DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Landweer en Landstorm. BONBEHDAG 3 FEBRUAHI iNo. 28 Honderd en achttiende Jaargang. Abonnementsprijs per 3 maanden f 1—, fr. p. post 1.25. Advertentieprijs 10 ct. p. regel, groote letters naar plaatsruimte. Brieven fr. N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v.h. HERIÏIs. COSTER 4 ZOON, Yoordam 19. Telefnr. 3. ALKMAAR, 3 Februari. Rusland heeft een nieuwen minister-presi dent gekregen. „Zwakke gezondheidstoe stand" noopte den heer Goremykin tot aftre den misschien lijdt hij aan de politieke kwaal, die staatkundigen nog al eens van het openbare leven beneemt. De heer Goremykin, die den liberalen graaf Witte ten val bracht, is bekend geworden door de verdaging van de Doema, tot welke ingrijpende daad hij moet hebben besloten, zonder zijn mede-mi nisters daarin te kennen. Tot zijn opvolger is gekozen de heer Stür- mer. Natuurlijk wordt van Duitsche zijde on middellijk verklaard, dat het met den binnen- landschen toestand jammerlijk gesteld is, dat er hier en daar hongersnood heerscht, dat het Russische volk den oorlog moe is en natuur lijk wordt de gedachte gekoesterd, dat de kracht zal verminderen, waarmede de krijg voortgezet wordt Daartegenover heeft de nieuwe i anisicr-president, ook zeer vanzelf sprekend, verklaard, dat zijn politiek vooral zal zijn bezield met het verlangen om den oorlog tot een goed einde te brengen en dat geen voorstellen tot een afzonderlijken vrede de oplossing zullen kunnen brengen van de groote vraagstukken, die de volkeren zich door den wereld-oorlog zien gesteld. Daar de heer Stürmer sinds tien jaren bui ten de politiek is gebleven, zeggen de Russi sche bladen niet veel van zijn benoeming. Al len spreken echter de hoop uit, dat het den nieuwen eersten minister zal gelukken, alle krachten van regeering en bestuur te vereeni- gen, hetgeen vooral tijdens den oorlog noo- dig is, en dat hij 't geen, zeggen zij, den heer Goremykin is mislukt de hulpbron nen des lands zal weten te organ iseeren om de overwinning van hen, die aan het front hun bloed vergieten, te verzekeren. Een verklaring van het Montenegrijnsche raadsel geeft een Balkan-correspondent van de N. Rott. Ct. Of zij juist is, valt hier niet te beoordeelen, maar geheel onaannemelijk klinkt ze niet en in elk geval verdient zij, naast het vele dat er reeds over deze kwestie is geschreven, de aandacht. Het relaas, dat, naar de schrijver mededeelt, op authentieke inlichtingen berust, komt hierop neer, dat op den Koning van Montenegro en zijn naaste omgeving de sterkste druk is geoefend door de gezanten der entente bij het Montenegrijn sche hof, teneinde de capitulatie van den 13en Januari te herroepen, hetgeen hij evenwel weigerde te doen. Toen men hem niet met rust wilde laten, troa hij zich naar Skoetari terug, waar hij niemand wilde ontmoeten. Daar stemde hij eindeüjk ex in toe, dat ovar- eenkomsiig de wensclien van de gezanten, van Italië tü frankrijk die van Rusland en En geland sloten zich daarbij slechts zwakjes aan het hof zich naai' Italië zou begeven, onder voorwaarde, dat niemand er zou blij ven. Onder toedoen der gezanten werd; te Skoetari, dat zij veilig dachten, een soort van nieuwe regeering ingesteld. Konmg Nicolaas heeft daarvan echter niet willen weten. Toen de Oostenrijkers onverwachts op de stad aan rukten, besloten de gezanten der entente, die het buitenland hadden laten weten, dat Mon tenegro op zijn capitulatie was teruggeko men, ijlings de stad te verlaten. De Koning werd aangemaand mee te gaan, hij zeide ech ter geen vernedering van Oostenrijksche zijde te vreezen. Toen de gezanten en op hun hand zijnde personen in het gevolg van den Ko ning zagen, dat zij er goccDüiiks niet in zou- slagen om hem mede te krijgen en duchtten, dat de Koning zelf vrede met de centrale mo gendheden zou stuiten, werd hij in den nacht i van 21 op 22 Januari (den 23sten werd Skoe tari door de Oostenrijkers bezet) opgelicht en met zijn jongsten zoon Peter naar Medua gebracht. In Montenegro bleef alleen achter prins Mirko, die zich tijdens, de ontvoering van zijn vader en broeder niet te Skoetari, maar bij het leger bevond en die van den Ko ning reeds eerder de noodige volmachten had gekregen om met de Oostenrijkers over de capitulatie te onderhandelen. Prins Mirko wordt door den schrijver zeer populair bij het leger en de jongeren van het volk ge noemd. Deze voorstelling klopt wel met de Oos- tenrijksche lezing, volgens welke immers de ontwapening geleidelijk voortgang heeft ge nomen, terwijl men van de zijde der entente door afsnijding van het overzeesche verkeer met Montenegro de laatste dagen niemandal hoort. Als het verhaal waar is maar dat moet nader blijken wordt weer eens bewezen in welk een zonderlinge wereld wij tegenwoor dig leven en ook, dat de werkelijkheid dik wijls romantischer is, dan de meest roman tische roman. Een romantisch avontuur is ook het geval van de „Appam", waarover we gisteren reeds schreven, maar waaromtrent thans weer eeni- ge nadere bijzonderheden bekend zijn gewor den. Deze Engelsche mailboot met Duitsche burger-krijgsgevangenen aan boord is door een Duitsch schip, dat voor een vrkchtboot werd aangezien, maar plotseling den val- schen boeg van zeildoek verloor, zoodat er kanonnen zichbaar werden, aangehouden. Er kwamen Duitschers aan. boord, de twintig Duitsche gevangenen uit Kameroen werden vrijgelaten, de Engelsche bemanning werd ontwapend en in verschillende hutten opge sloten en nu gingen de Duitschers met het genomen Engelsche schip, een kaapvaart on dernemen en. liet schip dwars over den Oce aan brengen, van de Kanarische eilanden (bij Afrika, waar het schip 16 Januari werd buit gemaakt) naar Norfolk in Virginia, waar zijn verschijning moeielijkheden oplevert, daar het niet vaststaat of de boot nu als En- gelsch of als Duitsch schip moet worden aan gemerkt en of de Engelsche dan wel de Duit sche opvarenden moeten worden vrijgelaten, kwesties, waarover de geleerden het niet eens zijn. Volgens de laatste berichten heeft de Amerikaansche regeering de „Appam" als prijs laten opbrengen en beschouwt zij de be palingen van het Pruisisch-Amerikaansch tractaat van 1828 s van kracht, welke het eigendom van een schip waarborgen aan degenen die het prijs maken, teiwijl van En gelsche officieele zijde is verklaard, dat be doeld tractaat buiten werking dient te wor den gesteld en de bepalingen van de Haag- sche conventie hier ten uitvoer moeten wor den gelegd. Van de fronten komen de gewone berichten over artillerieactie. Alleen uit M'esopota- mië komt een belangrijker Engelsche mede- deeling, volgens welke de Turken tegenover de divisie van generaal Townsend tengevolge van de overstroomingen zich 2000 el hebben moeten terugtrekken. En in het Westen heb ben de Duitschers volgens het Engelsche le- gerbericht gistermorgen te 11 uur 30 een onverhoedschen aanval zonder artillerievoor- bereiding op de loopgraven van Vperen naar Pilkem gedaan, welke zonder moeite werd algeslagen. Luchtacties hebben alom plaats. Als weer wraak op den Zeppelin-tocht boven Saiomki hebben veertien fransche vliegers de kampe menten van de tegenstanders bebomd. Oos tenrijksche tweedekkers hebben de AJbanee- sche stad Durazzo, waar zich de Servische kroonprins bevond, bebomd, waarbij volgens Engelsche geruchten 20 Servische officieren gedood zijn, terwijl de stad ernstig bescha digd werd. Van Engelsdie zijde wordt verklaard, dat de Duitsche Zeppelin-schipper» niet in staat zijn gebleken hun positie stellig aan te geven en hun koers met eenige zekerheid te bepalen. Gedood werden 33 mannen, 20 vrouwen en 6 kinderen, gewond 51 mannen, 48 vrouwen en 2 kinderen. Een kerk en een kapel werden ernstig beschadigd, 14 huizen verwoest, op 2 plaatsen werd schade toegebracht aan eigen dom van spoorwegmaatschappijen, 2 fabrie ken, niet van militaire beteekenis, werden ern stig, 2 andere licht beschadigd. In het geheel zijn thans meer dan 300 bommen gevonden, waarvan verschillende op het platteland vie len en daar absoluut geen schade aanrichtten. Treffend is het verhaal van hetgeen er ge beurde in Staffordshire, waar een bom viel tusschen de kerk en een lokaal, waar een bij eenkomst werd gehouden, toen een zendelin ge, met den bijbel in de hand, de vergadering toesprak. In den grond werd een gat gesla gen van 4 voet diepte en 2 voet diameter, op een afstand van 20 voeten van het zendings lokaal, dat van hout was opgetrokken. Er was een verblindende lichtstraal en daarna diepe duisternis. De zendelinge werd door een zware granaatscherf getroffen en onmid dellijk gedood, evenals een andere jonge da me en een meisje. In de duisternis weerklon ken de kreten der gewonden en in de verwar ring geraakten velen onder den voet. Twee geestelijken, die ter vergadering aanwezig waren, werden gewond. Volgens de „Chicago Tribune" is Duitsch land bereid vrede te sluiten op de volgende voorwaarden Duitschland is bereid alle aanspraken op Kiautsjau te laten varen en op de Australi sche Zuidzee-eilanaen, vroeger door de Duit schers bezet, en met Engeland tot een over eenkomst te komen, waarbij Duitschland een Afrikaansche kolonie krijgt, welke bestaat,' hetzij uit een gedeehe van Duitschland's vroegere bezittingen, hetzij uit een geheel nieuw stuk grondgebed (de Kongo?). Duitschland vraagt erkenning van zijn pro tectoraat over Turkije, hetgeen insluit volle dige ontwikkeling van de Duitsche sferen van invloed op handelsgebied in Klein-Azië en Arabië. Ten tweede afstand van Russisch Koerland aan Duitschland. Ten derde vorming van een onafhankelijk koninkrijk Polen onder een Duitschen prins, waartoe Oostenrijk een gedeelte van Galicië zal afstaan. Ten vierde vergoeding aan Roemenië door het afstaan van Bessara bië door Rusland en de Boekowina en Zevenburgen door Oosten rijk. In de N. Rott. Crt. heeft de heer A. A. Beekman een zeer uitvoerig artikel, waarin hij.de historie van den stormvloed van 13— 14 Januari nagaat. „Had de ramp" vraagt hij dan ten slotte „die over Noord-Holland is gekomen en waardoor in het Zaansche en Waterlandsche circa 13,000 H.A. zijn overstroomd, afge wend kunnen worden? Ja, als de dijken hoo- ger geweest waren. Waren onderhoud en beheer dan niet vol doende? Zijn er schuldigen? Ik meen dat het niet mogelijk is daarop een beslist ant woord te geven. De IJ- en Zuiderzeedijken tusschen den afsluitdam bij Schel lingwoude en den Westfrieschen omringdijk zijn in ge woon onderhoud bij de reeds genoemde Aangrenzende polders en bij de dijkplichtigen van den Keukendijk en den Schardam. Daar echter het bezwijken van een enkel gedeelte het geheele daarachter liggende land in ge vaar brengt, is in 1845 opgericht de „Veree- niging van den Noorder IJ- en Zeedijk", om vattend nagenoeg alle landen ten zuiden van de Zijpe en WeStfriesiand beneden t l A P. gelegen, die zorg draagt voor het buiten gewoon onderhoud der zeeweringen, waartoe dijkverhooging en dijkverzwaring behooren, en waartoe die landen in een vaste verhouding bijdragen, o. a. Waterland voor 45 en de Zeevang 16.57 percent Gaan de kos ten zekere som te boven, dan eerst dragen ook de groote drooggemaakte meten bijzoo noodig geven de provincie en het rijk dan nog subsidiën. Het toezicht op den geheelen dijk is opgedragen aan''een college van 15 hoofdingelanden, dat zijn zetel te Monniken dam heeft. Er is gezegd, maar ik heb het niet in offi cieele stukken of andere gedrukte stukken kunnen vinden, dat in den laatsten tijd ge waarschuwd is voor de te geringe hoogte van sommige vakken van den Waterlandschen Zeedijk. Maar er is in de laatste jaren voor een vrij groot bedrag aan dien dijk verwerkt, grootendeels aan verhooging van te lage vak ken, in 1914 nog voor ongeveer 60.000. Verhoogingen echter tot f 3.45 N.A.P. en er is nu gebleken, dat een grootere hoogte noodzakelijk is. Men bedenke evenwel, dat waterstanden als nu zijn voorgekomen langs dezen dijk, alle voorafgaande hebben overtroffen en dat de Waterlandsche Zeedijk bijna een eeuw aan alle hooge stormvloeden voldoende weer stand had geboden. Ook de dijk van den Anna Paulow- n a p o 1 d e r in het noorden van Noord- Holland is bij van Ewijksluis ingebroken, waardoor het oostelijk deel van dezen groo- ten polder, n.l. tot den spoorweg naar den Helder, waarin men de duikers en bruggen gestopt heeft, is overstroomd. De gronden van dezen polder liggen 0.60 tot 1.20 N.A.P. Gevaar voor uitbreiding der over strooming is hier niet, daar het water door de dijken der achtergelegen bedijkingen de Wieringerwaard, de Zijpe en het Koegras die zelve eenmaal zeedijken waren en dus hoog en zwaar genoeg zijn, wordt gekeerd" Naar aanleiding van het verslag der Prov. Staten wil de heer F. M. Visser trach ten een paar punten recht te- zetten. Hij schrijft in het Elandelsblad a. Mr. Kappeyne zegt, dat het plan-Visser wel niét zoo oud is als de weg naar Rome, maar dat het in geen geval een trouvaille is, aangezien men het plan van den heer Visser al vindt in het boek van jhr. mr. Schorer, die in 1895 over de profielen in Noord-Holland een werk uitgaf. Deze uitspraak is niet juist; ik heb in mijn artikel van 20 Januari 1916 uitdrukkelijk het plan-Schorer vermeld en ook op de daarbij behoorende kaart aangegeven. Die kaart raadplegende, kan een ieder zien: lo. dat de nu ongeveer gereed zijnde nood- waterkeering langs Schinkeldijk, Wormerdijk en Neckerweg geheel loopt langs de door jhr. Schorer aangegeven lijn 2o. dat de volgens 't provinr'aal plan nog af te werken noodwaterkeering langs den spoordijk slechts op zeer geringen afstand loopt van de lijn aangegeven door jhr. Scho rer; 3o. dat de noodwaterkeering volgens mijn plan ongeveer 8 K.M. verwijderd ligt van de lijn van jhr. Schorer en van een totaal ander idee uitgaat. Er is dus geen sprake van, dat mijn plan in het boek van jhr. Schorer te vinden is. Noch de Commissaris der Koningin, noch de hoofdingenieur hebben mijn p an ooit een oud plan genoemd en beiden hebben het sympathiek genoemd als een blijvende water- keering. Dat het idee noodwaterkeering of tweede waterkeering al oud is, en misschien wel „even antiek als de weg naar Rome", spreekt van zelf en is een ieder, die maar iets aan de studie van het polderwezen doet, bekend* b. Mr. Kappeyne zegt: „In 1895 schreef de heer Schorer, dat alles in orde was...." enz. Ik meen. dat een nalezing van bladz. 63 laatste alinea en van bladz. 64 een dergelijke conclusie niet geheel wettigt. Het is de groote verdienste van den vroe- geren Commissaris der Koningin geweest, dat hij in verband met den hoogen vlped in Dec. 1894 een reeks werkzaamheden heeft be schreven, die z. i. noodig waren om een eventueele doorbraak te voorkomen of al thans in hare gevolgen te beperken. Het is wel zeer te betreuren, dat daarean en door Prov. Staten en door de polderbesturen zelf zoo weinig aandacht is geschorken. Anders toch bijv. zou de dringende raad van jhr. Schorer om de tweede waterkeering in West- Friesland langs den Langere.sdijk vooral door te trekken niet beantwoord kunnen zijn met het wegnemen van de sluisdeuren in de keersluis in dien dijk aan het Mallegat, waar door de waarde der 2e waterkeering nog sterk verminderde. Een der vele andere voor gestelde verbeteringen bestond in het dem pen van het voor den Waterlandschen dijk zoo gevaarlijke Kinselmeer, dat evenmin uit gevoerd is. Er zij echter dadelijk aan toegevoegd om iedere verkeerde gevolgtrekking te voorko men, dat de uitvoering van jhr. Schorer's plannen aan de nu plaats gehad hebbende ramp niets veranderd zou hebben, en dat bij vroegere uitvoering van zijn tweede water keering 'de overstrooming zich tot precies de zelfde grens zou hebben uitgestrekt als nu. Alleen zouden dan de daarachter liggende in gelanden gerust kunnen zijn en geen kosten hebben behoeven te maken. Als een zeldzaamheid kan worden ge meld, dat mejuffrouw de weduwe P. Mulder, geb. Dekker, thans voor de tweede maal voor den watervloed heeft moeten vluchten. Mejuffrouw MulderDekker is geboren te Broek in Waterland in 1824 en werd als kind van een jaar met haar ouders naar Am sterdam meegenomen, wegens den waters nood. Zij woonde nu als weduwe 38 jaar bij haar zoon C. Mulder, die ook weder zijn wo ning moest veriaten, de oude moeder van 92 jaar met zich medenemend. (Tel.) De eigenaren van ondergeloopen lande rijen en woningen te Oldelamer (Fr.) hebben besloten de schade per H. A. om te slaan. Elk huis, waarin het boeren- of ander bedrijf wordt uitgeoefend, wordt gelijkgesteld met 10 H. A. grond. In "Friesland zakt het water langzaam. De lders te Nije- en Oldelamer komen weer in et bezit van den Sintelweg, die grootendeels weer droog ligt, zoodat langs dien weg weer passage te voet mogelijk is. De verlaten wo ningen zijn voor eert deel weer door de be woners betrokken. De Immerhompolder is thans geheel droog. De bodem blijkt overdekt te zijn met een grijze kleilaag. Het gevaar voor door braak te Andijk wordt als geweken, be schouwd Hier is sedert den storm met lof waardige energie gewerkt en heel de omtrek heeft krachtig hup getoond door het aanvoe ren van alle beschikbare puin. Onder de lei ders komt bijzondere lof toe aan den heer S. Prins, burgemeester van Grootebroek, die als krachtige persoonlijkheid zich overal gelden liet. Het voornaamste werk is nu nog aan de glooiing, waar een 20 steenzetters van Petten met hun blokken of hijschtoestellen aan t werk zijnmet hun helpers 60' man, die zelfs 's Zondags doorwerken. Men was zoo geluk kig de noodige besalt in ruimen voorraad en spoedig aan te krijgen, zoodat met kracht wordt voortgewerkt. (Hbld.) Na de gift 5000 francs, welke de Belgi sche gezant te 's-Gravenhage reeds als een persoonlijke gave van Koning Albert had ter hand gesteld aan den Minister van Buiten- landsche Zaken, heeft baron Fallon, thans namens de Belgische Regeering een gift van 10.000 francs geschonken ten bate van hen, die door den watersnood zoo zwaar zijn ge troffen. l>e Burgemeester van ilkma ar brengt ter kennis van belangheb benden, dat de nrikeering der ver goedingen, loopende over bet tijdvak van 20 Jannarl tot en met 5 Febrn- arl, zal plaats hebben ten Stadhnize op Maandag 7 Februari a.s., voor zooveel de L A ST b W E K en den LANDSTÖBM betreft van 10—11 unr en voor zooveel de HILIT1E aangaat van 1112 unr. Alkmaar, 3 Februari 1916. De Burgemeester voornoemd, G. RIPPING. GEVONDEN VOORWERPEN. Een R.C. kerkboekje; een gouden zegelring; een zilveren broche; een mes; een gele hond; een passer; een koralen taschje inh. rozen krans; een gouden broche; een paar glacé handschoeneneen paar witte handschoenen een schuif ladder; een leerboek; een porte- monnaie met eenig geld; een dames-rijwiel en twee brillen. Alkmaar, 3 Februari 1916. De Commissaris van Politie, W. Th. VAN GRIETHUIJSEN. De gezanten te 's-Gravenhage der Re publieken Argentinië en Columbia hebben na mens en in opdracht hunner Regeeringen den Minister van Buitenlandsche Zaken doen blij ken van sympathie in verband met'den waters nood. Bij den penningmeester van de algemeene vereenigde commissie ter leniging van ram pen door watersnood in Nederland is totaal ingekomen 1.331.467.86. BINNENLAND. DE „PRINSES JULIANA". Een passagier van de „Prinses Juliana" verklaart, aat onder de passagiers zich een aantal Fransche nonnen bevonden. De ont- piotiing was vreeselijk; een groot deel van uen vloer van den salon werd uiteengerukt. Mannelijke passagiers hielpen de bemanning om aan de vrouwelijke passagiers reddings gordels te verstrekken. De booten werden neergelaten ten einde voor gebruik gereed te zijn, maar zij waren niet noodig. De zee was gelukkig zeer kalm en weldra kwam een schip langszij, waarop alle passagiers wer den overgebracht. Kapitein en bemanning bleven op het schip, dat langzaam zinkende was, toen we het verlieten. De Belgische minister van justitie, een der passagiers, zeide dat ieder zoo kalm was, dat men nauwelijks kon begrijpen was ge beurd was. De Engelschen behandelden het geheele geval als een groote grap. Zij zongen l'ipptrary" en lachten en schertsten met de vrouwen cm die gerust te steden. In het al gemeen was er geen gevaar, en het werk om ons over te brengen nam slechts tien minuten in beslag. DOOR EEN ONDERZEEëR AANGEVALLEN. Naar wij vernemen, rapporteert de inge komen Nederlandsche rrtotorboot „Artemis", dat deze door een Duitschen onderzeeër zou zijn beschoten en hierdoor lek is geworden. Vier man van den onderzeeër zouden zich aan boord hebben begeven en van den gezag voerder hebben verlangd, dat hij de lichten doofde. Bij de nadering van twee torpedoja gers zouden de Duitschers zijn afgetrokken. HET DUITSCHE UITVOERVERBOD VAN IJZER. De Nederlandsche Kamer van Koophandel voor Duitschland, genaamd Eerste Neder landsche Koopmansgilde, te Dusseidorp, heeft naar ue N. Rott. Ct. verneemt be sloten, de aangelegenheid van uen uitvoer van staalijzer ter hand te nemen en tot den Rijkskanselier het verzoek te richten, de con tracten die vóór 8 Januari zijn gesloten, tot cje oude prijzen uit te voeren. DE EERE-RAAD. Men herinnert zich, dat de heer Holdert verzocht een Eereraad te vormen die een on derzoek zou instellen naar deikwesties aan het dagblad „De Telegraaf" gerezen. Van dien Eereraad is toen niets gekomen omdat de heeren Boissevain en Nijgh niet op het voorstel ingingen. In een artikeltje in „de Telegraaf' wordt er nu op gewezen, dat er geen betere Eere raad kan samengesteld worden dan de recht bank nu zal zijn. Het blad is er verheugd over, dat huiszoekingen zijn gedaan Nu zal zegt het blad door een geheel onpartij dig lichaam openbaring van zaken gegeven worden, zoodat de lasterpraatjes tot de. ware verhoudingen teruggebracht kunnen worden. HET CONFLICT BIJ „DE TELEGRAAF" Men zendt ons het volgende: Dinsdagavond j 1. heeft in „Krasnapolsky" te Amsterdam andermaal een buitengewone spoedeischende ledenvergadering der jouma- listen-vereeniging „De Amsterdamsche Rers" plaats gehad, welke vergadering opnieuw ge- i

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1916 | | pagina 1