DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. im ZATERDAG! 5 FEBRUARI No. 30 Hondord en achttiende Jaargang. Stonnementspriis per 3 manden 11.—, fr. p. post f 1.25. Advertentieprijs 10 et. p. repl, groote letters naar plaatsruimte. Brieven fr. N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v.k. HERffls. COSIER 4 ZOON, ïoordam C 9. leletnr. 3 ALKMAAR, 5 Februari. Terwijl ;:an den eenen kant wordt veron dersteld, dat het voorloopig in het Westen nog wel stil zal blijven en dat het volop voorjaar zal moeten worden, voordat het tot belangrijke krijgsbedrijven, komt, terwijl een Japansch officier, die verbonden is geweest aan het hoofdkwartier der entente in Vlaan deren heeft voorspeld, dat de geallieerden een overweldigende overwinning zullen behalen, maar niet voor het eind van dit jaar, wordt aan den anderen kant verzekerd, dat een ac tie van beteekenis dicht voor de deur staat. Vliegers der geallieerden moeten hebben waargenomen, dat een aanzienlijk deel van de Duitsche reserve verlegd is van het front tegenover Neuville en Atrecht naar Lens en Armentières, dus dichter bij de Fransch-Bel- gische grens. L>e Duilsche artillerie ontwik kelt hntr een groote acti viteit, maar die der Engelschen en Fransehen beantwoordt voortdurend hd vuur. Met Fransche bericht, waaraan w." deze gegevens ontleenen, zegt, dat.de Duitschers laags een breed front een nieuwe zeer groot;, opgezette onderneming .voorbereiden. Overigens komt er van de oorlogstoonee- len geen nieuws. Alleen gaan de Oostenrij kers geleidelijk door Albanië te bezetten, zonder daarvan veel ophef te maken. Hun voorhoede heeft nu al de Schmi-rivier bereikt, welke op 20 K.M. van Durazzo stroomt, ter wijl ook Valona steeds dichter wordt gena derd, welke plaats de Italianen willen verde digen. Een groep Oostenrijksche kruisers heeft eenige stations (Ortona en San Vito) aan de Italiaansche Oostkust beschoten. De Italiaan- sche vloot heeft het optreden van de vijande lijke schepen niet kunnen beletten, waaruit blijkt, dat de wijzigingen, welke er in den toestand aan.de OosWcust der Adriatische Zee hebben plaats gehad, hun invloed reeds doen gelden. Van Duitsche zijde is hans het verlies van de Zeppelin L 19 toegegeven. Engelsche ma rine-vaartuigen zijn er nog op uit geweest, maar hebben niets gevonden. Het Daily News betoogt, dat het verlies van een Zeppelin ongetwijfeld een grootere vreugde bij het Engelsche publiek wekt dan het verlies van een Duitsch slagschip zou kunnen veroorzaken. De kosten van een Zep pelin zoowel aan materieele waarde als aan manschappen mogen dan geringer zijn dan die van een slagschip, de Zeppelins werken veel krachtiger op de verbeelding van den thuis gebleven Britschen burger dan eenig vijandelijk oorlogsschip, en er zijn redenen om te gelooven. dat een Duitsch oorlogsschip nauwelijks in de gedachten van een Engelsch- man voorkomt, zegt het blad fijntjes. Het Engelsche ministerie varr oorlog geeft de materieele schade door de Zeppelins te weeggebracht aldus op: Belangrijke schade werd toegebracht aan drie brouwerijen, drie spoorwegloodsen, een locomotiefloods, een buizenfabriek, een lampenfabriek, een smede rij. Lichtere schade, zooals het breken van ruiten en deuren, werd toegebracht ia een munitiefabriek, in ijzerfabrieken in twee plaatsen, in een kranenfabriek, een zadelma kerij, een spoorweg-graanloods, een kolen mijn, een pompstation. Geen dokken, geen graanschuren, munitiefabrieken of industri- eele inrichtingen van welken aard ook, behal ve de bovengenoemde, kregen eenige schade, zegt het communiqué. De geheimzinnigheid, welke de Appam en de Möwe omhuldde, is nog steeds niet weg genomen. Van de schepelingen van het Duit sche schip droegen,.volgens nadere berichten, velen den naam Möwe op hun mutsen, maar voorts waren er nog wel een half dozijn an dere namen te lezen op de mutsen der overige matrozen, terwijl op een plaat aan boord de naam Ponga gegraveerd was. De Amerikaansche regeering heeft inmid dels uitgemaakt, dat het geval der Appam moet worden beslist overeenkomstig 't Prui- sisch-Amerikaansch verdrag. Overigens schij nen de betrekkingen tusschen Amerika en Duitschland zeer gespannen. De Duitsche ge zant Bernstorff heeft den minister Lansing tie jongste nota over het Lusitania-geval over handigd. De Amerikaansche pers verklaart reed's, dat Duitschland weigert toe te stem men in den Amerjkaanschen eisch om de ver nietiging van de Lustitania af te keuren, dat de beslissing nabij en het afbreken der betrek kingen onvermijdelijk is. De kalme heer Wolff van het Tagebiatt eindigt een eenigszins alar- raeerend artikel aldus: „De rijkskanselier kan twee wegen inslaan en moet het voor- en na deel dat zij brengen wikken en wegen. Het Duitsche volk wil en moet den oorlog door een overwinnmg beëindigen en is bereid steeds nieuwe offers te brengen, doch heeft het recht te eischen, dat ailes wat tot bespoe diging kan bijdragen, geschiedt; alles wat tot vertraging leidt zonder dat daardoor drin gende noodzaak bestaat, moet achterwege blijven. De rijkskanselier zai zich niet op een dwaalspoor laten brengen door praatjes als zou Amerika een onbeteekende vijand zijn, noch zal hij gelooven dat het afbreken der diplomatieke betrekkingen geen ernstig oor logsgevaar meebrengt. Hij zal ook acht moe ten siaan op de uitwerking die een en ander op de neutralen zou hebben. Thans moet, in dien een beslissende stap wordt gedaan, alles, tot het laatste punt toe, kalm en zonder harts tocht worden overwogen, vooral ook-waar toe. deze stap ons wel kan voeren." Eigenaardig is het, dat president Wilson in zijn laatste toespraak te Kansas juist weer de Engelsche blokkade op den voorgrond heeft geschoven en gezegd, dat de Amerika nen het recht hadden, aan vreedzame bevol kingen voedsel te zenden, wanneer en waar de oorlogsomstandigheden dit volgens de gewone bepalingen van het volkenrecht mo gelijk maakte, en om hen tevoorzien met ka toen, opdat zij zich kunnen kleeden, en om Amerikaansche fabrikaten naar hen te vervoe ren. Volgens een Times-correspondent heeft de Holland-Amerika-lijn rijnschepen aangekocht, teneinde Duitschland in verbinding te stellen met onzijdige 'anden, meer in het bijzonder met Amerika. De Times-correspondent te Washington verklaart, dat men de toespraken van den rondreizenden Amerikaanschen president moet beschouwen van het standpunt van dt binnenlandsche politiek, zij zijn geen voor boden van crises met Engeland of Duitsch land. In elk geval Duitschland schijnt den on derzeeërs-oorlog niet te willen weigeren. In het feit, dat deze thans een jaar is gevoerd vindt de Köln. Ztg. aanleiding te schrijven dat de eerstvolgende dagen de wereld het sterkste bewijs zullen leveren, dat beëindi ging van den onderzeeërsoorlog onmogelijk is. Men heeft verleden jaar soortgelijke verkla ringen afgelegd en de uitkonisten hebben daaraan niet precies beantwoord, zoodat deze aankondiging wel met het noodig» sceptisis ine zai worden gelezen. Toevallig is het ir. tusschen wel, dat juist vanmorgen wordt me degedeeld, dat een Duitsche onderzeeër op 31 Januari en l Februari in den Theetnsmond een Engelsch gewapend patrouille-vaartuig benevens een Belgische en drie Engelsche voor de bewakingsdiensten ingerichte traw Iers in den grond geboord heeft. Tenslotte zij aangeteekend, dat Rusland met het oog op zijn veestapel, genoodzaakt is geweest twee vleeschlooze dagen per week in te voeren en dat ook de vleeschrantsoenen voor de soldaten beperkt zijn moeten worden Uit W i er i n ger w a ar d. Gelukkig kunnen we thans melding maken, dat de wa termachine Donderdagmiddag is begonnen te malen. De waterstand was thans 2.04 bene den A.P. In normale tijden begint men met een stand van 2 M. 40 te maien, zoodat het peil reeds 36 c.M. daarboven was. De ver hooging bij den uitloop der machine is voor loopig in zooverre in orde gebracht, dat men thans mot beide machines 't water kan ver werken. Binnen enkele dagen zullen we dus wel van het overtollige water bevrijd'zijn. Van uit Anna-Paulowna worden nog steeds wagenladingen hooi en stroo, alsmede landbouwwerktuigen enz. in onze gemeente binnengebracht. Men durft dit niet in de hui zen te laten, omreden men nog steeds be vreesd is, dat sommige huizen in elkander zullen storten. De hevige zuidenwind deed den water stand te Durgerdam gisteren weer 15 c.M zakken Ook bij Landsmeer en Oostzaan blijft het water zakken. Het plan bestaat om te O o s t z a a n het onderwijs weer te doen aanvangen. Van den Overtoom tot 't school gebouw zal een brug geslagen worden om het den leerlingen mogelijk te maken de school te bereiken. Uit Purmeread. De noodwaterkee- ring bij Purmerend is bijna gereed, zoodat door deskundigen wordt gehoopt in de vol gende week te kunnen aanvangen met de uit- maling van het zuidelijk gedeelte der stad en de achter de Spoordijk, tusschen de Sluis en de Spoorbrug, gelegen landerijen, uitmaken de een klein deel van den Zuiderpolder. In middels is het water aanmerkelijk gezakt, zoodat men weer zonuer vaartuig van de Ju- lianastraat in de oude stad kan komen. De kosten van de gemaak e kistdammen, het on derhoud en de bemaling blijken belangrijk hooger te zijn dan aanvankelijk werd ge raamd. In de gistervoaud gehouden raadsver gadering werd beslote.i daarvoor een tijdelij ke geld leening van üO.OOO aan te gaan, waarvan door de melkfabriek „Hollandia" werd toegezegd 10.000, terwijl van de pro vincie, de belanghebbende polderbesturen en de eigenaren van betreken landerijen zal gevraagd worden een deel der kosten te dra gen. Waar de door de gemeente Purmerend gemaakte werken aans uiten aan die der pro vincie en de provincie is ontheven van het leggen van de voorgekomen kistdam door tiet bebouwde gedeelte van Purmerend, meent de gemeenteraad dat c een belangrijke fi- nanticele steun van de provincie kan .worden gerekend. In totaal werd door den penningmeester van de Algemeene Véreenigde Commissie ter Leniging van Rampen door Watersnood een bedrag van 1,415,444,20^ verantwoord. Inzake het plan-Visser is het volgende adres verzonden: De Raad der gemeente Broek in Water land; Kennis genomen hebbende van hét zooge naamde „plan-Visser" om door het maken van een afsluitdijk een gedeelte van Noord- Holland te isoleer en; Overwegende, dat dit plan het noodlottige gevolg zal hebben I. dat de Vaart bij het Broeker schouw zou worden afgesloten, waardoor: a. de eenige binnenlandsche verbinding met den Waterlandschen dijk wordt verbro ken, zoodat het vervoer van materialen, die voor de herstelling van dien dijk noodig zijn, niet anders kan geschieden dan over de Zui derzee, hetgeen bij lagen waterstand en on- gunstigen wind niet mogelijk is, zoodat de volledige herstelling van den Waterlandschen dijk, die toch al acht maanden zal duren naar van bevoegde zijde is opgemerkt, daar door belangrijk zal worden vertraagd; b. de in het betrokken gebied gelegen pol ders en meren ernstig worden belemmerd in het vervoeren van materialen, die voor her stelling en verzwaring hunner dijken noodig rijn, omdat.de eenige daarvoor in aanmer king komende waterweg dan voor hen on bruikbaar is; c. de eenige communicatie met Amsterdam Purmerend enz., welke in afzienbaren tijd bruikbaar zal zijn, te weten de waterweg langs de Broeker vaart en hte Noord Hol- landsch kanaal, voor de gemeente Broek in Waterland en alle naburige gemeenten on bruikbaar zal worden zoodat niet alleen h'et verkeer, doch ook landbouw, veeteelt en han del worden vernietigd; II. dat door den géprojecteerden dijk de waterstand in onze toch reeds zoo zwaar ge I teisterde gemeente belangrijk hooger zal orden, waardoor bij N.-W wind de gebou wen, die nu nog gespaard zijn gebleven, zon der twijfel verwoest zullen worden Protesteert ten krachtigste tegen de uitvoe ring van het genoemde „plan-Visser" en ver zoekt U E.G.A. met alle geoorloofde midde len de uitvoering van dit plan te willen te genhouden. BINNENLAND. TWEEDE KAMER. De beraadslagingen over de bestendiging van den staat van beleg werden gisteren her vat. De heer Juten (r. k., Bergen op Zooim) achtte de klachten over misbruik van den staat an beleg, waardoor rustige burgers in hun be drijf gehinderd worden, in geen opzicht over dreven. Spr. voerde daarvoor voorbeelden aan en klaagde verder over de behandeling van de gezinnen der landweermannen. Hij wilde een algemeene commissie, welke degenen, die grie ven hebben, zou hooren. De heer S a s s e v. IJ s s e 11 (r. k's Her togenbosch)' meende, d'at de wet van 1899 geen rekenng heeft kunnen houden met om standigheden, welke wij nu beleven en die van zoo langdurigen aard zijn. Den staat van be leg vond spr. een paardemiddel. Bovendien wordt hij niet op» oordeelkundige, bezadigde wijze, toegepast. Registratie van het vee ware beter geweest, om den uitvoer te beleten. Het militaire gezag maakt ook allerlei zonderlin ge verordeningen. Spr. vroeg, waarom de wet van 1899 niet gewijzigd is. Na de pauze beklaagden de heeren Spiek man (S. D. A. P.), A 1 b a r d a (S. D. A. P.) en V a n V 1 i e t ook nog over de toepas sing van de wetten op den staat van oorlog en btleg. De M n i s t e r antwoordde. Daarna werden de wetten aangenomen. Na de pauze werdb esloten,op voorstel van den voorzitter, op de agenda te plaatsen vóél de eedswet: twee suppletoire landbouwbe- grootingen, n. 1. die wegens melkvoorziening en die wegens bestrijding van het mond- en klauwzeer. Voortgezet werd daarna de behandeling van de motie-Mendels omtrent verhooging van de vergoedmgbedragen voor de gezinnen der gemobiliseerden. De heej H e e r e s (U. L.) vond ook genoeg aanleiding tot verhooging van de vergoeding. Het doel van de vergoeding moet zijn de ge zinnen zooveel mogelijk op hetzelfde econo mische peil te houden. Spr. zou voor de motie stemmen. De heer Van W ij n b e r g e n (R. K.) zou ook voorstemmen, omdat etr inderdaad red'en tot verhooging is. Het systeem van de wet tot vergoeding moet royaal worden toegepast. De MinistervanOorlog vond in de motie geen bezwaar, waarna ze zonder hooge- re stemmen wordt aangenomen. HET GEBEURDE MET DE „ARTEMIS". Het Handelsblad sluit zich geheel aan bij wat de „N. R. Crt." gezegd heeft over de wij ze van behandeling van de „Artemis" Zij is zegt'het blad in strijd met elk recht en een oorlogsdaad tegen een Nedcrlandsch han delsschip. Onze zeelieden, die zich strikt hiel den aan alle hun opgelegde verplichtingen, zijn met dood1 en ondergang bedreigd en het is waarlijk niet aan de Duitsche marine-offi cieren te danken, dat de bemanning er het le ven heeft afgebracht en het schip bdiouden i6. „N. R. C." vraagt om spoedige en afdoen de opheldering". Wij meenen, dat wij om nog iets meer mogen vragen. Reeds na de „Kat wijk-ramp hebben "wij gezegd, -dateen vriende lijke verontschuldiging over wat geschied was niet voldoende was. Wij mogen vragen, dat de Duitsche Regeering ons beiooft zulke in structies aan haar officieren te geven, dat een herhaling onmogelijk is. De aanval op de „Artemis" is zulk een on rechtmatige en ongemotiveerde oorlogsdaad tegen onze handelsvloot, dat wij niet twijfelen of een beleefde veronschuldiging voor .de ver gissing van den verantwoordelijken zeeoffi cier zal volgen. En als morgen een ander Duitsch zeeofficier zich opnieuw vergist, zal een neuwe verontschuldgng wor.ien aangebo den. Komen wij daarmede echter veel verder? Mr. KAPPEYNE VAN DE UOPPELLO. Men schrijft onons uit Amstei dam De verkiezing van onzen stadadvocaat, Mr. Kappeyne van de Coppello, tot lid van de Eerste Kamer, heeft hier in Amsterdam eeni- e verwondering verwekt. Hoewel Mr. Kappey ne in Amsterdam algemeen bekend staat ais een uitstekend pleiter, wist men met, dat nij werkelijke politieke ambities had. Aan de ge wone poluiek heeft Mr. Kappeyne, voor zoo ver wij weten, nooit druk geuaan. toevallig werd üij ltd van een der Lioeraie kiesvereein- gingen, toevallig werd hij in het bestuur ge kozen, toevallig werd hij aldeelingsvoorziuer, toevallig werd hij lid van de prov. blaten, en wederom zeer toevallig werd hij Ueüeputeeiue (n. 1. om de piaats van een mei-nerkozen lid open te üouuen). Inmiddels Oleei net met her- Kozen da Duiten ae tanen, en Mr. dappeyne avn .de Coppello Dieet deinaive nü vau ue uc- aeputeerae Staten, ondanks de opposite, uie ui oen Amsterdamscnen Kaaü nieei dan eens werd uitgeoeienu, Men vroeg zich u. l. ai, ot ue positie van de staasaovocaat vei eenig Daar was niet die van lid aer ueaeputeerue sunen füet College nat immers üe Gemeente Amster dam moei contrteeren). Maar üe vroegeie our- gemeester suste aan, met'in het pumiek ua- iiurüjiL 't hindert niets, Kappeyne is onze ad vocaat m net College van Ucdeputceiuen. Aanvankelijk nepen er gexuenten,' zich een verkiezing tot nd uer derate Kamer uaa laten wcigevaireii, op-ctat tnj te zijner tijd m ue ge- ïegenneio zou zijn, dien zetel graaeusenjk aan te Dienen aan uer z. g. Vrijzinnige kop stukken, me straks eventueel uit ae Kcgeermg zouuen meden. Men noetmüe zeiis namen, o.m. uien van Mr. ireuD. Achteraf Diujkt ecmer, aat hieromtrent mets is oepaald, en oat üe ie- dien der Provinciale btaien van iNoord-Hol- laud Mr. Kappeyne naar Den naag heDDen mgevaardign emtet en ai teen om zijn eigen capaciteiten. Het staat vast, dat de Eerste Kamer door Mr. Kappeyne een knap redenaar rijker is geworden. Menigeen ziet rijkhaizeud z u maidenspeech tegemoet. Maar ondanks zn groote redenaarsgave en z n heider ïnzicnt, blijft de verkiezing menigeen Devreemuen. Enkele Amsterdamsche politieke specialitei ten willen in de verkiezing van Mr. Kappey ne zelfs zien een bijzondere manoeuvre, waardoor de eventueele vorming van een z.g. compromis-Ministerie of nationale Regeering zou kunnen worden bevorderd. Want on danks het feit, dat bij het hooren van den naam Kappeyne van de Coppello de haren van elk anti-revolutionnair te berge rijzen, is het hier een publiek geheim, dat Mr. Kap peyne met tal van voorname en invloedrijke personen van de rechterzijde in vriendschap pelijke relatie staat, en dat Kappeyne en Heemskerk zelfs boezemvrienden zijn. Zoo kan het gebeuren, dat straks de twee groote vrienden, die in de politiek vijanden zijn, elkaar te lijf moeten. Want Mr. Heems kerk zal dezer dagen ook wel weer eens voor den dag komen. MINISTER TREUB. Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal zal het volgend adres verzonden worden De ondergeteekenden voelen zich gedron gen en achten zich verplicht, aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te doen weten, dat zij pijnlijk zijn getroffen en voor de toekomst van land en volk in hooge mate zijn veront rust door de aanneming op Vrijdag 28 Janu ari 1.1. van eene motie, waarvan het gevolg i3, dat Mr. Treub, Minister van Financiën, als zoodanig zijn ontslag heeft aangevraagd. Onder de tegenwoordige omstandigheden, nu de grootste economische vraagstukken on der de oogen moeten worden gezien, terwijl nog de hoogste eischen op het gebied der ge- heele politiek gesteld zullen moeten worden aan degenen, die deel uitmaken der Regee ring, achten zij het in hooge mate betreurens waardig indien Mr. Treub ais Minister zal aftreden. Zij dringen er op aan toch niet te vergeten, dat hij mede een der mannen is geweest, die in de Augustus-dagen van 1914 ons het ver trouwen hebben gegeven, dat het landsbelang in krachtige handen was en dat het voor een veilige toekomst noodzakelijk zal zijn, dat de personen, die ons toen dat vertrouwen heb ben gegeven, gedurende de huidige wereld crisis gehandhaafd blijven. Zij zijn overtuigd, dat Nederland thans de zen man van energie en werkkracht niet kón missen en stellen er prijs op van deze hunne overtuiging aan de Tweede Kamer der Sta ten-Generaal te doen blijken. Het adres is onderteekend door de eerste gro'ot-industrieelen van ons land. Eerste on derteekenaar is de heer Van Aalst, President van de Ned. Handelsmaatschappij. Gaarne zullen meerdere handteekeningen ontvangen worden door den heer J. B. A. Jonckheer, Prins Hendrikkade 159, te Amsterdam. PROVINCIALE STATEN. Mr. Th. Stuart, lid van de Prov. Staten voor Amsterdam I, zal zich niet bij de verkie zingen herkiesbaar stellen. HOFBERICHT. Z. K. H. Prins Hendrik bezocht gisteren het Kon. Paleis te Amsterdam en presideerde des middags, ten huize van dr. Mijnlieff, een ■vergadering van het Dag. Bestuur van het „Oranjekruis". DE TELEGRAAF-KWESTIE. Het lust het Handelsblad niet over de Tele graafkwestie veel te schrijven doch op twee punten, waarbij ons blad zijdelings betrok ken is, moeten wij toch even wijzen. Ten eerste dan, dat volgens een gisteren openbaar gemaakte verklaring van den hoofd redacteur van de Telegraaf zelf de Duitsche „Legationsrate", die met den heer Simons in Nederland kwamen, proposities aan de Tele graaf hebben gemaakt. De hoofdredacteur van de Telegraaf richtte eenige scheldwoor dentot ons, wijl hij een dergelijke mededeeling uit het eerste communipué van de Amsterdam- sche Pers overnamen en daarop eenig com mentaar maakte. Ten tweede, dat de Engelschman Lang, volgens een hscijrven van den hoofdredacteur van. de Telegraaf aan onze regeering, tot 't „anti-smokkelbureau" behoorde. Toen een on zer verslaggevers in het bericht over de huis zoeking bij 't anti-smokkelbureau den naam van Lang aan dat bureau koppelde, publi ceerde de hoofdredacteur van De Telegraaf een tegenspraak en verhond daarmede een aanval op ons „fatsoen daar wij zulk een on juistheid publiceerden. Wij wijzen er niet op om te toonen, dat de hoofdredacteur van De Telegraaf bewust on juistheden zegt. Dat heeft geen nut meer. Evenmin om aan te toonen, dat de scheld woorden van De Telegraaf aan ons adres on billijk waren, het is geen beeediging meer door Jen hoofdredacteur van de Telegraaf uit gescholden te worden. Maar als psychisch verschijnsel is deze hoofdredacteur toch een merkwaardigheid en moet hij onzen lezers toch eennig belang in boezemen Zijn systeem schijnt te zijn den aan val, die een verdediging moet zijn, tot in het uiterste vol.te houden, en uit te schelden voor leugenaar en karakterlooze, ieder, die iets in strijd met zijn belang zegt oi doet. Want al den tijd, dat de heer Schroder links en rechts de menschen uitschold, moet hij geweten heb ben wat wij nu weten. In welk een wereld van leugen, bedrog en haat heeft die hoofdredacteur een leidende rol gespeeld! SPEENHOFF. De polemiek in „De Tijd" over het bijwo nen der militairen van een voorstelling eener operette in den circus Carré heeft ook den heer Speenhoff naar voren gebracht, die als Katholiek heeft beloofd zorgvuldiger te zijn in de keus van zijn liedjes. Volgens een verslag in de „Nieuwe Haarl. Gt." verklaarde de heer Speenhoff o. a.„dat hij zichzelf en zijn kunst, voor een luttel be drag gelds, om der wille van zijn huisgezin, verkocht heeft aan „Variété's", welke hem op drongen de meest schunnige liedjes te fabri- ceeren, in het bijzonder met zijn toenmaligen compagnon, Nap de la Mar". En: diep be treurt, dat hij zijn eigen naam en dien zijner kinderen op die wijze bezoedeld heeft". Verder, dat: „het zoo# beruchte „7ijn Edel- Acbtbare" niet van hem (Speenhoff) is, maar van denzelfden Nap de la Mar, met wien hij in den laatsten tijd alle relatie verbroken heeft", enz. enz. In een brief aan „De Tijd" zegt de heer De la Mar, dat hij niet zijn liedjes aan zijn ou den vriend Sj>eenhoff opdrong. De heer De la Mar vraagt he mop den man af eerlijk te verklaren of hij nooit, vóór het compagnon schap. liedjes van meisjes en jongens en de liefde gezongen heeft. De la Mar vindt het jammer, dat Speenhoff nu ziin kunst den modder intrapt door te verklaren, dat hij ze

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1916 | | pagina 1