Telegrammen tru heden.
Yau het westelijk oorlogsterrein.
Nederland.
van de arbeiders. Men zal er tegen moeten waken
geen uitgeputte en hongerende bevolking te krijgen.
De verschijnselen, aldus eindigde spr. zijn duidelijk
genoeg, en hij wilde, dat de boeren zouden begrepen
hebben, dat de socialisten komen om het eerste belang
voorhet Nederlandsche volk. (Applaus.)
Van de gelegenheid tot gedachtenwisseling met den
spreker werd eerst door den heer Koster uit Heiloo
gebruik gemaakt. Deze meende, dat de maatschappij
nog niet sociaal-democratisch is. Voorts meende spr.,
dat de heer de Miranda te veel dreigde. De boeren zul
len na den oorlog een moeielijken tijd tegemoet gaan,
de landprijzen worden hooger, het voeder wordt
duurder en dan moet de boer de melk tegen hooger
prijs leveten dan vóór den oorlog.
Spr. hoopte tenslotte dat tusschen boeren 'en arbei
ders door wijze mannen een bemiddeling tot stand
zou komen. (Applaus).
Vervolgens verkreeg de heer Meuleveld het woord.
De heer de Miranda, aldus deze spr., was den boe-
renminister Posthuma aangevallen, omdat hij de prij
zen der eerste levensmiddelen zoo hoog in prijs laat
opdrijven. Vervolgens weidde 8pr. uit over de oprich
ting van het Steuncomité en de werkloozenkassen na
het begin der mobilisatie, onder invloed van S. D. A.
P. en het N. V. V. Geroep: Wat heeff het Steuncomité
hiermee te maken. Spr. meende, dat de S. D. A. P. in
dit opzicht samenwerkt met de burgerlijke partijen,
hetgeen spr. schande noemde.
De voorzitter verzocht den heer Meuleveld zich bij
het melkvraagstuk te bepalen. (Applaus).
Nadat nog eenige woorden gewisseld waren, zag
de heer Meuleveld verder van het woord af.
De heer de Miranda sprak zijn genoegen er over
uit, dat de heer Meuleveld van het debat afzag en wil
de diens gezegde laten voor wat het is.
Vervolgens beantwoordde spr. den heer Koster. Al
lereerst weerlegde hij diens gezegde, dat hij te veel
had gedreigd. Wanneer er zulke belangen op het spel
staan, dan kan men echter niet kalm blijven. Toch,
meende spr., had hij zich niet schuldig gemaakt aan
te sterke uitdrukkingen.
Daarna toonde spr. aan, hoezeer het melkverbrulk
daalt, wanneer de prijzen verhoogd worden. In Alk
maar bedroeg dit op een bevolking van 22000 zielen
ongeveer 1000 Liter toen de melkprijs van 10 op 11
cent was gebracht en het zijn de arbeidersgezinnen,
die dit inboeten.
Op een opmerking van den heer Koster verklaarde
spr., dat de oplossing van het melkvraagstuk niet zoo
moeielijk is, V beschikbaarstelling van goedkoo-
pe groenten gmg net goed en wat de melk betreft kan
het ook.
De heer Koster oordeelde, dat het gemakkelijker
was, om, zooals de heer de Miranda, woorden, dan
zooals de minister dit moet, een oplossing te geven
van het vraagstuk.
Verder moest de heer de Miranda niet vergeten, dat
de omstandigheden van alle boeren lang niet gelijk
zijn; vooral de toestand onder de kleine boeren is
niet zoo roorskleurig. Er zijn ook arme boeren.
De heer de Miranda beantwoordde tenslotte den
heer Koster, waarna de voorzitter, de vergadering
sloot met den wensch dat de socialistische organisatie
meer ingang zal vinden bij het publiek en de onhoud
baarheid van het kapitalisme zal leeren, en na dank te
hebben gebracht aan den heer de Miranda voor diens
gloedvolle rede en aan de aanwezigen voor hpn op
komst.
BOND VAN NEDERLANDSCHE ONDERWIJZERS.
Gisteravond werd in café „Central" een vergadering
gehouden van de afdeeling Alkmaar van den Bond
van Nederlandsche Onderwijzers. De heer Kooij, de
voorzitter van de afdeeling, opende de vergadering en
heette de aanwezigen welkom, inzonderheid de leden
van den Raad en de Schoolcommissie. De Burgemees
ter en eenige leden van den Raad hadden bericht ge
zonden, dat zij verhinderd waren aanwezig te zijn.
Met vreugde heeft de heer Kooij gezien, dat er op
het voorstel door B. en W. aan den Raad te doen een
amendement was ingediend, want het voorstel is niet
afdoende. En met kracht moet worden opgetreden te
gen dat deel van den Raad, dat niet voor salarisver-
hooging, doch wel voor duurtetoeslag is. Daarom is
deze vergadering belegd. Hierna gaf spr. het woord
aan den heer J.de Wit uit Rotterdam, een man, die,
zooals dé voorzitter zich uitdrukte, altijd gereed is; om
voor de belangen van den Bond en de onderwijzers
op de bres te springen.
De heer de Wit begon met den heer Koóy te dan
ken voor zijn vriendelijke woorden en ging dan tot
zijn eigenlijk onderwerp over.
Niets is zoo conservatief als het onderwijs in Ne
derland. Het berust nog op historie en traditie en
het is noodig dat een fi is'cnewind eens alle stof uit
de hoeken jaagt. Deze taak is vooral weggelegd voor
den lageren onderwijzer, doch aan dezen ont
breekt de kracht om flink aan te pakken. Wèl vreemd
is het dat de onderwijzer in ons land slechts zoo zel
den gehoor vindt bij de autoriteiten die boven hun ge
steld1 zijn. Er is in Nederland geen tak van dienst
waar men zoo weinig rechtstreeks voeling houdt met
dé overheid, dan juist het onderwijzersambt.
Zou dat soms komen omdat men, groot geworden,
zich zoo weinig meer herinnert van zijn jeugd en zijn
schooljaren Men denkt er slechts aan als Iets dat,
héél ver achter u ins blaue hineln ligt.
Als 'de onderwijzers komen lachen de autoriteiten
maar eens terwijl ze denken: och 't is toch maar voor
een A. B. C.-schooltje.
't Is goed gezien dat onze vakvereenigingen niet uit
sluitend zien op de materieele belangen van den on
derwijzer, aldus spr., doch ook zijn moreele in 't oog
houdt.
Ons wordt bij onze opleiding voorgehouden: houdt
uw ideaal hoog, leef ervoor en werk er voor. Vat uw
beroep niet op als een ambacht want dan zullen de
latere staatsburgers er den invloed van ondervinden.
Altijd staan wij in spanning', daar moet een overmoe
dige teruggehouden worden, bier een zenuwachtige ge
kalmeerd, ginds een ondeugende verstandig bestraft,
en zoo gaat het door, altijd maar door, en onze zenu
wen zijn voortdurend gespannen.
Ik heb mij wel eens afgevraagd, zei spr., hoe ik dit,
dag in dag uit, 33 jaar lang heb volgehouden. De
onderwijzer kan dit alleen bereiken door zijn strijd
voor een betere school en zijn ideaal. Bovendien wist
hij achter zich de moreele steun van den Bond. De
onderwijzer behoort tot de humaniora, tot de inter-
lectueelen, en hij heeft dezelfde behoeften als deze.
Doch dan moeten ze daarnaar ook gesalarieerd wor
den en spr. zou wel de moreele eisch willen stel
len (want eischen'mag de onderwijzer niet volgens
mr. Goèman Borgesius) dat de onderwijzer zijn home
heeft, zijn gezellig tehuis, goed verlicht en verwannd,
en dat hij heeft zijn boeken. Want dat laatste vo'oral
heeft hij noodig als brood, ja nog meer noodig dan
brood.
Het aanvangssalaris van den onderwijzer is te Alk
maar 700.doch in veel plaatsen is dit nog min
der Zelf begon spreker met 600.—. Dit was voor
hem te weinig, want, gelukkig, 'hij. had die interledu-
eele behoeften. Het is vaak gezegd: och wat moet een
onderwijzer met een hoog salaris doen. Het zijn
zoons van de kleine luiden, van de smalle gemeente, ze
zijn niet meer gewend, dus hebben ze ook niet zooveel
noodig. Doch weten die tegenstanders van hoogere
salarieering wel, wat moeite, wat kosten, wat tranen
soms het aan die kleine luiden heeft gekost, voor ze
hun onderwijzer konden laten worden, dat dus die
smallegemeente het beste deel is der bevolking I
We moeten rekening houden met de democratie,
die groote macht, die overal doordringt, alles her
vormt. Thans vind men ook aan universiteiten, hoo
gere burgerscholen en gymnasia de zoons van kleine
luiden, en menigeen, die thans op het gestoelte der
eere is gezeten, is afkomstig van de smalle gemeente.
Dit strekt hun tot eer, wij misgunnen het hun vol
strekt niet. Doch om nu tot de onderwijzers te zeg
gen jullui bent niet beter gewoon, dat gaat te ver.
Dr. Boonebakker, de inspecteur van het onderwijs
te Groningen heefit na dit argument, gezegd: de ver
diensten beginnen vroeg.* Ja, ik heb het ervaren, al
dus spr. Hoe ik na een poos mijn eerste toeslag ont
ving van mijn ouders. En hoe ik later nog vele
van die toeslagen moest ontvangen, weer van mijn
ouders!
Een onderwijzer moet voldoen aan verschillende
eischen, die de maatschappij hun stelt.
Een was het, op het dorpje waar ik vroeger was
vertelde de heer de Wit, verbazend regenachtig
en de wegen waren haast niet begaanbaar door den
modder. Toen dacht ik: wel, ik doe zooals alle men-
schen hier, en trek klompen aan. Dan kan ik er ten
minste door. Ik ontmoette een boer. Hij keek me
aan, en zei toen in zijn dialect; meester dat moet jij
niet doen, jij moet niet op klompen loopen, dat boort
niet! En zoo is het, een onderwijzer kan niet doen
wat een boer kan doen.
Toen ik van datzelfde dorpje wegging, vervolgde
spreker, en naar Rotterdam vertrok, sprak ik een wet
houder van dat dorpje, en die zei. meester, 't spijt me
erg dat je weggaat, maar je zult toch zeker wel een
kist met rijksdaalders hebben overgehouden. De man
redeneerde: toen ik boerenknecht was, verdiende ik
zóóveel, en kwam er goed van; hoeveel moet mees
ter dan wel niet van zijn zeshonderd gulden per jaar
hebben overgehouden. Ik had geen kist met rijksdaal
ders, ik heb het qpg niet en zal het wel nooit krijgen,
doch in vele plaatsen denken de wethouders er nog
evenzoo over, als kleeden ze hun woorden dan ook par
lementairder in. Maar de maatschappij stelt nu een
maal die eischen, en wij, onderwijzers zijn gedwongen
ze na te leven.
Minister Goeman Borgesius heeft het zelf onder
vond1 en gezegd hoe groot de verderfelijke invloed van
de lagere school te Ootmarsum op hem is geweest en
hoe in zijn later leven hem nog steeds als een donke
re schaduw dat onderwijs is bijgebleven.
Doch als wij dan om salarisveriiooging kwamen dan
stond ons onderwijzers, werkers aan een werk des vre-
des, de een of andere pantserkruiser in den weg, die
nu misschien alweer lang op dm grooten stapel oud
roest ligt.
De ernstigste beleediging die we destijds ondervon
den hebben was de kindertoeslag; daar schaam ik me
voor, aldus spr., en daar schaamt elke onderwijzer
zich voor. Er is wel eens, en vaak, gezegd: de on
derwijzer bemoeit zich zooveel met politiek, doch ik
geloof dat de politiek zich meer met den onderwijzer
bemoeit dan de onderwijzer met de politiek. Dé on
derwijzer moet wel rekening mei wat in de wereld
wringt en wroet. De taak van den onderwijzer is een
wereldtaak. Spreker hoopte dat na den vrede de on
derwijzers uit alle landen de eersten zullen zijn die
elkaar zullen ontmoeten als menschen. Dat de taak
van dm onderwijzer een internationale is bewijst wel
het feit dat de gelden dié verzameld warm om de
noodlijdende, naar ons land gevluchtte Belgische on
derwijzers ook voor een deel uit Engeland, Frankrijk,
Denemarken, Zweden en Noorwegen m Rusland af
komstig warm.
(Wordt vervolgd).
BEGROOTINO VAN HET BURGERWEESHUIS
DIENST 1916.
De commissie tot de belastingzaken enz. stelt dm
Raad voor te besluiten:
Onder terugzending der in drievoud ingezonden be
grooting voor den dienst 1916, en onder toezending
van een exemplaar dezer bijlage, hej: bestuur van het
Burgerweeshuis uit te noodigen:
lo. de in hoofdstuk 1 der uitgavm, ouder a voorko
mende post van uitgaaf „tractementen m loonen"
te verlagen van 1200 tot 1100;
2o. de onder e van vorenbedoeld hoofdstuk opgenomen
„premie pensioen Burg. Armb." geraamd op
65.— te wijzigen in: „voorschot tm behoeve van
dc beambten der instelling voor de eventueel op
hen te verhalm bijdragen voor pensioen 65.—
3o. het onder hoofdstuk 8 „toelage oud-suppoosten
geraamde bedrag van 200.te verminderen tot
100.-;
4o. de begrooting, na het aanbrengen van vorm om
schreven wijzigingen op nieuw in te zenden, zul
lende deze alsdan moeten sluiten in ontvang op
10265.—, en in uitgaaf op 9600.—, met een
batig saldo van 665.
5o. aan de begrooting toe te voegen eene begrooting
voor 1916 van het bedrag der jaarlijksche veiple-
gingskosten per wees, als bedoeld in art. 15 der
verordening op het bestuur van het Burgerwees
huis (Gemeenteblad no. 428);
Voorts het bestuur van het Burgerweeshuis te her
inneren aan het bepaalde bij art. 8 van vorenge-
melde verordening op het bestuur het Burgerwees
huis, onder mededeeling.
a. dat meer in het bijzonder met het oog op de be
grooting dienst 1915, met een uitgaaf van 650.
wegens jaarwedde van de weesouders, zoolang de
ze niet vallen onder dc pensioenwetten voor de ge
meente-ambtenaren enz. gem genoegen genomen
zal worden;
b. dat indien mocht worden beslist dat de sub a be
doelde pensioenwetten op beambten der instelling
van toepassing zullen zijn, zoo noodig een zijner
zijds in te zenden voorstel tot verhooging van de
jaarwedden der beambten in overweging kan
wordm genomen, m
c. dat het voor een goed overzicht der rekening wen-
schelijk is, om bi] het samenstellen daarvan voor-
taan de indeeling der verschillende posten te Vol
gen, zooals de begrooting die aangeeft.
AANKOOP VOORMALIGE TOUWBAAN.
B. en W. stellen dm Raad voor:
Overwegende, dat het wenschelijk is van de erven
van wijlen dm heer L. M. J. PALEARI, voor de ge
meente, aan te koopen de twee perceelen tm kadaster
bekend in de gemeente Alkmaar, Sectie F No. 1098,
touwbaan en houten Loods, te zamen groot 2010 Ma,
en Sectie F, No. 1451, steenrn gebouw, ter grootte van
143 Ma, gelegen aan den Baansingel, tegen een koop
prijs van 6500 te besluiten deze perceelen aan te
koopen, voor den genoemden koopprijs.
AANBESTEDING GEMEENTE-DRUKWERK.
B. en W. stellen den Raad voor te besluiten aan de
besturen van de. afdeeling Alkmaar van dm Alge-
meenen Nederlandschm Typegrafen-Bond en van den
Roomsch-Kathokiekm Grafischen Bond, naar aanlei
ding van hun adres d.d. 12 November 1.1. te berich
ten, dat niet kan worden voldaan aan hun verzoek om.
vooraf te bépalen, dat het gememte:drukwerk uitslui
tend zal moeten worden gegund nan H.H. patroons
hier ter plaatse, al wordt dezerzijds, tm aanzien der
gunning, aan deze patroons, leden van dm Neder-
landschen Bond van boekdrukkerijen, de voorkeur ge
geven.
BENOEMING VAN EENE ONDERWIJZERES
AAN DE BURGERSCHOOL.
Tér vervulling der vacature aan de Burgerschool,
ontstaan door het verleend eervol ontslag aan Mevr.
A. Geus-van de Pol is opgemaakt de volgende voor
dracht:
1. Mejuffrouw G. Brouwer, onderwijzeres te Zuid-
Scharwoude. 2. Mejuffrouw A. Koch, idem te
Broek op Langendijk. 3. Meju Trouw R. M. Bruns-
mann idem te Heiloo.
BENOEMING VAN ONDERWIJZEND
PERSONEEL AAN DE 6e GEMEENTE
SCHOOL.
Voor de benoeming van het onderwijzend personeel
aan de 6e gemeenteschool zijn opgemaakt de volgen
de voordrachten
A. 1 Meuffr. J. F. Dubois, onderwijzeres aan de le
Gemeenteschool te Alkmaar; 2. Mejuffr. C. A. M.
vaig't Veer idem 3e Gemeenteschool te Alkmaar; 3.
Mejuffr. C. G. Noteboom, idem te Soest.
B. 1. Mejuffr. C. A. M. van 't Veer, onderwijzeres aan
de 3e Gemeenteschool te Alkmaar; 2. Mejuffr. C.
O. Noteboom, iedem te Soest3. Mejuffr. G. Brou
wer, idem te Zuid-Scharwoude.
C. 1. Mejuffr. C. G. Noteboom, onderwijzeres te Soest.
2. Mejuffr. G. Brouwer, idem te Zuid-Scharwoude;
3. Mejuffr. A. Kocli, idem te Broek op Langendijk.
D. 1. R. Lokhorst, onderwijzer te Culemborg: 2. P.
Ooijkaas, idem te Krommenie; 3. F. C. Hoek, idem
te Maartensdijk.
E. 1. P. Ooijkaas, onderwijzer te Krommenie; 2. F.
C. Hoek, idem te Maartensdijk; 3. C. K. Schippers,
idem te Buunnalsen.
BEZOEK VAN SINT' NICOLAAS
AAN DE BEWAARSCIIOOL.
In de verschillende klassen van de Bewaarschool
aan de Doelenstraat heerschte vanmorgen een woelige
onrust, die zelfs de, met de nreeste patdagogische tact
begaafde, onderwijzeressen niet vermochten te stillen.
Maar er was een goede reden voor: verwachtten de
kleine popelende hartjes niet d' komst van iemand, die
bij hen nog hooger staat aangeschreven dan de juf
frouw, ja zelfs dan de „hoofdjuifrouw"?
Tegen tiénen was het bezoek aangekondigd van
Sint Niet)laas en toen de klok half tien had geslagen,
steeg de onrust steeds sneller niet het verstrijken der
minuten. Tot eindelijk de schoolbel overging en het
rijtuig van de Sint voor de deur stond.
Gelukkig dat de directrice zelf gauw alle kinderen
in de gang riep, anders waren ze niet ineer te houden
geweest. De schooldeur stond wijd open en in het rij
tuig staande, wuifde St. Nicolaas de kleinen toe, die
zich verdrongen om hem te zien en dapper terugwuif-
den. Daar stapte Zwarte Piet uit het rijiuig, om ruim
baan voor zijn meester te maken en hij liep de gang
door, links en rechts de handjes drukkend die hem
dringend toegestoken werden.
De kinderen zongen den goeden Heilige een paar
welkomstliedjes toe, waarna ook deze zich in het
schoolgebouw begaf, binnen welks muren door
Zwarte Piet, (die later Jan verklaarde te lieeten) reeds
een vracht van allerhande lekkers was gebracht.
De Sint sprak de kinderen eenige toepasselijke
woorden toe en eindigde natuurlijk met de gebruike
lijke vraag of ze wel zoet waren geweest, waarop met
groote zelfkennis een volmondig „ja Sint Nicolaas"
volgde. Toen begaven de kleinen zich ieder Weer naar
hun klas, om vervolgens klassegewijze voor den Hei
lige te verschijnen, die in een der lokalen vertoefde.
Ze moesten nu toonen wat ze alzoo konden en Sinter
klaas sprak zijn volle tevredenheid uit over het vlotte
verloop der spelletjes, terwijl hij zoo nu en dan ver
zocht riem nog eens een liedje voor te zingen, daar
hij dat zoo graag hoorde. Intusschen droeg Jan al
maar koekjes aan en vermaakte de kleintjes met zijn
malle sprongen. Soms deed hij zelf met hun spelletjes
mede.
Sinterklaas bleek heel goed op de hoogte te zijn
van alles wat er op school dit jaar was voorgevallen
en in het dikke boek dat Jan meetorschte bleken ook
een paar stoute kinderen van deze school opgeteekend
te staan Ze kwamen er met een vermaning af en be
loofden natuurlijk heilig beterschap!
Eén jongetje dat op zijn kousen aan de spelletjes
meedeed, omdat hij geen schoenen had. alleen maar
klompen, werd een pakje gegeven, dat hij in een stil
hoekje uitpakte en even later liep hij met een heel
verheugd gezichtje op een paar keurige schoentjes
naar Sint Nicolaas toe en bedankte hem hartelijk.
Sint Nicolaas deed toen de ronde en wat er toen al
niet voor den dag kwam!
Flikjes, groote taaipoppen, speculaasharten en klei
ne speculaasjes, keurige zakjes bonbons en plakken
chocolade, ieder kind had op het laatst een heel sta
peltje voor zich en de kleine mondjes waren druk aan
't pruimen.
Het liep tegen twaalven en het publiek vermeerder
de met sommige moeders, die glimlachend het drukke
tooneel aanschouwden en keken in de stralende oogen
van hun kleintjes, die met. beide handjes hun buit
vastklemden.
En Jan droeg nog altijd maar meer aan, het zweet
stond den armen jongen op 't gezicht! Het uur van
zijn verlossing zou echter spoedig slaan. Sinterklaas
verzamelde nog een9 allen om zich heen, vermaande
hen om zoet te zijn tot hij 't volgend jaar terug kwam
en verklaarde vervolgens dat het tijd was om
weer naar zijn stoomboot terug te gaan. Hij
vroeg de kinderen hem nog een liedje toe te zingen,
waaraan met graagte voldaan werd en Intusschen ver
trok hij naar zijn rijtuig, wuifde nog en reed weg De
school was spoedig leeggeloopen en in groepjes, joe
lend, nog napratend van de pret, gingen de kleinen
naar huis.
SINT NICOLAAS IN DE HARMONIE.
Tegen twee uur kwam hedenmiddag St. Nicolaas,
gezeten op zijn trouwen schimmel, in gezelschap van
zijn bekende knecht Piet, aan de VoVormeer aan.
Reeds op het landje bij de ijzerfabriek ontdekte de
jeugd hem op de komende boot, dank zij zijn fraaien
tabbaard. Het verwelkomende gejuich ving hief reeds
aan
Honderden belangstellenden waren op de Voor-
meer en omgeving aanwezig. Gedurende den tocht
stond er eveneens een overtalrijke menigte langs den
weg: Limmerhoek, Laat, Huigbrouwerstraat, Lange-
straat, Hoogstraat en Nleuwesloot geschaard. Vele
ouders waren Piet ongekend bankbaar als hun kind
liet geluk had van hem leis te mogen ontvangen.
St. Nicolaas had gedurende den tocht voor ieder
een allervriendelijkste waardigen groet, die met ge-
wuif van kinderhandjes en het gejuich uit kinder
mondjes werd beantwoord.
Aan het feest in de zaal namen 328 kleinen uit de 3
laagste klassen deel, die spoedig, dank zij de goede
zorg van de geleiders, hadden plaats genomen.
St. Nicolaas, voorafgegaan door Plet, die zijn
naam, zoo luid gebruld, wel langzamerhand zal ken
nen, stapte bij den ingang van de zaal van zijn paard
en ging al spoedig naar het podium.
Op dc wijze van „O schoon ItaHo" zongen de kin
deren hem hun gemeenschappelijk lied over 5 Decem
ber toe. Op het laatste couplet
Och Sinterklaasje,
Ik ben nu zoo bang
En ik heb zoo'n spijt,
Ook al dagen lang,
O maak mij vroolijk,
O maak mij blij
En kom vannacht
Ook weer bij mij,
zeide de Sint, dat hetgeen gevraagd werd, gebeuren
zou. Ook vannacht zou hij bij de kinderen komen.
St. Nicolaas vond het altijd heerlijk om in Alk
maar te komen, want hier waren altijd zulke zoete
kinderen.
Gemeenschappelij beantwoordden de kleinen de
vragen van dén Sint en zij bekenden, wel eens gejokt
te hebben, doch deden plechtig de gelofte, dit nimmer
weer te zullen doen.
Het groote boek bewees ook dit jaar den vriendelij
ken reenter uitstekende diensten.
De kleinen werden achtereenvolgens onthaald op
chocolade en speculaas, waarna de .tooverlantaam ver
toond werd.
De heer Russcher vertelde hierbij van, „De gelaars
de Kat", welke vertelling in spanning gevolgd werd
en verhaalde hierna een grappige geschiedenis van
den witter en den choorsteenveger, waarin de kinde
ren recht veel plezier hadden.
St. Nicolaas meende, waar zij steeds van suikergoed
en marsepein zongen, hun dit jaar ook eens met een
stukje marsepein te moeten verrassen
Aan het einde van het feest kreeg ieder kind een
pak, waarin een stuk speelgoed en een taaipop. bo
vendien ontvingen allen van een kmdervriena een
stuk chocolade.
De drie hoogste klassen, een 298 kinderen, die niet
in de Harmonie waren, kregen allen op de school een
mooi leesboek en een taaipop. Ook zij kregen allen
van een kindervriend een stuk chocolade.
De afd. Alkmaar van den Nederlandschen Bond van
Onderwijzers heeft wederom door het organiseeren
van dit feest vele ouders en kindervrienden dankbaar
gestemd. Vooral in deze tijden, nu in menig gezin een
bedrag voor verjaringen of St. Nicolaas op het budget
niet toegelaten kan worden, zal het voor haar een
voldoening zijn er voor te hebben gezorgd, dat ook
in het armste gezin St. Nicolaas de kinderen niet be
hoefden te vergeten.
Voor degenen, die haar daartoe in staat stelden is
dit mede een voldoening.
HETFRANSCHE LEGERBERICHT.
PARIJS 4 Dec. (Officieel.) Communiqué
van gisteravond 11 uur.
De artillerie-acties werden voortgezet. Ten
zuiden van Lombardzijde werd een kleine post,
dien de Duitschers bij verrassing genomen had
den, door ons hervoerd. Bijna over het geheele
front hebben mijnen- en handgranatengevechten
plaats. De Franschen hebben de Duitsche batte
rijen, die Thann beschoten, tot zwijgen gebracht.
HET DUITSCHE LEGERBERICHT.
BERLIJN 4 Dec. (Officieel.) Westelijk oo-
logsterrein: De gevechten werden op het geheele
front döor mistig en stormachtig weer verhinderd.
Oostelijk oorlogstooneelEr is niets bizon
dere voorgevallen. De reeds in liet Duitsche offi-
cieele bericht van 2 Dec. gedeeltelijk geactificeer-
de Russische publicatie van 29 Nov. komt ook wat
de overige opgaven betreft, niet overeen met de
waarheid. Bij de Russische aanval op Newel,
die sleohts onder leiders, welke in het moeras- en
woudengebied zeer goed vertrouwt zijn, mogelijk
was, viel de divisie-commandant in handen van
den vijand. Andere officieren werden niet ver
mist. De bewering, dat zich bij Koslince en
Tsartorysik de Duitsche en Oostenrijkseh-Hon-
gaarsche troepen hebben moeten terugtrekken, i3
niet waar.
BalkanoorlogstooneelDe gevechten tegen
verstrooide Servische afdeelingen in het gebergte
worden voortgezet. Gisteren werden mee dan
2000 gevangenen en overloopers binnengebracht.
DE SERVISCHE LEGERS.
LONDEN 4 Dee. De Echo de Paris verneemt
uit Athene, dat thans alle Servische legers in vei
ligheid! zijn.
ARTILLERIESTRIJD BIJ STROEMITZA.
SALONIKI 4 Dec. Gisteren beschoot de Bul-
gaarsche artillerie de Engelscke linkervleugel aan
het front van Stroemitza, maar werd spoedig tot
zwijgen gebracht.
VERLOVEN VOOR DEN GELDHANDEL.
's-GRAVENHAGE, 4 Dec. Bepaald is, dat aan
niet-beroepsmilitairen, die hoofd, leider of pro
curatiehouder van een onderneming, bedrijf of
zaak zijn, mu. inachtneming van de toelaatbare
afwezigheid, door den commandant, tot het op
maken "vaa inventaris ea balans, zoo dicht moge
lijk bü Ni-uw jas- bizondere verloven van hoog
stens 10 dagen kunuen verleend worden, en dat
aan boekhouders en accountants gedurende 1
maand 3 werkdagen verlof per week kan worden
toegestaan. Leiders van kleine zaken, die in of
nabij hun standplaats wonen en die nagenoeg da
gelijks in hun zaak kunnen aanwezig zijn, ko
men niet voor deze bizondere verloven iq aan
merking.
Voorts wordt bepaald, dat tegen het einde van
December en in Januari hoogstens gedurende 3
weken verlof zal kunnen worden verleend aan
niet-beroeps-miiitaireii, die firmant of chef-be
diende zijn in incasso-, coupon- of rekeuing-cou-
rant-afdeelingen van bankiersinstellingen of ef
fectenzaken, mits een bewijs overgelegd wordt,
dat de directie lid is van de Vereeniging voor
den Effectenhandel „Amsterdam", van de Veree
niging voor den Effectenhandel ,-,Rotterdam" of
van den Provincialen Bond van Effectenhandela
ren.
COMMANDANT VAN HET -VELDLEGER.
's GRAVENHAGE 4 Dec. Men verneemt dat
luitenant-generaal Buhlman, die, zooals gemeld
werd, wegens gezondheidsredenen het leger ver
laat, als commandant van het veldleger zal wor
den opgevolgd door generaal-majoor W. H. van
Terwissa, commandant van de 3e divisie, die
reeds gedurende de ziekten van generaal Buhl
man als waarnemend commandant van het veld
leger optrad. Generaal-majoor van Terwissa zou
an tevens worden bevorderd tot luitenant-gene
raal.
JHR. MR, O. F. A. M. VAN NISPEN
TOT SEVENAER.
's-GRAVENHAGE, 4 Dec. De Koningin ont
ving heden jhr. mr. O, F. A. M. van Nispen tot
Sevenaer, buitengewoon gezant en gevolmachtigd
minister in tijdelijke en bizondere zending bij den
Pauselijken Stoel, ter beëediging als zoodanig.
DE LANDWEERLICHTING 1909 MET VERLOF.
's-ORAVENHAGE, 4 Dec. Naar wij thans ver-