DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. No. 12 Honderd en achttiende Jaargang. 1916 Abonnementsprijs per 3 maanden f 1—fr. p. post f 1.25. Advertentieprijs 10 et. p. regel, groote letters naar plaatsruimte. Brieven fr. N. V. Boek- en Handelsdrukkerij Y.h, HERMs. COSTER ZOON, Voordam C9. Telefoonnr. 3. ZATERDAG 15 JANUARI Het Adelaarsnest (Een Noorweegsch verhaal van B. BJOERNSON). Het kleine dorpje Endregaardene is gelegen tus schen eenzame, hooge rotswanden. E>e bodem, waar het uit op is gebouwd, was hecht en vruchtbaar, hoewel hij vroeger, door een onverwachtsche wateruitstorting, neerbruischende van de hooge bergen, in tweeën was gespleten; op eenige afstand was die bergstroom zichtbaar achter een groep hutten. Men vertelde elkaar, dat over deze stroom de man gekomen was, die het eerst begonnen was, het dal te ontginnen. Hij noemde ziehzelve Endre en de overlevering ver haalde, dat alle bewoners van het dorp zijn afstamme lingen waren. Enkelen wisten te vertellen, dat die man in de bergen een wijkplaats had gezocht, omdat hij een misdaad had begaan, waardoor de bewoners van En dregaardene nog een zoo somber uiterlijk bezaten. Weer anderen weten het zwartgallige karakter aan de nabijheid der rotswanden, welke, zelfs als het St. Jan was, de zon niet langer toelieten dan tot vijf uur in den namiddag. Boven het dorp bevond zich een adelaarsnest, hoog op een vooruitstekende rotsihoek gelegen. Allen namen het waar als dë adelaar begon te broeden, doch nie mand was in staat het nest te bereiken. En de adelaar hield1 de wacht boven zijn dorp, streek nu en dan neer om een schaap of jonge feit weg te stelen; zelfs greep hij eens naar een klein kind, dat door hem werd mee gevoerd. Zoolang de adelaar boven het dorp troonde, bestond er geen veiligheid in het dorp. Wel ging een legende rond, dat vroeger, in oude tijden, twee broe ders erin waren geslaagd tot het nest geraken en het te verdelgen, maar, hoe het zij, in de laatste jaren werd er niemand gevonden, in staat, een zoo hoogien, ge vaarlijken tocht te ondernemen. Zoodra een paar dorpelingen elkaar ontmoetten, spraken zij over het nest en keken bedenkelijk in de ludht in. Men wist, nadat de vogels dit laatste jaar te rug waren gekeerd, waar zij hun eieren hadden gelegd, hoe groot de schade was, die opnieuw berokkend was, en wie te vergeefs het laatst getracht had, het nest te bereiken. De jeugd oefende zich met haar kin- derbeenen ini het beklauteren van steile rotsen, in het beklimmen van hooge boomen, in het zich omhoog trekken aan takken, om maar eenmaal het nest te kun nen bereiken en stop te zetten aan het verhaal van die twee broers, waar maar al te veel over gepraat werd. In den tijd, waarvan hier sprake is, heette de vroo- lijkste rakker uit het dorp Leif. Hij was geen afstam meling van Endre; daarvoor was zijn haar te kroezig, waren zijn oogen te klein, te vroolijk en maakte hij, zich vertoonde, teveel grapjes en mocht hij de meisjes te graag. Toen hij nog kleine jongen was, ging hij er prat op, dat hij degeen zou zijn, die het adelaarsnest zou be reiken en ouderen van dagen zegden hem, dat het hem mooier zou staan, minder te snoeven. Dit prikkelde hem te meer en voordat hij eigenlijk nog in de volle krachten van zijn jaren was, zwoer hij bij zich zelf den tocht te ondernemen. Op een helderen voorjaarsmorgen, op een Zondag, zooals door eenige jongelieden was overeengekomen, zou de bestijging ge schieden. Aan de voeten van de steile rots stond een menigte dorpsbewoners bijeen; de ouderen waren van meening liever niets te wagen, doch de jongeren daar entegen popelden van ongeduld. Leif luisterde alleen maar naar sterkst sprekende begeerte in zich. Hij wachtte nog slechts op het uitvliegen van den arend. Toen, met éen sprong, hing hij aan een boomtak, eeni ge meters boven den beganen grond. Boven den grond gaapte een bergspleet open, waar langs Leif omhoog klauterde. Onder zijn voeten rolden steenen zich los in een dof gerommel sloegen zij, vermengd met grint en aarde en lei, neer, tusschen de toeschouwers, die met ingehouden adem stonden toe te kijken. Vanuit de verte alleen, waar de beide stroomen te zamen vloei den, klonk in gedempt geluid, het eeuwig ruischen der blanke schuimgolven op. De rotswand vertoonde zijn al door scherper wordende hoeken, naarmate de jon geling hooger klom; geruimen tijd hing hij alléén met de handen vast aan het graniet, terwijl zijn voeten in het ledige een rustpunt zochten, onmachtig om door één blik zich te helpen. Vele menscben, w. o. vooral vrouwen, wendden het hoofd, zeggende, dat zoo iets nooit door hem onderno men zou zijn, waren zijn ouders in leven. Ten slotte vond Leif een houvast, zoodat hij weer moed scheen te vatten. Kauterend, met handen of voeten, of met alle vier, wist hij toch hooger te komen, hoewel hij menig maal eenige pass enteruggleedd'och steeds vond hij te juister tijd een rustpunt door zijn groote handig heid. Zij, die beneden stonden hoorden hun eigen adem. Een meisje, op eenige afstand van de anderen, zit tend op een rots, was opgestaan. Sedert haar kinder jaren was zij „het meisje van Leif', ofschoon hij niet van hetzelfde ras was als de overige dorpelingen. Zij volgde ingespannen al zijn bewegingen, maar plotse ling breidde zij haar armen uit en schreeuwde wanho pig: „Leif, Leif, waarom doe je dat?" De menschen schoten op haar toe. Haar vader wilde haar troosten, maar zij herkende hem niet. „Leif, Leif, kom terug. Kom naar beneden. Je weet toch dat ik je zoo liefheb 1 Wat heb je er aan je leven te wagen 1" Men zag, dat hij zich even bedacht. Eén oogenblik wachtte zij, toen zag zij opnieuw hem verder klimmen. Zijn banden en voeten schenen zekerder in hun bewe gingen en geruimen tijd kwam hij zonder misstappen vooruit. Toch scheen hij vermoeid te zijn; men zag hem uitrusten. Op dat oogenblik, alsof 't een voorbode van naderend onheil was, rolde een kleine steen naar beneden. Allen volgden het ding, totdat het op de aar de in zijn vaart was gestuit. Alleen het meisje bleef omhoog staren, haar handen krampachtig ineen ge wrongen Met zijn hand betastte Leif de rustpunten. Maar eenklaps liet de plaats, waaraan hij zich vasthield, los. Met een waanzinnige grijpbeweging sloeg hij naar links en naar rechts, maar alles liet los Met rauwe klanken stiet het meisje Leif's naam uit, die de ruimte indrong, opketste tegen den rotswand en terugviel midden tusschen dte zwijgende bergbewo ners. Opeens volgde één gil van allen: „Hij glijdt" en mannen en vrouwen strekten hun handen uit, want in derdaad hij gleed omlaag, met zich sleurende veel zand en steenenhij gleed elke minuut sneller en snel ler. De menschen keerden zich om en weldra hoorden zij achter zich een geschuur, een gekraak langs den wand van de rots, alsof de aarde zich verschoof terwijl een zwaar ding men zou zeggen een klomp vochtige aarde zwaar neerplofte. Toen zij den moed hadden om zich te zien, lag Leif mt verbrijzelde ldematen, dicht bij hen onherkenbaar neergesmakt. Op de rots was het misje in zwijm gevallen. Haar vader droeg haar weg. De jeugd, die Leif er toe aan gezet, dit stoute stuk te wagen, durfden niet ter hulpe ketaen. Niemand wenschte het lijk te zien. Het waren nu de ouderen van dagen, die zich met dit trieste werk belastten. Terwijl de alleroudste den ongelukkige om hoog beurde, sprak hij „Het was krankzinnigenwerk5 Toen voegde hij er aan toe, de oogen ten hemel hef fend „Maar het is rechtvaardig, dat er dingen zijn, zóó hoog, dat het niet een ieder gegeven is ze te kunnen bereiken." BINNENLAND. Gemengd Nieuws. UIT SINT-PANCRAS. Vrijdagmorgen 10 uur vergaderde de raad voltallig. De voorzitter opende die vergadering, de eerste in dit jaar, sprak zijn verheuging er over uit dat allen in goede gezondheid aanwezig mochten zijn en hoopte dat dit mocht worden bestendigd en het de gemeente wel mocht gaan. Hierna werden de notulen gelezen en goedgekeurd. Uit de notulen van die eomitézitting bleek dat aan Ds. v. Vliet op zijn verzoek 2 maanden afschrijving is verleend op den H. O. Verder werd behandeld een ingekomen verzoek be treffende oprichting van een tuinbouwwaarborgfonds om in de oprichtingskosten voor 9 pCt. deel te nemen. Daar de boerenleenbank voldoende in de bestaande behoefte voorziet, werd besloten op het verzoek afwij zend te beschikken. Een staat van ingekomen telegrammen over de maand December aangevende het getal 86. Bericht van den telefoonhouder dat over 1915 3544 telegrammen en gesprekken zijn behandeld. Hierna deelde de voorzitter mede, dat met ingang van 16 Januari een 3e postbestelling zal worden in gevoerd en alzoo de pogingen met succes zijn be kroond. De heer Kalis vroeg of het nu ten eeuwigen dage zoo moet blijven, dat aan de butterhuizen de bestel ling zoo laat komt. Voorzitter: dit is een regeling van de kantoorhou der en ik weet niet of er verandering in te brengen is. De heer Kalis. We krijgen slechts één bestelling, daar heb ik niets op tegen, doch ze komt altijd zoo akelig laat. De voorzitter zegt toe er met den kantoorhouder over te zullen spreken. Het zal echter wel wat lastig zijn, daar er geen extra besteller is voor de buitenwij ken. Aan rijksbijdrage voor het herhalingsonderwijs is een bedrag ingekomen van 88.66. Ingekomen was het verzoek om verhooging van uitkeering aan militie eg landweerplichtigcn. De voorzitter zeide, dat eerder was besloten aan militieplichtigen 75 ets. per dag en 714 ct. voor elk kind en aan landweerplichtigen 1 per dag en 10 ets. voor elk kind, Toen is na gedaan verzoek van dezelfde heeren Huiberts en KI. Keezen de uitkeering voor militie ge lijk gesteld met die der landweerplichtigen en nu ko men dezelfde heeren weer om verhooging. B. en W. zijn van oordeel het voorloopig te moeten laten zoo het is, temeer nog daar de vrees gerecht vaardigd is, dat het besluit niet goedgekeurd zal worden. De heer Kloosterboer vroeg wat Huiberts nu krijgt. De voorzitter antwoordde van 1.10. De heer Kloosterboer kon zich best begrijpen dat nu juist de heer Huiberts met een verzoek komt. Verder sprak de voorzitter er zijn bevreemding over uit dat voor geen van de vragers regeeringsbrood of steenkolen worden gebruikt, terwijl niemand zich heeft aangemeld voor goedkoope peulvruchten. Een en ander is er toch om de levensomstandigheden te verlichten. De heer Kalis: Dan leven ze duurder door eigen schuld. De voorzitter. Ik wil wel doen wat ik kan, door de minister vooraf van een en ander in kennis te stellen en te vragen of op goedkeuring van een even te nemen besluit kan worden gerekend. De heer Klosterboer zou verhooging willen geven en het uit de gemeentekas betalen. Ze vragen het toch alleen slechts voor de wintermaanden. De voorzitter merkte op, dat dat als allen verhooging moeten hebben dat voor de gemeente een aardig be drag wordt. Spreker stelt voor aan den minister te ver zoeken of b. v. een verhooging van 20 ets. per dag door het rijk zal worden terugbetaald. De her Kloosterboer stelde voor tot verhooging te besluiten en uit de gemeentekas te betalen. In stemming gebracht werd het voorstel van den voorzitter met 6 tegen 1 stem aangenomen. Het kohier hondenbelasting werd vastgesteld in to taal op 100. In de le klas wordt 5.in de twee de klas 2.betaald. Twee honden komen in de le klas, alle andere in de tweede. De heer Duif vroeg of ze nog een penning moeten hebben. De voorzitter zeide dat deze zomer toch de politie verordening moest worden herzien en dit dan tevens kon worden besproken. Dte stembureau's werden vastgesteld als volgt: voor de Prov. Staten de heeren Gootjes en Kloosterboer olaatsv. de heer Bakker; voor de eventueele te houden raads- en le kamer verkiezingen de heeren Duif en Nol piaatsv. de heer Kalis. Op voorstel van B. en W. werd besloten tot de hef fing van een belasting op publieke vermakelijkheden. Deze wordt vu^igesieiu. op J 2.voor kermis avon den en 3.voor alle tooneei en andere vertoonmgen. Hierna was aan de orde de rekening van de arrn- voogdij, die sluit met een ontvangst van 4009.lü een uitgaaf van 22550.2714 alzoo een saldo van S, 1758.82 Mi tegen 1509.97>4 in het vorig jaar. Bij de rondvraag vestigd 'de heer Duif de aandacht op de kerkelaan waar men nogal veel last van water sunjnt te neooen. Hierin zaï verbetering worden ge- oraent. Hierna sluiting UIT OUDKARSPEL. Gisteravond hield liet onderling ziekenfonds „Hulp in Nood" eeii buitengewone ieden-vergadering ten lokale van den heer A. Swager. Deze vergadering was noodig voor behandeling en vaststelling van reglement en statuten. De voorzitter, de heer Joman, lichtte bij de opening de zaak nader toe en zeide, dat al eerder wijzigingen in het huishoudelijk reglement noodig waren, doch dit steeds wachtte op de koninklijke goedkeuring van den hoofdbond, daar dan toch verdere wijzigingen noodig zouden zijn. Nu in de op 25 October gehouden vergadering van den bond de statuten zijn behandeld en aangenomen, en daarna de koninklijke goedkeuring is ingekomen, moest tót herziening van het huishoudelijk reglement worden overgegaan. De statuten werden voorgelezen en de opmerking gemaakt, dat het beter zou geweest zijn deze te be handelen voor de bondsvergadering. Aanmerkingen van ingrijpenden aard werden niet gemaakt, zoodat ze in hun geheel konden worden goedgekeurd. Hierna kwam in behandeling het consept huishou delijk reglement, waarvan we het volgende aanstip pen. De uitkeering zal bedragen 70 ets. per werk dag. De eerste drie ziektedagen worden echter niet uitbetaald. De uitkeering zal worden verhoogd, zoo dra het reservekapitaal de 1500 te boven is. Het besluit tot verhooging of verlaging zal wordem genomen telkens op de jaarvergadering of zoo dit tus- schentijds dringend noodig mocht blijken. Aan man nelijke leden wordt hoogstens 18 weken volle en 12 Weken halve uitkeering verstrekt, terwijl tusschen het eene en het andere ziektegeval minstens 1 jaar moet verloopen. Aan vrouwelijke leden wordt 8 weken vol en 8 we ken half uitgekeerd, wanneer door ziekte haar werk zaamheden door iemand anders moeten worden ver richt. Tusschen het eene en het andere ziektegeval moet minstens een half jaar verloopen, wil zij weder aanspraak op uitkeering kunnen doen gelden. Door de commissie was nog voorgesteld om aan hen die elders verpleegd worden a/„ uit te keeren, dit kon echter bij de vergadering geen genade vinden. Ter voorkoming of beteugeling van besmettelijke ziekten kan de vereeniging de gewenschte stappen doen. Na verdere wijzigingen van minder belangrijken aard werd het consept goedgekeurd en werd besloten het binnen afzienbaren tijd gedrukt aan de leden uit te reiken. Hierna sluiting, met dank aan de commissie voor hun gedane werkzaamheden. UIT SCHAGEN. De heer C. Schoorl te Alkmaar heeft bedankt als Hoofdingeland van het Heemraadschap der Strijkmo lens van de Schager Kogge. In zijne plaats is thans door den Kaagpolder gekozen de heer D. Marees, voorzitter van dién polder, te Barsingerhom. UIT OUDE NIEDORP. De boerenwoning met 2.69.60 H. A. bouw- en wei land, eigendom van den heer A. Strijbis, Vrijdagavond door Notaris de Boer publiek geveild, is gekocht door de Heeren: Perceel I a. b. c., groot 20JA huis, D. Ur- scm e. a. te Heerhugowaard voor 1921.Perceel I, e. f. g., groot 83 snees, door J. Hartog e.a. alhier voor 4691.Perceel I h., groot 1014 snees door P. Dossen e. a. te Hoogwoud voor 533.Totaal 7145.—. Een woonhuis met 35.40 aren bouwland, liggende aan de Langereis in deze gemeente, eigendom van de erven van P. Koster, bracht op 779.Kooper werd Jb. Bakker Gz. te Schagen. STADNIEUWS. OORLOGSKARIKATUREN. Een prentenboek voor groote menschen, noemde Jan Feith zijn verzameling oorlogskarikaturen. Een prentenboek was het, met lachwekkende, groot- sche en lugubere prentjes, door den causeur toege licht op een wijze die insloeg. Jan Feith kan zijn ge hoor loten lachen en hij kan zijn gehoor ernstig en zwijgend maken en pakken doet hij het altijd. Zijn fij ne en rake zetten, in verband met zijn lichtbeelden ge lanceerd, hebben de élite van Alkmaar, die gisteravond naar de Harmonie was gekomen om het 1214 jarig feest van V- O. K. Z. O. S. te vieren, doen schuaden. En treffend vlijmde soms zijn ironie die 't een oogen blik stil deed worden in die zaal vol menschen. Platen van teekenaars aller landen, der Entente zoo wel als der Centrale en Neutrale mogendheden wer den gisteravond vertoond «die van kunst en roeping der karikaturisten deden blijken. Want de teekenstift is een machtig wapen, evenzoogoed als de pen, en de Hollandsche teekenaars als Hahn, Braakensiek en Raemaekers staan vooraan in de rij van mannen die krachtig uitdrukken wat er in hen omgaat en de geest van een menigte volgelingen weergeven door forsche of fijne lijnen. Een zeer dankbaar gehoor heeft Jhr. Feith gevon den, getuige het langdurige applaus, en het woord van dank, hem door den voorzitter van V. O. K. Z. O. S. den heer Vonk, gebracht was welverdiend. N. A. O. R. Donderdagavond werd) in de groote zaal van de Harmonie een propagandaavond gehouden, georga niseerd door de plaatselijke groep Alkmaar van den Neder landschen Anti-Oorlog Raad. De voorzitter van den groep, dte heer Cock, opende deze bijeenkomst met een welkom aan aanwezigen, spreker, medewerkers en pers. Hij hoopte dat deze avond daden zal opleve ren en velen overtuigd en medestanders zullen wor den. Spr. deed een dringend! beroep op den moreelen en finantieelen steun der aanwezigen 't Eerst betraden 't podium de heeren Adriaanse (cello) en Kooger (piano) die den avond inleidden met hun prachtig samenspel, waari nwe opnieuw de tech niek en het gevoel van den heer Adriaanse en de keu- rige begeleiding van den heer Kooger bewonderden. Een van de grootste aantrekkelijkheden dezer avond was wel mej. Julia de Vries, met haar gevoelvolle en door sobere gebaren prachtig geïllustreedr voordrach ten. Langdurig is er gejuicht na haar doodstil aange hoord gedicht „Droeve tijden55. Spreker van den avond was dr. J. M. Hoogvliet, die ongeveer als volgt sprak Sedert 1J4 jaar staan nu reeds miljoenen menschen tegenover elkander en eiken dag worden werken van jaren vernietigd en duizenden menschenlevens afge sneden. De rnensch bewijst thans weer eens zijn voor treffelijkheid boven het redelooze dier! Uit alle actie evenwel wordlt ook een tegenactie gebo ren en deze maakt reeds voortgang in Denemarken, Zweden, Noorwegen en Amerika. Van dit laatste land is Ford's vredtesexpeditie voldoende bekend. Ons eigen land bleef tot nog toe gespaard voor het oorlogsgruwel, tenminste de meeste inwoners, want ook hier heeft de oorlog Slachtoffers gemaakt,, bij het ontploffen van mijnen, enz. Doch vooral troffen de slagen van den oorlog ons, vredeskinderen, denken dte wezens, die thans voor dten eersten tijd wel hun meeste idéalen verloren zullen hebben. Toen kwam dte Anti-Oorlog-Raad. Wat i3 de A. O. Raad, wat doet ze, en wat invloed meent ze te kunnen hebben op den vredte? Om dit duidtelijk te maken las spr, iets voor uit de voortreffelijke brochure:: „Une paix durable55 en be sprak hij het programma van den Anti-Oorlog-Raad. Van een Alkmaarsch burger een ongeletterd man zoo als deze zelf zei, had spr. een brief van tien kantjes ontvangen, waarin déze uiteenzette zijn meening om trent de bestrijding van den oorlog en een plan op maakte voor die bestrijding. In vele trekken komt dit plan overeen met het programma der A. O. R. doch cr blijkt toch uit dat het geheel onafhankelijk van dit is opgemaakt. Er zit een massa goeds in, en de schrijver heeft vol gens spreker een groot en helder verstand. Na voorlezing van het program der A. O. R. ver volgde df. Hoogvliet zijn rede: Thans zijn 18000 medestanders, mannen zoowel als vrouwen, benevens allerlei vereenigingen bij den Raad aangesloten. En de raad zelf bestaat uit emi- nentse vrouwen en mannen van alle godsdiensten en politieke richtingen, mannen en vrouwen, wier naam ook in buitenland met eere genoemd worden. Bij zoo5n veelzijdige samenstelling van den Raad is het moge lijk dat zij in alle en in de meest uiteenloopendé rich tingen werkt. Spreker wilde, na déze feiten, zijn hoorders nu in den ziel grijpen. Daartoe besprak hij den oolog en den aanhang van dien in drie punten. a. Is de oorlog een onvermijdelijk iets, b. Is het goed en wenschelijk dat we ons vaderland liefhebben c. Brengt de oorlog economische voordeden mee; a. Oorlog is een uitvloeisel van het kwaad dat er in dien boezem, der menschen is, zegt men wel eens. Spr. bestrijdt dit evenwel en noemde de oorzaak van den oorlog een andere. Dp Staat zelf veroorzaakt hem. Die streeft naar eigen uitbreiding en rijkdom. De Staat is, als persoon genomen een groote schavuit. In tegenstelling met corporaties, andere instellingen der gemeenschap, die eikaars belangen behartigen, offert de Staat dte belangen van haar leden op, om zelve maar de macht in handen te krijgen. Tenslotte moet het evenwel anders worden, dat kan niet uitblijven. Internationale gemeenschappen zullen opkomen en de aardl zelf zal een groote gemeenschap worden. Dan zal de oorlog evenzeer onmogelijk zijn als die nu onmogelijk is b.v. tusschen Hoorn en Alk maar. b. Vaderlandsliefde kan nooit te hoog worden ge schat. Er zijn echter verschillende soorten van vader landsliefde, goede, maar ook slechte. Slecht is de vaderlandsliefde die geworden is tot een haat en minachting voor alles wat niet uit het vader land komt. Spr, las in verband hiermede zijn rede voor, gehouden in de Deensche taal te Kopenhagen op het vredescongres van de drie Noordsche landen, die daar geestdriftig was toegejuicht. Vaderlandsliefde mag niet overslaan tot haat of minachting; haten mo gen we alleen de haat en minachten de geest der ver achting. We mogen ons land niet stellen boven alles; dit is óf waanzin óf verregaande onzedelijkheid. Van die soort van vaderlandsliefde moeten wij verschoond blijven. '«-iJÉjf Na de pauze werd door de heeren Adriaanse en Kooger voortreffelijk uitgevoerd' „Kol Nidrei" van Max Bruch en „Andante,55 van Richard Strauss. We willen ons niet wagen aan een beoordeeling dezer muziek, dit is voor meer bevoegden weggelegd, maar als wij de stemming in de zaal weer mogen geven: 5t was verrukkelijk, getuige het warm applaus. Vervolgens ging dr. Hoogvliet over tot behandeling van punt c. Hij las een door hem vervaardigde fabel voor van twee groote boeren die in dezelfde streek woon den. Toevallig ontmoetten zij elkaar op de boot, en daar nam me het snoeven een aanvang. De een wilde voor den ander niet onderdoen. Ten laatste om den ander te overbluffen, smeet hij een goed 5 francstuk over de verschansing. Deze kon niet achterblijven en deed een grooter geldstuk over boord verdwijnen. Steeds meer geld werd in 5t water gegooid, en hoe de omstaande boeren ook poogden hun het dwaze en domme van hun handeling te doen inzien, ze hielden niet op. Ze zouden wel eens zien wie 5t rijkst was en 5t meest durfden. Wel wilden ze ophouden, maar dan moest de ander inzien dat 5t voor z5n eigen bestwil was en hij volstrekt nog niet geruïneerd was doch zijn tegenstander slechts voor ondergang wilde bewaren. 5t Spelletje ging zoo ver dat ten slotte de een niets meer en de ander nog maar één vijffrancstuk had. ARSCHE COURANT.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1916 | | pagina 9