DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Van het zuidelijk oorlogstencln
Van liet westelijk oorlogsterreln.
no. m
Uitbetaling vergoeding
LANDSTORMLANDWEER en MILITIE.
Honderd en zeventiende jaargang,
1915
AbonnsnientsprHs m 3 maanden M,—fr. p. post f125. AdYortentieprlis 10 cl p, regel groote letters naar
DINSDAG
Briefen fr; N. V, Boek- en Hanttotokkerlj y.k RERffls. COSTER ZOON, Yoordam C9, TejofoQBjn. 3
14 DECEMBER
ALKMAAR, 14 December.
De Engelsche ministers van buitenlandsche zaken
en oorlog, sir Edward Grey en lord Kitchener, zijn
naar Londen teruggekeerd, gelijkluidende instructies
van de heeren Grey en Briand, Fransch minister-pre
sident, zijn gezonden aan den Britschen en aan den
Franschen gezant te Athene, gelijkluidende orders
van lord Kitchener en generaal Joffre, de Fransche
opperbevelhebber, zip gezonden aan den Britschen
en aan den Franschen opperbevelhebber in het Oos
ten,
Wel mag de Times constateeren, dat het succes van
den eersten belangrijken oorlogsraad der geallieerden
zijn eerste en treffendste uiting heeft gevonden in de
afzending van deze voorschriften en bevelen. Alleen
de overeenstemming komt tot uitdrukking op het
oogenblik, waarop het Duitsche legerbericht ver
klaart, dat er geen Engelschman of Franschman zich
meer in'vrijheid bevindt op Macedonisch grondge
bied, en dat er bijna twee Engelsche divisies (40.000
man dus ongeveer) bij de voorafgaande gevechten zijn
vernietigd, terwijl het Bulgaarsche legerbericht meldt,
ciac de Bulgaarsche troepen een wig hebben gedreven
tusschen de Fransche en Engelsche strijdkrachten..
De Engelsche Morningpost geeft zijn gemoed
lucht, door te schrijven, dat tegen de stommiteiten,'die
in de operaties op dit oorlogstooneel tentoongespreid
zijn, zelfs goden tevergeefs zouden strijden en dat,
wil men den oorlog winnen, de leiding van het krijgs
bedrijf en van de diplomatie in meer bekwame handen
moet worden overgegeven. En het Engelsche week
blad de Nation herhaalt, dat het beter zou zijn den
veldtocht op den Balkan op te geven en de troepen
weer in te schepen, zoolang het nog tijd is, dan het
gevaar te loopen van iets, waaraan zelfs niet eens ge
dacht mag worden, (n.l. dat de Engelsch-Fransche
strijdmacht zich hier zou moeten overgeven.)
Uit de Engelsche beschrijvingen blijkt, dat de En
gelsche troepen zich hebben moeten terugtrekken we
gens schaarschte van het geschut, terwijl de Bulgaren
in staat waren een overweldigenden hagel van lood
in de vijandelijke loopgraven te doen neerdalen eh
daarna in groote massa's oprukten.
„Onze mannen", zoo meldt Reuter's bijzondere cor
respondent in Macedonië, „verschoten hun laatste pa
tronen en trachtten vervolgens den opzettenden vloed
te keeren inet de bajonet, doch ze werden overweldigd
door de overmacht. Intusschen maakten de verliezen,
die de Bulgaren hadden geleden, dezen voorzichtig
bij het naderen van onze tweede linie, zij zorgden er
voor, zich tot op een haar na in te schieten en be
zaaiden toen onze loopgraven met bommen en grana
ten. Spoedig bleek ons, dat de stelling onhoudbaar
was geworden. Onze troepen trokken terug op de
derde verdedigingslinie. Twee compagnieën van een
Iersch regiment hielden zich echter staande op de
heuvelrug van Kemis en deden de Bulgaren bijna den
geheelen ochtend afdeinzen, hoewel zij alleen door
geweervuur werden gesteund. Er is er ten slotte bijna
geen enkele van ontkomen. Hun hardnekkigheid
ttlaakte echter indruk op de Bulgaren en gaf ons den
noodigen tijd om onze schikkingen voor de verdedi
ging te voltooien op onze derde linie, waar de Bulga
ren ten laatste werden tegengehouden.
Wanneer men deze krijgsverrichtingen in het ware
licht beziet, ze namelijk beschouwt-als achterhoede
gevechten, dan verdient het prachtige werk, dat onze
mannen daar hebben gedaan, slechts waardeering en
verliest het feit, dat de Bulgaren in het bezit bleven
van onze eerste en tweede linie, zijn beteekenis.
Hoewel wij onzen geregelden terugtocht naar
Grieksch grondgebied voortzetten, hebben de Bulga
ren ten minste 4 dagen na de bovengenoemde gevech
ten geen krachtigen aanval tegen ons ondernomen
genoeg om aan te toonen, welk een hevige tuchtiging
zij hebben ontvangen."
Aldus Reuter's correspondent.
Nadien hebben echter de geallieerden hun terug
tocht en de Bulgaren hun vervolging voortgezet, en
of er inderdaad een Bulgaarsche doorbraak heeft
plaats gehad, welke tot afsnijding van Fransche afdee-
lingen heeft geleid, zal nader moeten blijken zon
der bevestiging dient er niet al te veel geloof aan dit
Bulgaarsche bericht te worden gehecht maar zeker
is nu wel, dlat de entente-troepen op Griekschen bodem
staan.
En wat nu?
Volgens Reuter is de Grieksche streek tusschen Sa
lonika en Doiran thans door Griekenland vrijgelaten
voor de bewegingen der entente-troepen, heeft de mi
litaire overheid der geallieerden vandaag een deel
van den dienst der douane in Saloniki overgenomen
en is de Grieksche leger-divisie van Lagaza, op slechts
12 K.M. afstand,van de haven, verplaatst naar Seres,
50 K.M. noordelijker gelegen.
Volgens dit bericht is dus Saloniki en de streek
daar ten noorden, ingesloten door de rivier Vardar
en de spoorlijn naar Doiran, een streek, die ongeveer
50 K.M, lang en 20 K.M. breed is en die op een kaart
van Nederland kan worden aangegeven door een
rechthoek, bepaald door een lijn van Alkmaar naar
Hoorn en dan van deze plaatsen naar de grens van
Zuid-Holland toe, door de Grieksche regeering tijde
lijk prijs gegeven aan de entente. Aan de entente al
leen? Wanneer zij 's Konings voorwaarde had inge
willigd, dat de entente troepen, eenmaal op Grieksch
grondgebied aangekomen, zouden worden inge
scheept, was de expeditie thans afgeloopen en zouden
de Duitsch-Bulgaarsche troepen aan de Grieksche
grens zijn blijven staan. Nu staat het echter anders en
het is niet aan te nemen, dat Griekenland aan de mid-
den-mogendheden zou willen en kunnen weigeren,
wat zij aan de geallieerden toestond. De Engelsch-
Fransche troepen zullen dus door de Duitsch-Bul
gaarsche soldaten op Griekschen bodem vervolgd
worden. Ja feitelijk is met deze vervolging reeds
een aanvang gemaakt. Immers door de Bulgaren is,
behalve Ghevgeli, ook Doiran bezet, d.w.z. dus de
kop van de vrije zóne. De toestand wordt zeer gecom
pliceerd en kan tot verrassingen aanleiding geven, in
dien de Grieken de Bulgaren zien optrekken naar dë
oud-Turksche haven, dil indertijd veroverd werd één
dag voordat de Bulgaren er waren en om welker be
zit de tweede Balkanoorlog werd gevoerd. Het komt
in dezen natuurlijk aan op groote snelheid, omdat die
Bulgaren en Duitschers of zou de pas aangevoerde
moeielijkheid ontweken' worden door het leger van
generaal von Gallwitz alléén hier te laten optreden?
alles in het werk zullen stellen, om te voorkomen
dat de terugtrekkende Fransch-Engelsche troepen Sa
loniki rustig kunnen bezetten. Spannende gebeurtenis
sen zullen zich dus hier waarschijnlijk zéér spoedig
afwikkelen.
Een Times-telegram zegt, dat men ook te Saloniki
niet gelooft, dat de Bulgaren thans het offensief zul
len voortzetten, doch dat Duitsche en Oostenrijksche
troepen den strijd tegen de gealliëerden zullen voeren.
Inmiddels komen er reeds veel vluchtelingen uit deze
streek, die nu aan den oorlogsgruwel prijsgegeven
wordt, te Saloniki aan en worden er meerdere ver
wacht. De entente moet voornemens zijn het groot
ste gedeelte van deze Servische en Grieksche vluchte
lingen over te brengen naar eqp eiland in de Egeeï-
sche Zee.
Wij hebben dezer dagen melding gemaakt van een
verklaring, gebaseerd op de bekende verklaringen,
welke de heer Haase, sociaal-democratisch lid van
den rijksdag, Donderdag j.l. heeft afgelegd bij de be
spreking van de vredes-interpellatie. Deze verklaring
is thans door 34 sociaal-democratische rijksdagleden
geteekend o. a. door dg heeren Ledebour, Zubeil en
Stadthagen. De sociaal-democratische Leipziger
Volksztg. betreurt het, den tekst van deze verklaring
niet te kunnen lees: niet te mogen afdrukken.
Het blad hoopt, dat deze verklaring een eerste stap zal
zijn voor een zelfstandig optreden van de minderheid
in den rijksdag, welke thans lang genoeg, zoo niet.
reeds te lang, daarmede gewacht heeft, en het laat
doorschemeren, dat deze minderheid van haai' mee
ning blijk zal geven bij de stemming over het nieuwe
oorlogscrediet, dat er in de rijksdagzitting van heden
zou worden aangevraagd. Wat het blad schrijft, wijst
er op, dat er een crisis in de Duitsche sociaal-democra
tie deigt.
Nieuws is er verder niet. Alleen zij aangeteekend,.
dat het Engelsche stoomschip „Pinegrove" (2800 ton)
tot zinken is gebracht en dat de Engelsche koning van
de gevolgen van zijn val van een paard aan het front
in zooverre hersteld is, dat hij zijn werk met zekere
beperkingen heeft kunnen hervatten, doch op raad der'
hofartsen vermoeienissen moet vermijden.
DE STRIJD TEGEN SERVIë.
De Dtuitsche staf meldldte gisteren
De toestand1 is niet belangrijk veranderd. Bij het
Kövess-leger werden gisteren ruim 900 krijgsgevange
nen binnengebracht. Bi] Ipek werden twaalf moderne
kanonnen buitgemaakt, welke de Serviërs daar begra
ven hadden. Achter ons front werden in de laatste
dagen ruim duizend verspreid rondzwervende Serviërs
gevangen gen omen.
In Macedonië verovendie het Todorofleger Doiran
en Gvgheli. Geen Engelschman of Franschman be-
find't zich meer op Macedonisch. grondgebied. Onge
veer twee Engelsche divisies zijn in deze gevechten
vernietigd.
(In een deel onzer vorige oplaag vermeld).
Het Oostenrijksche legerbericht meldde gisteren:
De vervolgingsgevechten in noordoostelijk Montene
gro worden voortgezet. Bij Korito werden 800 man
gevangen genomen, en bij Ipek zijn weder 12 Servische
kanonnen buitgemaakt. Onze vliegers Wierpen met
succes bommen in het kamp bij Berane.
Het Bulgaarsche legerbericht van 11 Dec. luidde:
Wij hebben heden de vervolging der Engelsche en
Fransche troepen aan beide oevers van de Vardar in
de richting van Gevgheli en Doiran voortgezet.
Onze troepen, die op den rechteroever van de Var
dar voortrukken, vielen de Franschen aan op het ge-
heele front en veroverden stormenderhand hunne stel
lingen bij de dorpen Miletkowo, Smokawitza, bij hoog
te 720 ten zuidwesten van Kowanetz.
Onze op dien linkeroever van de Varder opereerende
afdeelingen wierpen door een krachtigen aanval de
Engelsch-Fransche troepen uit de door ben op de linie
Bababerg—heuvel 51 dorp Dedeli hoogte 670—
heuvel 60 aangelegde stelling en bezette deze.
De Engelschen trokken terug naar het zuidoos
ten in de richting van het dorp Karonglarlar, de
Franschen naar het zuidwesten in de richting van het
dorp Bogdantzi.
De Engelsch-Fransche stelling hij het dorp Furka
werd een bajonet-aanval veroverd.
De Macedonische divisie, die den vijand in dezen
sector vervolgde, doorbrak het front der Engelsch-
Fransche troepen, nam het dorp Bogdantzi en sneed
daardoor de Fransche afdeelingen, die tusschen de
Kozludore en de Vardlar opereerden, af van de En
gelschen, die zich ten zuiden van Furka aan het Doi-
ran-meer terugtrokken.
Wij maakten een groot aantal krijgsgevangenen, on
der wie ook officieren. De buit is nog niet geheel en al
opgenomen.
Tegen twee uur namiddags stond Gevgheli in
brand. Def vervolging duurt voort en heeft ten doel de
inneming van Gevgheli en Doiran.
Gisteren meldde het Fransche communiqué.
De terugtocht der Fransch-Engelsche troepenmacht
gaat langzaam en vrijwillig voort. De magazijnen te
Krivolatsj, Detnir, Kapoe en Gevgheli werden geleide
lijk ontruimd. Alle materiaal, levensmiddelen en voor
raden, die in Servië werden opgelegd voor de behoef
ten van het expeditiekorps, zijn naar Griekenland ge
bracht. De laatste ton van het materiaal uit het laatste
dér ontruimde magazijnen, dat van Gevgheli, werd he
den over de Grieksche grens gevoerd.
AAN HET ITALIAANSCHE-OOSTENRIJKSCHE
FRONT.
Uit Weenen werd gisteren officieel gemeld.
In Tirol beschiet Italia'ansche artillerie het versterk
te gebied van Lardaro en onze stellingen bij Riva en
Roversto aan den Col di Lana. In Judicarië komt de
vijandelijke infanterie allengs nader; zij deed een aan
val op de hoogten ten oosten van het dal, maar werd
afgeslagen. Aan het bruggenhoofd van Görz hebben
geschut- en mijnenwenpei-sgevechten plaats. Een aan
val op een top ten noordoosten van Oslavija was spoe
dig gestuit.
DE STRIJD IN BELGIë en NOORD-FRANKRIJK.
Het Fransche middagcommuniqué meldde gisteren:
In Champagne hebben de Duitschers'een mijn doen
ontploffen voor een onzer loopgraven ten zuiden van
de Butte de Mesnil; wij bezetten den krater.
BINNENLAND.
TWEEDE KAMER.
Besloten werd gisteren om Donderdag a.s. in de af
deelingen te vergaderen tot onderzoek van een groot
aantal wetsontwerpen. Dat omtrent de verbetering
van den waterweg van Rotterdam naar zee werd op
verzoek van den heer Spiekman (S. D. A. P., Rotter
dam II) afgevoerd, omdat de Rotterdamsche leden, die
tevens raadsleden zijn, niet aanwezig kunnen zijn.
De' replieken over de staatsbegrooting werdén voort
gezet.
In zijn repliek constateerde de heer Rutgers (A.
R Hilversum) wat de vervolging'van den hoofdredac
teur van. den Telegraaf betreft, dat de veiligheid van
den Staat gaat boven de vrijheid van drukpers.
Verder,zei spr. dat volgens den minister-president
al het voorgestelde, ook de ouderdomswet, lag binnen
de. neutrale zóne. De argumentatie van den minister
van financiën dat men de ouderdomswet spoedig
moest tot stand brengen, was volgens spr., kenlijk in
overeenstemming te brengen met de grieven, destijds
door de linkerzijde aangevoerd tegen de behandeling
van de invaliditeitswet vlak over de verkiezingen van
1913. Verder legde spr. den minister van financiën
ten laste, dat hij zich aan zijn verplichting om de wet
uit te voeren onttrekt.
De heer de Meester (u.-l., Helder) bleef aandringen
op herstel der normale verhoudingen tusschen kamer
en regeering. Voorts wenschte en hoopte spr. dat de
regeering meerdere lichtingen naar huis zou sturen.
De heer van der Voort van Zijp (a.-r., Tietjerkste-
radteel) zei, niet uit het oog te hebben verloren, dat de
oplossing van het onderwijsvraagstuk niet was een
punt van het concentratieprogram, maar een daad der
regeering. Onze waardeering daarvoor blijft onver
zwakt, en wij willen loyaal medemerken aan de oplos
sing van den schoolstrijd, doch daarvoor geen conses-
sies Üoen op het gebied' van het kiesrecht, de ouder
domsverzorging of het belastingvraagstuk.
Bij hoofdstuk III der staatsbegrooting 1916 (Bui
tenlandsche zaken) wenschte de heer Limburg (v.-d.,
Groningen) in dé avondzitting te spreken over hou
ding van het parlement tot de buitenlandsche betrek
kingen. Begrijpelijk is het, dat velen zich bezighouden
met het vraagstuk, hoe voortaan meer invloed te oefe
nen op het buitenlandsch beleid, en daarvoor grijpt
men naar de volksvertegenwoordiging, wier controle
thans hoofdzakelijk van formeelen aard is.
Spr. beschouwde de vraag of een controle aan de
volksvertegenwoordiging op het buitenlandsch beleid
de kans op oorlog zal verminderen.
Ook de heer van Leeuwen. (S. D. A. P. Utrecht II)
beschouwde de verhouding tusschen volksvertegen
woordiging en regeering.
Spr. klaagde dat het parlement buitengewoon karig
wordt Ingelicht; het weet eigenlijk niets meer dan het
volk.
De minister van buitenlandsche zaken, de heer Lou
don dankte voor het vertrouwen in hem gesteld, dlat
hem sterkt en steunt en helpt op denzelfden weg voort
te gaan.
De minister heeft de overtuiging, dat na den oorlog
het volkenrecht krachtig voorwaarts zal worden geleid.
Het is de plicht van de neutrale staten, groote zoo-
Wel als kleine, daarvoor te werken, vooral van Neder
land, het land van Hugo de Gróót en van de Confe
rentie voor Internationaal Recht.
Verder zal spr. zich beijveren voor spoediger tegen
spraak van een onjuist bericht.
Omtrent het overtrekken van vreemde luchtschepen
De Burgemeester van Alkmaar brengt ter
kennis van belanghebbenden, dat de nlt-
betaling der vergoedingen, loopende over
bet tijdvak van 6 tot en met 15 December,
zal plaats hebben ten Stadknize, op Don
derdag, 16 December a.s., voor zooveel de
LANDWEER en den LANDSTORM betrelt
van 1011 nnr en voor zooveel de MILITIE
aangaat van 11—18 nnr.
Alkmaar, 13 December 1915.
De Burgemeester voornoemd,
G. RIPPING.
over ons land werden steeds communiqué's verstrekt,
welke door den vorm steeds 'bleken van de Regeering
uit te gaan. Diplomatieke nota's mag een land als
Nederland niet publiceeren voor dat het wederwoord
gehoord is en de er uit voortvloeiende correspondentie
een geheel vormt.
Na nog enkele besprekingen waren de algemeene
beschouwingen over Hoofdstuk III geëindigd.
Bij dte tweede afdeeling: Zendingen en consulaten
sprak de heer van Leeuwen (S. D. A. P„ Utrecht II)
over het Nederlandschegezantschap in Japan, in ver
band met uitlatingen van den heer van Kol, die niet
gunstig waren.
De minister was overtuigd, dat onze gezant een
zeer ijverig en werkzaam diplomaat is.
Vervolgens werden verschillende artikelen zonder
hoofdelijke stemming goedgekeurd.
Tenslotte werd het wetsontwerp zonder hoofdelijke
stemming aangenomen.
Eveneens werd zonder hoofdelijke stemming aange
nomen het wetsontwerp tot goedkeuring van het op 1
Juni 1915 te 's Gravenhage tusschen Nederland en
China gesloten arbitrage-verdrag en het voorbehoud
van de in art. 2 van dat verdrag bedoelde comprömi-
sen te sluiten, waarna de vergadering om 11 uur 40
namiddag gesloten werd.
Heden voortzetting der Algemeene Beschouwingen
over de Staatsbegrooting.
Gemengd Nieuws.
KANNIBALEN.
Zondagavond kreeg op dien Lek henweg te Utrecht
een paardenkoopman met zijn end ruzie. Van
woordien kwam het tot dadenelfs, dat de paar
denkoopman een stuk van zijl ids oor afbeet.
De vriend wilde voor den aan in vriendschap
niet onderdoen en heet op zijn rt uit pure hartelijk
heid den paardenkoopman een et uk uit zijn wang.
De politie beslechtte ten slotte deze kannibaientwist.
EEN AVONTUURLIJKE' REIS.
Vóór eenige maanden deserteerde in Zuid-Amerika
een opvarende van het Nederiandsche „Stella", die
zich naar later bleek verhuurd had op een Amerikaan-
schen schoener.
Na met dit schip een reis gemaakt te hebben naar
Suriname, werd hij daar wegens ziekte achtergelaten.
Wijl hij na zijne genezing zonder middelen van be
slaan was, wendde hij'eich om hulp tot de autoritei
ten, die hem op transport stelden op het stoomschip
„Fauna", dat van daar naar Amsterdam vertrok, ten
einde hem hier ter beschikking van de justitie te stel
len wegens het deserteeren van een Nederlandsch
schip.
Bij aankomst in de sluis te IJmuiden wachtte hij
Maandag de komst van de politie niet af en wist, nog
voor het schip goed vast lag, aan land te komen en
te ontsnappen, terwijl het nog niet gelukt is hem tt
vatten. (Hbld.)
KORTSLUITING.
De Haarlemsche berichtgever'van de Tel. schrijft:
Een merkwaardig geval van kortsluiting deed zi'
te Haarlem aan den Schoterweg voor. Daar is ond
den grond kortsluiting ontstaan in het gedeelte van
den electrischen kabel, die doorgetrokken is naar de
nieuwe militaire gebouwen op het terrein van de ca-
valerie-kazerne.
Er volgde een geweldige ontploffing in een riool en
een vlam sloeg uit de straat op. Tegelijk werd in een
der huizen aan den Schoterweg een deksel van den
beerput geslingerd en daaruit steeg een vlam op, die
tot aan de bovenste verdieping reikte. Het naastbij-
zijnd huis stond vol met rook. In allerijl bracht men
in de straat de leidingen in de zijstraten in veiligheid,
maar er gebeurden verder geen ongelukken. Technisch
personeel van de electrische centrale heeft later den
kabel vernieuwd.
UIT BERGEN.
Nader wordt vernomen, dat de beide voortvluchti
ge Duitsche officieren Smidt en Muller werden aan
getroffen in een pension aan de Spaansche Kade te
Rotterdam. Ze waren al ter ruste, toen de politie te
gen 12 uur het pension binnendrong. Volkomen ver
rast, werden ze onmiddellijk naar het hoofdbureau
van politie overgebracht, waar ze verder den nacht
doorbrachten, om Zondagmorgen naar Bergen te
worden overgebracht. Reeds Vrijdagavond waren de
heeren in burgeckleeding natuurlijk te Rotter
dam in het pension aangekomen.
De raad vergaderde Maandagmorgen ten 11 ure
in voltallige zitting.
Als eerste punt der agenda kwam de rioleering in
behandeling.
De voorzitter deelde mede, dat het mogelijk was ge
bleken het water naar het land bij de begraafplaats te
brengen, men heeft dan meer afschot voor de riolee
ring.
Spreker is tot de.conclusie gekomen, dat alsdan een
electrisch gemaaltje noodig is, daardoor kan het land
bevloeid worden en van eenig nut zijn.
Voor afvoer naar de Schermersloot is toestemming
noodig van den landeigenaar; vraagt deze teveel dan
kan men er nog langs een eigen weg komen, boven
dien kan men alsdan het water op de begraafplaats
ook beter op peil houden. Van den heer Maschmeijer