I DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. WATERSNOOD-J JUAR! 1916. No. 15 Honderd en achttiende jaargang. 1916 W01NSDAO 19JANDARI INSCHRIJVIN SBILJ IT. flbonnemenlspriis per 3 maanden fl.,fr. p. post f 1.28. Sirertentiopriis 10 ot. p. repel, groote letters naar plaatsruimte. Brieven ft. R. Boek- en Bandelsdrnkkerij v.h. HEROIs. COSTERS ZOOR. ïnordam CO. leletoonnr. 3. ALKMAAR, 19 Januari. De buitenlandsche bladen bespreken natuurlijk druk de onvoorwaardelijke overgave van Montenegro, welk rijkje, gelijk bekend is, zich niet had aangesloten bij de overeenkomst der entente-mogendheden om niet afzonderlijk vrede te sluiten. In een verklaring van het Montenegrijnsche consu laat te Parijs wordt gezegd, dat het leger uitgeput, de munitie verschoten en de vlucht onmogelijk was. „Al was het Servische leger nog in staat te ontsnap pen, de zwakke Montenegrijnsche afdeelingen, uitge put door dte bovenmenschelijke inspanning van langen wanhopigen tegenstand, lijdende onder ontberingen van allerlei aard, waren niet in staat op bevriend ge bied de wijk te nemen," zoo staat er in deze verklaring, waarin nog uitdrukkelijk wordt opgemerkt, dat over zee de wijk niet kon worden genomen De Italiaansche afgevaardigde Raimondo heeft bij den voorzitter der Kamer eenige vragen aan de minis ters van buitenlandsche zaken, van oorlog en van ma rine ingediend, n.l. of ten tijde van de onderteekening der overeenkomst van Lenden door Italië de verove ring van Montenegro door den vijand reeds werd voorzien en verder: waarom Italië die verovering lij delijk heeft aangezien en öf regeering en militaire overheid zich met den toestand in Noord-Albanië heb ben bezig gehouden. Mag men de Times-correspondent te Rome geloo- ven, dan zal te Florence een minister uit naam van de regeering een verklaring afleggen, welke met groote spanning tegemoet gezien wordt De correspondent voegt hieraan toe, dat de houding van Montenegro reeds sinds maanden wantrouwen wekte, dat Oosten- rijksche agenten sinds het begin van den zomer vrij door dit rijk gingen en dat er sterke bewijzen bestaan voor een overeenkomst, die reeds in October gesloten zou zijn, en waarbij Oostenrijk den berg Lowtsjen kreeg en Montenegro Skoetari en omgeving. Servië zou een dergelijk aanbod zijn gedaan, maar dat land weigerde. Dit alles verklaart wellicht, zegt de cor respondent, waarom Italië geen expeditieleger naar Montenegro heeft gestuurd. Het is mogelijk, maar na dere berichten moeten deze sensationeele onthulling waar maken. De Momingpost troost zich met de verklaring, dat de centralen na anderhalf jaar oorlogvoeren slechts de kleinste der geallieerden hebben overwonnen en dat de geallieerden de vangarmen van den Octopus aan twee zijden afsnijden en daarmee zullen voortgaan, totdat het kwetsbare centrum is bereikt en de klauwen, die Servië en Montenegro vasthouden, worden terugge trokken. De Daily Telegraph verzekert, dat Montene gro zich nu buigt, maar eens opnieuw zal opstaan. Naar verluidt zal de geheele mannelijke bevolking van Montenegro in bepaalde gedeelten des land geïn terneerd worden, de vrouwen zullen in afzonderlijke dorpen worden gelaten, alle steden en dorpen en alle verkeersmiddelen met name spoorwegen, moeten on voorwaardelijk overgegeven worden. Van geen der ocrlogsterreinen komen belangrijke berichten over acties. Het Oostenrijlcsche communi qué gewaagt met voldoening, dat de Nieuwjaarsslag in Oost-Galicië en Bessarabië thans als geëindigd, en gunstig geëindigd, kan worden beschouwd. Maar niet minder voldoening zal het den autoriteiten te St. Pe tersburg hebben gegeven te kunnen melden, dat de rechterlijke colleges en andere staatsinstellingen or der hebben gekregen weer naar het eens zoo bedreig de Dunaburg terug te keeren. De behandeling van het dienstdwangontwerp neemt in-Engeland een gunstig verloop, de regeering heeft de bezwaren der arbeiders grootendeels kunnen on dervangen. De geallieerden hebben een bespreking te Londen gehouden, waai' o. a. de Fransche minister-president Briand tegenwoordig was. Naar verluidt worden in Macedonië de operaties door sneeuwstormen tegengehouden. In de Engelsche bladen blijft men aandringen op verscherping der blokkade. De Daily Mail veroorlooft zich de volgende opmerking, die voor zich zelf spreekt: „Afdoender dan de maatregelen van de Nederland- sche regeering en de zorgvuldigheid van de Neder- landsche douane-ambtenaren zullen de groote over stroomingen in Nederland zijn, voor het voorkomen van het 'invoeren van vet en vleesch naar Duitschland. Het vernietigen van duizenden stuks runderen en scha pen', te zamen met de groote schade aan landerijen toe gebracht, zal tijdelijk een einde maken aan de werk zaamheid van Nederlandsche smokkelaars van levens middelen." Gisteren heeft H. M. de Koningin het zwaar be proefde eiland Marken bezocht. Van één uur tot kwart over 4 is H. M. qp het eiland geweest; zij be zocht de verschillende buurten en onderhield zich met de bewoners, die Haar alles van den ramp vertelden waarop H. M. Flaar diep medelijden uitsprak. Eenige uren voordat de Koningin aan wal stapte, zijn te Marken elf van de zestien slachtoffers van den ramp begraven. Ds. Klomp hield in de kerk een treffenden lijkdienst, naar aanleiding van I Corinthen 13 12, „Want wij zien nu door eenen spiegel in een duistere rede, maar alsdan zullen wij zien van aangezicht tot aangezicht; nu ken ik ten deele, maar alsdan zal ik kennen gelijk ook ik gekend ben". Op het kerkhof, waar alleen- de naaste familie kon worden toegelaten, omdat men bang was dat de heu vel waarop het ligt, zou inzakken, sprak de predikant nog naar aanleiding van Psalm 39 10. „Ik ben ver stomd, ik zal mijnen mond niet opendoen, want Gij hebt het gedaan", en vers 8„En nu, wat verwacht ik, o Heere, mijn hoop is op U". Gisteren heeft H. M. de Koningin eveneens een be zoek gebracht aan Schellingwoude en Durgerdam. Zij ontmoette o. a. een soldaat die het te kwaad had met een wederspannige koe, die hij geleiden moest. Is hij een beetje ondeugend? vroeg de Koningin 't Zal wel gaan, juffer! was 't antwoord van den militair, die niet vermoedde wie die „juffer" was. Op Marken bestaat thans geen gebrek meer aan le vensmiddelen, zoodat de aanvoer daarvan is gestaakt. Vandaag heeft H. M. de Koningin een bezoek ge bracht aan het overstroomde gebied. Om 7.55 vertrok de K mingin van het C. S. naar Oude Sluis in den Anna Paulownapolder. Na een bezichtiging van den ondergeloopen polder, vertrok de Koningin om 2.33 uit Anna Paulowna rechtstreeks naar Den Haag. De Minister van Waterstaat, dr. Lely, begaf zich hedenochtend, vergezeld van den Inspecteur-Generaal van 's Rijks Waterstaat, den heer Wortman, naar den Anna Paulownapolder om aldaar de doorbraak in oogenschouw te nemen. Volgens berichten uit Nieuwendam blijft 't water stij'gen; sedert gisteravond was het 7 c.M. gestegen. In Zunderdorp waren gisteravond nog acht bewo ners, waaronder een krankzinnige. Deze zou heden vervoerd worden. Gisteravond werd een ernstige verschuiving ge constateerd aan den zeedijk benoorden Durgerdam, bij het Kinsèlmeer, ter hoogte van paal 35. De kruin van den dijk is hier nog slechts een meter breed. Op 500 M. afstand van dit deel van den dijk had de doorbraak van 1825 plaats. Aan de firma Blankenvoort is opgedragen het 30 M. diepe gat in dén zeedijk bij Monnikendam te dich ten. De voorbereidingen zijn in vollen gang. Gisteren vergaderden hoofingelanden van het wa terschap De Purmer onder voorzitterschap van den dijkgraaf H. Beets. Dijkgraaf en heemraden stelden voor een krediet te openen gelijk aan een exrta-omslag van 2 H. A. van de ingelanden. De heeren Korthals Altes en Heynis stelden voor een blanco-krediet te openen, teneinde alle maatrege len te nemen om de Purmer te beveiligen. Dit voorstel werd aangenomen. Reeds was zooveel mogelijk gedaan; thans zullen verdere maatregelen worden genomen tot ophooging van den dijk en tot het maken van versterkingen achter den dijk. Met het oog op diefstallen in Zunderdorp en Ransdorp zijn in die plaatsen marechaussees gestati- onneerd. Een „faekwieler" van de marine heeft zich naar Landsmeer begeven om daar eveneens maatrege len te nemen. Steeds nog komt het water te Zaandam langzaam omhoog. De stijging was gisteren niet zoo sterk ais in den vorigen nacht. Gisteravond was de stand van het water in den Oostzaner polder 0.2! A.P. Tot dit resultaat heeft ongetwijfeld ook bijgedragen dat een groot gedeelte van den dag door de Zuider en Noorder Valdeursluis is gespuid, waardoor een groot volume water door de Zaan uit het overstroom de gebied is afgevoerd. Men verwacht ook voor de naaste toekomst nog een zachte rijzing. Verschillende bladen, ook ons blad, hebben zich zooals men weet bereid verklaard giften in ontvangst te nemen voor den Watersnood. De Nieuwe Rott. Ct. verantwoordde gisteravond reeds 200.415.043d. Nabij Uitdam is door eén paar motorboo ten uit Amsterdam en een visschersboot uit Durger dam een bezoek gebracht aan den doorbraak. Gisteren stroomde bij lagen zeestand het water nog naar bin nen met 0.70 M. verval. Tot op 50 M. landwaarts in was geen bodem te peilen. Uit H o 1 y s 1 o o t zijn gisteren de laatste leven de koeien weggevoerd en te Durgerdam ingescheept, waar er één in zee viel. In de boerderij van den vee houder Breedijk lagen 45 doode runderen in den stal op en over elkaar. In de dorpen benoorden het IJ wordt streng de hand' gehouden aan het passenstelsel. Ook personen die gevlucht zijn, en terugkomen om goederen uit hun huis te halen, moeten, zoowel als hun schuit van een pas voorzien zijn, om té voorkomen dat men „bij vergissing" een anders goed weghaalt. Telegrammen van heden. PURMEREND. Hedenmiddag 3 uur stijgt het wa ter onrustbarend. De wind steekt krachtig op, hooge golven beuken de dijken. De Wijde Wormerdijk is zeer critiek en dreigt ieder oogenblik door te breken. De bewoners vluchten in allerijl. He: voorste gedeelte der Koestraat staat reeds onder water. PURMEREND. Het water is hedennacht weer 4 c.M. gestegen. Het staat nu gelijk met het hooge plantsoen. NOOD WATERKEERING. HAARLEM, 19 Jan. In de heden gehouden vergadering van Gedeputeerde Staten van Noord- Holland is besloten om, ten einde den waters nood in de Provincie zooveel mogelijk te beper ken en te trachten verdere inundatie te voorko men, onder toezicht, en waar noodig, vanwege OM UIT TJC K. Pm, (Dit te zenden aan de Directie van dè Alkmaarsche C urant). Ondergeteekende wenscht bij te dragen voor de Watersnood-inzameling van de Alkmaar sche Conrant een bedrag vangulden f en verzoekt de Directie van de Alkmaarsche Courant over dit bedrag per kwitantie te beschikken. opmbrkinoen: "Naam. Woonplaats de Provincie een noodwaterkeering te doen aan brengen, die, wanneer het plan daartoe uitvoer baar blijkt, zal loopen langs de Oostzijde van de Zaan, vervolgens, tot station Purmerend, de spoorbaan OostzaanPurmerend zal volgen, van daar gaan zal tot den ringdijk van den Purmer en verder langs den ringdijk tot nabij Edam en van Edam naar Zee. Het totstandkomen dier water- keering zal ook de bezwaren verminderen verbon den aan het dichten der gaten in de Waterland- sche Zeedijk. In afwachting van de zoo spoedig mogelijk bij de Prov. Staten in te dienen voorstel len zal met de uitvoering van een en ander ter stond worden begonnen. DE KONINGIN TE ANNA PAULOWNA. Men seint ons uit Anna Paulowna Hedenmorgen te ongeveer kwart voor tienen arri veerde H. M. dfe Koningin te Anna Paulowna. Met de sloepen van de marine bezocht H. M. begeleid door den burgemeester, der heer C. Wijdenes Spaans Jr., Ewijksluis. Vandaar ing H. M. per auto naar Oude- sluis en de Wieringei /aard. In deze plaatsen sprak H. M. de vluchtelingen toe. Er waren maatregelen genomen hen zooveel mogelijk bijeen te roepen. AMSTERDAM. De Koninklijke Vereeniging „Het Nederlandsche Tooneel zal Woensdag 26 dezer te Amsterdam een voorstelling geven ten voordeele dhr noodlijdenden door dén Watersnood. Zij heeft hiervoor de eerste vertooning van een nieuw stuk bestemd: „Het nachtmaal van de Wraak", uit het Italiaansch van Sem Benelli; waarin Jan Museh, Willem van der Veef en Emma Morel de hoofdrollen vervullen. Vertaling en regie van Her man Roelvink. Muziek gecomponeerd door A. C. Wertheim Jr. STADSNIEUWS. DE WATERSNOOD VAN 1825 en ALKMAAR. In de Alkmaarsche Courant van 1825 vonden we verschillende mededeelingen over den watersnood van 1825. Natuurlijk waren de berichten toen niet zoo Uitvoerig als thans de courant was toen een week blad van niet al te groot formaat en de berichten dienst kon lang niet zoo goed ingericht zijn als thans, nu telegraaf en telefoon en auto in staat stellen 's avonds nog de berichten te geven over feiten, die denzelfden middag hebben plaats gehad. Toch geloo- ven we, dat onze lezers belang zullen stellen in het geen de courant over de ramp van die dagen bevatte en wij zullen daarom, het belangrijkste daarvan tnans opnieuw vermelden. In het nummer van 14 Februari komt een bericht voor uit Hamburg van den 4den dier maand, waarin wordt gezegd, dat men den vorigen dag, tijdens de volle maan, door buitengewone verschijnselen was bezocht. Des namiddags even na vier uur kondigde een naderende storm een buitengewonen hoogen wa tervloed aan. Des avonds had men bliksem, donder en sneeuwjacht (voor het eerst in den winter!) en des nachts begon het te vriezen. Het water steeg tot groote hoogte, maar viel na 3 uren plotseling ver scheiden voeten en kort daarna stond het geheel stil, hetgeen een dijkbreuk in de nabuurschap deed ver moeden, zooals later ook het geval bleek. Den volgen den dag viel er tijdens een sneeuwjacht een donder slag, terstond daarop werd het stil en kreeg men hee- ten zonneschijn, het water, dat bijna 12 3d voet geval len was, begon na 1 uur weder te wassen. De binnenlandsche berichten gewagen allereerst van een allerverschrikkelijkste ramp, die Doornspijk heeft getroffen, doordat het water uit de Zuiderzee met een vreeselijken storm uit het noordwesten zoo geweldig opzette, dat het met het grootste geweld over den Kamperdijk sloeg, waarvan het gevolg was, dat deze op verscheiden plaatsen doorbrak. Tusschen de twintig en dertig menschen kwamen om, huizen werden een prooi der golven, honderden stuks vee verdronken. In Harlingen had men nog nooit zoo iets verwoestends beleefd, het water stroomde alom, ge lukkig echter dat het maanlicht was en men nog kon zien. Een kind van de portierster van het Noorder- hoofd werd weggespoeld. Op Texel brak de dijk door dicht aan den polder bij den Hoorn, waardoor een groote inundatie tot aan de schans of de nieuwe redoute werd veroorzaakt. Menschén kwamen er niet om, wel zeer weinig vee. Dit alles staat in de cóurant van 14 Februari. Eerst den 7den Maart treffen we opnieuw een bericht aan over den watersnood wel komen in de tusschenlig- gende nummers officieele publicaties voor, doch hier over later. „Thans tot kalmte en meer bedaarde oogen- blikken gekomen, vindt het gemeente-bestuur van Buiksloot zich verpligt, de reeks der omstandigheden, gepaard met de nominatie der brave mannen aan de opmerking der Nederlanders te bevelen." „Reeds waren de verschillende krachten uitgeput, diaargesield tot het in order houden van den Water- landscii. I eedijk, zoo hier in deze gemeente, als in de omru eken van Cadeelen, toen wij, in 'den avond van den en dezer (het bericht is gedateerd 18 Fe bruari) mare kregen, dat de steenen beer tusschen de gemeenten Durgerdam en Holysloot gelegen, voor het geweld des storms bezweken was; de verschillen de gemoedsbewegingen, hierdoor veroorzaakt, deed dit bestuur meer dan ooit indachtig zijn op het hand haven van rust en orde, en wij zagen ook deze pogin gen met het allergelukkigst gevolg bekroonen". Buiksloot was het vereenigend reddingspunt der overstrooming, elke woning werd geopend tot ont vangst van vluchtelingen, dood en gevaar trotseenmd waren de mannen tijdens den „ijselijkste storm" in de schuiten er op uit getrokken om te redden, wat te red den was. „Zoo ondervonden en ondervinden wij hier dage lijks, welke verhevene grootheid in het holl'andsch karakter huisvest, en met welgevallen zal geheel Eu ropa het oog gevestigd hebben op de nakomeling schap der Vaderen, waarvan de roem, met heideren luister, in de geschiedboeken vermeld staat." Uit een particulieren brief uit Woudsend van den 21 sten Februari wordt den 14den Maart een en ander overgenomen. Daaruit blijkt, dat heele dorpen zijn vermeld, er is geen boer of hij heeft J 1000 schade en de vooruitzichten zijn somber, daar zij, die hun vee behouden hebben, rekenen (uit gebrek aan weide), de helft daarvan te zullen wegdoen; het hooi begint te broeien en een groote hoeveelheid is verloren. Ver scheiden fabrieken staan stil, hetgeen de armoede ver meerdert. Te Wolvega worden 500 noodlijdenden ge spijsd, des morgens 8 uur slaat de trom tot het ont bijt, bestaande in koffie en een boterham, dan gaat ieder naar de hem a ngewezen plaats, om turf, meu belen, houtwaren van vernielde huizen met ponten of schuitjes aan te voeren, die, met groote hoopen, ter droging worden opgestapeld; bij het gemeenschappe lijk middagmaal wordt in de kerk een gebed gedaan door den predikant, die met den grietman alles be stuurt. „Niet verre van Wolvega ontdekte iemand eene op- bruissing van water uit eenen in den watervloed op geworpen zandheuvel, die het zoute water doet wij ken, en eenen kleinen omtrek met het heerlijkste bron water vult, van waar men het met schepen weghaalt, zooveel men benoodigd heeft, en de voorraad vermin derd niet; te opmerkelijker is dit, daar men in die oorden vele voeten diep moet graven, om met moeite eene wel te vinden, die dan noch maar slecht waier geeft." In het nummer van 21 Maart komen voor „aam kingen ,er de behandeling van bouwgronden, zeewater stro ml, door Jan Kops, hoogleer in de lan.lhi shoudkunde en kruidkunde te Utree waarop een volgend immer terugkomen. Hedi ;n we nog hei en en ander mededeelt uit de de publicaties, n einde daaruit vast h stellen, Alkmaar tot 1 ;ng van den nood heeft gedaan. Gedeputeerde* Staten dezei provincie deelen in de publicatie van 8 Februari (opgenomen in Liet provin ciaal blad en in de Amsterdamsche, Alkmaarsche en Hoornsche Couranten, waar „het hunne medeingezete nen, die door de Goddelijke goedheid van dezen ramp bevrijd z in gebleven, voorzeker eene behoefte zal zijn, tot leeniging van het deerniswaardig lot van zoo vele ongelukkigen, ruime bijdragen uit te reiken", een algemeene collecte, ten behoeve der noodlijdenden door den watersnood in Noord-Holland zal plaats hebben. Burgemeester en wethouders hebben, blijkens een publicatie in het nummer van 21 Februari, bepaald, dat op Maandag 21 Februari met open schalen aan de huizen der ingezetenen gecollecteerd zal worden door een commissie uit den Raad der stad in het bijzonder ten behoeve der noodlijdenden door den Watersnood in Noord-Holland, en dat op Woensdag d.a. v. op de zelfde wijze gecollecteerd zal worden voor de meer algemeene behoeften aan het geheele vaderland. De b meester van Alkmaar acht zich verplicht in het num r van 21 Februari openlijk bekend te ma ken, tot amoediging van anderen en om aan ver diensten recht te doen, dat „de Heeren J. J. Botteman- ne en Compe steenhouwers binnen Alkmaar zich bij hem hebben gevoegd en te kennen gegeven, dat de Knechts en Werklieden in hunne dienst besloten heb bende zes weken lang z e s in plaats van v ij f schaf ten 's daags te werken, met oogmerk om een schaft per dag voor de Noodlydenden door den laatste Water vloed af te zonderen, daarvan was geproveniëerd, eene somma van 89.40, welke gelden zij aan hem Bur ge meester hebben ter hand gesteld, met verzoek om zelve aan de Algemeene Commissie voor Noord-Hol land binnen Amsterdam gevestigd te willen doen koe- men, ten einde daarvan een doelmatig gebruik zal Vooral duidelijk te «chrljven.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1916 | | pagina 1