LAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. No. 28» Honderd en zeventiende jaargang. 1915 DONDERDAG 9 DECEMBER. FEUILLETON. Purper en fijn Linnen Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en Feest wagenuitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor AUtiüa&r f 1,t franco door het geheele Rijk ft,25. Afzonderlifke nummers 3 Cents. Telefoonnummer 3. Prijs der gewone Advertentiën: Per regel fOJO. Bij groote contracten rabat. Groots letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9. Dtl raumisssr bestaat oft 2 bladen. ALKMAAR, 9 December. Opnieuw is gisteren een zitting gehouden van den grooten oorlogsraad der entente, onder voorzitter schap van generaal Joffre. Algemeen verwacht men in de entente-landen, dat men door eendracht sterker zdl worden. Admiraal Charles Beresford heeft over den tegenwoordigen toestand een felle critiek in de 1 imes geschreven. „Wij zijn, schrijft hij, op 't oogen- blik in een ingewikkelden warboel van wanorde en wanbeheer. Onze militaire veldtochten worden zon der eenig doel of plan geleid. Het gevolg is bijna overal rampen. Onze tegenwoordige methoden zullen den oorlog eindeloos verlengen. Indien wij blijven aarzelen, zonder over een enkel vraagstuk in verband met den oorlog een besluit te nemen, zullen wij hals over kop een ramp tegemoet gaan". De Daily Chroni cle betoogt in veel gematigder termen, dat de eenheid in de leiding van den oorlog door de entente thans op beter leest geschoeid wordt en dat een besliste po litiek met betrekking tot het naburige Oosten nu spoe dig behoort te volgen. Er zijn verschillende operaties mogelijk, maar geen enkele actie mag, zegt het blad, kiden tot verzwakking van het front in het Westen of tot het onnoodig verspillen van menschenlevens in het Oosten. De militaire meeningen in Engeland en frankrijk mogen uiteenloopen en ook de politieke in zichten mogen verschillen, maar er moet een gemeen schappelijke koers gevonden worden. Elke beslissing, die het prestige der entente handhaaft en de kracht harer wapens niet verzwakt, zal de instemming van het Engelsche volk verwerven, aldus besluit dit blad, maar het volk zal niet meer dulden dat er langer wordt gedraald. Met betrekking tot de verklaring van den Koning van Griekenland merkt de Chronicle nog op, dat, indien de entente besluit te Saloniki te blij ven, zij het eerst met den koning eens moet zijn. Al het gepraat, dat de verbondenen een bevredigende re geling met Griekenland hebben tot stand gebracht, is nu uit elkaar gespat, voorzoover althans het kardinale punt van het gebruik der. entente van Saloniki betreft. In een ander artikel schrijft hetzelfde Engelsche blad, dat Duitschland thans op het hoogtepunt van zijn militaire verrichtingen is en niets liever wenschl dan de entente zoo ontmoedigd te zien, dat ze vrede wil sluiten. „Alles echter wat Duitschland tegen ons kan doen, is wijzen op een aantal successen die zijn voornaam ste tegenstanders wel wondden, maar niet verminken. Er is waarlijk geen reden voor flauwhartigheid. De geallieerden zijn sterk genoeg als zij maar vastbera den genoeg blijven. Tegen het voorjaar zal het stelsel matig voorbereide voornemen van dit land om den vijand onder een hagelbui van projectielen te begra- naar het Engelsch door LILLIAS CAMPBELL DAVIDSON. 17) Toen hij dit bedacht, maakte zich een hartstochtelij ke woede en machtelooze wraaklust van hem meester, die hem steeds meer beheerschte. Hij had drie dagen lang de heerlijkheid, de troost van den rijkdom ondervonden. Hij was 'smorgens wak ker geworden in het bewustzijn, dat de wereld hem toe behoorde, hij was in slaap gevallen met zijn wangen op een donzen kussen, tot zichzelf zeggend: „Het is van mij, alles is van mij. De wereld is mijn stuk speelgoed, de zorg, de koude, de honger en het ge brek zijn op de vlucht gejaagd. Nooit meer zou hij 't nijpen van ontbering voelen en zich verwonderd afvra- fen waar zijn volgend maal vandaan moest komen, lij had de oude overgeërfde neigingen in zich voelen opwellen: het behagen scheppen in weelde in comfort, in een goed leven, in mooie voorwerpen om hem heen, wat in zijn vroeger leven nooit zijn deel was geweest. Juist was hij tyegonnen zijn vleugels uit te strekken, die tot dusver ongebruikt, nergens voor noodig in hun om hulsel waren opgesloten geweest. Hoe kon hij terug gaan naar de modder en den mist iju hij de zuivere lucht en den zonneschijn had leeren kennen? Want die korte, gouden droom was geheel voorbij. Dit was zondter tiwijfel het ontwaken. De woede in zijn hart ging tot bitterheid over. Als Bij nooit het slachtoffer was geworden van dat boos aardige iets, dat de menschen het noodlot noemen, zou hij liet beter hebben kunnen verdragen. Als hij het maar nooit had gekend, voor hoe korten tijd ook om van zorg ontheven te zijn, zich in overvloed te baden, 't genotvolle van een leven, waarin aan elke hehoefte van lichaam, geest en ziel kon voldaan worden. Het was wreed, onrechtvaardig, duivelachtig! ven wórden uitgevoerd en zal de wereldgrootschheid van dit plan blijken." De „Daily Graphic", sprekende over de Duitsche vredesdenkbeelden, zegt, dat die bewijzen hoezeer Duitschland den druk van den oorlog voelt. Het blad stelt hiertegenover de houding van de Britsche natie, die meer dan ooit bewust is van de onuitputtelijkheid van hare reserve aan kracht en- zelfs minder dan een jaar geleden bereid is eenige vredesvoorwaarden in overweging te nemen, die Duitschland in' staat zouden stellen later weer te beginnen. In het Engelsche Lagerhuis heeft de minister-presi dent Asquith verzekerd, dat indien ernstige voorstel len voor een algemeenen vrede zullen warden ge daan door de regeeringen der tegenstanders, direct, dan wel door middel van een. neutralen staat, die voorstellen besproken en overwogen zullen worden door de regeeringen der ente. Worden er vredes voorstellen gedaan, dan wil de Engelsche regeering zoo spoedig mogelijk het parlement op de hoogte brengen. In de Hongaarsche Kamer heeft de minister-presi dent graaf Tisza gezegd, dat de zakelijke voorwaar den voor een vrede aanwezig zijn, doch dat de bin- nenlandsche voorwaarden voor vrede er echter in het kamp der tegenstanders nog niet zijn. Telkens nieuwe gebeurtenissen hebben bij hen de hoop verle vendigd, thans bouwen zij hun laatste verwachting op de hoop, dat bij de midden-mógendheden ontmoe diging en uitputting zullen ontstaan. Onder instem ming van alle kanten, zeide spreker, dat er in het ge- heele Hongaarsche volk geen enkel man moet zijn, die eerder vrede zou willen sluiten, dan nadat de voor waarden voor een eerlijken, de veiligheid en het ge zag voor de toekomst waarborgenden vrede vervuld zijn. De Duitschers hebben in een infanterie-aanval 500 Meter loopgraaf bij Souain (Champagne) genomen, welke de Franschen pogen te heroveren. Behalve dit kleine feitje is er verder niets te melden. Getorpil- leerd werden de Italiaansche schepen „Dimis" en „Pietro Lofaro". Naar verluidt zal een Amerikaansche nota te Wee- nen worden overhandigd, waarin volledige voldoe ning wordt geëischt voor de torpilleering van de „Ancona" (op 10 Nov. in de Middellandsche Zee), n.i toekenning van schadeloosstellingen, afkeuring der handeling en bestraffing van den kapitein en de be manning van den onderzeeër. Die nota moet strenger zijn dan die over de „Lusi- tania" en afkeer over het gebeurde uitspreken. BINNENLAND. Hij had het misschien wel zoover kunnen brengen, dat hij naar Canada kon terugkeeren, naar den tram- dienst en het armzalige, eenige vertrek, naar de schra le maaltijden en de toekomst, de koude zwarte toe komst, die niets beters bood. Als hij Revelly nooit had gezien, nooit tot koning van zijn koninkrijk uitgeroepen was, zou hij dat hebben kunnen verdragen. Maar nu nu! Juist nu hij de vrucht aan de lippen gebracht, nu hij daarvan voor het eerst geproefcf hadDat dit het het oogenblik moest zijn, waarin dit alles tot stof en as werd En het was die andere Philip Wynnstnley, voor wien dit alles bedoeld wasHij zou koning in Revelly zijn geweest als de stoomboot maar niet geschommeld had! Ja, en hij had het hoogst waarschijnlijk wel ge weten! Wynnstanley herinnerde zich met een nieuwen schok zijn opmerking, dat hij wegens een advertentie de zee overstak. Hij had toen gemeend en tot aan dit oogenblik gemeend, dat dit wilde zeggen, dat hij ging om we& (te zoeken in antwoord op een advertentie, die hij opgemerkt en waarop hij geschreven had. Nu, bij de klaarheid van dit verblindend' licht, wist hij het en begreep alles. De advertentie van Barclav en Pentón had. den man met het zandkleurige haar de zee doen oversteken Hij wist, dat hij de man was om wien men had geadverteerd Philip Wynnstanlev, zoon van Geoige niemand wenschte de zoon Van Rufuc te vinden, niemand had hem geld nagelaten. Arme kerel, arme man! En hij had dit alles verlo ren doordien hij in zijn mallen overmoed afgleed van de borstwering van het schipArme, dwaze ventEn toch was hij niet zoo te beklagen als de man die daar zat met zijn hoofd in zijn handen geklemd, wiens hart gefolterd werd door bitterheid en teleurstelling. Want hij had niet uit den beker gedronken, alleen opdat die hem weer zou ontrukt worden. Daarvoor had hij zich niet gedurende drie heerlijke, opwindende dagen koning van Revelly gewaand; en anderen hadden hem niet zoo beschouwd Wat zouden zij allen zeggen, wanneer zij het wis ten Zouden zij ooit gelooven, dat hij een onschuldig bedrieger was, dat het zijn bedoeling niet was geweest een plaats in te nemen, die hem niet toekwam? Hij TWEEDE KAMER. Nadat den heer Teenstra gisteren verlof was ver leend tot het houden van een interpellatie over het mond- en klauwzeer'werden de algemeene beschou wingen over de staatsbegrooting voortgezet. De heer Rutgers (a.-r., Hilversum) vroeg of Neder land gereed is voor den tij d, dat er wellicht pogingen- zullen zijn aan te wenden om tot dten 'vrede te komen. Het is mogelijk, dat een door Nederland bijeengeroe pen conferentie succes zou hebben. Behalve bij den Paus, moeten we zorgen ook bij de centrale mogend heden goed Verbinding te hebben. Spr. behandelde de kolenvoorziening en de gestie van het kolenbureau in verband met het beleid van den minister daaromtrent. Hij klaagde over verschil lende maatregelen, o. a. over de niet-erkenning door het bureau van een vereeniging van importeurs, waar toe 900 leden behoorden, alleen omdat zij vóór den oorlog nog niet bestond. Sprekers grootste grief ech ter is, dat het bureau geheel en al onder invloed staat yan belanghebbenden bij dten invoer uit Duitschland en de concurrenten hun opening van zaken moeten doen. Voorts zijn er aanwijzingen, dat de aanvoer ten gevolge van het optreden van het kolenbureau is ver minderd. Spr. zegde dat met het bureau de vestiging van een monopolie is bedoeld, maar waarom is dan niet gezegd, dat het een regeeringsbureau is. Spr. kwam nu aan de redenen, opgegeven voor het in beslag nemen, dat hij ontoelaatbaar acht. Noch voor den uitvoer uit België, noch voor diien uit Enge land1 Was buiten het bureau om een maximum vastge steld. Van het grootste belang is hét, dat de invoer uit Engeland blijft doorgaan en men niet alleen van éen land afhankelijk is. Dat de vermindering van den aan voer tengevolge van den vrijen invoer is ingetreden, acht spr. niet bewezen. Spr. vroeg wat er aan is van de gemelde onderhandelingen in Engeland ten behoe ve van den invoer van kolen in ons land. Spr. kon zich niet aansluiten bij dten aandrang van den heer v. d. Tempel in zake de werkloosheidsverze kering. De met- de gemeenten getroffen noodregeling mag niet blijvend wordenzij mag ook geen uitgangs punt worden voor een blijvende regeling. Spr. behandelde voorts het beleid van den minister van financiën. Het ontwerp-ouderdomsvoorziening is voor de rechterzijde zoo uitdagend mogelijk. Ook de houding van dten minister ten aanzien van de invali- ditentswet is uittartend. Spr. hoopte, dat de regeering alsnog een andere houding in deze zal aannemen. De heer de Visser (c.-h., Katwijk) klaagde over de verbreking van het bestand, terwijl de regeering zelve den toestand naar buiten nog onveranderd laat. De heer van Vuuren (r.-k., Zevenbergen) oefende kritiek op de maatregelen, dlie z.i. den smokkelhandel In die hand werken. Mr. P. J. TROELSTRA. „Het Volk" meldt, dat mr. Troelstra in de laatste weken goed vooruit gaat. Hij heeft gegronde hoop, dat deze vooruitgang blijvend1 zal zijn en zich geen depressie meer zal voordoen. DE LASTER WEERLEGD. De Londensche bladen publiceeren de volgende ver klaring van de correspondenten te Londen van de voornaamste Nederlandsche bladen: „De ondergeteekenden, Londensche corresponden ten van Hollandsche couranten protesteeren ernstig tegen 'de beschuldigingen, die Mr. van der Veer, re- stelde zich de diepe verachting op de gezichten van zijn eerbiedige bedienden voor, de openbare schande van zijn aftocht van het landgoed, waar hij met zoo veel statie en plechtigheid ,was ontvangen. Zijn hart kromp ineen bij die gedachte. Dat zou de laatste, de grootste kwelling zijn. En het was zijn schuld niet, het kwam alles door die idiote vergissing van dien domkop van een Markham bij de firma Barclay en Penton 1 Zijn heengaanDat zou het ergste, het hardste zijn 1 En plotseling kwam het verlangen bij hem op om ten minste die pijniging te vermijden. Hij zou stilletjes heengaan zonder hen te laten weten waarom, nieuwsgierige gezichten ontwijken, vóórdat men had ontdekt, dat hij slechts een indringer, een bedrieger was. Hij beschouwde zichzelf en aarzelde. Zelfs de nieuwe kleeren, die hij aan had, dat purper en fijn innen, behoorden hem niet toe. jHij bezat zelfs niet eens meer het oude, blauwe pak, waarin hij was geko men. Dat was naar de rommelverkooping in de pas torie gegaan. Wat moest hij aantrekken als hij weg ging? Terwijl hij daarover half onbewust nadacht kwam plotseling en onverwacht de verzoeking hem overval len en begon met hem te worstelen. Was het noodig dat hij heenging? Wat maakte dat noodzakelijk? Wie wist behalve hijzelf in de groote, wijde wereld, dat hij Philip Wynnstanley, de zoon van Rufs was en dat Philip, de zoon van George, de rechtmatige erfgenaam zou zijn geweest? Snel als het weerlicht gingen zijn gedachten bijna zonder zijn wil de geheele zaak na. Hij verzette er zich ernstig tegen, schold zichzelf een dwaas, -dat hij zelfs die gedachten maar kon koesteren en die vast hield. En toch was er waarheid in; waarheid, als men er goed over nadacht en voor een oogenblik bij zulk een onmogelijkheid stilstond. De oude Barclay wist, dat het Philip was, Geor ge's zoon, die volgens het testament van Whitney diens erfgenaam was. Hij wist, dat de reeds lang ge storven George en Whitney vrienden waren geweest, dat geen Rufus hem een verplichting had opgelegd. dacteur van het Amsterdamse1 d „De Telegraaf" te Londen, in Uwe uitgave v. en richt tot de Ne derlandsche Regeering, dte landsche Overzee trust en de Nederlandsche da, r dpers. Elk dezer beschuldigingen is geheel en al onge grond'. Dat de Engelsche Regeering of eenige andere zich zou inlaten met dte rechtspraak van een onafhankelij- ken en souvereinen staat ten gunste van een beschul digd' burger van dien staat, is natuurlijk ondenkbaar." Dr. P. Geill, Londensch redacteur: N. Rott. Crt. E. W. de Jong, Londensch redacteur, Alg. Handelsblad. J. H. van Stuwe, Londensch redacteur, Het Nieuws. C. Thieme, Londensch redacteur, De Nieuwe Courant. DE HOOFDREDACTEUR VAN DE TELEGRAAF. De Telegraaf gaat voort met het publiceeren van kolommen vol sympathie-betuigingen. Het blad vraagt of de justitie er eindelijk op zal reageeren en of het tenleste het onuitsprekelijk genoegen zal hebben zijn hoofdredacteur terug te zien te midden van zijn fami lie en vrienden. Het hoopt en vertrouwt, dat deze roepstem van duizenden vrije Nederlandsche burgers die de vrijheid van het woord hooger schatten dan a! het goud ter wereld, eindelijk gehoor mag vinden. Het Nieuws van den Dag schrijft dat niemand dez< arrestatie veiwacht zal hebben tenzij de he( Schroder misschien zelf. Dit laatste zou althans d< aannemelijke verklaring vormen van de zonderlin; wisseling van namen aan het hoofd van het blad, waar die van den heer Schroder verdween en die van den heer Holdert verscheen. Het blad vestigt er de aandacht op dat bij de la l'Américaine geleide courant ten volle gebruik gemaakt wordt van de reclame van dit geval en dat zulke sympathie-betuigingen altijd een sterken en bedriegelijken indruk maken, want te genover een half dozijn bekende namen denkt de lezer niet aan de duizenden anderen, die zich onthielden of andersom oordeelen. „Wat ons betreft en wij zeggen het in 't besef, dat er nu een paar vuilnisbakken over ons omgekeerd zullen worden wij doen in dat koor van klachten en afkeuringen niet mee. Zonder den maatregel tegen den heer Schroder goéd te keuren, meenen wij dat dit oordeel van het grootste deel der pers (er zijn be langrijke uitzonderingen) voorbarig is, en den ande ren kant van 't geval niet tot zijn recht laat komen." „Heeft de Regeering misschien ons onbekende rede nen, die haar dwongen, een dergelijke campagne als de Telegraaf van dag tot dag voerde, onmiddellijk te doen eindigen, op straffe van ernstig gevaar voor ons land", vraagt het blad en het voegt er aan toe, dat de Regeering over onze buitenlandsche betrekkingen en over het gevaarlijke van een bedrijf als dat van de Te legraaf méér moet weten dan zij bekend kan maken. „En nu ontzegt een groot deel van het publiek en van de pers eenvoudig alle vertrouwen aan de Regee ring wegens een schijnbaar te krassen en arbitrairen maatregel; aan dezelfde Regeering die verleden jaar, toen iedereen nog vreesde dat ons land in den oorlog meegesleept zou worden (is dat gevaar nu geheel ge weken?) niet genoeg kon geprezen worden als het o, zoo brave, kalme, degelijke ministerie. Is men verge ten dat in het geïncrimineerde stuk de Regeering niet alleen van landverraad beticht werd (geen kleinigheid op zichzelf) maar van bevoordeeling op slinks'che wij ze, van een der oorlogvoerenden ten koste van de an dere partij, en dat deze openlijke beschuldiging aan ving „Wij zullen niet ophouden een regeering te be strijden, die Als hij maar geen ezel was geweest en de oude man had laten praten, in plaats van hem het woord te ont nemen en hem in te lichten over die vergissing van na men, dan zou dit alles niet gebeurd zijn. Het was echter gebeurd en dat maakte verschil. Maar de oude Barclay had een eroerte gehad. Hij was maar half bij bewustzijn en spraak kwijt. De doctoren beweerden, dat zijn ton n zijn hersenen nooit meer normaal zouden won Het gaf dus niet -'eel meer, dat Barclay het w was geen beletsel meer. Ach, zoover was het is gekomen, in dat eene korte oogenblik van ve id, gejaagd denken. Hij dacht aan feiten, als aan hinderpalen. Het bloed 'steeg Wynnstanley weer naar 't hoofd en een schaam rood overtoog zijn gelaat. En toch bleef hij zitten peinzen en berekenen. Niemand ander kon zelfs ook maar dromen, dat er een vergissing had plaats gehad, dat er een flater was begaan Alleen hij zelf zou weten, dat hij het landgoed in bezit hield, zonder er recht op te hebben. Wat zou er van worden als hij er afstand van deed? Ja, daar mocht hij wel eens over denken, voordat hij overijld daaromtrent een besluit nam. De oude Whitney had geen familie, had Barclay gezegd er was niemand die er aanspraak op kon maken. Die andere Wynnstan ley, die andere Philip, die door de golven van den grooten oceaan gewiegd werd, had evenmin bloedver wanten gehad. Wie zou er bij verliezen als hij zijn mond hield over deze toevallige ontdekking van dien naam in den si garettenkoker? Bedenk goed,1 men zou slechts zijn mond behoeven te houden. Het was niet iets waarom men behoefde te liegen, dat men door openlijk bedro< moest krijgen. Men behoefde slechts een strak gezicb te zetten absoluut niets. Wie zou er door benadeeld worden? Wel niemar ter wereldAls hij de waarheid zei, zou de bezittir hoogst waarschijnlijk aan de Kroon vervallen na tuurlijk zou dat gebeuren. Dat zeiv de Engelsche wet, dl geval er geen erfgenamen en er geen testament was. Dat had hij uit de boeken, die hij ginds in Canada had gelezen. De Kroon! Waarom zou die Revelly heb- COURANT w

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1915 | | pagina 1