wielen) te vervangen,
hetgeen een kosten van 3500 vraagt.
Voorts hadden verschillende heeren kaashandela
ren te Alkmaar een adres ingezonden aan den Raad,
waatvan een afschrift naar de Kamer van Koophandel,
waarin zij de wenschelijkheid van het behoud der
berrie's motiveerden. De kaasbakken o. a. zijn moei
lijk verplaatsbaar, wanneer zij geladen zijn kan de
kooper geen gebreken in de kaas ontdekken, daar de
bovenste laag de onderste dekt, dan geeft de manier
van vervoer geen tijdsbesparing en de kazen zijn in
de bakken te weinig blootgesteld aan lucht; wat b
hevige warmte geen te onderschatten nadeel is. P<
slot van rekening zullen de bakken de straat versper
ren.
Ook de voormannen van de kaasdragers hebben een
adres aan den Raad en een afschrift naar de Kamer
van Koophandel gezonden. Zij zouden de bakken wil
len zien ingevoerd, wijl daardoor dan o. aniet zoo
veel noodhulpen zouden noodig zijn en de markt
vroeger is afgeloopen.
Een zeer langdurige discussie over dit onderwerp
ving nu aan.
De heer Cloeck begon met het adres der kaashande
laren. Hij wees op de namen der onderteekenaars, 10
in getal, waarvan er slechts drie de kaas per berrie
ontvangen. De anderen ontvangen ze geheel of gedeel
telijk per kaasbak of gewone wagen.
Ook over het geopperde bezwaar van de luchttoe
voer sprak hij. De kaas wordt evenwel 's morgens
reeds aangevoerd in wagens of wagons, waar toch
ook heel weinig lucht bij kan komen. En de verzen
ding naar het buitenland zal ook niet zoo geschieden
dat de lucht er vrij doorheen kan spelen. Het vervoer
op de markt duurt trouwens slechts 3a 4 minuten.
Het kwam spreker voor, dat men niet gedacht heeft
aan het veranderen der tijden.
Het vervoer per berrie is voor den drager zeer ver
moeiend, trouwens, een patroon zal zijn knecht nu
niet des Vrijdags vrijaf geven, waar dit vroeger wel
gebeurde. De dragers toch zijn door dat sjouwen op de
markt zoo totaal ongeschikt geworden om den verde
ren dag te werken, dat ze dikwijls den volgenden dag
nog de invloed ondervinden. (De heer Boom vertelde
later dat hij een metselaar in dienst had gehad, die
ook kaasdrager was op Vrijdag en die zelfs 's Maan
dags nog niet geheel in gewone conditie was.)
Ook het bedrijf is veranderd, vervolgde spreker. Hij
had het oudste gemeenteverslag dat in zijn bezit was
en dat van 1913 eens vergeleken, en kwam toen tot de
conclusie dat in 1892 waren aangevoerd 16653 sta
pels, wegende 5.007.424 K.G., terwijl in 1913 ter
markt werden gebracht 4089 stapels, wegende
8.675.258 K.G.
Het aantal aangevoerde stapels werd dus met onge
veer 15 pCt. verminderd, terwijl het aantal K.G. met 73
pet. steeg. De posten die afgesloten werden, werden
niet minder, doch grooter.
Het vervoer moet dus vlugger plaats hebben, en dit
kan niet met de berries, doch wel met de bakken ge
schieden. Per slot van rekening is het dragen uit den
tijd en mag de vooruitgang van Alkmaar niet opgeof
ferd worden aan het vreemdelingenverkeer en even
eens niet aan het gemak van enkele Alkmaarsche kaas
handelaren. Spreker kwam nogeen; terug op het feit
dat van de 10 onderteekenaars er zeven, de kaas ge
heel of gedeeltelijk per wagen ontvangen.
De heer van der Klei stond het behouden van de
berrie's voor. De kaashandelaren toch zijn absoluut
niet ingericht op het vervoer met bakken en zouden
dus hun geheele inrichting moeten veranderen. De
kaashandelaren b.v. zooals de heeren Henneman en
Goes en Zoon kunnen in de nauwe straat waar zij
hun pakhuizen hebben geen balk uit den gevel naar
voren brengen om de bak op te hijschen.
Bovendien zijn de bakken niet practisch. Ze zijn
te breed en wanneer er een paar bij elkaar staan ver
sperren ze de gansche straat. Wel zou speker voor
smallere bakken zijn.
De heer Bosman kon meegaan met het betoog van
den heer Cloeck. In twee berrie's gaat minder dan in
één bak en dé kaaskoopers hebben er zelf toch het
meeste belang bij dat de markt vroeg is afgeloopen,
zoodat ze zich de opoffering moeten getroosten hun
bedrijf naar de bakken in te richten.
Wat het bezwaar betreft dat dé koopers in de bak
ken geen gebrek kunnen constateeren daar de boven
ste laag de onderste geheel bedekt, wil spreker erop
wijzen dht de onderste laag in de bak de bovenste
was op de stapel, zoodat de kooper, is er een gebrek,
dit reeds op den stapel had kunnen controleeren. Spr
ging geheel mee met het voorstel van B. en W.
ggHjSflW»
I txnln rrAitirt rvn trtt Li/"v-F iT/irttiotnl Ion \roti m o otffiiroioti Wfi* 1