i k DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN Storm- en watersnood. No. 12 Honderd en achttiende jaargang. 1916 ZATERDAG 15 JANUARI Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en Feestdagen.uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar fl,franco door het geheele Rijk fl,25. Afzonderlijke nummers 3 Cents. Telefoonnummer 3. Prijs der gewon dvertent ën: Per regel f 0,10. Bij gro contracte; rabat. Oroo. letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. Boek- e iandelsdrukkerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9. ALKMAAR, 15 Januari. De doorbraak, welke in onze omgeving plaats ge had en in weinige uren zware verliezen teweegge bracht heeft, neemt de aandacht zoo zeer in beslag, dat er vandaag in de courant en vermoedelijk ook in de belangstelling der lezers weinig plaats is voor den oorlog, die gelukkig niet zoo nabij wordt gevoerd en die ook niet zoo snel tot een doorbraak leidt Het komt nogal goed uit, dat er ook zoo goed als geen militaire actie ia te vermelden misschien is het gestoorde,teiegiaafverkeer daaraan mede schuld. Het belangrijkste bericht is het Fransche telegram over de torpilleering van een Oostenrijkschen kruiser van het type Novara door een Fransdien onderzeeër. Er zijn drie schepen van dat type beschermde kruisers, de No vara, de Helgoland en de Sarda, zij: meten 3500 ton, hebben een bemanning van 320 koppen en zijn in 1912 gebouwd, dus nog nieuw. Van Franschen kant wordt beweerd, dat den Duitschers den 9den Januari in de Champagne een reeds lang te voren beraamden aan val hebben gedaan, teneinde het bij het Fransche Sep- tember-offensief verloren gegane terrein te heroveren, dat de aanval mislukte, wijl de wind de machtige bondgenoot van het water aan onze Zuiderzeekust! draaide en de verstikkende gassen hun moordend werk niet konden verrichten. Het blijft thans weer bij artillerie-beschietingen en mijn-ontploffingen, gebombardeerde loopgraven en beschadigde borstweringen. Ook op het Qostel k oorlogsterrein is niets gebeurd en van tiet zuid-oostelijk oorlogsterrein wordt even- mm iets belangrijks gemeld. De Italiaansche minister Barzilai heeft over de bezetting van Montenegro ge sproken. Het was, zeide hij, een moeielijke taak om de bezetting van den berg Lowtsjen te beletten, wat hetzelfde zou zijn als Montenegro te redden. 200.000 tot 300.000 man zouden hiervoor noodzakelijk ge weest zijn en zesmaal meer moeite dan noodig is om zulk een leger in het eigen land te vervoeren. Van verschillende kanten wordt gemeld, dat het krijgsbedrijf om Saloniki nu weldra beginnen zal. Hoe het er in de stad uitziet is niet duidelijk. Het verluidt, dat de regeering heeft besloten op den dag der opening van de nieuwe zitting van het Grieksche Parlement dat is op 24 Januari a.s. voor Athene den staat van beleg af te kondigen. Het heet, dat de entente steeds dwingender optreedt en dat bijv. kolen, en graan slechts voor acht dagen worden verstrekt om Griekenland een beetje in de macht te houden. De landing op Korfoe moet ook kwaad bloed gezet hebben. De Grieksche regeering heeft volgens den Atheen- schen correspondent van de Ccrriere deila Sera ver klaard dat deze troepenlanding zonder haar medewe ten is geschied. Vijf uren tevoren, namelijk op 10 Januari, 's avonds om 11 uur, verscheen de Fransche gezant bij minister-president Skoeloedis om dezen mee te deelen dat de bondjjenooten hadden besloten een deel van de Servische soldaten naar Korfoe over te brengen. De Grieksche regeering meende dat de bondgenooten een antwoord zou verwachten. In plaats daarvan ontscheepten de Franschen nog dien- zeliden nacht hun troepen, nadat zij enkele uren tevo ren den Griekschen prefect van het eiland door bemid deling van den Franschen consul hadden laten weten dat de bezetting slechts van tijdelijken aard zou zijn om aan de Servische troepen een basis te verschaffen. De Grieksche regeering heeft krachtig geprotesteerd. Vooral is er de nadruk op gelegd, dat de landing heeft plaats gehad vóór Griekenland had geantwoord op de mededeeling dat de geallieerden voornemens waren, daarheen Servische troepen over te brengen. In entente-kringen zegt men dat er geen antwoord werd verwacht, aangezien aan de Grieksche regeering alleen kennis is gegeven van de noodzakelijkheid om Korfoe te bezigen voor het opnieuw uitrusten der Servische troepen. Daaraan werd toegevoegd dat in geen enkel opzicht zou worden getornd aan Grieken- land's souvereine rechten. Het heet, dat in Athene het wantrouwen tegen Bul garije zelfs voor den druk der entente verdwijnt. Griekenland wordt het vuur nu wel heel na aan de schenen gelegd. Of wil men een actueeler beeld: het water begint ook om Griekenland te wassen en ernstig gevaar komt nader. In den Anna-Paulowna-Polder. (Van een eigen verslaggever). Toen wij gistermorgen naar Schagen trokken ver onderstelden wij niet, dat de toestand in het polder gebied zoo ernstig zou zijn, als wij later konden waar nemen. In Schagen was om één uur geen rijtuig meer ite krijgen, wij hadden evenwel het buitenkansje met het rijtuig van den heer Visser, correspondent van de Nederlandsche Bank, die met zijn dames mede den toestand in oogenschouw wenschte te nemen, mede te kunnen rijden. Honderden wielrijders reden op den weg en menig rijtuig en kar bewoog er zich, auto's tuften af en aan, het leek wel of we ons in de dagen van een eerste vliegdemonstratie bevonden, als de toestand thans niet zooveel droeviger ware geweest. Zoodra men op dien dijk, die de Wieringerwaard van den Anna-Pau- lowna-polder scheidt, stond, zag men den geheelen Oostpolder van den Anna-Paulownapolder ter opper vlakte van 1800 H.A. onder water staan. Het was een droevige aanblik de boomen en huizen in hun eenzaamheid boven de watervlakte te zien uitsteken. Hier dreef een stuk van een hok, een kar, of eenig vaatwerk, ginds zag men hoopen wier, hooi of stroo. Overal zei men het elkander, dat het water nog steeds steeg; van 12 tot 1 uur ruim een decimeter. Verblijdend was het te vernemen, dat er geen men- schenlevans waren te betreuren. Wel waren velen wat laat gewaarschuwd, waardoor zij zoo uit hun bed in het water stapten, doch de geheele bevolking van dit polderdeel, een 700 zielen, had zich kunnen redden. Met het vee was het evenwel anders gesteld. Op verschillende plaatsen zagen wij bootjes en vletten op het ondergeloopen land brengen, om het vee, zwem mende achter deze vaartuigen, in veiligheid te bren gen. Het grootste deel van den veestapel, ruim een dui zend koeien, is evenwel verloren gegaan. Ook een groot aantal paarden verdronken, terwijl het verlies van het kleine vee niet te benaderen valt. Van den heer Kaan ging op een boerderij een vee stapel- van 45 stuks verloren. Het water stond hij vele boerenwoningen bijna tot aan de dakgoot, waardoor het vee niet meer uit de stallen gehaald kon worden. - Wij vervolgden intusschen onzen rit, doch stuitten bij de kleine Sluis op een militaire patrouille, een groote opstopping van nieuwsgierigen, rijtuigen en auto's. Wij wilden evenwel naar de van Ewijcksluis om de doorbraak van den Zuiderzeedijk te aanschouwen en deelen met erkentelijkheid mede, dat luitenant Huls uit Alkmaar, die over de afzetting het commando voerde, in het belang der lezers van de Alkmaarsche Courant ons toestond om te voet onzen weg te vervol gen. De weg van de Oude-Sluis naar -dé Van Ewijck sluis scheidt den Westerpolder, die tweemaal zoo groot is als die Oosterpolder doch wel vijf maal zoo dicht bevolkt, van den Oosterpolder en daar het water steeds steeg, werd met ernst gevreesd voor dat deel van den weg hetwelk Ligt tusschen de kleine Sluis en de van Ewijcksluis, Op dit deel van den weg waren honderden soldaten bezig om dien weg een meter op te hoogen. Toen wij daar aankwamen, deelde de luitenant mede, dat de mannen juist gelegenheid, nadden gekregen om hun „kuchie" te verorberen en de fouragewagen was dan ook het middelpunt van aller belangstelling. Ondanks hun goeden wil schoten de mannen met hun infanterieschopjes in deze zware klei echter ook weinig op. Flet gepeuter kek eigenlijk wel wat op het werk van een driejarig kind, dat aan het strand bezig is een fort te bouwenDe genie had hier stellig heel wat meer kunnen uitvoeren. Waar onder leiding van den vice-admiraal W. Noudin ten Cate reeds des morgens een extra trein met een 900 manschappen was aangekomen, daar had men de nazending van beter materiaal mogen ver wachten. 's Avonds om 6 uur arriveerde er weer ear extra-trein manschappen om de anderen af te lossen. Aan de duikers en slu dicht te maken. Een groot aantal manschappen was den ganschen dag bezig om zakken zand aan te voeren, om die zoo spoedig mogelijk op de plaats van de doorbraak te gebruiken. Toen wij bij de van Ewijcksluis aankwamen, was het omstreeks drie uur. Eén groot aantal mannen was bij het station op de trambaan maar Schagen, die onder water stond, bezig om het vee, (koeien en paarden) dat door anderen zwemmende achter vletten aan werd aangevoerd, op het droge te brengen. Door de ver warring was men hiermede evenwel wel wat laat be gonnen. Veel meer vletterlieden en schippers van Wieringen, die juist binnen gekomen waren, hadden gerequireerd kunnen worden. Aanvankelijk had men evenwel gedacht, dat het zoo'n vaart niet zou loopen. Het vee dat tenslotte op deze wijze aankwam, verkeerde, waar het reeds uren in het water gestaan had, dan ook in deerniswaardi- gen toestand. Door velen 'werd directe afmaking het raadzaamst geoordeeld, waartoe echter nog niet werd overgegaan. We vertoefden hier een uur en steeds steeg het wa ter. Van uit Wieringen waren ook hier des middags vele belangstellenden overgekomen. Van schipper J. Leegwater uit Alkmaar, die hier luizen werkte de genie, om deze juist mét zijn tjalk lag, vernamen wij, dat hij des nachts om twee uur gewekt was en direct naar den dijk, waar men den geheelen nacht onder leiding van den dijkgraaf gewerkt had, was gesneld. De dijk verzwakte op verschillende plaatsen. De zee sloeg over de 4.50 M. boven A. P. gelegen dijk heen, waardoor hij aan den binnenkant afkavel- de. Hierdoor ontstonden op vele plaatsen gaten groo- ter dan een huis en aan de Lokmeer brak de dijk over een breedte van ruim 100 M. door en stroomde met een val van ruim 4 M. naar binnen. In de dichtstbijgelegen boerderijen viel er niet aan te denken om het vee te redlden. De bewoners er staan in dit polderdeel ongeveer een honderdtal boer derijen, eenige andere woningen, een openbare school enz.) werden gewaarschuwd', vellen niet voor 4 uur en per rijtuig haastten zij zich naar Hoofddorp in Wie- ringenvaard of naar de Oudesluis. Dat de heemra den niet eerder gewaarschuwd waren, heeft wel eenige bevreemding verwekt. Het peil der zee bedroeg des nachts 2.30 M. boven volle zee. Het merkwaardige was, dat na den vloed de zee door den wind geruimen tijd niet afnam. Gister was het peil een halve etmaal later 0.10 M. beneden volzee. Dit is een buitengewoon lage stand na een storm. Van dén heer J. C. Dijk, dïjkgraaf van de 30 ge meenschappelijke polders te Texel vernamen wij, dat aldaar gistermiddag de laagwaterstand zeer laag was. Men schreef dit Toe als een gevolg van de groote hoeveelheid water, die in de polders vloeide. Juist wilden wij v< nekken, toen wij de heeren S. Zeeman, P. Verburg, 1. J. Houtkooper en Reus Slot uit den Langendijk tmoetten, die met den heer H. M. Velders, lid- van n Tuinbouwraad uit den Haag en de Kamerleden mr. V. H. Rutgers en I. H. A. Schaper als leden van de groentencommissie, door Noord-Holland een rondreis maakten om een onder zoek in te stellen naar den toestand den in de kool- streken, doch maar naar de doorbraak waren getuft om een en ander in oogenschouw te nemen. Met deze heeren wandelden wij den door militairen afgezette dijk op. Over een lengte van wel 1000 M. zagen wij groote afkavelingen in den dijk. Alle gaten waren aan den binnenkant ontstaan, doordat het water over den dijk, 'die aan de zeezijde met keien belegd is, was heengeslagen. Met moeite trokken wij over den slibberigen dijk verder. In een dér gaten zagen wij eenige mannen bezig met de redding van twee paarden. Zij waren niet bij machte deze op den dijk te brengen en mop perden er zeer over, dat niet meer personen werden toegelaten om te helpen. Wat het zwaarst was moest het zwaarst Wegen oordeelde de heer Schaper en hij vond het begrijpelijk dat, gezien den slechten toestand van den dijk, geen meerdere personen werden toegela ten. De paarden die bijna gered waren te laten verdrin ken werd evenwel ook te erg gevonden en op voorstel van den heer Schaper, wiens bekende voortvarend heid weer voor den dag kwam, plaatste het geheele gezelschap zich aan een lijn om de paarden uit de slib te trekken. Het duurde niet lang of die lijn brak en het scheelde weinig of het gezelschap met de hoogedelgestrengen heer incluis had in de slib gelegen. Hierin scheen de 'heer Schaper weinig zin te hebben. Eerst moest er maar een beter touw gehaaid worden. Dit geschiedde en intusschen werd de doorbraak in oogenschouw ge nomen. Stukken dijk waren weggeslagen en over een breedte van ruim 100 M. stroomde het water nog met een val van een halven meter naar binnen. Hier was elke poging om te stuiten geheel overbodig. De geweldige kracht van het water was 's morgens om 5 uur gebleken, toen de trambrug, even na het vertrek van de extra tram met menschen, aan stukken sloeg. Juist zou het gezelschap terügkeeren, toen de be kende fotograaf, de heer W. Blokker uit Alkmaar ver scheen om op deze plaats het gezelschap te kieken. (Van morgen toonde de heer B. ons reeds de welge slaagde opnamen. Red.) Inmiddels waren de mannen met een beteren lijn te rug gekeerd en met een touw om den nek werden de paarden een 4 M. hoog talud van 45 graden opge trokken. De beesten brulden, maar zij kwamen boven. In het veerhuis waren de heeren wat blij een kop koffie te kunnen gebruiken. De heer Rutgers toonde zich zeer verwonderd al daar van den heer Kaan te vernemen, dat het onder houd van deze zeewering geheel, zonder subsidie van de provincie geschiedde en geheel door-den polder ge dragen moest worden. De heer Kaan verklaarde echter, dat de kosten niet te hoog waren, zoo lang de Polder droog was, had men nimmer een doorbraak beleefd. De Noordenwind, die den vloed aanhoudend tegen den dijk had opgestuwd, had het-hem gedaan. De inspectie was steeds nauwkeurig. Wel was er ook jaarlijks een provinciale schouw, doch deze be- teekende niet veel. Nimmer was men van gedachte geweest, dat deze polder zou inloopen. Ook vroeger had men wel eens voor critieke toestanden gestaan. Na het hooge tij zakte tengevolge van den noordenwind het water nog steeds niet en het stond tot aan de kruin, die wel 4.50 M. boven volle zee is. De grootste schade was volgens den heer Kaan niet het verdronken vee, hoewel dit honderden stuks zou zijn ook niet het velt e velde staande zaad, dat ver loren was gegaan, n< het verlies van het in de schu ren zijnde zaad (naa, vij vernamen bij één boer voor meer dan 15.000) d ch in het bederf van het land, HINDERWET. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK MAAR brengen ter algemeene kennis, dat zij bij hun besluit van heden vergunning hebben verleend aan B. PELS, orgelmaker aldaar, tot het oprichten van een electro-motor van 3 P. K., dienende tot het in wer king brengen van Houtbewerkingsmachines, in het perceel Zoutstraat, Wijk D. No. 1. Alkmaar, den 15den Januari 1916. G. RIPPING, Voorzitter. DONATH, Secretaris. dat dooi i zeewater nu in geen drie jaar voldoende gebruikt n worden. De heer Kaan had zelf op een plaats 45 koeien op stal, die hij niet kon redden en die hij als verloren be schouwde. Van andere zijde yemamen wij nog, dat de polder in de statuten de bepaling wel heeft, dat ieder landei genaar, in verhouding tot de grootte van zijn land, een bepaalde hoeveelheid zakken zand en pakken stroo, voor een eventueele doorbraak aanwezig moet hebben, doch aangezien men gedurende het ruim 60- jarig bestaan van den polder nimmer een doorbraak beleefde, verslapte de nakoming van deze bepaling zeer. Bovendien werden de boeren thans pas gewaar schuwd toen het water reeds voor hun huizen stond. In den Prins Hendrikpolder op Texel met een slech- teren dijk, wist men den polder te behouden, doordat de boeren reeds des avonds hun zakken zand en ba len stroo aan den dijk gebradht hadden, zoodat, waar de dijk bedreigd werd, men daar direct kon gaan stoppen. Óm zes uur steeg het water nog steeds, hoewel het verschil in den stand minder werd. Flet weer en de zee waren na den storm bijzonder gunstig Men hoopte de Westpolder te behouden, doch vreesde er nog wel eenigszins voor. Te half zes kwam aan den Breezand wederom een trein militairen om de anderen af te lossen. Het weer bleef gelukkig gunstig. Te zes uur keerde het gezelschap per auto naar Alkmaar terug, waar men om half acht aankwam. Naar wij hedenmorgen vernamen heejt men den Westerpolder kunnen behouden. Alten, die de gevolgen van de ramp in oogenschouw hebben genomen, zuhen den indruk hebben gekregen, dat voor de geschiedenis van den Anna-Paulownapol der deze stormnacht van buitengewone beteekenis ge weest is. Gezeten, welgestelde boeren zijn in dezen éénen nacht na jaren van handenarbeid weer even ver als aan het begin van hun levensarbeid. Velen waren diep ter neer geslagen. Waar geen hypotheek op rustte (zaad, vee enz.) was verloren en waar de hypotheek op was bleef onder moeielijker omstandigheden bezwaard. Voor vele slachtoffers zal een steunbeweging, wil men hen er weer bovenop helpen, wel noodig zijn. De heer Schaper oordeelde dan ook, dat voor de zulken er door het bestaande Watersnoodfonds vel wat te doen zat vallen. Als een staaltje van dierentrouw mag het volge wel vermeld worden. Een b- r trok per schuitje met zijn familie en hond ri: ie van Ewijcksluis, waar hij bij andt een ond en vond. De 1 id, daar niet Ie familieleden aanwez waren, .liet veilig gev< len, men miste het bees na een' :jd en kon her rgens vinden. Toen met het schuit: ederom aan de boerde rij kwam, vond men het ti we beest zwemmende in de woonkamer Vele visschenverdronken. Het klink para doxaal, doch de zoetwatervisschen houden het; even min als de eenden, die bij Durgerdam in groote getale omkwamen, in het zoutwater niet uit. Zij kunnen daar in niet leven. Van verschillende zijden sprak men ons reeds van een gevaar, dat ook Alkmaar door de doorbraak te Durgerdam bedreigd kon worden. Wij hadden hier over een onderhoud met een bij uitstek deskundige van de Schermeer en deze toonde ons een kaart uit het werk van wijlen jhr. M. Schorer en volgens deze kaart, die naar den heer Dekker verklaarde, zeer nauwkeurig is, is dit het geval, wanneer het water in de Zaan komt. Komt er wederom een Noordwestenstorm, dan komt het water, nu vannacht de banneschei tusschen Landsmeei en Óostzaan is doorgebroken, stellig over de Oosi/ Zaandam en daardoor in de Zaan. Nu f de Zaan in verbinding met den Schermer boezem en het water in Alkmaarsch grachten is Schermerboezemwater. Zooals men weet ligt de Schermerboezem in het watergebied van het Hoog heemraadschap van de uitwaterende sluizen. Vele polders, waaronder de IJpolder, de Jisp en Nek en Wijdewormer, alsmede de Egmonder en Ber- germeer loopen wanneer dit geschied onder water. In het werk van jhr. mr. Schorer wordt evenwel veron dersteld, dat ook wanneer dit geschiedt, de Schermeer nog groote kans heeft droog te blijven. Dit geschiedde ook in 1825 toen het gevaar van de Alkmaardermeer dreigde. Nu heeft de Schermeer op de oostelijke ring- sloot 14 uitloopen en alsdan zal moeten blijken of de wachtdeuren van de molens voldoende sterk zijn Loopt onverhoopt de Schermeer onder dan zal het water zeker door den Huigendijk gekeerd worden De grootste kans bestaat dan ook, dat de Beemster, de Purmer en de Schermeer wel droog zullen blijven Voor de andere kleinere polders dreigt evenwel in dien thans een Noord-Westerstorm op komt zetten, Dit nummer bestaat uit 3 bladen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1916 | | pagina 1