W m m m m m m m m m Damrubriek. U IÉ il Si IÜI 1ü^ V 9. BS w, H Vraag en Aanbod. ill m 111 m ¥3. W& Voor de Dames. De ziekte is nooit welkom, daarmee is iedereen het eens. Toch is het zeker dat zij minder moeilijk zal zijn voor hem die geen zakelijke zorgen heeft, dan voor den werkman die slechts rekenen kan met zijn kracht, den goeden staat van zijne armen en zijne beenen en 't evenwicht van zijn gezondheid. Aan deze laatste kan men natuurlijk noch rust, noch een duren en saamge- stelden leefregel, noch ook de een of andere luchtkuur voorschrijven; hij zou dat toch niet kunnen uitvoeren. De werkman die op zijn Zaterdagsch loon rekent, heeft een middel noodtg, krachtig genoeg om te gene zen zonder dat hij met werken behoeft op te houden. Dit is zeker niet gemakkelijk, maar in heel wat geval len hebben de Pink Pillen dergelijke genezingen aan werklieden bezorgd. Mej. Hélène Quenel, fabriekswerkster, wonende te Rosières (Frankrijk), rue des Ecoles, schrijft „Ik ben zeer bloedarm geweest, ik had al mijne krachten verloren en zag het oogenblik naderen waar op ik mijn werk moest verlaten. Gode zij dank heeft men mij de Pink Pillen doen innemen en deze pillen hebben mij dadelijk mijne krachten en mijn eetlust doen weervinden, zoo dat ik zeer spoedig een volko men gezondheid heb weergekregen." De heer Roger Gustave, wegwerker, 78, rue de la Petite-Tannerie, te Troyes (Frankrijk) schrijft: „De Pink Pillen hebben mij goed genezen. Een jaar geleden ben ik met de behandeling opgehouden en se dert dien tijd heb ik geen nieuwen aanval van ziekte gehad." De heer Lucien Gaboriaud, machinist in de papier fabriek te Montfourat-les-Eglisottes (Frankrijk), schrijft: ,,Bij afloop van mijn diensttijd was ik, ten gevolge van bloedarmoede, zeer zwak. Ik zag er slecht uit. Mijn eetlust was grillig en ik verrichtte met moeite mijn werk. Ik heb veel aan schele hoofdpijnen, hartkloppingen en benauwdheid geleden. De -behandeling met de Pink Pillen heeft mij veel goed gedaan en mij de krachten weergegeven, noodig om mijn nog al moeielijk werk te verrichten." De Pink Pillen zijn verkrijgbaar h 1.75 per doos, en 9 per zes doozen bij het Hoofddepot der Pink Pillen, Dacostakade 15r Amsterdam. Te Alkmaar bij Nlerop en Slothouber, Langestraat. mering en verwachting van sagenrijke gebeurtenissen. Eerst ging het over vele bruggen en vele wateren en door de ijler nevelmeeren die over de landouwen wa ren uitgevloeid. Maar langzaam steeg het boven de nevelen uit, de duinen van Noordwijk rezen uit den mist als een vreemd heuvellandschapop iedere top eep statig huis; het leek mij een middeleeuwsch land schap, een wijde burcht die over vele heuvelen was ge bouwd. Er kwamen herinneringen aan Parsifal, aan denburcht van den Heiligen Graal zoo geleidelijk in mijn peinzend hoofd geslopen als de nevelen onder mij geleidelijk gleden over de aardemaar toen mijn tocht ten einde was, voelde ik mij een armen poveren Don Quichote, met al mijn phantasieën. Ik stond op eens in het akelige rulle wintervisschersdorp, het was alles glazigheid en nattigheid in de lucht; ik stond 'op de hoek van een egale straat, voor een nuchter schoolgebouw der Nederlandsch-Hervormde Gemeen te, aan den anderen hoek een halfleeg huis waar een blikken bordje met „pension" er op, hing te piepen in den als door duizend onzichtbare pijpjes fluitenden zeewind. Ik dacht aan al de eenzame zoekende zielen ik dacht aanal de verworpenen en door het Noodlot op de proscriptielijst gebrachte stakkers, die vol phij- sicke ongemakken en ellende, den tocht naar Vader de 1 laas door dit vagevuur, door deze vale eenzaamhe den hadden moeten volbrengen. Ge gevoelt het lezer, ik was niet kalm, ik was niet onbevooroordeeld, niet objektief. Ik voelde mij mede een eenzaam zoekend menschenkind, toen ik diep in mijn jas gekropen langs de onoogelijke vieze huisjes van de Schoolstraat schutterde, in elk waarvan een visschersvrouw met een paar vieze kinderen bij een laag theelichtje al zaten te schemeren in den nog lich ten dag. Ik was, anders ddn ik mij had voorgenomen, vol van verwachtingen, ik moet L) bekennen dat ik niet meer een op het interessante eener ontmoeting be dachte reporter bleef, maar een romantisch kina ge worden was. Het aller-allerlaatste huis van de straat, het huis dat anders dan de anderen: wit was, gehuld zoo scheen mij in de kleur der verpleegsters, dat was de woning van Vader de Haas. Op de deur was een briefje geplakt, dat de patiënten alleen van Maandag iot en met Vrijdag worden ontvangen, en daar het Zondag was, belde ik, hoewel geen patiënt,'met maai ren Heel klein belletje. Een welgeproportionecrde sie- vig-gezonde dame opende na korten tijd. Zij vroeg mij of ik patiënt was, en liet mij op mijn zeggen dat ik de meneer was van de krant, onmiddellijk toe. Ik be trad het kraakzindelijk, Hollandsch-geboend portaal van een gezeten-burgerwoning, die weerklonk van ge luid, van kindergejoel, van hondengebas, en er sloeg met luide slagen een klok. Mijn geleidster noodigde mij naar beneden, een paar trapjes af, en daar stond ik opeens voor mijn grijzen gastheer, die gemoedelijk zich liet opstuwen door zijn vijf gezonde kleinkinde ren en door een keur van kleine felle dikke schippers- hondjes. Het was een familiaar milieu. Er werd ge- ïcokt, er stond een licht-gekleurde flesch madeira op tafel, er werd niet voorgesteld. Ik stond onmiddel lijk voor den Oude, die, geleund op zijn groot ledi kant, dat heel gewoon maar in de huiskamer stond, •Heen maar rustig voor zich uitstarend zat te genieten van zijn sigaar. Het was eene imposante verschijning. Hij deed mij denken aan de oude Shylock-figuur, zooals die door Bouwmeester wordt uitgebeeld Een fijne schrandere kop, met scherpen haviksneus, een gelaat waar elk der duizend fijne rimpeltjes getuigde van gevatheid, zclfbeheersching en scherp geconcentreerd waarne mingsvermogen. Het was iemand, die zijn man stond, er lag weerzinnig verzet tegen wie hem aan mocht tasten, in elk zijner trekken. Efe om dit scherpe levende gelaat een weelde van lange zachte witte lok ken, die tot den schouder afhingen en lange tot op de borst gevlijde witte boord. Ik stond een beetje verle gen met mijn steedsche manieren, het was een zelf bewust heer, die blijkbaar van geen praatjesmaken hield. Nietwaar, ik was hier doorgedrongen tot het binnenste zijner woning, een meneer, dien hij niet ge roepen had, die hem officieel verbande om de welda den, welke hij haar aandeed, ik kwam niet met een concreet doel, ik kwam niet óm heul te zoeken, om steun te vragen, het stond toen nog niet vast, hetgeen hij later heeft begrepen, dat ik verscheen in de erkenning zijner persoonlijkheid En voer de zooveelste maal gevoelde ik het pijnlijke lot dat aan den journalist beschoren is dat het ziin taak is bij de menschen en bij de gebeurtenissen des levens te ko men zonder gevoel en zonder overgave, met enkel maar min of meer beschaafde nieuwsgierigheid. Het was zeer moeilijk te beginnen zelfs toen de kin deren waren heengegaan' en de viervoeterties zich kalm onder de tafel genesteld hadden. Het kleine car- rillon van een Westminster-klok aan den wand begon te spelen en een andere klok sloeg er doorheen me' een sonoor en waarschuwend geluid, dat kwam als uit een diepe borst. De ouüe gastheer was Kort en norsch en vroeg niet anders dan: waarvoor ik kwam. En het poover antwoord tot hem die gewoon is op die vraag bekentenissen te hooren van de diepste menschelijkste smart, was: dat ik over hem wou schrijven in de krant. „Zoo, en wat wou je dan ver der?' „Ik wou U enkele vragen stellen." „Je kunt mij vragi i zooveel je wil, vraag op." In dit mo ment k inen er twee stille rustige, wellevende ge stalten kamer binnen. Zij schenen de media te zijn hi he i den strakken eenzamen oude en het uit ■Ie mosair samenleving in de cel van den peinzer binneng douid publiek. Het bleken de schoonzoon en de dochter te zijn, die Vader de Haas bijstaan in zijne taak. De schoonzoon, een lange donkere man, met kaalgeschoren gelaat, begon met gxoote tact en aangename manieren langzaam en slepend het ge sprek te effenen, hij noodigde mij te gaan zitten, en kommentarieerde de korte als uit een groote diepte van zijn wezen uitgestooten antwoorden van den Ou de. Ik vroeg mijn gastheer, hoe lang hij werkzaam was in de praktijk. „Van mijn zeventiende af en nu ben ik tachtig, je kunt het dus uitrekenen", zei hij. Ik vroeg hem, wat hij vroeger had gedaan. Hij was begonnen als bakker, maar kon niet tegen het vak Toen was hij schoenmaker geworden. En over deze periode van zijn leven raakte hij in vuur. Hij sprak over de groote hoozen, die hij had afgemaakt, de schoonste in het land als een kunstenaar over zijn werk. Of ziin geneeswijze natuurlijk was of bovenna tuurlijk „Geen slaap, geen geestenzienerij, daar doen wij niet aan", zoo luidde het krachtig weder woord. „Het is een gave, een talent. ik had het al als jongen van zeventien, ik had het al als kind. toen ik belangstelling had in zieken en altijd aan bedste den vertoefde. Ik zie het lichaam van de menschen on middellijk. zooals ze voor mij zitten op een stoel te genover mij." Er was allengs een vriendelijker spheer, een zeker verband ontstaan tusschén mij, den vreemdeling, en de gemoedelijke omgeving. Ik werd langzamerhand opgenomen in den kring, ik ging mij voelen als een vriend of een familielid, dat even kwam oploopen en nu een praatje kwam maken tusschen de drukke prak tijk in. Vader de Haas boog zich vertrouwelijk tot mij over en vertelde mij zijn opvattingen over ver schillende dingen. Zijn denkbeelden hadden niets ge wichtigs en niets mystieks. Ze waren helder en nuch ter en los van alle grootdoen en aanstellerij; ze wa ren als de geheele persoonlijkheid. Het geheim van jud te worden? Matig leven. Geen kuren, geeü Üiee* ten, zes uur slaap genoeg. Maar zoo weinig moge lijk alcohol. „Een avond van dronkenschap kost je ne gen jaar van je leven." En hij ging dieper: hij zei het was een man van tachtig jaar die sprak dat wie genezen wil, rijk moet zijn aan levenswijsheid. Hij sprak over het verband tusschen ziels- en l'ciiaamsleven, hij meende dat storingen in het lichaam gevolg vaak zijn van storingen in het ge moedsleven en dat zielsziekten vaak voortkomen uit verzwegen leed. Hoe, dacht ik, hier hoor ik de leer van Freud, liet nieuwste onderwerp van phychologi- sdie discussies in de salons der intellectueelen; deze schoenmaker met zijn natuurgave, die alleen maar zieken sprak en kruiden voorschreef, en nimmer boeken las, hij had ze gevonden uit zichzelf. Vader de Haas ging zich geheel geven. Hij sprak over zijn liefde tot de menschen, en vooral voor de armen; hij zei, dai hij zich nimmer als geneesheer had opgewor pen, maar dat het, toen zijn inzicht juist bleek, ging stroomen van menschen die kwamen om raad. En toen opeens zoo heftig, dat ik er van schrok, het heele ude lichaam met de zwierende grijze baard naar vo ren uitgestrekt, de gebalde vuist omhoog, als Shylock, die kwam eischen zijn „pound of flesh", riep hij uit: ..Maar ze zaten me dadelijk op de hielen, ze vervolg den. mij. Maar ik heb ze gekregen. Ik ben mijn eigen advocaat, ik heb nooit een verdediger noodig, mijn zaak staat recht,enin die dingen van de wet ben ik ook wel thuis." Ja", zeide ik na eenige aar zeling, ..die wet is een moeilijk ding U hebt de gave >m de menschen te genezen en daarom zou de wet U moeten toelaten. Maar als ik nu eens ging beweren, dat ik die kunst ook verstond, en de menscnen tot mij riep met veel geheimzinnigheid en ze heelemaal ging brengen p den verkeerden weg? De wet geldt voor een al;, ■menen toestand en ze maakt zeker fouten, waar z de uitzonderingsgevallen niet heeft voorzien maar c trom kunnen wij de wet niet afkeuren." En met zi sc rander inzicht gaf hij mij in plotselinge zelfbe' rs ling foe: „Volmaakt met je eens. Ik zou geloof ook wel zoo'n papiertje kunnen halen. Maar ik ken de menschen! Ik heb in vroeger jaren iemand gekend, die de natuurgave had als ik. Het ge recht zat 'm achterna, en toen hij verscheen werd zijn schuld dan ook wettig en overtuigend bewezen. Ten slotte vroeg de President of de beklaagde nog iets in zijn belang had op te merken, waarop de beklaagde antwoordde: Edelachtbare Heer ik heb maar een en kel ding Ik wou U even een papiertje laten zien, dat ik hier in mijn zak heb. Het was zijn artsdiploma. Waarom hij het niet bekend maakte dat hij dit bezat? Dan kwamen de menschen niet meer". Eren stokte het gesprek. De kleinkinderen hadden allang geroepen dat ae aardappelen gaar waren, de moeder liep wat heen en weer, en, ofschoon men mij herhaaldelijk betoogde, dat ik zoolang kon blijven als ik wilde, voelde ik, die als vreemdeling al zooveel on- tegemoetkoming en hartelijkheid had ondervonden in gastvrij milieu, dat ik mij moest terug trekken vóór de intimiteit van den huiselijken maaltijd En toen ik heenging dacht ik na. Ik herhaalde voor mij zelf, wat ik U, lezer, heb gezegd aan den aanvang van dit opstel. „Dat ik een gehoorzame leek ben op medisch gebied, met een stevigen eerbied voor de me dische wetenschap De geneeshceren kunnen mij aan toonen dat de methode van- de Haas verkeerd is, dat zijne middelen ondoeltreffend zijn, dat hij dc kwalen verplaatst. Ik kan, als niet-medicus, in dez.n geen oordeel heb ben Maar ik stel een algemcene vraag? -- Is het denkbaar, dat er op alle gebied spontane begaafden voorkomen, ongeschoolde talenten met een originee- len blik, behalve op medisch terrein? Remnrandt kwam niet uit de teekenschool maar van den molen, cn Von- cel was geen doctor in de Nederlandsche letteren. Is het onmogelijk, dat er wondere krachten schuilen in het volk, het voik dat zich in sommigen zijner kinde ren tot een cullurecle hoogte verheft, maar in anderen het natuurtalent rauw laat en onbearbeid? Als Vader de Haas ging studecren, was men tevreden. Hij zou dan niet langer de kwakzalver zijn, maar de man van de speciale geneeswijze, (gesteld dan altijd, dat hij on der die omstandigheden op dezelfde wijze voortging. Red. Alkm. Crt.) Het volk zou zich van hem afwen den. Het zou beseffen dat eene adademische oplei ding van Vader de Haas gelijk staat met het doen op zitten van een leeuw, of het muziekles laten geven aan Paganuii, of het doen uitreiken van een bewijs van goed zedelijk gedrag aan Rabelais. Zoo dacht ik, on der den klijenden zóemenden zingezang van de Noordwijksche tram, die mij door het mostgordijn te rugvoerde naar de „beschaaide wereld", naar het land van wetten en telephoncn en hygiëne, maar dat in al zijne beschaafdheid omstuwd wordt door de grootste natuurkracht die immer uitbrak,den Oorlog. AAN DE DAMMERS! Met ffanlt voor de ontvangen oplossingen van pro bleem No. 367. Stand-: Zwart: 4, 12, 22, 25, 45 en dam op 23. Wit: 24, 26, 31, 34, 39, 40, 43, 48. O p 1 obs i ag 1. 34—30! 1. 45:34 op 25 34 volgt 40 7 2. 24—20 2. 25 14 3. 43—38 3. 34 32 4. 31—27 4. 5. 26 10 5. 4 15 en ia het nu volgende eindspel wit 30 ea 48, zwart 12 en 15 is wit aan zet en wint door: 3024 en zoodra als nu de zwarte schijf van 12 de witte van 48 vastzet, speelt wit 2419 en wint al tijd. De lezer gelieve dit te onderzoeken. Mocht men er soms nog iets over te vragen hebben, dan zullen wij die vragen gaarne beantwoorden. Goede oplossingen ontvingen wij van de heeren: G. Cloeck, D. Gerling, J. Houtkooper, J. K., G. van Nieuwkuijk te Alkmaar, S. Homan, Wijde Wormer, H. E. Lantinga, Haarlem en een zeer goede uitvoerige oplossing vooral van 't eindspel van Jb. Strijbis, Zuid-Scharwoude, (zullen uw probleem nazien). EEN ZELDZAME COMBINATIE. Van den heer P. Kleute Jr. ontvingen wij den vol genden stand, die volgens den inzender, is voorgeko men in een siniultaan-séance door hem gegeven. Stand en afwikkeling zijn zeer bijzonder. Zw. 8, 15, en twee dammen op 2 en 6. W. 24, 25, 28, 31, 32. 33, 38, 41, 43 Wit speelde: 1. 32—27! 1. 2—16 2. 27—22!! 2. 16—27?? De lezer onderzoeke nu eerst, waarom deze zet verkeerd is. 3. 24—20 3. 27 47 4. 22—18 4. 15:24 5. 28—23 5. 6 48 6. 38—33 6 47 29 7. 23 34 7. 48 30 8. 25 34 en wint. Inderdaad iets, dat niet veel zal voorkomen PARTIJGEDEELTE. De volgende stand is voorgekomen in een partij tus schen Leclercq en Dussant, twee Fransche meesters. IP Zw. 2, 8, 4, 6, 8, 11, 16, 18, 19, 20, 22, 23. W. 26, 27. SI, 32, 34, 36, 37, 38, 44, 45, 48, 50. De laatste zet die zwart (D.) gespeeld heeft, 15—20, geeft wit gelegenheid 5 om 5 te spelen en daarna een schijf te winnen met voordeel in de positie. 1. 34—29 1. 23:34 2. 32—28 2. 22 42 3. 27—21 3. 16:27 4. 31 15 4. 42 31 5 26 37 Beter dan 36 27, want deze twee witte schijven, die alleen wit's linkervleugel vormen (48 moet naar 43 om de schijf op 34 te veroveren) staan beter op 36 en 37 dan op 26 en 27, waar zij een directe tegenaan val van zwart zouden uitlokken, die bijna zeker de re mise zou hebben gebracht. 5. 11—17 6. 48—43 6. 17—22 7 44—39. Op 44—40 zou 34—39 en 22—28 zijn gevolgd. 7. 6—11 8. 39:30! Wit won later de partij! Ter oplossing voor deze week: Probleem 368 van P. KLEUTE Jr., den Haag. mm fiSsf Zw. 3, 5, 8 II, 14, 17, 20 23. 25 28, 29, 40. W. 12, 26, 31, 35, 36, 38, 41, 42, 43, 44, 47, 48 Oplossingen vóór cf op 16 December, bureau van dit Blad. Gaarne maken wij nog even melding van de interes sante December-nummers van Bondsorgaan en Dam- school, waarop wij in onze volgende rubriek hopen terug te komen. DE HAARMODE. Het moderne gladde kapsel, dat onder de vrouwen wereld deeis geestdriftige vereerdsters, doch onder de mannen nog meer tegenstanders heeft, is in de taliooze verouderingen, die de vrouwelijke haardracht in den loop der tijden heeft doorgemaakt, reeds eenmaal mo de geweest. Aan Chrispina, de gemalin van den Ro- meinschen keizer Commostus, komt de eer toe, om streeks 180 na Christus dit kapsel tot de nieuwste mo de te hebben verheven. Volgens oude munten en be schrijvingen werd dit kapsel zoo gemaakt, dat men het haar heel eenvoudig en bijna strak naar achter wegtrok, waar het dan in een zeer platte, dicht tegen het hoofd eliultende knoop werd opgestoken. Of de Romeinsche keizerin ook de ver van het hoofd staande kam, waarbij men steeds zou willen vragen waartoe hij dient, gedragen heeft, vertelt de geschiedenis niet, doch wel, dat ze niets weten wilde van de sierlijke lok jes en kunstige a-boogjes, die het voorhoofd der he- dendaagsche schoonen omlijsten. Haar omgeving was blijkbaar niet verrukt over de nieuwe mode, want men behandelde de weelderige haarmassa's weldra ijverig met de friseertang, en het haar werd in golven om het gezicht gedragen. De knoop behield echter zijn oorspronkelijke eenvoud. Dit kapsel is dan ook lang mode geweest, en in 204 komt het nog voor op oude munten en beeldhouw werken. Daarna werd deze dracht door het „helm-kapsel" afgewisseld. Hiertoe werd de haarmassa, die de ooren geheel be dekte. boven den nek naar boven gebogen, waardoor een kapsel ontstond, dat op ons, nog niet lang ver dwenen helmkapsel geleek. Ook liet verven ,van het haar geschiedde in vroeger lijd heel veel, en men kleurde het ook toen met voor- icfde blond of roodachtig kastanjebruin. Het helle blond der Gennaansche vrouwen gold bij de donkere Romeinsche vrouwen als het hoogste schoonheidside aal BREIKOUS EN POLITIEK. Men mag tal van onoverkomelijke bezwaren hebben tegen het kiesrecht der vrouwen, men mag beweren, dat zij van nature de geschiktheid om te regeeren mist, dat de vrouw in huis hoort bij die kinderen, en al wat dies meer zij, maar vertel mij nooit meer, dat het kiesrecht de vrouw onvrouwelijk zou maken. Want dan dood ik Uw argument onmiddellijk met het voorbeeld van Nieuw-Zeeland. Daar hebben de vrouwen ook het kiesrecht gekregen en stellen zij thans alles in het werk om zich in de verschillende vraagstukken der hoogere politiek in te werken. Zij bezoeken vlijtig de tribune van hun Lagerhuis en geven de ooren dan goed de kost. Maar geloof niet, dat de handen daar bij rusten. Met koortsachtige ijver roeren de vlugge vingers de naalden van het breiwerk en menig warm kleedingstuk voor de jongens aan het front is reeds op .de tribune vervaardigd. VROUWELIJKE VEEFOKKERS. De Rijksorganisatie van Oostenrijksche vrouwen- vereenigingen heeft een stap gedaan, die van vrij wat meer doortastendheid blijk geeft, dan het ach-en-wee- klagen der Nederlandsche vrouwen over dure levens middelen 7ij verkozen niet langer het dubbele te be talen voor vktsch dan vroeger en hebben daarom zelf een varkensmesterij opgezet, waartoe de goed organi satie van haar vereeniging haar in staat stelde. Het bedrijf behoeft geen winsten af te werpen en men ver koopt alleen tegen kostenden prijs. Volgens de bere keningen is men in staat, het vleesch tegen iets meer dan de oude prijzen te leveren. Nederlandsche Vereeniging van Huisvrouwen, ik bied U een onderwerp ter ernstige discussie aan. Jb. HARTLAND, Koningsweg B 69. Beleefd aanbevelend voor in- en verkoop van 2e hands Kin derwagens, Sportkarren, Ledikanten, enz. Oók aan huis te ontbieden. Aan hetzelfde adres een VEERENBED TE KOOP. STEENHOUWERIJ - A. KALLANSEE. NIEUWESLOOT No. 1. Specialiteit in GRAFZERKEN. Foto gratis. j b L. iliViUN, ^leenhouwer, Koningsweg 4u, MAKMhkbLlJP tui ouderhoud van tuarmereu vloe ren MARMLKPOLHOER voor Schoorsteenmantels, Waschtafeis enz Onovertroffen kwaliteit. GEBRUIKTE STUDIEVIOOL ui overname aaugeooden, met kist en stok. Prijs bil lijk. KROON'S MUZIEKHANDEL, PAYGLOP. IEMAND, over veel vrijen tijd beschikkende, vraagt EENIG WERK AAN HUIS. Br. onder lett. T 408, Bureau van dit Blad. Een TUINIERöKNECHT gevraagd met Februari of eerder, bij J. TWISK Jr., Nieuwpoortslaan, Alkmaar. GROENTEN UIT HET VAT. Mooie bianke vuurkool, 6 ct., puik kokende Snij- booiien, 9 ct., fijne öpercieboonen, 10 ct., Mooie gele Andijvie, 12 ct., alles per 5 ons. Flcsschen Postelein 20 ct. per flesch, ook verkrijg- uaar alle soorten Augurken en Uitjes, Gem. Haring en Róimops, tegen coucurreerende prijzen. Aanbevelend, G. W. v. d. POL, Schoutenstraat. TE KOOP aangeboden voor elk aannemelijk bod, ecu in goeden staat zijnd WERKMANSRIJWIEL. Adres: 2e Kabelstraat 19. WOONHUIS TE HUUR, achter de smederij. Te bevragen Koorstraat 43. Aan hetzelfde adres een SMIDSJONGEN gevraagd. H. H. KLEERMAKERS. Er kunnen 2 KLEERMAKERS geplaatst worden, een op het atelier, de andere als thuiswerker. GEBRs. ESSEN. VERKRIJGBAAR te HEILOO, bij H. KIRPEN- STEIJN VATGROENTEN, ais: Snijboonen, Sperciebocnen, Zuurkool en Andij vie Tevens BUSGROENTEN Terstond gevraagd een FLINK MEISJE, voor de morgenuren, niet beneden de 15 jaar. TOUSSAINTSTRAAT 5 E. Ailvertentiën van 1—5 regels 25 Cts.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1915 | | pagina 6