DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Landweer en Landstorm.
BONBEHDAG
3 FEBRUAHI
iNo. 28
Honderd en achttiende Jaargang.
Abonnementsprijs per 3 maanden f 1—, fr. p. post 1.25. Advertentieprijs 10 ct. p. regel, groote letters naar plaatsruimte. Brieven fr. N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v.h. HERIÏIs. COSTER 4 ZOON, Yoordam 19. Telefnr. 3.
ALKMAAR, 3 Februari.
Rusland heeft een nieuwen minister-presi
dent gekregen. „Zwakke gezondheidstoe
stand" noopte den heer Goremykin tot aftre
den misschien lijdt hij aan de politieke
kwaal, die staatkundigen nog al eens van het
openbare leven beneemt. De heer Goremykin,
die den liberalen graaf Witte ten val bracht,
is bekend geworden door de verdaging van
de Doema, tot welke ingrijpende daad hij
moet hebben besloten, zonder zijn mede-mi
nisters daarin te kennen.
Tot zijn opvolger is gekozen de heer Stür-
mer. Natuurlijk wordt van Duitsche zijde on
middellijk verklaard, dat het met den binnen-
landschen toestand jammerlijk gesteld is, dat
er hier en daar hongersnood heerscht, dat het
Russische volk den oorlog moe is en natuur
lijk wordt de gedachte gekoesterd, dat de
kracht zal verminderen, waarmede de krijg
voortgezet wordt Daartegenover heeft de
nieuwe i anisicr-president, ook zeer vanzelf
sprekend, verklaard, dat zijn politiek vooral
zal zijn bezield met het verlangen om den
oorlog tot een goed einde te brengen en dat
geen voorstellen tot een afzonderlijken vrede
de oplossing zullen kunnen brengen van de
groote vraagstukken, die de volkeren zich
door den wereld-oorlog zien gesteld.
Daar de heer Stürmer sinds tien jaren bui
ten de politiek is gebleven, zeggen de Russi
sche bladen niet veel van zijn benoeming. Al
len spreken echter de hoop uit, dat het den
nieuwen eersten minister zal gelukken, alle
krachten van regeering en bestuur te vereeni-
gen, hetgeen vooral tijdens den oorlog noo-
dig is, en dat hij 't geen, zeggen zij, den
heer Goremykin is mislukt de hulpbron
nen des lands zal weten te organ iseeren om
de overwinning van hen, die aan het front
hun bloed vergieten, te verzekeren.
Een verklaring van het Montenegrijnsche
raadsel geeft een Balkan-correspondent van
de N. Rott. Ct. Of zij juist is, valt hier niet
te beoordeelen, maar geheel onaannemelijk
klinkt ze niet en in elk geval verdient zij,
naast het vele dat er reeds over deze kwestie
is geschreven, de aandacht. Het relaas, dat,
naar de schrijver mededeelt, op authentieke
inlichtingen berust, komt hierop neer, dat op
den Koning van Montenegro en zijn naaste
omgeving de sterkste druk is geoefend door
de gezanten der entente bij het Montenegrijn
sche hof, teneinde de capitulatie van den 13en
Januari te herroepen, hetgeen hij evenwel
weigerde te doen. Toen men hem niet met
rust wilde laten, troa hij zich naar Skoetari
terug, waar hij niemand wilde ontmoeten.
Daar stemde hij eindeüjk ex in toe, dat ovar-
eenkomsiig de wensclien van de gezanten, van
Italië tü frankrijk die van Rusland en En
geland sloten zich daarbij slechts zwakjes
aan het hof zich naai' Italië zou begeven,
onder voorwaarde, dat niemand er zou blij
ven. Onder toedoen der gezanten werd; te
Skoetari, dat zij veilig dachten, een soort van
nieuwe regeering ingesteld. Konmg Nicolaas
heeft daarvan echter niet willen weten. Toen
de Oostenrijkers onverwachts op de stad aan
rukten, besloten de gezanten der entente, die
het buitenland hadden laten weten, dat Mon
tenegro op zijn capitulatie was teruggeko
men, ijlings de stad te verlaten. De Koning
werd aangemaand mee te gaan, hij zeide ech
ter geen vernedering van Oostenrijksche zijde
te vreezen. Toen de gezanten en op hun hand
zijnde personen in het gevolg van den Ko
ning zagen, dat zij er goccDüiiks niet in zou-
slagen om hem mede te krijgen en duchtten,
dat de Koning zelf vrede met de centrale mo
gendheden zou stuiten, werd hij in den nacht
i van 21 op 22 Januari (den 23sten werd Skoe
tari door de Oostenrijkers bezet) opgelicht
en met zijn jongsten zoon Peter naar Medua
gebracht. In Montenegro bleef alleen achter
prins Mirko, die zich tijdens, de ontvoering
van zijn vader en broeder niet te Skoetari,
maar bij het leger bevond en die van den Ko
ning reeds eerder de noodige volmachten had
gekregen om met de Oostenrijkers over de
capitulatie te onderhandelen. Prins Mirko
wordt door den schrijver zeer populair bij
het leger en de jongeren van het volk ge
noemd.
Deze voorstelling klopt wel met de Oos-
tenrijksche lezing, volgens welke immers de
ontwapening geleidelijk voortgang heeft ge
nomen, terwijl men van de zijde der entente
door afsnijding van het overzeesche verkeer
met Montenegro de laatste dagen niemandal
hoort.
Als het verhaal waar is maar dat moet
nader blijken wordt weer eens bewezen in
welk een zonderlinge wereld wij tegenwoor
dig leven en ook, dat de werkelijkheid dik
wijls romantischer is, dan de meest roman
tische roman.
Een romantisch avontuur is ook het geval
van de „Appam", waarover we gisteren reeds
schreven, maar waaromtrent thans weer eeni-
ge nadere bijzonderheden bekend zijn gewor
den. Deze Engelsche mailboot met Duitsche
burger-krijgsgevangenen aan boord is door
een Duitsch schip, dat voor een vrkchtboot
werd aangezien, maar plotseling den val-
schen boeg van zeildoek verloor, zoodat er
kanonnen zichbaar werden, aangehouden. Er
kwamen Duitschers aan. boord, de twintig
Duitsche gevangenen uit Kameroen werden
vrijgelaten, de Engelsche bemanning werd
ontwapend en in verschillende hutten opge
sloten en nu gingen de Duitschers met het
genomen Engelsche schip, een kaapvaart on
dernemen en. liet schip dwars over den Oce
aan brengen, van de Kanarische eilanden
(bij Afrika, waar het schip 16 Januari werd
buit gemaakt) naar Norfolk in Virginia, waar
zijn verschijning moeielijkheden oplevert,
daar het niet vaststaat of de boot nu als En-
gelsch of als Duitsch schip moet worden aan
gemerkt en of de Engelsche dan wel de Duit
sche opvarenden moeten worden vrijgelaten,
kwesties, waarover de geleerden het niet eens
zijn. Volgens de laatste berichten heeft de
Amerikaansche regeering de „Appam" als
prijs laten opbrengen en beschouwt zij de be
palingen van het Pruisisch-Amerikaansch
tractaat van 1828 s van kracht, welke het
eigendom van een schip waarborgen aan
degenen die het prijs maken, teiwijl van En
gelsche officieele zijde is verklaard, dat be
doeld tractaat buiten werking dient te wor
den gesteld en de bepalingen van de Haag-
sche conventie hier ten uitvoer moeten wor
den gelegd.
Van de fronten komen de gewone berichten
over artillerieactie. Alleen uit M'esopota-
mië komt een belangrijker Engelsche mede-
deeling, volgens welke de Turken tegenover
de divisie van generaal Townsend tengevolge
van de overstroomingen zich 2000 el hebben
moeten terugtrekken. En in het Westen heb
ben de Duitschers volgens het Engelsche le-
gerbericht gistermorgen te 11 uur 30 een
onverhoedschen aanval zonder artillerievoor-
bereiding op de loopgraven van Vperen naar
Pilkem gedaan, welke zonder moeite werd
algeslagen.
Luchtacties hebben alom plaats. Als weer
wraak op den Zeppelin-tocht boven Saiomki
hebben veertien fransche vliegers de kampe
menten van de tegenstanders bebomd. Oos
tenrijksche tweedekkers hebben de AJbanee-
sche stad Durazzo, waar zich de Servische
kroonprins bevond, bebomd, waarbij volgens
Engelsche geruchten 20 Servische officieren
gedood zijn, terwijl de stad ernstig bescha
digd werd.
Van Engelsdie zijde wordt verklaard, dat
de Duitsche Zeppelin-schipper» niet in staat
zijn gebleken hun positie stellig aan te geven
en hun koers met eenige zekerheid te bepalen.
Gedood werden 33 mannen, 20 vrouwen en
6 kinderen, gewond 51 mannen, 48 vrouwen
en 2 kinderen. Een kerk en een kapel werden
ernstig beschadigd, 14 huizen verwoest, op 2
plaatsen werd schade toegebracht aan eigen
dom van spoorwegmaatschappijen, 2 fabrie
ken, niet van militaire beteekenis, werden ern
stig, 2 andere licht beschadigd. In het geheel
zijn thans meer dan 300 bommen gevonden,
waarvan verschillende op het platteland vie
len en daar absoluut geen schade aanrichtten.
Treffend is het verhaal van hetgeen er ge
beurde in Staffordshire, waar een bom viel
tusschen de kerk en een lokaal, waar een bij
eenkomst werd gehouden, toen een zendelin
ge, met den bijbel in de hand, de vergadering
toesprak. In den grond werd een gat gesla
gen van 4 voet diepte en 2 voet diameter, op
een afstand van 20 voeten van het zendings
lokaal, dat van hout was opgetrokken. Er
was een verblindende lichtstraal en daarna
diepe duisternis. De zendelinge werd door
een zware granaatscherf getroffen en onmid
dellijk gedood, evenals een andere jonge da
me en een meisje. In de duisternis weerklon
ken de kreten der gewonden en in de verwar
ring geraakten velen onder den voet. Twee
geestelijken, die ter vergadering aanwezig
waren, werden gewond.
Volgens de „Chicago Tribune" is Duitsch
land bereid vrede te sluiten op de volgende
voorwaarden
Duitschland is bereid alle aanspraken op
Kiautsjau te laten varen en op de Australi
sche Zuidzee-eilanaen, vroeger door de Duit
schers bezet, en met Engeland tot een over
eenkomst te komen, waarbij Duitschland een
Afrikaansche kolonie krijgt, welke bestaat,'
hetzij uit een gedeehe van Duitschland's
vroegere bezittingen, hetzij uit een geheel
nieuw stuk grondgebed (de Kongo?).
Duitschland vraagt erkenning van zijn pro
tectoraat over Turkije, hetgeen insluit volle
dige ontwikkeling van de Duitsche sferen van
invloed op handelsgebied in Klein-Azië en
Arabië.
Ten tweede afstand van Russisch Koerland
aan Duitschland.
Ten derde vorming van een onafhankelijk
koninkrijk Polen onder een Duitschen prins,
waartoe Oostenrijk een gedeelte van Galicië
zal afstaan.
Ten vierde vergoeding aan Roemenië door
het afstaan van Bessara bië door Rusland en
de Boekowina en Zevenburgen door Oosten
rijk.
In de N. Rott. Crt. heeft de heer A. A.
Beekman een zeer uitvoerig artikel, waarin
hij.de historie van den stormvloed van 13—
14 Januari nagaat.
„Had de ramp" vraagt hij dan ten slotte
„die over Noord-Holland is gekomen en
waardoor in het Zaansche en Waterlandsche
circa 13,000 H.A. zijn overstroomd, afge
wend kunnen worden? Ja, als de dijken hoo-
ger geweest waren.
Waren onderhoud en beheer dan niet vol
doende? Zijn er schuldigen? Ik meen dat
het niet mogelijk is daarop een beslist ant
woord te geven. De IJ- en Zuiderzeedijken
tusschen den afsluitdam bij Schel lingwoude
en den Westfrieschen omringdijk zijn in ge
woon onderhoud bij de reeds genoemde
Aangrenzende polders en bij de dijkplichtigen
van den Keukendijk en den Schardam. Daar
echter het bezwijken van een enkel gedeelte
het geheele daarachter liggende land in ge
vaar brengt, is in 1845 opgericht de „Veree-
niging van den Noorder IJ- en Zeedijk", om
vattend nagenoeg alle landen ten zuiden van
de Zijpe en WeStfriesiand beneden t l A P.
gelegen, die zorg draagt voor het buiten
gewoon onderhoud der zeeweringen,
waartoe dijkverhooging en dijkverzwaring
behooren, en waartoe die landen in een vaste
verhouding bijdragen, o. a. Waterland voor
45 en de Zeevang 16.57 percent Gaan de kos
ten zekere som te boven, dan eerst dragen
ook de groote drooggemaakte meten bijzoo
noodig geven de provincie en het rijk dan
nog subsidiën. Het toezicht op den geheelen
dijk is opgedragen aan''een college van 15
hoofdingelanden, dat zijn zetel te Monniken
dam heeft.
Er is gezegd, maar ik heb het niet in offi
cieele stukken of andere gedrukte stukken
kunnen vinden, dat in den laatsten tijd ge
waarschuwd is voor de te geringe hoogte van
sommige vakken van den Waterlandschen
Zeedijk. Maar er is in de laatste jaren voor
een vrij groot bedrag aan dien dijk verwerkt,
grootendeels aan verhooging van te lage vak
ken, in 1914 nog voor ongeveer 60.000.
Verhoogingen echter tot f 3.45 N.A.P. en er
is nu gebleken, dat een grootere hoogte
noodzakelijk is.
Men bedenke evenwel, dat waterstanden
als nu zijn voorgekomen langs dezen dijk,
alle voorafgaande hebben overtroffen en dat
de Waterlandsche Zeedijk bijna een eeuw aan
alle hooge stormvloeden voldoende weer
stand had geboden.
Ook de dijk van den Anna Paulow-
n a p o 1 d e r in het noorden van Noord-
Holland is bij van Ewijksluis ingebroken,
waardoor het oostelijk deel van dezen groo-
ten polder, n.l. tot den spoorweg naar den
Helder, waarin men de duikers en bruggen
gestopt heeft, is overstroomd. De gronden
van dezen polder liggen 0.60 tot 1.20
N.A.P. Gevaar voor uitbreiding der over
strooming is hier niet, daar het water door
de dijken der achtergelegen bedijkingen de
Wieringerwaard, de Zijpe en het Koegras
die zelve eenmaal zeedijken waren en dus
hoog en zwaar genoeg zijn, wordt gekeerd"
Naar aanleiding van het verslag der
Prov. Staten wil de heer F. M. Visser trach
ten een paar punten recht te- zetten. Hij
schrijft in het Elandelsblad
a. Mr. Kappeyne zegt, dat het plan-Visser
wel niét zoo oud is als de weg naar Rome,
maar dat het in geen geval een trouvaille is,
aangezien men het plan van den heer Visser
al vindt in het boek van jhr. mr. Schorer, die
in 1895 over de profielen in Noord-Holland
een werk uitgaf.
Deze uitspraak is niet juist; ik heb in mijn
artikel van 20 Januari 1916 uitdrukkelijk het
plan-Schorer vermeld en ook op de daarbij
behoorende kaart aangegeven. Die kaart
raadplegende, kan een ieder zien:
lo. dat de nu ongeveer gereed zijnde nood-
waterkeering langs Schinkeldijk, Wormerdijk
en Neckerweg geheel loopt langs de door
jhr. Schorer aangegeven lijn
2o. dat de volgens 't provinr'aal plan nog
af te werken noodwaterkeering langs den
spoordijk slechts op zeer geringen afstand
loopt van de lijn aangegeven door jhr. Scho
rer;
3o. dat de noodwaterkeering volgens mijn
plan ongeveer 8 K.M. verwijderd ligt van de
lijn van jhr. Schorer en van een totaal ander
idee uitgaat.
Er is dus geen sprake van, dat mijn plan
in het boek van jhr. Schorer te vinden is.
Noch de Commissaris der Koningin, noch de
hoofdingenieur hebben mijn p an ooit een
oud plan genoemd en beiden hebben het
sympathiek genoemd als een blijvende water-
keering.
Dat het idee noodwaterkeering of tweede
waterkeering al oud is, en misschien wel
„even antiek als de weg naar Rome", spreekt
van zelf en is een ieder, die maar iets aan de
studie van het polderwezen doet, bekend*
b. Mr. Kappeyne zegt: „In 1895 schreef
de heer Schorer, dat alles in orde was...."
enz.
Ik meen. dat een nalezing van bladz. 63
laatste alinea en van bladz. 64 een dergelijke
conclusie niet geheel wettigt.
Het is de groote verdienste van den vroe-
geren Commissaris der Koningin geweest,
dat hij in verband met den hoogen vlped in
Dec. 1894 een reeks werkzaamheden heeft be
schreven, die z. i. noodig waren om een
eventueele doorbraak te voorkomen of al
thans in hare gevolgen te beperken. Het is
wel zeer te betreuren, dat daarean en door
Prov. Staten en door de polderbesturen zelf
zoo weinig aandacht is geschorken. Anders
toch bijv. zou de dringende raad van jhr.
Schorer om de tweede waterkeering in West-
Friesland langs den Langere.sdijk vooral
door te trekken niet beantwoord kunnen zijn
met het wegnemen van de sluisdeuren in de
keersluis in dien dijk aan het Mallegat, waar
door de waarde der 2e waterkeering nog
sterk verminderde. Een der vele andere voor
gestelde verbeteringen bestond in het dem
pen van het voor den Waterlandschen dijk
zoo gevaarlijke Kinselmeer, dat evenmin uit
gevoerd is.
Er zij echter dadelijk aan toegevoegd om
iedere verkeerde gevolgtrekking te voorko
men, dat de uitvoering van jhr. Schorer's
plannen aan de nu plaats gehad hebbende
ramp niets veranderd zou hebben, en dat bij
vroegere uitvoering van zijn tweede water
keering 'de overstrooming zich tot precies de
zelfde grens zou hebben uitgestrekt als nu.
Alleen zouden dan de daarachter liggende in
gelanden gerust kunnen zijn en geen kosten
hebben behoeven te maken.
Als een zeldzaamheid kan worden ge
meld, dat mejuffrouw de weduwe P. Mulder,
geb. Dekker, thans voor de tweede maal voor
den watervloed heeft moeten vluchten.
Mejuffrouw MulderDekker is geboren te
Broek in Waterland in 1824 en werd als
kind van een jaar met haar ouders naar Am
sterdam meegenomen, wegens den waters
nood. Zij woonde nu als weduwe 38 jaar bij
haar zoon C. Mulder, die ook weder zijn wo
ning moest veriaten, de oude moeder van 92
jaar met zich medenemend.
(Tel.)
De eigenaren van ondergeloopen lande
rijen en woningen te Oldelamer (Fr.) hebben
besloten de schade per H. A. om te slaan. Elk
huis, waarin het boeren- of ander bedrijf
wordt uitgeoefend, wordt gelijkgesteld met 10
H. A. grond.
In "Friesland zakt het water langzaam. De
lders te Nije- en Oldelamer komen weer in
et bezit van den Sintelweg, die grootendeels
weer droog ligt, zoodat langs dien weg weer
passage te voet mogelijk is. De verlaten wo
ningen zijn voor eert deel weer door de be
woners betrokken.
De Immerhompolder is thans geheel
droog. De bodem blijkt overdekt te zijn met
een grijze kleilaag. Het gevaar voor door
braak te Andijk wordt als geweken, be
schouwd Hier is sedert den storm met lof
waardige energie gewerkt en heel de omtrek
heeft krachtig hup getoond door het aanvoe
ren van alle beschikbare puin. Onder de lei
ders komt bijzondere lof toe aan den heer S.
Prins, burgemeester van Grootebroek, die als
krachtige persoonlijkheid zich overal gelden
liet. Het voornaamste werk is nu nog aan de
glooiing, waar een 20 steenzetters van Petten
met hun blokken of hijschtoestellen aan t
werk zijnmet hun helpers 60' man, die zelfs
's Zondags doorwerken. Men was zoo geluk
kig de noodige besalt in ruimen voorraad en
spoedig aan te krijgen, zoodat met kracht
wordt voortgewerkt.
(Hbld.)
Na de gift 5000 francs, welke de Belgi
sche gezant te 's-Gravenhage reeds als een
persoonlijke gave van Koning Albert had ter
hand gesteld aan den Minister van Buiten-
landsche Zaken, heeft baron Fallon, thans
namens de Belgische Regeering een gift van
10.000 francs geschonken ten bate van hen,
die door den watersnood zoo zwaar zijn ge
troffen.
l>e Burgemeester van ilkma ar
brengt ter kennis van belangheb
benden, dat de nrikeering der ver
goedingen, loopende over bet tijdvak
van 20 Jannarl tot en met 5 Febrn-
arl, zal plaats hebben ten Stadhnize
op Maandag 7 Februari a.s., voor
zooveel de L A ST b W E K en den
LANDSTÖBM betreft van 10—11
unr en voor zooveel de HILIT1E
aangaat van 1112 unr.
Alkmaar, 3 Februari 1916.
De Burgemeester voornoemd,
G. RIPPING.
GEVONDEN VOORWERPEN.
Een R.C. kerkboekje; een gouden zegelring;
een zilveren broche; een mes; een gele hond;
een passer; een koralen taschje inh. rozen
krans; een gouden broche; een paar glacé
handschoeneneen paar witte handschoenen
een schuif ladder; een leerboek; een porte-
monnaie met eenig geld; een dames-rijwiel
en twee brillen.
Alkmaar, 3 Februari 1916.
De Commissaris van Politie,
W. Th. VAN GRIETHUIJSEN.
De gezanten te 's-Gravenhage der Re
publieken Argentinië en Columbia hebben na
mens en in opdracht hunner Regeeringen den
Minister van Buitenlandsche Zaken doen blij
ken van sympathie in verband met'den waters
nood.
Bij den penningmeester van de algemeene
vereenigde commissie ter leniging van ram
pen door watersnood in Nederland is totaal
ingekomen 1.331.467.86.
BINNENLAND.
DE „PRINSES JULIANA".
Een passagier van de „Prinses Juliana"
verklaart, aat onder de passagiers zich een
aantal Fransche nonnen bevonden. De ont-
piotiing was vreeselijk; een groot deel van
uen vloer van den salon werd uiteengerukt.
Mannelijke passagiers hielpen de bemanning
om aan de vrouwelijke passagiers reddings
gordels te verstrekken. De booten werden
neergelaten ten einde voor gebruik gereed te
zijn, maar zij waren niet noodig. De zee was
gelukkig zeer kalm en weldra kwam een
schip langszij, waarop alle passagiers wer
den overgebracht. Kapitein en bemanning
bleven op het schip, dat langzaam zinkende
was, toen we het verlieten.
De Belgische minister van justitie, een der
passagiers, zeide dat ieder zoo kalm was,
dat men nauwelijks kon begrijpen was ge
beurd was. De Engelschen behandelden het
geheele geval als een groote grap. Zij zongen
l'ipptrary" en lachten en schertsten met de
vrouwen cm die gerust te steden. In het al
gemeen was er geen gevaar, en het werk om
ons over te brengen nam slechts tien minuten
in beslag.
DOOR EEN ONDERZEEëR
AANGEVALLEN.
Naar wij vernemen, rapporteert de inge
komen Nederlandsche rrtotorboot „Artemis",
dat deze door een Duitschen onderzeeër zou
zijn beschoten en hierdoor lek is geworden.
Vier man van den onderzeeër zouden zich
aan boord hebben begeven en van den gezag
voerder hebben verlangd, dat hij de lichten
doofde. Bij de nadering van twee torpedoja
gers zouden de Duitschers zijn afgetrokken.
HET DUITSCHE UITVOERVERBOD
VAN IJZER.
De Nederlandsche Kamer van Koophandel
voor Duitschland, genaamd Eerste Neder
landsche Koopmansgilde, te Dusseidorp,
heeft naar ue N. Rott. Ct. verneemt be
sloten, de aangelegenheid van uen uitvoer
van staalijzer ter hand te nemen en tot den
Rijkskanselier het verzoek te richten, de con
tracten die vóór 8 Januari zijn gesloten, tot
cje oude prijzen uit te voeren.
DE EERE-RAAD.
Men herinnert zich, dat de heer Holdert
verzocht een Eereraad te vormen die een on
derzoek zou instellen naar deikwesties aan
het dagblad „De Telegraaf" gerezen. Van
dien Eereraad is toen niets gekomen omdat
de heeren Boissevain en Nijgh niet op het
voorstel ingingen.
In een artikeltje in „de Telegraaf' wordt
er nu op gewezen, dat er geen betere Eere
raad kan samengesteld worden dan de recht
bank nu zal zijn. Het blad is er verheugd
over, dat huiszoekingen zijn gedaan Nu zal
zegt het blad door een geheel onpartij
dig lichaam openbaring van zaken gegeven
worden, zoodat de lasterpraatjes tot de. ware
verhoudingen teruggebracht kunnen worden.
HET CONFLICT
BIJ „DE TELEGRAAF"
Men zendt ons het volgende:
Dinsdagavond j 1. heeft in „Krasnapolsky"
te Amsterdam andermaal een buitengewone
spoedeischende ledenvergadering der jouma-
listen-vereeniging „De Amsterdamsche Rers"
plaats gehad, welke vergadering opnieuw ge-
i