kunnen worden gemaakt".
„Nog heeft de Burgemeester zich verpligt geoor
deeld de meest honorable melding te maken van het
voorbeeld door den Schoolonderwijzer P. D. Anslijn
gegeven, welke aan hem een somma van acht guldens
zestig cents heeft ter hand gesteld als den opbreng
van hetgeen zijne discipelen in een bus in zijn school
geplaatst met ijver en blijdschap voor de Noodlijden
den door den laatsten Watersnood hebben bij een ge-
bragt, hetwelk ten bewijze verstrekt hoe zeer deze
Schoolonderwijzer zijn jonge Lieden zoowel de Oefe
ning van Burgerdeugden in de jeugdige harten prent
als den eigenlijken taak van zijn Onderwijs met het
best gevolg dagelijks volvoert.
Uit het nummer van 28 Februari vernemen we, dat
de eerste collecte heeft opgebracht 4645,505, de twee
de 5277,27. Sindsdien kwamen er nog meerdere gif
ten in, zoodat behalve hetgeen anders dan in geld is
afgezonden, „de allerhoogst aanzienlijke som van
12.514.07 door Alkmaars burgerij bijeen gebracht
werd".
Onder de vermelde giften troffen onseenige dienst
meisjes 22.12°, de vader en de kaasdragers 30; een
boerenknecht 24, verschillende collectes onder de
schoolkinderen, de directie van Physica 60, een in
woner een certificaat van het syndicaat van amortisa
tie 1000, de opbrengst van een orgelconcert door
den organist Kranch en den kapelmeester der muziek
van de actieve schutterij 248.20, van een „tooneel-
representatie door den heer Amelsbeek en zijn gezel
schap Liefhebbers" 293.77, van de loge „de Noord
star 110, van „het gezelschap voofheen bestaan heb
bende onder de zinspreuk Voor Deugd en Vermaak,
het provenu eener Tooneel-Representatie" 362.55,
en van het gezelschap „Aldoende leert men" 293.77
ALKMAAR EN DE WATERSNOOD
VAN 1916.
Hierboven zijn eenige bijzonderheden gegeven over
hetgeen er in Alkmaar in het jaar 1825 is gedaan ter
leniging van den nood, die door het water was ver
oorzaakt.
Het is thans de vraag, wat Alkmaar met hare om
geving in deze dagen zal doen, nu men zoo bijzonder
Tetroffen moet zijn door de uitgebreidheid en de ernst
van de ramp.
Veel willen we hierover niet zeggen in de verwach
ting, dat in onze kolommen het meest klinkende argu
ment zal worden gevonden voor de verklaring, dat
onze gemeente en de omtrek ook ditmaal niet achter
zijn gebleven.
De oproeping van de algemeene vereenigde waters
noodcommissie te Amsterdam gisteren plaatsend, heb
ben wij ons bereid verklaard, gelden in te zamelen, te
verantwoorden en over te maken aan den penning
meester dezer commissie. Onmiddellijk gaven verschil
lende lezers aan de uitnoodiging om steun te verlee-
nen gehoor, hetgeen blijkt uit onderstaande eerste ver
antwoording.
Wij vertrouwen, dat men het nut van deze regeling
zal inzien. Wanneer zij goed werkt, wordt de oprich-
ting van een plaatselijk comité we hebben waarlijk
al comité's genoeg in dezen tijd! voorkomen, wordt
een collecte wellicht overbodig, kortom worden aller
lei werkzaamheden en beslommeringen onnoodig
Het spreekt wel vanzelf, dat wij daarom elke gave,
hoe groot of hoe klein ook, gaarne in ontvangst wil
len nemen, dat het „penninkske der weduwe" met
even groote erkentelijkheid vermeld zal worden als de
groote gift van den welgestelden burger of den geze
ten landman.
Ten einde het onzen lezers buiten de stad, die om
de een of andere reden liever geen postwissel zenden
of van een ander middel tot geldzending gebruik ma
ken, zoo gemakkelijk mogelijk te maken, plaatsen wij
heden op de voorpagina een inschrijvingsbiljet, dat
men kan uitknippen, invullen en opzenden aan het bu
reau. waarna wij per postkwitantie over het aangege
ven bedrag beschikken. Het ligt intusschen voor de
hand, dat in het algemeen een postwissel of andere
directe geldzending de voorkeur verdient.
Dagelijks zullen we de ingekomen giften verant
woorden, indien er niet uitdrukkelijk een naam of
motto opgegeven is, geschiedt dit van particulieren
door de voorletters van voornamen en namen.
Tenslotte veroorloven we ons nog het verzoek aan
onze lezers te doen, hun gaven aan onze courant in
te zenden en niet de bemiddeling van een der groote
bladen in te roepen, daar het meer eigenaardig is, dat
de bijdragen van Alkmaar en omgeving in een Alk-
maarsch blad worden verantwoord.
Zooals uit onderstaande eerste verantwoording
reeds blijkt is het goede voorbeeld dat immers na
volging vindt! reeds gegeven.
Watersnood.
Eerste verantwoording der Alkm
N. N.
Dr. P.
Dominoclub „Met z'n Vieren"
F. F
K.
G. R.
Wed. J. H. L.
Firma D. A. Wisselink
P. K.
J. C.
C. E. S.
Courant.
100.—
10.-
13.20
25.—
25.—
100.—
10.—
400
10.^-
-10.-
5,
708.20
VEEUITVOER EN DE WATERSNOOD.
Naar wij vernemen is er heden hier ter stede een
vergadering gehouden om te bespreken wat er met het
vee moet worden gedaan van de veehouders, die van
de overstrooming te lijden hebben gehad en die onder
de tegenwoordige omstandigheden hun geredde koeien
moeielijk kunnen behouden.
Naar alle waarschijnlijkheid zal de regeering in de
zen samenwerken met de Hollandsche Maatschappij
van Landbouw. Leden dier Maatschappij zullen om
en bij de geteisterde streeken commissies vormen, ten
einde vee aan te wijzen, waarvan thans de uitvoer
naar het buitenland wenschelijk wordt geacht, waar
voor de regeering dan consenten van uitvoer zal ver-
leenen.
DE „ALKMAAR".
Daar de Willemssluizen te Amsterdam gesloten zijn
is het scheepvaartverkeer in de Purmerender Vaart ge
stremd. De tegen Vrijdag georganiseerde tocht naar
Purmerend met de „Alkmaar" vervalt dien ten gevol
ge De driedekker zal thans spoedig tusschen Amster
dam en Alkmaa' in de vaart gedaan worden en dan
dus langs den polder Oostzaan varen.
BADHUIS WITTE KRUIS.
In de week van 10 tot 15 Januari zijn in het bad
huis van het Witte Kruis genomen: 84 kuipbaden, 101
regenbaden le en 331 regenbaden 2e klas, tezamen
516 baden.
HET DIENSTWEIGERINGSMANIFEST.
(Vervolg van ons verslag van gisteren).
Hierna hield Ds. Schermerhorn zijn verdedigings
rede.
Bekl. spreekt een woord van dank tot degenen die
de vervolging op touw hebben gezet. Daardoor is het
anti-militairisme naar voren gebracht.
Bijzaak is de verspreiding. De dagvaarding geeft
den indruk, dat de Officier van Justitie met, beide
handen de Hoornsche vergadering hteeft aangegrepen.
Daarom is ook een maand extra gegeven. Oncorrect
is het te spreken van een vergadering der anti-militai-
ristenvereeniging te Hoorn. Die vereeniging bestaat
niet. Dit is een formeele fout in de dagvaarding. Ook
bevat ze een leugen, ml. dat opzettelijk met de bedoe
ling om op te ruiën het manifest is voorgelezen. Dit
beteekent, dat het manifest is voorgelezen met een op
zettelijke bedoeling tot opruiing. Maar het onderwerp
der rede geeft bewijs, dat heel iets anders voorzat.
Mogelijk is, dat de burgemeester een vergadering
belegt tegen het manifest. Maar ook dan moet het ma
nifest worden voorgelezen. Spr. haalt aan het verslag
in de Hoornsche Courant en bewijst aan de hand
daarvan, dat gezegd is door hem, dat. er geen oprui-
ïn het manifest ligt. Waarom dan de, vervolging?
Ligt er in den zin der wet een opruiende beteekenis
in? Er zijn er die zeggen, dat ds. Schermerhorn een
opruier is, maar dan bedoelt men iemand, die de men-
schen wil opwekken het kwade den rug toe te keeren.
Maar de wet bedoelt iets anders. En de opwekking tot
het doen van een bepaalde daad ligt er niet in. Daar
om ook geen opruiing in de beteekenis der wet. Ware
dit zoo. dan was het manifest dom opgezet. Om tot
opruiing te komen, moet men een andere taal voeren.
Als het manifest beteekent opruiing, dan had bekl. al
lang in de gevangenis moeten zitten. Meer dan eens
sprak hij in kerk en vergaderingen in denzelfden
geest.
Meermalen onder gehoor van politie. Nog nooit is
een procesverbaal gegeven. Daarom denkt spr., dat
de tijdsomstandigheden oorzaak zijn van de vervol
ging. Men zal echter vastloopen, want het anti-mili
tairisme zal er steeds mee gebaat zijn.
't Is immoreel iemand op te wekken tot een verkeer
de en strafbare daad.
Met een voorbeeld toont spr. dit aan. Ook heeft
spr. dus niet het recht iemand aan te zetten tot dienst-
weigeren. Wel mag hij sympathie betuigen.
Vele jaren is spr. redacteur van „de Wapens neder"
en jarenlang heeft hij de anti-militairistische propa
ganda gevoerd. Nog nooit volgde een proces-verbaal.
Maar cok nog nooit heeft hij daarin gepropageerd
voor dienstweigering. Wel aanvaardde hij de volle
verantwoordelijkheid voor de propaganda en al moet
daarom iemand de gevangenis in, dan nog houdt hij
vol. Aansporen tot dienstweigering zal spreker nooit
doen.
Spreker leest een deel van een artikel in „de Wa
pens Neder" voor, waaruit die opvatting blijkt.
Ook spreekt bekl. veel op vergaderingen. Politie is
daar aanwezig. Acht u hef mogelijk, vraagt bekl., wan
neer in mijn ziel aanwezig was het verlangen tot
dienstweigering aan te sporen, dat ik dan met mijn
temperament zou zwijgen? Zelfs heeft spr. nog nooil
persoonlijk tot dienstweigering aangezet, hoewel hij
daarvoor dikwijls de gelegenheid had. Meerderen
kwamen om raad, maar steeds werd gewezen op de
gevolgen van dienstweigering. Doet spr. dit niet par
ticulier, dan zeker niet in het openbaar.
In 't begin van den oorlog heeft spr. zich afge
vraagd wat het beteekent, dat de menschen als dieren
elkander dooden en verminken. Moet ik niet optreden
en zeggen: gooi de wapens neer? Neen, spr. deed het
niet, maar toch de anti-mili. propaganda zal hij blij
ven voeren om verlost te worden van het monster.
Zie ik door uw toga heen en schouw ik in uW
menschenziel, dan zie ik dat u me gelijk geeft.
De propaganda is in Nederland geoorloofd. Spr. is
anti-miiitairist als mensch, als Chrisien en als anar
chist.
Als mensch, omdat ik er in zie een verlaging van
den mensch.
Als Christen omdat het is een bespotting van het
hoogste wezen.
Als anarchist omdat het is een krachtig middel tot
handhaving van den modernen Staat.
Dr menschheid wil Heli bevrijden van het militai
risme. Daarom voer ik de propaganda. Ook in de kerk
en word daarvoor gesalarieerd. En ben ik dan straf
baar?
Spreker uitte een v<*o over de gevoerde willekeur en
komt cp tegen het streven tot vervolging. Behouden
moet blijven het recht van meeningsuiting. Duizenden
vraqcn waar het henen moet, als gevonnist wordt.
Zoo ooit, dan hebben nu de rechters een schoone
Spr. hoopt, dat de rechters moed en kracht zullen
hebben om zonder clementie uit dien hoofde vrij
spraak te geven.
Hierna diende de zaak tegen Ds. Teriet. Beklaagde
had zijn naam gegeven mét de bedoeling, dat het ver
spreid zou worden. Op de geconstitueerde vergadering
was hij niet geweest. Zijn handtekening had hij terug
genomen, omdat velen daarin een opruiing tot dienst-
weigeringlaen, ook wat dé formuleering van zijn ge
tuigenis moest hij verantwoord zijn, waar hij gezien
had, dat velen daarin iets anders iazen, dan bedoeld
was, daar en daar mocht hij zijn handtekening niet
blijven geven.
Het manifest had hij aan J. Duburck gegeven, omdat
deze blijk had gegeven, dat hen het manifest met de be
weging van coüscientie-vrijheid verwarde.
Als eerste getuige werd J. Duburck, onderwijzer te
Zuid-Scharwoude gehoord. Getuige verklaarde geen
waarde aan dien eed te hechten, doch legde deze af toen
de president hem opmerkzaam maakte, dat het toch
gedaan moest worden.
Getuige had een exemplaar van het manifest ont
vangen van beklaagde.
Een tweede getuige legde een zelfde verklaring af.
De Officier eischte tegen beklaagde twee maanden
gevangenisstraf.
Ds. Teriet wees er in zijn verdediging op, dat het ma
nifest in dte eerste plaats reageerde op het drijven van
van Aalst en consorten en dat van Prof. Knappert, een
reactie op het mensch en christen onwaardige oorlogs-
werk.
Het volk moest weten, dat er andere Nederlanders
waren, die het vaderland liefhadden en wilden dienen,
maar op onbloedige wijze. „Gij zult niet doodslaan"
en „Hebt u naaste lief als u zelve" was hun richting.
De oorlog brengt aan alle partijen, ook aan de over
winnaars alleen schade, moreele en materieele.
Wie het zwaard trekt zal er door vergaan.
Wij willen getuigen van den Anti-Oorlog en Anti
Militairistischen geest, die ons persoonlijk denken en
gevoelen zoo beheerscht, dat wij geen deel aan den oor
log willen hebben.
Het manifest is tegen den geest van imperialisme
die over ons volk vaart, de wereld' ingegaan en open
baar gemaakt opdat ons standpunt bekend zou wor
den.
Spreker ontkende dat vast stond dat het manifest een
opruienden inhoud heeft en ten tweede dat er opzet
was om op te ruien. Het manifest wil getuigend zijn.
Ook de regeering heeft er in den aanvang blijkbaar
niets opruiends ingezien.
Aan alle ministers en kamerleden is van de eerste
een exemplaar gezonden. Het verdiend verwon-
lering, dat men met de vervolging tot de verschijning
van de 3de oplage wachtte, ook dat slechts enkele on
derteekenaren vervolgd werden en niet alle 800 onder
teekeharen.
Wanneer de regeering het opruiend oordeelt, dan
baasde spreker er zich over, dat zij de verbreiding van
den inhoud, door groote en kleine couranten niet had
tegenggaan.
Waarschijnlijk komt dit door het langzaam werken
der staatsmachine, doch dan pleit dit weer voor snel
recht.
In Assen is alleen geen veroordeeling gevolgd, om
dat het verspreiden niet bewezen werd, over den op
ruienden inhoud had men het daar niet.
Leeken en juristen ontkennen dan ook allen de op
ruiing van den inhoud. Persoonlijk had beklaagde
niet aan opruiing gedacht. Waar geen opzet tot op
ruiing aanwezig was, daar oordeelde beklaagde, dat
alle aangeklaagden niet schuldig staan aan de hen ten
laste gelegde feiten.
Wordt beklaagde veroordeeld, dan zal hij zijn straf
ondergaan in de overtuiging, dat dit geschied voor
zedelijke goede beginselen en het opkomen voor een
hoogere gerechtigheid.
Als predikant was beklaagde overtuigd te moeten
opbouwen aan den tempel die er stond en nu voor
een groot deel wordt afgebroken door het georgani
seerde geweld, waarin de menschheid ten onder gaat.
De soldaten worden tot den oorlog gedwongen. Stuk
voor stuk moeten zij gevoelens afleggen, die hen als
Christenen onderscheiden. De zedelijke kracht zinkt
weg; als voorganger eener gemeente kan spreker daar-
'aan niet meedoen.
Ik mag niet meedoen aan het mensch en Christen
onwaardige oorlogswerk, aldus spr.
Staat spreker voor de keuze om zijn plicht als
mensch en Christen of als burger van den Staat te
doen, dan moet ten slotte het eerste de doorslag ge
ven. Dit moet spreker, wil hij bouwer zijn en geen
afbreker. Hij moet luisteren naar Gods stem in zijn
hart. Als vrijzinnig Protestant kan en mag spreker de
overbrenging, van de verantwoordelijkheid niet aan
vaarden.
Als vrijzinnig Protestant kan hij de jezuitische ge
hoorzaamheid niet aanvaarden. Hij kan geen stok zijn
in handen van den meester en zeggen: uw geweten
wordt nu mijn geweten.
De anti-oorlogsraad sprak er van, dat een andere
gezindheid het volk moet gaan beheerschen. Dit is
volkomen waar. Wij moeten bouwers worden en wil
len zijn aan den tempel der zedelijke geestelijke cul
tuur. Ik zoo goed als gij moeten bij ons zelve begin
nen. Door. den goddelijken geest en het heilig recht al
leen zal dat geschieden. -
Nadat de President ook in deze zaak de uitspraak
op 1 Februari bepaald had, werd de zitting opgeheven
en toog het publiek, dat in grooten getale aanwezig
was, huiswaarts.
DIENSTWEIGERING.
Gisteravond had in de groote zaal van de Harmo
nie de aangekondigde openbare vergadering plaats
waarop ds. Schermerhom en ds. Huizfnga het woord
zouden voeren naar aanleiding van het bekende en
veelbesproken dienstweigerings-manifest. Genoemde
heeren had'den gistermorgen voor de Arrondissements
rechtbank terecht gestaan.
De heer van der Es opende de vergadering. Deze
begon met te zeggen dat het nu aan allen wel bekend
zal zijn dat er een dienstweigeringsmanifest bestaat.
De bedoeling der vergadering is om duidelijk te maken
dat de menschelijke rede behoort te staan boven de
doode letter der wet. IJzeren kruisen zijn geen eere
doch Kaïns teekens (applaus). Het is zoo gelukkig
dat er menschen zijn, dominé's nog wel, die de leer
van den grooten man van Nazareth willen navolgen
en er gevangenisstraf, desnoods nog erger voor over
hebben.
Ds. Huizinga, als eerste spreker, begon met het ma
nifest voor te lezen. Verder sprak hij ongeveer als
volgt:
Van andere zijde heeft men dit manifest, dat toch
waarlijk in kalme taal is gesteld, opruiend ge
noemd en men heeft gezien dat er een kleine
minderheid was die niet mee ging met de groo
te meerderheid. Het is niet waar dat ik aan
spoor tot dienstweigering, maar ik spoor aan tot na
denken en wanneer ge nadenkt over al die oorlogsbe
richten die ge dagelijks in uwe couranten leest, dan
moet ge een afschuw voelen en uw geweten zal spre
ken. Ik mag niet aansporen tot dienstweigering, wan
neer ge daartoe wordt opgeroepen, maar wanneer er
iemand komt tot mij om te zeggen dat hij in zijn bin
nenste voelt dat hij niet kan en mag dienstnemen, dan
durf ik gerust tegen hem zeggen dat hij, zoo hij het
niet met zijn geweten kan overeenbrengen, het niet moet
doen, en die aanmoediging neem ik op mij.
Mijr stond' stil toen ik in Augustus 1914 hoor
de dat het onvermijdelijke gebeurd was, en ik voelde
mijn diepen schuld aan wat daar gebeurde..
Ik noem u slechts mannen als van Aalst, die in
den eersten plaats zijn brandkast voorzag en als pro
fessor Knappert, een professor inMe theologie, die tot
zijn studenten zei„getuigd en staat pal." Toen werd
het mij en mijn vrienden te machtig en uit ons midden
kwam dit manifest, onze getuigenis, waar dagelijks
nog brieven bij mij inkomen met de namen van men
schen, die daar ook onder willen staan.
Gij moet ons manifest laten zinken in uw hart en
ge moet gevoelen dat het ook uw overtuiging is.
De reden waarom ik heb onderteekend is, dat ik ge
loofde dat het militairisme en oorlog voortkomt uit een
bedorven en wrakke wereld en uit het kapitalisme.
Nog veel meer'echter was het mijn persoonlijk chris
telijk levensbeginsel. Ik schaam mij mijne tekortkomin
gen tegenover het evangelie, doch ik weet dat uit dit
levensbeginsel voort zal komen de staande houding van
daze getuigenis.
Ik heb de innerlijke zekerheid dat we allen als kin
deren Gods hebben te bouwen aan een samenleving
volgens zijn gerechtigheid. Imperialisme, kapitalis
me en militairisme is een flagrante tegenstelling met
zoo'n samenleving.
Allen hier aanwezig hebben ik weet het zeker een
sterk verlangen om de wereld beter te maken en dat
wordt geboren uit ons christelijk beginsel. Dat is het
waarom wij deze zaak met zooveel moed aanpakken en
voortzetten.
Ik heb gisteren den geheelen dag verkeerd onder de
slachtoffers van de ramp die onze provincie heeft ge
troffen.
In zoo'n geval gaan beurzen en harten open en wat
is het geen tegenstelling; wanneer we eenige uren naar
't Zuiden reizen, bepeinzen de menschen, door haat en
krankzinnigheid opgejaagd, de beste manier om el
kaar te vermoorden 1
Wij weten het allen dat we één God' en één Vader
hebben die ons geschapen heeft en die leerde dat wij
allen broeders zijn. Zoo geeft dan voor dit krijgsbe
drijf een man geen cent en geen uur van uw kostbaren
tijd doch bouwt allen mee op aan onzen tempel dér
menschelijkheid. (Daverend applaus).
De heer D. A. Klomp sprak op verzoek van- den
heer Schermerhorn over een ander uitvloeisel van den
oorlog,- de Duitsche deserteurs, die dezen zomer reeds
dachten ontslagen te worden uit hun interüeerings-
kamp. In grooten angst leven deze menschen daar en
dat ze zouden worden vrijgelaten en hoewel we van
alle kanten medewerking ondervonden^ bleef de re
geering laks. Thans hebben we dan ce verzekering
dat er geen van deze mannen zal worden uitgeleverd.
Spr. verzocht eveneens te protesteeren tegen de uit
levering van den gevangen Duitschen deserteur te Rot
terdam.
Onder daverend applaus verzocht spr. te helpen
voorkomen dat een dergelijke onmenschelijek daad
wordt volvoerd.
Hierop betrad ds. Schermerhom het spreekgestoelte.
Deze heeft, onder den indruk van het eerste oor
logsgebeuren, zich afgevraagd: moet ik niet tot mijn
laatsten ademtocht daartegen strijden? Wat beteekent
mijn lijden wanneer ik een jaar in de gevangenis
wordt geworpen, tegenover het leed van die honderd
duizenden daar op het slagveld.
Ik ben anti-militairist, ten eerste omdat ik mensch
ben, ten tweede omdat ik mij nog niet heb kunnen los
maken van de bekoring des evangelies. Er is wel wat
meer en hoogers te bereiken dan goud en een dikken
boterham. En een Christen kan, krachtens zijn begin
sel, niet anders zijn dan anti-militairist. Een derde re
den waarom ik anti-militairist ben, is omdat ik anar
chist ben. Ik ben tegen oplegging van wetten door den
eenen mensch aan den anderen. Dan kan de mensch
slechts genieten van zijn mooie leven en kan hij uitle
ven.
Eens zal het tijdperk komen van de massale dienst
weigering, niet van buiten, door opruiing, maar door
een inner lijken drang in de menschen zelf.
Wij mogen niet staan in den geest der reactie, maar
we moeten vooruit. In u wil ik wakker roepen een
drang naar beter leven, in dien zin wil ik een opruier
zijn. Ik heb een onverwoestbaar geloof in de waar
heid van mijn beginselen en daarom kan ik ze uitspre
ken ten allen tijde, en ik heb ook een onverwoestbaar
geloof in den mensch. Aan ons de taak om de mensch
heid van die krankzinnigheidte overtuigen en te lei
den op de paden der wijsheid.
Ds. Boeke stelde hierop een motie voor van den vol
genden inhoud, die onder luid applaus werd aange
nomen:
Deze vergadering, kennisgenomen hebbende van het
uitleveringsverzoek der Duitsche regeering betreffen
de den te Rotterdam gedetineerden onderofficier,
spreekt als hare meening uit dat deze uitlevering, die
een schandte zou zijn voor Nederlands naam, niet mag
geschieden, en dringt er bij de regeering op in naam
van het internationalisme en de humaniteit op aan de
uitlevering te weigeren.
Met een woord van dank en een opwekking om het
fonds voor dte vrouwen en kinderen der deserteurs te
steunen, sloot dte heer van der Es de vergadering.
BINNENLAND.
Gemengd Nieuws.
DE „RIJNDAM".
Het stoomschip „Rijndam", van de Holland Ameri-
kalijn, op de terugreis van Nieuw-York naar Rotter
dam, is, naar Lloyds meldt, gisteravond gesignaleerd,
met den boeg benedenwaarts koersende naar Grave-
send, geassisteerd door sleepbooten.
Alle passagiers zijn ongedeerd, maar van de beman
ning zijn drie stokers gedood en vier gewond. Het
schip is volkomen veilig.
Volgens een later bericht kwam de „Rijndam" on
der eigen stoom de Theems op, met een weinig slagzij
over stuurboord.
PROVINCIALE COMMISSIE TOT
BEVORDERING DER VEEFOKKERIJ
IN NOORDHOLLAND.
De Provinciale Commissie tot bevordering der Vee
fokkerij in Noord-Holland heeft den Minister van
Landbouw, Nijverheid en Handel heeft onderstaand
plan aangeboden betreffende de besteding van de gel
den voor 1916 ter beschikking der Commissie gesteld.
Hierbij dient te worden opgemerkt, dat nog niet
vastgesteld kan worden het overschot op de toegekende
premiën en bijdragen in 1915, zoodat alléén de bedra
gen der bijdragen genoemd kunnen worden, 't aantal
kan eerst worden vastgesteld' nadat de rekening over
1915 is opgemaakt.
A. Omirent het primeeren van. stieren.
De Commissie is voornemens op vijftien plaateen
vóórkeuringen en te Alkmaar een centrale keuring te
houden. Slechts stieren met afstammingsbewijzen mo
gen ter keuring worden aangeboden. Op al aeze keu
ringen zal de beoordeeling geschieden door de ge-
heele Jury. Voor zoover de stieren volgens een pun-
tenstelsel beoordeeld worden, zal worden gevolgd het
puntenstelsel door het Nederlandsch Rundvee-Stam
boek vastgesteld. Tot de keuringen worden alleen
zwartbonte runderen toegelaten, behalve in 't zuidelijk
gedeelte waar ook raszuivere blaarkoppen voorge
bracht mogen worden.
Het ligt in dte bedoeling de eenjarige stieren niet
meer als tot diisverre volgens een puntenstelsel te be-
oordteelen. De ervaring heeft geleerd, dat een derge
lijke beoordeeling tot veel teleurstelling aanleiding
geeft. De stieren van dien leeftijd kunnen nog zoo ver
groeien. Vaak is 't voorgekomen dat op dien leeftijd
geprimeerde stieren op tweejarigen leeftijd werden af
gekeurd; zelfs eerste klasse stieren is dat overkomen,
terwijl ook gevallen bekend zijn, dat tweejarige stie
ren werdén geprimeerd, die als een eenjarige waren
afgekeurd.
Het plan is nu dte eenjarige stieren te splitsenin
twee rubrieken, aangehouden en niet aangehouden stie
ren. De totale indruk en het bewijs van afstamming
zullen beslissen.
De afstammingsbewijzen moeten vóór 1 Maart bij
dén secretaris der Commissie ingezonden worden.
De aangehoudten stieren mogen door de verschillen
de fokvereenigingen worden gebruikt. Ten bewijze hun
ner goedkeuring bekomen zij een oormerk waarop ami
de eene zijde de letters N H en aan de andere zijde
een nummer. Voor de eenjarige stieren worden geen
eenjarige stieren niet aan het doel beantwoordt, omdat
dte premiën niet zoo hoog gesteld kunnen worden, dat
de buitenlandsche of binnenlandsche liefhebber daar-.,
in een bezwaar ziet om het dier te koopen.
Om de beste stieren, waarvan men op grond van
bouw en afstamming voor de verbetering van den vee-
premiën toegekend.
De commissie is van oordeel, dat het primeeren van
stapel veel verwachting koestert, in de provincie te hou
den, acht de commissie het gewenscht deze aan te koo
pen en onder beperkende bepalingen weder te verkoo-
pen.
Deze zienswijze wordt gedeeld door de vereeniging
tot Ontwikkeling van den landbouw in Hollands Noor
derkwartier, die daarvoor een bedrag beschikbaar stel
de. noverleg met genoemde vereeniging is een commis
sie aangewezen. Een van dte voorwaarden van verkoop
is, dat de kooper verplicht is den stier minstens drie
jaar aan te houden. De verkoop heeft plaats ter cen
trale keuring te Alkmaar. Voor bijdrage in mogelijke
verliezen is uitgetrokken 1000.
Aangezien het van groot belang is telken jare een
overzicht te krijgen van den stand der fokkerij en om
een goede gelegenheid te hebben zoo voor vereenigin-
fagy