DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
No. 12
Honderd en achttiende Jaargang.
1916
Abonnementsprijs per 3 maanden f 1—fr. p. post f 1.25. Advertentieprijs 10 et. p. regel, groote letters naar plaatsruimte. Brieven fr. N. V. Boek- en Handelsdrukkerij Y.h, HERMs. COSTER ZOON, Voordam C9. Telefoonnr. 3.
ZATERDAG 15 JANUARI
Het Adelaarsnest
(Een Noorweegsch verhaal van B. BJOERNSON).
Het kleine dorpje Endregaardene is gelegen tus
schen eenzame, hooge rotswanden. E>e bodem, waar het
uit op is gebouwd, was hecht en vruchtbaar, hoewel hij
vroeger, door een onverwachtsche wateruitstorting,
neerbruischende van de hooge bergen, in tweeën was
gespleten; op eenige afstand was die bergstroom
zichtbaar achter een groep hutten.
Men vertelde elkaar, dat over deze stroom de man
gekomen was, die het eerst begonnen was, het dal te
ontginnen.
Hij noemde ziehzelve Endre en de overlevering ver
haalde, dat alle bewoners van het dorp zijn afstamme
lingen waren. Enkelen wisten te vertellen, dat die man
in de bergen een wijkplaats had gezocht, omdat hij een
misdaad had begaan, waardoor de bewoners van En
dregaardene nog een zoo somber uiterlijk bezaten.
Weer anderen weten het zwartgallige karakter aan de
nabijheid der rotswanden, welke, zelfs als het St. Jan
was, de zon niet langer toelieten dan tot vijf uur in den
namiddag.
Boven het dorp bevond zich een adelaarsnest, hoog
op een vooruitstekende rotsihoek gelegen. Allen namen
het waar als dë adelaar begon te broeden, doch nie
mand was in staat het nest te bereiken. En de adelaar
hield1 de wacht boven zijn dorp, streek nu en dan neer
om een schaap of jonge feit weg te stelen; zelfs greep
hij eens naar een klein kind, dat door hem werd mee
gevoerd. Zoolang de adelaar boven het dorp troonde,
bestond er geen veiligheid in het dorp. Wel ging een
legende rond, dat vroeger, in oude tijden, twee broe
ders erin waren geslaagd tot het nest geraken en het te
verdelgen, maar, hoe het zij, in de laatste jaren werd
er niemand gevonden, in staat, een zoo hoogien, ge
vaarlijken tocht te ondernemen.
Zoodra een paar dorpelingen elkaar ontmoetten,
spraken zij over het nest en keken bedenkelijk in de
ludht in. Men wist, nadat de vogels dit laatste jaar te
rug waren gekeerd, waar zij hun eieren hadden gelegd,
hoe groot de schade was, die opnieuw berokkend was,
en wie te vergeefs het laatst getracht had, het
nest te bereiken. De jeugd oefende zich met haar kin-
derbeenen ini het beklauteren van steile rotsen, in het
beklimmen van hooge boomen, in het zich omhoog
trekken aan takken, om maar eenmaal het nest te kun
nen bereiken en stop te zetten aan het verhaal van die
twee broers, waar maar al te veel over gepraat werd.
In den tijd, waarvan hier sprake is, heette de vroo-
lijkste rakker uit het dorp Leif. Hij was geen afstam
meling van Endre; daarvoor was zijn haar te kroezig,
waren zijn oogen te klein, te vroolijk en maakte hij,
zich vertoonde, teveel grapjes en mocht hij de meisjes
te graag.
Toen hij nog kleine jongen was, ging hij er prat op,
dat hij degeen zou zijn, die het adelaarsnest zou be
reiken en ouderen van dagen zegden hem, dat het hem
mooier zou staan, minder te snoeven.
Dit prikkelde hem te meer en voordat hij eigenlijk nog
in de volle krachten van zijn jaren was, zwoer hij bij
zich zelf den tocht te ondernemen. Op een helderen
voorjaarsmorgen, op een Zondag, zooals door eenige
jongelieden was overeengekomen, zou de bestijging ge
schieden. Aan de voeten van de steile rots stond een
menigte dorpsbewoners bijeen; de ouderen waren van
meening liever niets te wagen, doch de jongeren daar
entegen popelden van ongeduld. Leif luisterde alleen
maar naar sterkst sprekende begeerte in zich. Hij
wachtte nog slechts op het uitvliegen van den arend.
Toen, met éen sprong, hing hij aan een boomtak, eeni
ge meters boven den beganen grond. Boven den grond
gaapte een bergspleet open, waar langs Leif omhoog
klauterde. Onder zijn voeten rolden steenen zich los
in een dof gerommel sloegen zij, vermengd met grint
en aarde en lei, neer, tusschen de toeschouwers, die
met ingehouden adem stonden toe te kijken. Vanuit de
verte alleen, waar de beide stroomen te zamen vloei
den, klonk in gedempt geluid, het eeuwig ruischen der
blanke schuimgolven op. De rotswand vertoonde zijn
al door scherper wordende hoeken, naarmate de jon
geling hooger klom; geruimen tijd hing hij alléén met
de handen vast aan het graniet, terwijl zijn voeten in
het ledige een rustpunt zochten, onmachtig om door
één blik zich te helpen.
Vele menscben, w. o. vooral vrouwen, wendden het
hoofd, zeggende, dat zoo iets nooit door hem onderno
men zou zijn, waren zijn ouders in leven. Ten slotte
vond Leif een houvast, zoodat hij weer moed scheen te
vatten. Kauterend, met handen of voeten, of met alle
vier, wist hij toch hooger te komen, hoewel hij menig
maal eenige pass enteruggleedd'och steeds vond hij
te juister tijd een rustpunt door zijn groote handig
heid. Zij, die beneden stonden hoorden hun eigen
adem.
Een meisje, op eenige afstand van de anderen, zit
tend op een rots, was opgestaan. Sedert haar kinder
jaren was zij „het meisje van Leif', ofschoon hij niet
van hetzelfde ras was als de overige dorpelingen. Zij
volgde ingespannen al zijn bewegingen, maar plotse
ling breidde zij haar armen uit en schreeuwde wanho
pig:
„Leif, Leif, waarom doe je dat?"
De menschen schoten op haar toe. Haar vader wilde
haar troosten, maar zij herkende hem niet.
„Leif, Leif, kom terug. Kom naar beneden. Je weet
toch dat ik je zoo liefheb 1 Wat heb je er aan je leven te
wagen 1"
Men zag, dat hij zich even bedacht. Eén oogenblik
wachtte zij, toen zag zij opnieuw hem verder klimmen.
Zijn banden en voeten schenen zekerder in hun bewe
gingen en geruimen tijd kwam hij zonder misstappen
vooruit. Toch scheen hij vermoeid te zijn; men zag
hem uitrusten. Op dat oogenblik, alsof 't een voorbode
van naderend onheil was, rolde een kleine steen naar
beneden. Allen volgden het ding, totdat het op de aar
de in zijn vaart was gestuit. Alleen het meisje bleef
omhoog staren, haar handen krampachtig ineen ge
wrongen
Met zijn hand betastte Leif de rustpunten. Maar
eenklaps liet de plaats, waaraan hij zich vasthield,
los. Met een waanzinnige grijpbeweging sloeg hij naar
links en naar rechts, maar alles liet los
Met rauwe klanken stiet het meisje Leif's naam uit,
die de ruimte indrong, opketste tegen den rotswand
en terugviel midden tusschen dte zwijgende bergbewo
ners. Opeens volgde één gil van allen: „Hij glijdt" en
mannen en vrouwen strekten hun handen uit, want in
derdaad hij gleed omlaag, met zich sleurende veel
zand en steenenhij gleed elke minuut sneller en snel
ler. De menschen keerden zich om en weldra hoorden
zij achter zich een geschuur, een gekraak langs den
wand van de rots, alsof de aarde zich verschoof terwijl
een zwaar ding men zou zeggen een klomp vochtige
aarde zwaar neerplofte. Toen zij den moed hadden
om zich te zien, lag Leif mt verbrijzelde ldematen,
dicht bij hen onherkenbaar neergesmakt.
Op de rots was het misje in zwijm gevallen. Haar
vader droeg haar weg. De jeugd, die Leif er toe aan
gezet, dit stoute stuk te wagen, durfden niet ter hulpe
ketaen. Niemand wenschte het lijk te zien. Het waren
nu de ouderen van dagen, die zich met dit trieste werk
belastten. Terwijl de alleroudste den ongelukkige om
hoog beurde, sprak hij
„Het was krankzinnigenwerk5
Toen voegde hij er aan toe, de oogen ten hemel hef
fend
„Maar het is rechtvaardig, dat er dingen zijn, zóó
hoog, dat het niet een ieder gegeven is ze te kunnen
bereiken."
BINNENLAND.
Gemengd Nieuws.
UIT SINT-PANCRAS.
Vrijdagmorgen 10 uur vergaderde de raad voltallig.
De voorzitter opende die vergadering, de eerste in
dit jaar, sprak zijn verheuging er over uit dat allen in
goede gezondheid aanwezig mochten zijn en hoopte
dat dit mocht worden bestendigd en het de gemeente
wel mocht gaan.
Hierna werden de notulen gelezen en goedgekeurd.
Uit de notulen van die eomitézitting bleek dat aan
Ds. v. Vliet op zijn verzoek 2 maanden afschrijving is
verleend op den H. O.
Verder werd behandeld een ingekomen verzoek be
treffende oprichting van een tuinbouwwaarborgfonds
om in de oprichtingskosten voor 9 pCt. deel te nemen.
Daar de boerenleenbank voldoende in de bestaande
behoefte voorziet, werd besloten op het verzoek afwij
zend te beschikken.
Een staat van ingekomen telegrammen over de
maand December aangevende het getal 86.
Bericht van den telefoonhouder dat over 1915
3544 telegrammen en gesprekken zijn behandeld.
Hierna deelde de voorzitter mede, dat met ingang
van 16 Januari een 3e postbestelling zal worden in
gevoerd en alzoo de pogingen met succes zijn be
kroond.
De heer Kalis vroeg of het nu ten eeuwigen dage
zoo moet blijven, dat aan de butterhuizen de bestel
ling zoo laat komt.
Voorzitter: dit is een regeling van de kantoorhou
der en ik weet niet of er verandering in te brengen is.
De heer Kalis. We krijgen slechts één bestelling,
daar heb ik niets op tegen, doch ze komt altijd zoo
akelig laat.
De voorzitter zegt toe er met den kantoorhouder
over te zullen spreken. Het zal echter wel wat lastig
zijn, daar er geen extra besteller is voor de buitenwij
ken.
Aan rijksbijdrage voor het herhalingsonderwijs is
een bedrag ingekomen van 88.66.
Ingekomen was het verzoek om verhooging van
uitkeering aan militie eg landweerplichtigcn.
De voorzitter zeide, dat eerder was besloten aan
militieplichtigen 75 ets. per dag en 714 ct. voor elk
kind en aan landweerplichtigen 1 per dag en 10
ets. voor elk kind,
Toen is na gedaan verzoek van dezelfde heeren
Huiberts en KI. Keezen de uitkeering voor militie ge
lijk gesteld met die der landweerplichtigen en nu ko
men dezelfde heeren weer om verhooging.
B. en W. zijn van oordeel het voorloopig te moeten
laten zoo het is, temeer nog daar de vrees gerecht
vaardigd is, dat het besluit niet goedgekeurd zal
worden.
De heer Kloosterboer vroeg wat Huiberts nu
krijgt.
De voorzitter antwoordde van 1.10.
De heer Kloosterboer kon zich best begrijpen dat nu
juist de heer Huiberts met een verzoek komt.
Verder sprak de voorzitter er zijn bevreemding
over uit dat voor geen van de vragers regeeringsbrood
of steenkolen worden gebruikt, terwijl niemand zich
heeft aangemeld voor goedkoope peulvruchten. Een
en ander is er toch om de levensomstandigheden te
verlichten.
De heer Kalis: Dan leven ze duurder door eigen
schuld.
De voorzitter. Ik wil wel doen wat ik kan, door de
minister vooraf van een en ander in kennis te stellen
en te vragen of op goedkeuring van een even te nemen
besluit kan worden gerekend.
De heer Klosterboer zou verhooging willen geven
en het uit de gemeentekas betalen. Ze vragen het toch
alleen slechts voor de wintermaanden.
De voorzitter merkte op, dat dat als allen verhooging
moeten hebben dat voor de gemeente een aardig be
drag wordt. Spreker stelt voor aan den minister te ver
zoeken of b. v. een verhooging van 20 ets. per dag
door het rijk zal worden terugbetaald.
De her Kloosterboer stelde voor tot verhooging te
besluiten en uit de gemeentekas te betalen.
In stemming gebracht werd het voorstel van den
voorzitter met 6 tegen 1 stem aangenomen.
Het kohier hondenbelasting werd vastgesteld in to
taal op 100. In de le klas wordt 5.in de twee
de klas 2.betaald. Twee honden komen in de le
klas, alle andere in de tweede.
De heer Duif vroeg of ze nog een penning moeten
hebben.
De voorzitter zeide dat deze zomer toch de politie
verordening moest worden herzien en dit dan tevens
kon worden besproken.
Dte stembureau's werden vastgesteld als volgt: voor
de Prov. Staten de heeren Gootjes en Kloosterboer
olaatsv. de heer Bakker; voor de eventueele te houden
raads- en le kamer verkiezingen de heeren Duif en Nol
piaatsv. de heer Kalis.
Op voorstel van B. en W. werd besloten tot de hef
fing van een belasting op publieke vermakelijkheden.
Deze wordt vu^igesieiu. op J 2.voor kermis avon
den en 3.voor alle tooneei en andere vertoonmgen.
Hierna was aan de orde de rekening van de arrn-
voogdij, die sluit met een ontvangst van 4009.lü
een uitgaaf van 22550.2714 alzoo een saldo van
S, 1758.82 Mi tegen 1509.97>4 in het vorig jaar.
Bij de rondvraag vestigd 'de heer Duif de aandacht
op de kerkelaan waar men nogal veel last van water
sunjnt te neooen. Hierin zaï verbetering worden ge-
oraent.
Hierna sluiting
UIT OUDKARSPEL.
Gisteravond hield liet onderling ziekenfonds „Hulp
in Nood" eeii buitengewone ieden-vergadering ten
lokale van den heer A. Swager.
Deze vergadering was noodig voor behandeling en
vaststelling van reglement en statuten.
De voorzitter, de heer Joman, lichtte bij de opening
de zaak nader toe en zeide, dat al eerder wijzigingen
in het huishoudelijk reglement noodig waren, doch dit
steeds wachtte op de koninklijke goedkeuring van den
hoofdbond, daar dan toch verdere wijzigingen noodig
zouden zijn.
Nu in de op 25 October gehouden vergadering van
den bond de statuten zijn behandeld en aangenomen,
en daarna de koninklijke goedkeuring is ingekomen,
moest tót herziening van het huishoudelijk reglement
worden overgegaan.
De statuten werden voorgelezen en de opmerking
gemaakt, dat het beter zou geweest zijn deze te be
handelen voor de bondsvergadering.
Aanmerkingen van ingrijpenden aard werden niet
gemaakt, zoodat ze in hun geheel konden worden
goedgekeurd.
Hierna kwam in behandeling het consept huishou
delijk reglement, waarvan we het volgende aanstip
pen. De uitkeering zal bedragen 70 ets. per werk
dag. De eerste drie ziektedagen worden echter niet
uitbetaald. De uitkeering zal worden verhoogd, zoo
dra het reservekapitaal de 1500 te boven is.
Het besluit tot verhooging of verlaging zal wordem
genomen telkens op de jaarvergadering of zoo dit tus-
schentijds dringend noodig mocht blijken. Aan man
nelijke leden wordt hoogstens 18 weken volle en 12
Weken halve uitkeering verstrekt, terwijl tusschen het
eene en het andere ziektegeval minstens 1 jaar moet
verloopen.
Aan vrouwelijke leden wordt 8 weken vol en 8 we
ken half uitgekeerd, wanneer door ziekte haar werk
zaamheden door iemand anders moeten worden ver
richt. Tusschen het eene en het andere ziektegeval
moet minstens een half jaar verloopen, wil zij weder
aanspraak op uitkeering kunnen doen gelden.
Door de commissie was nog voorgesteld om aan
hen die elders verpleegd worden a/„ uit te keeren, dit
kon echter bij de vergadering geen genade vinden.
Ter voorkoming of beteugeling van besmettelijke
ziekten kan de vereeniging de gewenschte stappen
doen.
Na verdere wijzigingen van minder belangrijken
aard werd het consept goedgekeurd en werd besloten
het binnen afzienbaren tijd gedrukt aan de leden uit te
reiken.
Hierna sluiting, met dank aan de commissie voor
hun gedane werkzaamheden.
UIT SCHAGEN.
De heer C. Schoorl te Alkmaar heeft bedankt als
Hoofdingeland van het Heemraadschap der Strijkmo
lens van de Schager Kogge. In zijne plaats is thans
door den Kaagpolder gekozen de heer D. Marees,
voorzitter van dién polder, te Barsingerhom.
UIT OUDE NIEDORP.
De boerenwoning met 2.69.60 H. A. bouw- en wei
land, eigendom van den heer A. Strijbis, Vrijdagavond
door Notaris de Boer publiek geveild, is gekocht door
de Heeren: Perceel I a. b. c., groot 20JA huis, D. Ur-
scm e. a. te Heerhugowaard voor 1921.Perceel
I, e. f. g., groot 83 snees, door J. Hartog e.a. alhier
voor 4691.Perceel I h., groot 1014 snees door P.
Dossen e. a. te Hoogwoud voor 533.Totaal
7145.—.
Een woonhuis met 35.40 aren bouwland, liggende
aan de Langereis in deze gemeente, eigendom van de
erven van P. Koster, bracht op 779.Kooper werd
Jb. Bakker Gz. te Schagen.
STADNIEUWS.
OORLOGSKARIKATUREN.
Een prentenboek voor groote menschen, noemde Jan
Feith zijn verzameling oorlogskarikaturen.
Een prentenboek was het, met lachwekkende, groot-
sche en lugubere prentjes, door den causeur toege
licht op een wijze die insloeg. Jan Feith kan zijn ge
hoor loten lachen en hij kan zijn gehoor ernstig en
zwijgend maken en pakken doet hij het altijd. Zijn fij
ne en rake zetten, in verband met zijn lichtbeelden ge
lanceerd, hebben de élite van Alkmaar, die gisteravond
naar de Harmonie was gekomen om het 1214 jarig
feest van V- O. K. Z. O. S. te vieren, doen schuaden.
En treffend vlijmde soms zijn ironie die 't een oogen
blik stil deed worden in die zaal vol menschen.
Platen van teekenaars aller landen, der Entente zoo
wel als der Centrale en Neutrale mogendheden wer
den gisteravond vertoond «die van kunst en roeping
der karikaturisten deden blijken. Want de teekenstift
is een machtig wapen, evenzoogoed als de pen, en de
Hollandsche teekenaars als Hahn, Braakensiek en
Raemaekers staan vooraan in de rij van mannen die
krachtig uitdrukken wat er in hen omgaat en de geest
van een menigte volgelingen weergeven door forsche
of fijne lijnen.
Een zeer dankbaar gehoor heeft Jhr. Feith gevon
den, getuige het langdurige applaus, en het woord van
dank, hem door den voorzitter van V. O. K. Z. O. S.
den heer Vonk, gebracht was welverdiend.
N. A. O. R.
Donderdagavond werd) in de groote zaal van de
Harmonie een propagandaavond gehouden, georga
niseerd door de plaatselijke groep Alkmaar van den
Neder landschen Anti-Oorlog Raad. De voorzitter
van den groep, dte heer Cock, opende deze bijeenkomst
met een welkom aan aanwezigen, spreker, medewerkers
en pers. Hij hoopte dat deze avond daden zal opleve
ren en velen overtuigd en medestanders zullen wor
den. Spr. deed een dringend! beroep op den moreelen
en finantieelen steun der aanwezigen
't Eerst betraden 't podium de heeren Adriaanse
(cello) en Kooger (piano) die den avond inleidden met
hun prachtig samenspel, waari nwe opnieuw de tech
niek en het gevoel van den heer Adriaanse en de keu-
rige begeleiding van den heer Kooger bewonderden.
Een van de grootste aantrekkelijkheden dezer avond
was wel mej. Julia de Vries, met haar gevoelvolle en
door sobere gebaren prachtig geïllustreedr voordrach
ten. Langdurig is er gejuicht na haar doodstil aange
hoord gedicht „Droeve tijden55.
Spreker van den avond was dr. J. M. Hoogvliet, die
ongeveer als volgt sprak
Sedert 1J4 jaar staan nu reeds miljoenen menschen
tegenover elkander en eiken dag worden werken van
jaren vernietigd en duizenden menschenlevens afge
sneden. De rnensch bewijst thans weer eens zijn voor
treffelijkheid boven het redelooze dier!
Uit alle actie evenwel wordlt ook een tegenactie gebo
ren en deze maakt reeds voortgang in Denemarken,
Zweden, Noorwegen en Amerika. Van dit laatste land
is Ford's vredtesexpeditie voldoende bekend.
Ons eigen land bleef tot nog toe gespaard voor het
oorlogsgruwel, tenminste de meeste inwoners, want
ook hier heeft de oorlog Slachtoffers gemaakt,, bij het
ontploffen van mijnen, enz. Doch vooral troffen de
slagen van den oorlog ons, vredeskinderen, denken dte
wezens, die thans voor dten eersten tijd wel hun meeste
idéalen verloren zullen hebben.
Toen kwam dte Anti-Oorlog-Raad. Wat i3 de A. O.
Raad, wat doet ze, en wat invloed meent ze te kunnen
hebben op den vredte?
Om dit duidtelijk te maken las spr, iets voor uit de
voortreffelijke brochure:: „Une paix durable55 en be
sprak hij het programma van den Anti-Oorlog-Raad.
Van een Alkmaarsch burger een ongeletterd man zoo
als deze zelf zei, had spr. een brief van tien kantjes
ontvangen, waarin déze uiteenzette zijn meening om
trent de bestrijding van den oorlog en een plan op
maakte voor die bestrijding. In vele trekken komt dit
plan overeen met het programma der A. O. R. doch
cr blijkt toch uit dat het geheel onafhankelijk van dit
is opgemaakt.
Er zit een massa goeds in, en de schrijver heeft vol
gens spreker een groot en helder verstand.
Na voorlezing van het program der A. O. R. ver
volgde df. Hoogvliet zijn rede:
Thans zijn 18000 medestanders, mannen zoowel
als vrouwen, benevens allerlei vereenigingen bij den
Raad aangesloten. En de raad zelf bestaat uit emi-
nentse vrouwen en mannen van alle godsdiensten en
politieke richtingen, mannen en vrouwen, wier naam
ook in buitenland met eere genoemd worden. Bij zoo5n
veelzijdige samenstelling van den Raad is het moge
lijk dat zij in alle en in de meest uiteenloopendé rich
tingen werkt.
Spreker wilde, na déze feiten, zijn hoorders nu in
den ziel grijpen. Daartoe besprak hij den oolog en den
aanhang van dien in drie punten.
a. Is de oorlog een onvermijdelijk iets,
b. Is het goed en wenschelijk dat we ons vaderland
liefhebben
c. Brengt de oorlog economische voordeden mee;
a. Oorlog is een uitvloeisel van het kwaad dat er
in dien boezem, der menschen is, zegt men wel eens.
Spr. bestrijdt dit evenwel en noemde de oorzaak van
den oorlog een andere. Dp Staat zelf veroorzaakt hem.
Die streeft naar eigen uitbreiding en rijkdom. De
Staat is, als persoon genomen een groote schavuit. In
tegenstelling met corporaties, andere instellingen
der gemeenschap, die eikaars belangen behartigen,
offert de Staat dte belangen van haar leden op, om
zelve maar de macht in handen te krijgen.
Tenslotte moet het evenwel anders worden, dat kan
niet uitblijven. Internationale gemeenschappen zullen
opkomen en de aardl zelf zal een groote gemeenschap
worden. Dan zal de oorlog evenzeer onmogelijk zijn
als die nu onmogelijk is b.v. tusschen Hoorn en Alk
maar.
b. Vaderlandsliefde kan nooit te hoog worden ge
schat. Er zijn echter verschillende soorten van vader
landsliefde, goede, maar ook slechte.
Slecht is de vaderlandsliefde die geworden is tot een
haat en minachting voor alles wat niet uit het vader
land komt. Spr, las in verband hiermede zijn rede
voor, gehouden in de Deensche taal te Kopenhagen op
het vredescongres van de drie Noordsche landen, die
daar geestdriftig was toegejuicht. Vaderlandsliefde
mag niet overslaan tot haat of minachting; haten mo
gen we alleen de haat en minachten de geest der ver
achting. We mogen ons land niet stellen boven alles;
dit is óf waanzin óf verregaande onzedelijkheid. Van
die soort van vaderlandsliefde moeten wij verschoond
blijven. '«-iJÉjf
Na de pauze werd door de heeren Adriaanse en
Kooger voortreffelijk uitgevoerd' „Kol Nidrei" van
Max Bruch en „Andante,55 van Richard Strauss. We
willen ons niet wagen aan een beoordeeling dezer
muziek, dit is voor meer bevoegden weggelegd, maar
als wij de stemming in de zaal weer mogen geven: 5t
was verrukkelijk, getuige het warm applaus.
Vervolgens ging dr. Hoogvliet over tot behandeling
van punt
c. Hij las een door hem vervaardigde fabel voor
van twee groote boeren die in dezelfde streek woon
den. Toevallig ontmoetten zij elkaar op de boot, en
daar nam me het snoeven een aanvang. De een wilde
voor den ander niet onderdoen. Ten laatste om den
ander te overbluffen, smeet hij een goed 5 francstuk
over de verschansing. Deze kon niet achterblijven en
deed een grooter geldstuk over boord verdwijnen.
Steeds meer geld werd in 5t water gegooid, en hoe de
omstaande boeren ook poogden hun het dwaze en
domme van hun handeling te doen inzien, ze hielden
niet op. Ze zouden wel eens zien wie 5t rijkst was en
5t meest durfden. Wel wilden ze ophouden, maar dan
moest de ander inzien dat 5t voor z5n eigen bestwil
was en hij volstrekt nog niet geruïneerd was doch zijn
tegenstander slechts voor ondergang wilde bewaren.
5t Spelletje ging zoo ver dat ten slotte de een niets
meer en de ander nog maar één vijffrancstuk had.
ARSCHE COURANT.