kunnen worden gemaakt". „Nog heeft de Burgemeester zich verpligt geoor deeld de meest honorable melding te maken van het voorbeeld door den Schoolonderwijzer P. D. Anslijn gegeven, welke aan hem een somma van acht guldens zestig cents heeft ter hand gesteld als den opbreng van hetgeen zijne discipelen in een bus in zijn school geplaatst met ijver en blijdschap voor de Noodlijden den door den laatsten Watersnood hebben bij een ge- bragt, hetwelk ten bewijze verstrekt hoe zeer deze Schoolonderwijzer zijn jonge Lieden zoowel de Oefe ning van Burgerdeugden in de jeugdige harten prent als den eigenlijken taak van zijn Onderwijs met het best gevolg dagelijks volvoert. Uit het nummer van 28 Februari vernemen we, dat de eerste collecte heeft opgebracht 4645,505, de twee de 5277,27. Sindsdien kwamen er nog meerdere gif ten in, zoodat behalve hetgeen anders dan in geld is afgezonden, „de allerhoogst aanzienlijke som van 12.514.07 door Alkmaars burgerij bijeen gebracht werd". Onder de vermelde giften troffen onseenige dienst meisjes 22.12°, de vader en de kaasdragers 30; een boerenknecht 24, verschillende collectes onder de schoolkinderen, de directie van Physica 60, een in woner een certificaat van het syndicaat van amortisa tie 1000, de opbrengst van een orgelconcert door den organist Kranch en den kapelmeester der muziek van de actieve schutterij 248.20, van een „tooneel- representatie door den heer Amelsbeek en zijn gezel schap Liefhebbers" 293.77, van de loge „de Noord star 110, van „het gezelschap voofheen bestaan heb bende onder de zinspreuk Voor Deugd en Vermaak, het provenu eener Tooneel-Representatie" 362.55, en van het gezelschap „Aldoende leert men" 293.77 ALKMAAR EN DE WATERSNOOD VAN 1916. Hierboven zijn eenige bijzonderheden gegeven over hetgeen er in Alkmaar in het jaar 1825 is gedaan ter leniging van den nood, die door het water was ver oorzaakt. Het is thans de vraag, wat Alkmaar met hare om geving in deze dagen zal doen, nu men zoo bijzonder Tetroffen moet zijn door de uitgebreidheid en de ernst van de ramp. Veel willen we hierover niet zeggen in de verwach ting, dat in onze kolommen het meest klinkende argu ment zal worden gevonden voor de verklaring, dat onze gemeente en de omtrek ook ditmaal niet achter zijn gebleven. De oproeping van de algemeene vereenigde waters noodcommissie te Amsterdam gisteren plaatsend, heb ben wij ons bereid verklaard, gelden in te zamelen, te verantwoorden en over te maken aan den penning meester dezer commissie. Onmiddellijk gaven verschil lende lezers aan de uitnoodiging om steun te verlee- nen gehoor, hetgeen blijkt uit onderstaande eerste ver antwoording. Wij vertrouwen, dat men het nut van deze regeling zal inzien. Wanneer zij goed werkt, wordt de oprich- ting van een plaatselijk comité we hebben waarlijk al comité's genoeg in dezen tijd! voorkomen, wordt een collecte wellicht overbodig, kortom worden aller lei werkzaamheden en beslommeringen onnoodig Het spreekt wel vanzelf, dat wij daarom elke gave, hoe groot of hoe klein ook, gaarne in ontvangst wil len nemen, dat het „penninkske der weduwe" met even groote erkentelijkheid vermeld zal worden als de groote gift van den welgestelden burger of den geze ten landman. Ten einde het onzen lezers buiten de stad, die om de een of andere reden liever geen postwissel zenden of van een ander middel tot geldzending gebruik ma ken, zoo gemakkelijk mogelijk te maken, plaatsen wij heden op de voorpagina een inschrijvingsbiljet, dat men kan uitknippen, invullen en opzenden aan het bu reau. waarna wij per postkwitantie over het aangege ven bedrag beschikken. Het ligt intusschen voor de hand, dat in het algemeen een postwissel of andere directe geldzending de voorkeur verdient. Dagelijks zullen we de ingekomen giften verant woorden, indien er niet uitdrukkelijk een naam of motto opgegeven is, geschiedt dit van particulieren door de voorletters van voornamen en namen. Tenslotte veroorloven we ons nog het verzoek aan onze lezers te doen, hun gaven aan onze courant in te zenden en niet de bemiddeling van een der groote bladen in te roepen, daar het meer eigenaardig is, dat de bijdragen van Alkmaar en omgeving in een Alk- maarsch blad worden verantwoord. Zooals uit onderstaande eerste verantwoording reeds blijkt is het goede voorbeeld dat immers na volging vindt! reeds gegeven. Watersnood. Eerste verantwoording der Alkm N. N. Dr. P. Dominoclub „Met z'n Vieren" F. F K. G. R. Wed. J. H. L. Firma D. A. Wisselink P. K. J. C. C. E. S. Courant. 100.— 10.- 13.20 25.— 25.— 100.— 10.— 400 10.^- -10.- 5, 708.20 VEEUITVOER EN DE WATERSNOOD. Naar wij vernemen is er heden hier ter stede een vergadering gehouden om te bespreken wat er met het vee moet worden gedaan van de veehouders, die van de overstrooming te lijden hebben gehad en die onder de tegenwoordige omstandigheden hun geredde koeien moeielijk kunnen behouden. Naar alle waarschijnlijkheid zal de regeering in de zen samenwerken met de Hollandsche Maatschappij van Landbouw. Leden dier Maatschappij zullen om en bij de geteisterde streeken commissies vormen, ten einde vee aan te wijzen, waarvan thans de uitvoer naar het buitenland wenschelijk wordt geacht, waar voor de regeering dan consenten van uitvoer zal ver- leenen. DE „ALKMAAR". Daar de Willemssluizen te Amsterdam gesloten zijn is het scheepvaartverkeer in de Purmerender Vaart ge stremd. De tegen Vrijdag georganiseerde tocht naar Purmerend met de „Alkmaar" vervalt dien ten gevol ge De driedekker zal thans spoedig tusschen Amster dam en Alkmaa' in de vaart gedaan worden en dan dus langs den polder Oostzaan varen. BADHUIS WITTE KRUIS. In de week van 10 tot 15 Januari zijn in het bad huis van het Witte Kruis genomen: 84 kuipbaden, 101 regenbaden le en 331 regenbaden 2e klas, tezamen 516 baden. HET DIENSTWEIGERINGSMANIFEST. (Vervolg van ons verslag van gisteren). Hierna hield Ds. Schermerhorn zijn verdedigings rede. Bekl. spreekt een woord van dank tot degenen die de vervolging op touw hebben gezet. Daardoor is het anti-militairisme naar voren gebracht. Bijzaak is de verspreiding. De dagvaarding geeft den indruk, dat de Officier van Justitie met, beide handen de Hoornsche vergadering hteeft aangegrepen. Daarom is ook een maand extra gegeven. Oncorrect is het te spreken van een vergadering der anti-militai- ristenvereeniging te Hoorn. Die vereeniging bestaat niet. Dit is een formeele fout in de dagvaarding. Ook bevat ze een leugen, ml. dat opzettelijk met de bedoe ling om op te ruiën het manifest is voorgelezen. Dit beteekent, dat het manifest is voorgelezen met een op zettelijke bedoeling tot opruiing. Maar het onderwerp der rede geeft bewijs, dat heel iets anders voorzat. Mogelijk is, dat de burgemeester een vergadering belegt tegen het manifest. Maar ook dan moet het ma nifest worden voorgelezen. Spr. haalt aan het verslag in de Hoornsche Courant en bewijst aan de hand daarvan, dat gezegd is door hem, dat. er geen oprui- ïn het manifest ligt. Waarom dan de, vervolging? Ligt er in den zin der wet een opruiende beteekenis in? Er zijn er die zeggen, dat ds. Schermerhorn een opruier is, maar dan bedoelt men iemand, die de men- schen wil opwekken het kwade den rug toe te keeren. Maar de wet bedoelt iets anders. En de opwekking tot het doen van een bepaalde daad ligt er niet in. Daar om ook geen opruiing in de beteekenis der wet. Ware dit zoo. dan was het manifest dom opgezet. Om tot opruiing te komen, moet men een andere taal voeren. Als het manifest beteekent opruiing, dan had bekl. al lang in de gevangenis moeten zitten. Meer dan eens sprak hij in kerk en vergaderingen in denzelfden geest. Meermalen onder gehoor van politie. Nog nooit is een procesverbaal gegeven. Daarom denkt spr., dat de tijdsomstandigheden oorzaak zijn van de vervol ging. Men zal echter vastloopen, want het anti-mili tairisme zal er steeds mee gebaat zijn. 't Is immoreel iemand op te wekken tot een verkeer de en strafbare daad. Met een voorbeeld toont spr. dit aan. Ook heeft spr. dus niet het recht iemand aan te zetten tot dienst- weigeren. Wel mag hij sympathie betuigen. Vele jaren is spr. redacteur van „de Wapens neder" en jarenlang heeft hij de anti-militairistische propa ganda gevoerd. Nog nooit volgde een proces-verbaal. Maar cok nog nooit heeft hij daarin gepropageerd voor dienstweigering. Wel aanvaardde hij de volle verantwoordelijkheid voor de propaganda en al moet daarom iemand de gevangenis in, dan nog houdt hij vol. Aansporen tot dienstweigering zal spreker nooit doen. Spreker leest een deel van een artikel in „de Wa pens Neder" voor, waaruit die opvatting blijkt. Ook spreekt bekl. veel op vergaderingen. Politie is daar aanwezig. Acht u hef mogelijk, vraagt bekl., wan neer in mijn ziel aanwezig was het verlangen tot dienstweigering aan te sporen, dat ik dan met mijn temperament zou zwijgen? Zelfs heeft spr. nog nooil persoonlijk tot dienstweigering aangezet, hoewel hij daarvoor dikwijls de gelegenheid had. Meerderen kwamen om raad, maar steeds werd gewezen op de gevolgen van dienstweigering. Doet spr. dit niet par ticulier, dan zeker niet in het openbaar. In 't begin van den oorlog heeft spr. zich afge vraagd wat het beteekent, dat de menschen als dieren elkander dooden en verminken. Moet ik niet optreden en zeggen: gooi de wapens neer? Neen, spr. deed het niet, maar toch de anti-mili. propaganda zal hij blij ven voeren om verlost te worden van het monster. Zie ik door uw toga heen en schouw ik in uW menschenziel, dan zie ik dat u me gelijk geeft. De propaganda is in Nederland geoorloofd. Spr. is anti-miiitairist als mensch, als Chrisien en als anar chist. Als mensch, omdat ik er in zie een verlaging van den mensch. Als Christen omdat het is een bespotting van het hoogste wezen. Als anarchist omdat het is een krachtig middel tot handhaving van den modernen Staat. Dr menschheid wil Heli bevrijden van het militai risme. Daarom voer ik de propaganda. Ook in de kerk en word daarvoor gesalarieerd. En ben ik dan straf baar? Spreker uitte een v<*o over de gevoerde willekeur en komt cp tegen het streven tot vervolging. Behouden moet blijven het recht van meeningsuiting. Duizenden vraqcn waar het henen moet, als gevonnist wordt. Zoo ooit, dan hebben nu de rechters een schoone Spr. hoopt, dat de rechters moed en kracht zullen hebben om zonder clementie uit dien hoofde vrij spraak te geven. Hierna diende de zaak tegen Ds. Teriet. Beklaagde had zijn naam gegeven mét de bedoeling, dat het ver spreid zou worden. Op de geconstitueerde vergadering was hij niet geweest. Zijn handtekening had hij terug genomen, omdat velen daarin een opruiing tot dienst- weigeringlaen, ook wat dé formuleering van zijn ge tuigenis moest hij verantwoord zijn, waar hij gezien had, dat velen daarin iets anders iazen, dan bedoeld was, daar en daar mocht hij zijn handtekening niet blijven geven. Het manifest had hij aan J. Duburck gegeven, omdat deze blijk had gegeven, dat hen het manifest met de be weging van coüscientie-vrijheid verwarde. Als eerste getuige werd J. Duburck, onderwijzer te Zuid-Scharwoude gehoord. Getuige verklaarde geen waarde aan dien eed te hechten, doch legde deze af toen de president hem opmerkzaam maakte, dat het toch gedaan moest worden. Getuige had een exemplaar van het manifest ont vangen van beklaagde. Een tweede getuige legde een zelfde verklaring af. De Officier eischte tegen beklaagde twee maanden gevangenisstraf. Ds. Teriet wees er in zijn verdediging op, dat het ma nifest in dte eerste plaats reageerde op het drijven van van Aalst en consorten en dat van Prof. Knappert, een reactie op het mensch en christen onwaardige oorlogs- werk. Het volk moest weten, dat er andere Nederlanders waren, die het vaderland liefhadden en wilden dienen, maar op onbloedige wijze. „Gij zult niet doodslaan" en „Hebt u naaste lief als u zelve" was hun richting. De oorlog brengt aan alle partijen, ook aan de over winnaars alleen schade, moreele en materieele. Wie het zwaard trekt zal er door vergaan. Wij willen getuigen van den Anti-Oorlog en Anti Militairistischen geest, die ons persoonlijk denken en gevoelen zoo beheerscht, dat wij geen deel aan den oor log willen hebben. Het manifest is tegen den geest van imperialisme die over ons volk vaart, de wereld' ingegaan en open baar gemaakt opdat ons standpunt bekend zou wor den. Spreker ontkende dat vast stond dat het manifest een opruienden inhoud heeft en ten tweede dat er opzet was om op te ruien. Het manifest wil getuigend zijn. Ook de regeering heeft er in den aanvang blijkbaar niets opruiends ingezien. Aan alle ministers en kamerleden is van de eerste een exemplaar gezonden. Het verdiend verwon- lering, dat men met de vervolging tot de verschijning van de 3de oplage wachtte, ook dat slechts enkele on derteekenaren vervolgd werden en niet alle 800 onder teekeharen. Wanneer de regeering het opruiend oordeelt, dan baasde spreker er zich over, dat zij de verbreiding van den inhoud, door groote en kleine couranten niet had tegenggaan. Waarschijnlijk komt dit door het langzaam werken der staatsmachine, doch dan pleit dit weer voor snel recht. In Assen is alleen geen veroordeeling gevolgd, om dat het verspreiden niet bewezen werd, over den op ruienden inhoud had men het daar niet. Leeken en juristen ontkennen dan ook allen de op ruiing van den inhoud. Persoonlijk had beklaagde niet aan opruiing gedacht. Waar geen opzet tot op ruiing aanwezig was, daar oordeelde beklaagde, dat alle aangeklaagden niet schuldig staan aan de hen ten laste gelegde feiten. Wordt beklaagde veroordeeld, dan zal hij zijn straf ondergaan in de overtuiging, dat dit geschied voor zedelijke goede beginselen en het opkomen voor een hoogere gerechtigheid. Als predikant was beklaagde overtuigd te moeten opbouwen aan den tempel die er stond en nu voor een groot deel wordt afgebroken door het georgani seerde geweld, waarin de menschheid ten onder gaat. De soldaten worden tot den oorlog gedwongen. Stuk voor stuk moeten zij gevoelens afleggen, die hen als Christenen onderscheiden. De zedelijke kracht zinkt weg; als voorganger eener gemeente kan spreker daar- 'aan niet meedoen. Ik mag niet meedoen aan het mensch en Christen onwaardige oorlogswerk, aldus spr. Staat spreker voor de keuze om zijn plicht als mensch en Christen of als burger van den Staat te doen, dan moet ten slotte het eerste de doorslag ge ven. Dit moet spreker, wil hij bouwer zijn en geen afbreker. Hij moet luisteren naar Gods stem in zijn hart. Als vrijzinnig Protestant kan en mag spreker de overbrenging, van de verantwoordelijkheid niet aan vaarden. Als vrijzinnig Protestant kan hij de jezuitische ge hoorzaamheid niet aanvaarden. Hij kan geen stok zijn in handen van den meester en zeggen: uw geweten wordt nu mijn geweten. De anti-oorlogsraad sprak er van, dat een andere gezindheid het volk moet gaan beheerschen. Dit is volkomen waar. Wij moeten bouwers worden en wil len zijn aan den tempel der zedelijke geestelijke cul tuur. Ik zoo goed als gij moeten bij ons zelve begin nen. Door. den goddelijken geest en het heilig recht al leen zal dat geschieden. - Nadat de President ook in deze zaak de uitspraak op 1 Februari bepaald had, werd de zitting opgeheven en toog het publiek, dat in grooten getale aanwezig was, huiswaarts. DIENSTWEIGERING. Gisteravond had in de groote zaal van de Harmo nie de aangekondigde openbare vergadering plaats waarop ds. Schermerhom en ds. Huizfnga het woord zouden voeren naar aanleiding van het bekende en veelbesproken dienstweigerings-manifest. Genoemde heeren had'den gistermorgen voor de Arrondissements rechtbank terecht gestaan. De heer van der Es opende de vergadering. Deze begon met te zeggen dat het nu aan allen wel bekend zal zijn dat er een dienstweigeringsmanifest bestaat. De bedoeling der vergadering is om duidelijk te maken dat de menschelijke rede behoort te staan boven de doode letter der wet. IJzeren kruisen zijn geen eere doch Kaïns teekens (applaus). Het is zoo gelukkig dat er menschen zijn, dominé's nog wel, die de leer van den grooten man van Nazareth willen navolgen en er gevangenisstraf, desnoods nog erger voor over hebben. Ds. Huizinga, als eerste spreker, begon met het ma nifest voor te lezen. Verder sprak hij ongeveer als volgt: Van andere zijde heeft men dit manifest, dat toch waarlijk in kalme taal is gesteld, opruiend ge noemd en men heeft gezien dat er een kleine minderheid was die niet mee ging met de groo te meerderheid. Het is niet waar dat ik aan spoor tot dienstweigering, maar ik spoor aan tot na denken en wanneer ge nadenkt over al die oorlogsbe richten die ge dagelijks in uwe couranten leest, dan moet ge een afschuw voelen en uw geweten zal spre ken. Ik mag niet aansporen tot dienstweigering, wan neer ge daartoe wordt opgeroepen, maar wanneer er iemand komt tot mij om te zeggen dat hij in zijn bin nenste voelt dat hij niet kan en mag dienstnemen, dan durf ik gerust tegen hem zeggen dat hij, zoo hij het niet met zijn geweten kan overeenbrengen, het niet moet doen, en die aanmoediging neem ik op mij. Mijr stond' stil toen ik in Augustus 1914 hoor de dat het onvermijdelijke gebeurd was, en ik voelde mijn diepen schuld aan wat daar gebeurde.. Ik noem u slechts mannen als van Aalst, die in den eersten plaats zijn brandkast voorzag en als pro fessor Knappert, een professor inMe theologie, die tot zijn studenten zei„getuigd en staat pal." Toen werd het mij en mijn vrienden te machtig en uit ons midden kwam dit manifest, onze getuigenis, waar dagelijks nog brieven bij mij inkomen met de namen van men schen, die daar ook onder willen staan. Gij moet ons manifest laten zinken in uw hart en ge moet gevoelen dat het ook uw overtuiging is. De reden waarom ik heb onderteekend is, dat ik ge loofde dat het militairisme en oorlog voortkomt uit een bedorven en wrakke wereld en uit het kapitalisme. Nog veel meer'echter was het mijn persoonlijk chris telijk levensbeginsel. Ik schaam mij mijne tekortkomin gen tegenover het evangelie, doch ik weet dat uit dit levensbeginsel voort zal komen de staande houding van daze getuigenis. Ik heb de innerlijke zekerheid dat we allen als kin deren Gods hebben te bouwen aan een samenleving volgens zijn gerechtigheid. Imperialisme, kapitalis me en militairisme is een flagrante tegenstelling met zoo'n samenleving. Allen hier aanwezig hebben ik weet het zeker een sterk verlangen om de wereld beter te maken en dat wordt geboren uit ons christelijk beginsel. Dat is het waarom wij deze zaak met zooveel moed aanpakken en voortzetten. Ik heb gisteren den geheelen dag verkeerd onder de slachtoffers van de ramp die onze provincie heeft ge troffen. In zoo'n geval gaan beurzen en harten open en wat is het geen tegenstelling; wanneer we eenige uren naar 't Zuiden reizen, bepeinzen de menschen, door haat en krankzinnigheid opgejaagd, de beste manier om el kaar te vermoorden 1 Wij weten het allen dat we één God' en één Vader hebben die ons geschapen heeft en die leerde dat wij allen broeders zijn. Zoo geeft dan voor dit krijgsbe drijf een man geen cent en geen uur van uw kostbaren tijd doch bouwt allen mee op aan onzen tempel dér menschelijkheid. (Daverend applaus). De heer D. A. Klomp sprak op verzoek van- den heer Schermerhorn over een ander uitvloeisel van den oorlog,- de Duitsche deserteurs, die dezen zomer reeds dachten ontslagen te worden uit hun interüeerings- kamp. In grooten angst leven deze menschen daar en dat ze zouden worden vrijgelaten en hoewel we van alle kanten medewerking ondervonden^ bleef de re geering laks. Thans hebben we dan ce verzekering dat er geen van deze mannen zal worden uitgeleverd. Spr. verzocht eveneens te protesteeren tegen de uit levering van den gevangen Duitschen deserteur te Rot terdam. Onder daverend applaus verzocht spr. te helpen voorkomen dat een dergelijke onmenschelijek daad wordt volvoerd. Hierop betrad ds. Schermerhom het spreekgestoelte. Deze heeft, onder den indruk van het eerste oor logsgebeuren, zich afgevraagd: moet ik niet tot mijn laatsten ademtocht daartegen strijden? Wat beteekent mijn lijden wanneer ik een jaar in de gevangenis wordt geworpen, tegenover het leed van die honderd duizenden daar op het slagveld. Ik ben anti-militairist, ten eerste omdat ik mensch ben, ten tweede omdat ik mij nog niet heb kunnen los maken van de bekoring des evangelies. Er is wel wat meer en hoogers te bereiken dan goud en een dikken boterham. En een Christen kan, krachtens zijn begin sel, niet anders zijn dan anti-militairist. Een derde re den waarom ik anti-militairist ben, is omdat ik anar chist ben. Ik ben tegen oplegging van wetten door den eenen mensch aan den anderen. Dan kan de mensch slechts genieten van zijn mooie leven en kan hij uitle ven. Eens zal het tijdperk komen van de massale dienst weigering, niet van buiten, door opruiing, maar door een inner lijken drang in de menschen zelf. Wij mogen niet staan in den geest der reactie, maar we moeten vooruit. In u wil ik wakker roepen een drang naar beter leven, in dien zin wil ik een opruier zijn. Ik heb een onverwoestbaar geloof in de waar heid van mijn beginselen en daarom kan ik ze uitspre ken ten allen tijde, en ik heb ook een onverwoestbaar geloof in den mensch. Aan ons de taak om de mensch heid van die krankzinnigheidte overtuigen en te lei den op de paden der wijsheid. Ds. Boeke stelde hierop een motie voor van den vol genden inhoud, die onder luid applaus werd aange nomen: Deze vergadering, kennisgenomen hebbende van het uitleveringsverzoek der Duitsche regeering betreffen de den te Rotterdam gedetineerden onderofficier, spreekt als hare meening uit dat deze uitlevering, die een schandte zou zijn voor Nederlands naam, niet mag geschieden, en dringt er bij de regeering op in naam van het internationalisme en de humaniteit op aan de uitlevering te weigeren. Met een woord van dank en een opwekking om het fonds voor dte vrouwen en kinderen der deserteurs te steunen, sloot dte heer van der Es de vergadering. BINNENLAND. Gemengd Nieuws. DE „RIJNDAM". Het stoomschip „Rijndam", van de Holland Ameri- kalijn, op de terugreis van Nieuw-York naar Rotter dam, is, naar Lloyds meldt, gisteravond gesignaleerd, met den boeg benedenwaarts koersende naar Grave- send, geassisteerd door sleepbooten. Alle passagiers zijn ongedeerd, maar van de beman ning zijn drie stokers gedood en vier gewond. Het schip is volkomen veilig. Volgens een later bericht kwam de „Rijndam" on der eigen stoom de Theems op, met een weinig slagzij over stuurboord. PROVINCIALE COMMISSIE TOT BEVORDERING DER VEEFOKKERIJ IN NOORDHOLLAND. De Provinciale Commissie tot bevordering der Vee fokkerij in Noord-Holland heeft den Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel heeft onderstaand plan aangeboden betreffende de besteding van de gel den voor 1916 ter beschikking der Commissie gesteld. Hierbij dient te worden opgemerkt, dat nog niet vastgesteld kan worden het overschot op de toegekende premiën en bijdragen in 1915, zoodat alléén de bedra gen der bijdragen genoemd kunnen worden, 't aantal kan eerst worden vastgesteld' nadat de rekening over 1915 is opgemaakt. A. Omirent het primeeren van. stieren. De Commissie is voornemens op vijftien plaateen vóórkeuringen en te Alkmaar een centrale keuring te houden. Slechts stieren met afstammingsbewijzen mo gen ter keuring worden aangeboden. Op al aeze keu ringen zal de beoordeeling geschieden door de ge- heele Jury. Voor zoover de stieren volgens een pun- tenstelsel beoordeeld worden, zal worden gevolgd het puntenstelsel door het Nederlandsch Rundvee-Stam boek vastgesteld. Tot de keuringen worden alleen zwartbonte runderen toegelaten, behalve in 't zuidelijk gedeelte waar ook raszuivere blaarkoppen voorge bracht mogen worden. Het ligt in dte bedoeling de eenjarige stieren niet meer als tot diisverre volgens een puntenstelsel te be- oordteelen. De ervaring heeft geleerd, dat een derge lijke beoordeeling tot veel teleurstelling aanleiding geeft. De stieren van dien leeftijd kunnen nog zoo ver groeien. Vaak is 't voorgekomen dat op dien leeftijd geprimeerde stieren op tweejarigen leeftijd werden af gekeurd; zelfs eerste klasse stieren is dat overkomen, terwijl ook gevallen bekend zijn, dat tweejarige stie ren werdén geprimeerd, die als een eenjarige waren afgekeurd. Het plan is nu dte eenjarige stieren te splitsenin twee rubrieken, aangehouden en niet aangehouden stie ren. De totale indruk en het bewijs van afstamming zullen beslissen. De afstammingsbewijzen moeten vóór 1 Maart bij dén secretaris der Commissie ingezonden worden. De aangehoudten stieren mogen door de verschillen de fokvereenigingen worden gebruikt. Ten bewijze hun ner goedkeuring bekomen zij een oormerk waarop ami de eene zijde de letters N H en aan de andere zijde een nummer. Voor de eenjarige stieren worden geen eenjarige stieren niet aan het doel beantwoordt, omdat dte premiën niet zoo hoog gesteld kunnen worden, dat de buitenlandsche of binnenlandsche liefhebber daar-., in een bezwaar ziet om het dier te koopen. Om de beste stieren, waarvan men op grond van bouw en afstamming voor de verbetering van den vee- premiën toegekend. De commissie is van oordeel, dat het primeeren van stapel veel verwachting koestert, in de provincie te hou den, acht de commissie het gewenscht deze aan te koo pen en onder beperkende bepalingen weder te verkoo- pen. Deze zienswijze wordt gedeeld door de vereeniging tot Ontwikkeling van den landbouw in Hollands Noor derkwartier, die daarvoor een bedrag beschikbaar stel de. noverleg met genoemde vereeniging is een commis sie aangewezen. Een van dte voorwaarden van verkoop is, dat de kooper verplicht is den stier minstens drie jaar aan te houden. De verkoop heeft plaats ter cen trale keuring te Alkmaar. Voor bijdrage in mogelijke verliezen is uitgetrokken 1000. Aangezien het van groot belang is telken jare een overzicht te krijgen van den stand der fokkerij en om een goede gelegenheid te hebben zoo voor vereenigin- fagy

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1916 | | pagina 2