DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Honderd en achttiende jaargang. 1916 Abonnementsprijs per 3 maanden f 1.—,fr. p, post fIJS. Adïerientiepriis 10 et, p. regel groote letters naar plaatsruimte. BrieYen fr. R. Boek- en Handelsdrukkerij v.h. HERMs. COSTER4ZOON, Voordam CO. Telefoonnr, 3. Z 4. T E R D A d 22 J1NE ARI r^adering: Ger ateraad an Alkmaar, op sdag 26 Jano? 1916, nam. 1 our. AT KM AAR, 22 Januari. Uit en over den Balkan zijn de voornaamste oor logsberichten ook heden. Twijfel aan de hervatting van den strijd door Mon tenegro schijnt üians nauwelijks meer geoorloofd, al tast men nog steeds over oorzaak en aanleiding van dezen ommekeer in het duister. Volgens een Havas- bericht uit Parijs zetten de Montenegrijnen de hevige gevechten tegen de Oostenrijkers voort en genoegelijk wordt in dit bericht opgemerkt, dat Oostenrijk zich de Montenegrijnsche capitulatie niet op deze wijze heeft voorgesteld. Een bericht uit Rome meldt, dat de Oostenrijkers bij Berana alweer teruggeslagen zijn en dat koning Nikita een proclamatie heeft gericht tot zijn volk met de verklaring, dat het beter is te sterven dan de Oostenrijksche voorwaarden te aanvaarden. Van Duitsche. en Oostenrijksche officieele zijde zwijgt men hardnekkig over deze plotselinge wending in den stand van zaken. Een enkel blad meldt dat de entente-berichten sterk overdreven zijn, dat er zich belemmeringen bij de onderhandelingen hebben voor gedaan es. dat een dee! van het Montenegrijnsche le ger geweigerd heeft dt wapens neer te leggen. Hier van is geen sprake in het telegram der Köln. Ztg., waarin het wordt voorgesteld alsof alles naar wensch gaat. Wij moeten onwillekeurig denken aan de Septem berdagen van 1914, toen het Duitsche leger aan de Mame drie dagmarschen teruggeslagen werd zonder dat het Duitsche volk er iets van vernam. Het heeft er allen schijn van, dat men thans zoo min als toen de illusie wil verstoren, nog de hoop heeft op een nieu we, gunstige wijziging in den toestand door het doen van vriendelijker voorstellen en daarom alsnog niets over het gebeurde loslaat. Niet vergeten moet worden, dat de capitulatie van Montenegro, in militair opzicht van niet veel belang, groote moreele beteekenis heeft, gelijk men uit de Duitsche dagbladen heeft kunnen le zen en gelijk ook bleek uit het feestvertoon, waarmede het bericht werd ontvangen. En nu, terwijl men zich vlak voor een beslissing waande, dreigt het weer mis te loopen zooals ook op de oorlogstooneelen in Oost en West het geval was. Dit moet wel een slech ten invloed op de stemming in' de midden-landen uit oefenen, terwijl het in de landen der entente nieuwen moed wekt. En dan komt daar nog bij de indruk dien deze hernieuwde tegenslag op Roemenië en ook op Griekenland zal maken, benevens een scheurtje, dat in de entente dichtgevoegd wordt: de Koningin van Montenegro is via Rome naar Lyon vertrokken, waar heen zich ook de diplomaten van het Montenegrijn sche hof zullen begeven en koning Nikita heeft de ver wachting uitgesproken, dat de geallieerden hem zullen helpen voor den' terugtocht, 'gelijk zij het ook het Ser vische leger hebben gedaan. Idien dus Montenegro zich weer van de middenmo- gendheden heeft afgekeerd en zooals gezegd, schijnt twijfel thans nauwelijks geoorloofd, hoewel absolute zekerheid nog ontbreekt dan is dat een mooie di plomatieke overwinning voor de entente. ïn Griekenland de tweede Balkanstaat, die het onderwerp van de oorlogsberichten van heden uit maakt - - hebber de Fransche en Engelsche gezanten een onderhoud gehad met den minister-president Skoe- loedis, waaraan veel gewicht gehecht wordt. De Koning heeft zich opnieuw bitter beklaagd te genover een Amerikaansch journalist. Hij somde op, wat de geallieerden nu al van zijn gebied hebben be zet en vroeg wat de belofte geeft, dat men schadeloos stelling zal betalen als de oorlog gedaan is. „Men kan, zeide hij, het lijden van de Grieken, die van hun haardsteden verdreven zijn, niet vergoeden. Men beroept zich op militaire noodzakelijkheid, het zelfde argument dat de Duitschers gebruikten, om België binnen te vallen en Luxemburg te bezetten. Men voert wel aan, dat de onzijdigheid van Griekenland niet door de mogendheden die haar schonden, gewaar borgd was, zooals met België het geval was, maar dat houdt geen steek, aangezien de onzijdigheid van Kor- foe door Engeland, Frankrijk, Rusland, Oostenrijk en Pruisen gewaarborgd is. En wat moet men nu denken van het argument be treffende de militaire noodzakelijkheid? Wat was de militaire noodzakelijkheid om de brug van Demir His- sor te vernielen, die anderhalf millioen drachmen heeft gekost en die de eenige bruikbare weg is, waarlangs wij de troepen in Oost-Macedonië van leeftocht kun nen voorzien? De brug was gemineerd en kon bij de nadering van den vijand elk oogenblik opgeblazen worden. Men erkent dat er geen vijanden in de buurt vaü de brug waren en dat er geen aanwijzing was, dat zij kwamen. Welke militaire reden was er daarom om die brug op te blazen, tenzij dat men de Grieksche troepen van Seres en Drama wilde uithongeren? Wat is de noodzaak voor de bezetting van Korfoe? Grie kenland is de bondgenoot van Servië, zegt men, maar ■Italië is dat even goed en de overbrenging van de Servische troepen uit Albanië naar Italië is eenvoudi ger dan naar Korfoe. Bedanken de Italianen er soms voor, omdat zij bang zijn, dat de Serviërs cholera zul len meebrengen? Maar denken de geallieerden soms, dat de Grieken daar meer op gesteld zijn dan de Ita lianen „De geallieerden hébben gespeeld met de sympathie van het Grieksche volk. In het begin van den oorlog waren 80 pet. van de Grieken op hun hand, nu zijn het geen 40, geen 20 pet. meer, die een hand zouden uitsteken, om de geallieerden te helpen. Waarom demobiliseert Uwe Majesteit niet? vroeg de correspondent. Ik zal het misschien doen antwoordde de koning maar ik kan daar niet goed toe overgaan, voor het lot van Saloniki beslist is. De geallieerden hebben Gallipoli na een jaar ontruimd. Op een goeden dag kunnen zij aangaande Saloniki ook van plan verande ren, en dan is die stad aan den eerste den beste, die komt, overgeleverd. Saloniki is Grieksch. Ik wil, dat het Grieksch blijft. Gelooft Uwe Majesteit dat Duitschland het kan winnen? Dat hangt er van af, wat men onder „winnen" ver staat. Als u daarmee bedoelt de verovering van Lon den, Parijs en St. Petersburg vermoedelijk niet Maar ik ge'oof, dat de Duitschers daar waar zij zijn, zich heel lang kunnen verdedigen. Als economische uitput ting Duitschland niet dwingt, om vrede te vragen, ge loof ik, dat het heel moeielijk, zoo niet onmogelijk zal zijn, het met militaire middelen eronder te krijgen. Wat denkt Uwe Majesteit dan van den afloop van den oorlog? Remise; gelooft u niet?" Ook heeft de Koning gesproken met een correspon dent van een Duitsch blad, en tegen dezen gezegd: „Duitschland en Oostenrijk-Hongarije hebben zich tegenover Griekenland tot nu toe correct gedragen en het vriendschap betoond. Er is dus niet de minste reden, om tegen Duitschland en Oostenrijk-Hongarije op te treden. Ik wil geen oorlog, ik wil mijn leger versterken. Ik hoop, dat wij aan het eind van den oor- og sterk en frisch zullen zijn. Dat is voor mijn land van 't meeste gewicht, want dan kan het bij de vredes onderhandelingen veel meer invloed hebben dan wan neer het leger uitgeput zou zijn. Onze onzijdigheid is niet het gevolg van een gevoel van zwakte, maar het resultaat van den weloverwogen wensch onze krach- en voor later te sparen." Op de vraag of de entente niet in staat zal zijn door geweld Griekenland te dwingen zijn onzijdigheid prijs te geven ten gunste van de entente, antwoordde de Koning: „Mocht iemand daarop hopen, dan zal hij wel merken, dat die hoop ijdel was". Uit deze gesprekken blijkt, dat de entente van Grie kenland niet veel te hopen heeft. Gelukkiger is zij ech ter in Perzië geweest, waar naar officieel gemeld wordt, de ministerraad in beginsel heeft toegestemd in een verbond met Rusland en Engeland. Duitsch land heeft getracht Perzië voor zich te winnen, maar de pogingen zijner diplomaten en diplomatieke agen ten hebben gefaald en de afkeer der Perzen tegen En- gelschen en Russen, die hun land in invloedssfeeren hadden verdeeld en slechts een neutrale middenzone hadden vrijgelaten, welke 'velen beschouwen als het toekomstig slagveld, dat definitief over het lot van Perzië en tevens over dat. van Britsch lndië'zou be slissen, is thans blijkbaar geheel overwonnen Dat de Perzen echter" voor de Duitsch-Mohammedaansche verlokkingen doof zijn gebleven, en. bereid zijn met Engeland en Rusiand mee te gaan, zal ongetwijfeld vooral te Londen met groote voldoening worden ver nomen, omdat dit een voor Britsch-Indië zeer gerust stellende factor is. Donderdagavond vreesde men in den Anna Pau- lowrtapolder, toen de wind1 weder uit het Noordwesten kwam opzetten, zeer voor het behoud van den spoor dijk, die door de genie met spoorbiels was bekleed. Door dé stijging van het water- werden de biels drij vende, d'och ae genie, die nacht en dag met koortsach- tigen ijver werkzaam is. wist zen og met behulp van staaldraden weder m den gewenschten toestand te plaatsen. De wind, die heden zeer sterk is, waait thans gelukkig uit het Zuidwesten en is dus minder gevaarlijk. Desondanks steeg het water -heden ruim een meter. Zelden gaat een zware wind, als er thans heerschit, liggen, zondér naar het Noordwesten te kee- ren. Gebeurt dit ook thans, dan moet eea nog hoogere stijging van het water volgen. Te Anna Paulowna is de weg van de kleine sluis naar het station overstroomd. In den binnendijk zijn eenige breuken geslagen. Van den Westpolder zijn 200 a 300 H. A. aan het overstroomde gebied toege voegd. De Westpolder, die 3200 H. A. groot is, staat thans voor de helft onder water. De Oosterpolder, 1600 H. A. groot, staat geheel blank. Gister heeft H. M. de Koningin een bezoek ge bracht aan Bunschoten en Spakenburg. Het was een zware tocht, zeker wel dé moeilijkste, die de Koningin tot dusver naar de geteisterde streken ondernomen heeft. H. M. werd vergezeld van Jhr. Hooft Graafland en Freule Sloct Z. K. H. de Prins heeft 1000 doen toekomen aan de Algemeene Vereenigde Commissie ter leniging van rampen door watersnood in Nederland. Prinses Juliana heeft haar spaarpotje en haar beursje bijna geheel geledigd en het bedrag, 20.13, met eer. briefje, dat zij geheel alleen schreef, gezonden aan den voorzitter der Watersnoodcommissie, den heer S. P. van Eeghen. In dé Synagogen der Nederl. Israël. Hoofdsyna goge te Amsterdam zal op Zaterdag 22 Januari bij de ochtendgodsdienstoefening een bidstond plaats vin den met een expresselijk daartoe vervaardigd gebed. De bisschop van Haarlem draagt de geestelijk heid op, de door den watersnood getroffen streken, op Zondag 23 Januari op heel bijzondere wijze in de ge beden en de milddadigheid der geloovigen aan te be velen. Hare Majesteit dé Koningin, diep onder den in druk van de ramp, welke enkele streken van ons vader land' heeft getroffen, heeft tot alle kerkgenootschappen in ons land Haar persoonlijk verzoek doen richten, aanstaanden Zondag in hunne godsdienstoefeningen dien nood der getroffenen in den gebede te gedenken. In den Haag had gisteren een liefdadigheidsex peditie plaats, met het doel kleeren, voedingsmiddelen en geld ten bate van de overstroomden te krijgen. Met een menigte auto's, bestelwagens, Jan Pleziers enz., reed men -de stad rond'. De'tochten hebben succes ge had. De burgemeester van 's-Gravenhage heeft voor den watersnood een aanzienlijke persoonlijke bijdrage, met begeleidend schrijven, ontvangen van den Russi- schen gezant. De heer von Knhlmann, Duitsch gezant, heeft in opdracht zijner regeering, aan den minister van Bui- tenlandsche Zaken een bedrag van 5000 Mark ten be hoeve van de slachtoffers van de overstrooming heeft overhandigd. De Russische Regeering heeft naar aanleiding van den watersnood, bij monde van haren Gezant al hier, hare levendige en vriendschappelijke gevoelens van sympathie aan onze Regeering betuigd. De Keizér van Oostenrijk heeft tot de Koningin een telegram gericht, uitdrukking gevende aan zijne oprechte gevoelens van sympathie. Oostenrijksch gezant, Baron Giskra, heeft in op dracht van zijne regeering aan den Minister van Bui- tenlandsche Zaken een bedrag van duizend kronen ten behoeve van de slacht' ers van de overstrooming over handigd. Te Beerta (Gr.) vergaderde Donderdagavond de afdeeling Beerta der Groninger Maatschappij van Landbouw en Nijverheid. Zij besloot het reserve fonds, door de Coöperatieve aankoopcommissies ge stort, in de kas der afdeeling en groot 1225, ge heel te bestemmen voor de watersnood-commissie. Bo vendien werd door achttien landbouwers staande de vergadering op een lijst voor dit doel nog geteekend 1625. Een goed voorbeeld! Naar men ons mededeelt werd door het Dage- lijksch Bestuur der Nederlandsche Heidemaatschappij aan de Commissarissen der Koningin in de geteister de provinciën een schrijven gezonden. Het bestuur zegt, dat het onder den indruk van de ramp, zich gedrongen gevoelt, den bijstand van deze maatschappij aan te bieden bij het herstellen van scha den veroorzaakt op landbouwgebied. Deze bijstand zal verleend kunnen worden zoowel door het geven van advies, als door het beschikbaar stellen van per soneel bij de uitvoering der werken. Het ligt iri het voornemen déze hulp zooveel moge lijk gratis te verleenen in gevallen waarin de finan ciën van onze maatschappij zulks niet toelaten, zal slechts de kostende prijs in rekening worden gebracht. AMSTERDAM BLIJFT KALM. Zoo schrijft men ons uit de hoofdstad. In de hoofdlstad is men zich het gevaar niet bewust, en blijft men kalm. Toch is het geenszins uitgeslo ten dat Amsterdam ook nog gedeeltelijk onder zal loo pen, al is het maar gedurende enkele dagen, immers, het water in de nieuwe Noord-Hdlandsche binnenzee staat beduidend booger dan het Y, en het is te ver wachten, dat, als straks opnieuw de wind uit Noord west zal gaan opsteken, 'die binnenzee nog wel een haive meter stijgt. Het staat dan te bezien, of de slui zen en dijken, die de nieuwe zee van het afgesloten Y scheiden, het zullen houden. De z.g. monddeuren der Willemssluizcn aan het Tolhuis toch verkeeren, dat is nu duidelijk gebleken, in een vergevorderd stadium van ontbind ing, en de sluisjes bij Nieuwen dam en Oost- zaan, die tijdelijk „gestopt" zijn, vormen evenmin een goede waterkeering. Het meest bevreesd is men echter voor het lage dijk je bij het stoomgemaal te'Cadoelen. Stijgt het water nog 60 c. M., dan loopt het er over heen, en de ope ning in de oude zeedijk zal dan spoedig >een groot gat wordén, dat moeilijk weer is te dichten. Nu willen wij geen ongeluksprofeet zijn. Wij bewe ren geenszins, dat een vereeniging van het Y met de nieuwe binnen zee onmogelijk is. Alleen willen wij er op wijzen, dat het niet absoluut onmogelijk is. Maar... als het gebeurt, als het lage dijkje bij Cadoelen be zwijkt, of als de gammele nooddeuren der Willemsslui zcn door het water ineen worden geduwd, en het IJl bijna een meter boven pijl komt, dan kan Amsterdam er van lusten. De voornaamste kaden zullen wel droog blijven, die liggen 'tamelijk hoog, maar het Ro bin, om maar iets te nemen, zal overstroomen, en men kan er van verzekerd zijn, dat een groot aantal keldfers zal onderloopen. Dat de keersluizen aan het IJ het zullen houden, gelooft n.l. geen deskundige. Het groote publiek in de hoofdstad mag er op het oogenblik nog niet aa nwillen denken, een feit is het, dat mannen van zaken op alle eventualiteiten bedacht zijn. Menige kelder is reeds leeggehaald, en de ouderwetsche pakzolders van de heerenhuizen aan dé grachten worden in eere hersteld. STADNIEUWS. Tierde verantwoording der Alkm. Courant. Telegrammen van heden. 4e VERANTWOORDING. T. M. 1A. B.; 10; Mevr. G. D. G. 50; M. M. 1Wed. S. G 10; B. ƒ2.60; wed. G. N. 10; J. T. 2,50; A. K. 2,50; M. D. 1N. N. 2.50; H. S. 2.50; C. B. 2.50; S. B. 1X. X. 1H. H. 10; Waterman 5; Motto: „Agaath" 2.50; van en Punten van behand ngs 1. Vaststelling der notulen van de vorige vergade ring. Mededeelingen. Ingekomen stukken. 2. Idem, om over te gaan tot het sluiten van een geldleening, groot f 1.170.000. (Bijlage no 1.) 3. Idem tot aankoop van een sloot in den polder Overdie (Bijlage no. 2), 4. Idem tot vaststelling eener Verordening, regelende den werkkring van de commissie vrn bijstand voor het marktwezen (Bijlage no. 3). 5. Idem tot het verleenen eener bijdrage uit de ge meentekas voor een te houden tentoonstelling op gemeentelijk finantieel gebied. (Bijlage no. 4). 6. Idem in zake het verleenen van toeslag en kin dertoeslag op het loon der gemeente-werklieden (Bijlogen nos. 60 en 150 van 1915, en no. 5). 7. Idem, iuzake beschikbaarstelling van cokes (Bij lage no. 6). 8. Idem naar aanleiding van een verzoek on> ver goeding van stormschade. J. G. B. 1J. B. 10; Fam. S. 2: J. D. 10; Fr 'v en Jo 5; B. G. 2; L. T. F. M. 5; N. K. .O; J. A. N. 10; A. K. j 10; S. L. 1 N. N, 1.50; Zuster M. 2.50; familie O. 100; Mevr. K. 2.50; J. L. Az. 2.50; Mej. wed. A. L. 2.50; C. W. 5; C. en J. W. 5: J. R. 10; W. v. d. L. 10; S. Stompetoren 3; C. A. M. 2.50; Speelpotje te Bergen, 6.50; Fam. T. 3.50; W. ƒ1 Jl. H. A. K. 25; C. B. te Bergen, 2.50; A. H. 3; v. d. W. 5; d. M. 2; G. te Koedijk, 25; N. N. 2.50; de vader en de kaasdragers 40; Dames B. en N. te Heiloo, 15; E. M. W. 5; L. 5; J. B. te Scheemeer 13.50; C. K. en G. K. Akersloot 5; P. H. 5; Kaartrondje Zuideind H.-H. Waard, 18.95; de B. te Z. en N. Schermer 25; N. N. 10; N. N. 10; N. v. d. P. 5; firma H. S. C. 25; R. T. te Bergen, 5; P. V. 20; Pers. Gebrs. K. uitg. Mij. 8.15; J. B. Heer-Hugowaard ƒ10; Spaarpot, kinde ren J. B. te H.-H. Waard 4; J. B. B. 1H. J. K. B. 2.50; Q. V. 10; G. L. 10; D. F. 100; J. v. M. 10; H. 2.50; A. B. Stompetoren, 10; M B.. te Stompetoren 5; d. G. 10; Spaarpot Liesje en Jan 2.50; v. Gr. 5: J. S. en M. H. E. te O. 10; J. d. W. 50; K. B. Dz. 10; N. N. 2.50; N. N. ƒ2.50; N. N. 0.50; D. V. 1C. Z. 10; M. de G. 0.50; C. v. d. B. 1C. v. R. 1.50; V. de V. 5; J. Z. te H. 10; H. W. 3; Fam. H. 25; Fam. B. v. d. V. 10; J. K. te Ursem, 5; D. v. H. 200; J. H. 5; C. M. J. d. M. 5; J. H. P. 5; P. v. d. E. 5; C. E. v. d. E. 0.50; P. K. 5; L. 25; Uit de Spaarpot van B. en M. 5; M. en G. B. te Óter- leek 5; H. C. S. 2; M. 3; tezamen 1213.10. Met het verantwoordt: bedrag ad 3397.62 in totaal f 4010,72. Met het oog op de buitengewone Zaterdagdrukte is de lijst heden wat vroeger gesloten dan de vorige da gen, zoodat verschillende in den namiddag ingeko men giften Maandag verantwoord '.uilen worden. Het blijft gelukkig goed gaan met de inzendingen en wij twijfelen er niet aan of mevrouw IJ., mijnheer X. eu landman Z., wier giften wij tot dusverre nog niet ontvingen, zullen in de komende week wel gele genheid hebben een „klinkend" of „ritselend" bewijs te geven, dat zij van goeden wflle zijn en dat straat A, wijk B, dorp C, al komen ze wat later, volstrekt niet achterblijven. In tweeerlei opzicht stemt de dag van heden tot blijdschap. In de eerste plaats, omdat de hoogste gift van een parti u lier heden dubbel zoo groot is als die van de voriip dagen. En in de tweede plaats, on hit de inhoud de I us die eerst na de afsluiting verantwcrH g werd geledigd, zoodat men het drag, in t van Maandag vermeld zal vinden 10,47 1 eg Voor den eersten dag mogen het resul aa de bus een aangename verrassi. noemen oedelijk zal zó ook wel verdere verrs singen b gen. Van den D er W. van Os ontvinge, we een aardigste teeken tg, die deze voor het goede f<- /ervaardigde, c ie op voortreffelijke wij ze de aandacht op de bus igde. WATERSNOOD. De Burgemeester dezer gemeente ontving heden morgen een schrijven van den Commissaris der Ko ningin in deze provincie, waarin het volgende wordt medegedeeld „Het is klaarblijkelijk de bedoeling van Zijne Ex cellentie (den Minister van Binnenlandsche Zaken), „dat de Burgemeesters zich niet aan het hoofd stellen „van plaatselijke comité's, die niet voornemens zijn de „verzamelde giften af te dragen aan de Algemeene „Vereenigde Commissie ter leniging van rampen door „watersnood, te Amsterdam." VOETBAL. Bij Alcmaria was het plan opgekomen ook een steentje bij te dragen voor het Watersnoodfonds. En zij heeft de voetbalvereeniging E. D. O. uit Haarlem bereid gevonden haar hierin te steunen. De Haarlem mers zouden hier Zondag komen voor de competitie. Met toestel'uning van E. D. O. zal 't echter een vriend schappelijk Wedstrijd zijn, waarvan de netto op brengst worden afgedragen aan bovengenoemd fonds. V twijfelen niet of de voetballiefhebbers zul len hun st< un verleenen. Morgen krijgen we dus een vriendschappelijke ont moeting AlcmariaE. D. O., terwijl de Haarlemmers zich bereid hebben verklaard later voor den competi tiewedstrijd terug te komen. COLLECTE VOOR DE ISR. ARMEN. Veel wordt er reeds gegeven ter leniging van de groote ellende die thans over ons land gevaren is en bij dit groote gebeuren zinkt de ellende in eigen stad in het niet. Maar toch blijft ze bestaan. A.s. Woensdag zal het Israëlitisch Armbestuur haar jaarlijksche col lecte aan de huizen der ingezetenen houden Wij ver wachten, dat Alkmaar's burgers hun eigen stadgenoo- ten niet zullen vergeten en hun giften zullen schen ken evenals andere jaren. DM nummer bestaai uit 3 bladen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1916 | | pagina 1