DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
im
ZATERDAG! 5 FEBRUARI
No. 30
Hondord en achttiende Jaargang.
Stonnementspriis per 3 manden 11.—, fr. p. post f 1.25. Advertentieprijs 10 et. p. repl, groote letters naar plaatsruimte. Brieven fr. N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v.k. HERffls. COSIER 4 ZOON, ïoordam C 9. leletnr. 3
ALKMAAR, 5 Februari.
Terwijl ;:an den eenen kant wordt veron
dersteld, dat het voorloopig in het Westen
nog wel stil zal blijven en dat het volop
voorjaar zal moeten worden, voordat het tot
belangrijke krijgsbedrijven, komt, terwijl een
Japansch officier, die verbonden is geweest
aan het hoofdkwartier der entente in Vlaan
deren heeft voorspeld, dat de geallieerden een
overweldigende overwinning zullen behalen,
maar niet voor het eind van dit jaar, wordt
aan den anderen kant verzekerd, dat een ac
tie van beteekenis dicht voor de deur staat.
Vliegers der geallieerden moeten hebben
waargenomen, dat een aanzienlijk deel van
de Duitsche reserve verlegd is van het front
tegenover Neuville en Atrecht naar Lens en
Armentières, dus dichter bij de Fransch-Bel-
gische grens. L>e Duilsche artillerie ontwik
kelt hntr een groote acti viteit, maar die der
Engelschen en Fransehen beantwoordt
voortdurend hd vuur. Met Fransche bericht,
waaraan w." deze gegevens ontleenen, zegt,
dat.de Duitschers laags een breed front een
nieuwe zeer groot;, opgezette onderneming
.voorbereiden.
Overigens komt er van de oorlogstoonee-
len geen nieuws. Alleen gaan de Oostenrij
kers geleidelijk door Albanië te bezetten,
zonder daarvan veel ophef te maken. Hun
voorhoede heeft nu al de Schmi-rivier bereikt,
welke op 20 K.M. van Durazzo stroomt, ter
wijl ook Valona steeds dichter wordt gena
derd, welke plaats de Italianen willen verde
digen.
Een groep Oostenrijksche kruisers heeft
eenige stations (Ortona en San Vito) aan de
Italiaansche Oostkust beschoten. De Italiaan-
sche vloot heeft het optreden van de vijande
lijke schepen niet kunnen beletten, waaruit
blijkt, dat de wijzigingen, welke er in den
toestand aan.de OosWcust der Adriatische Zee
hebben plaats gehad, hun invloed reeds doen
gelden.
Van Duitsche zijde is hans het verlies van
de Zeppelin L 19 toegegeven. Engelsche ma
rine-vaartuigen zijn er nog op uit geweest,
maar hebben niets gevonden.
Het Daily News betoogt, dat het verlies
van een Zeppelin ongetwijfeld een grootere
vreugde bij het Engelsche publiek wekt dan
het verlies van een Duitsch slagschip zou
kunnen veroorzaken. De kosten van een Zep
pelin zoowel aan materieele waarde als aan
manschappen mogen dan geringer zijn dan
die van een slagschip, de Zeppelins werken
veel krachtiger op de verbeelding van den
thuis gebleven Britschen burger dan eenig
vijandelijk oorlogsschip, en er zijn redenen
om te gelooven. dat een Duitsch oorlogsschip
nauwelijks in de gedachten van een Engelsch-
man voorkomt, zegt het blad fijntjes.
Het Engelsche ministerie varr oorlog geeft
de materieele schade door de Zeppelins te
weeggebracht aldus op: Belangrijke schade
werd toegebracht aan drie brouwerijen, drie
spoorwegloodsen, een locomotiefloods, een
buizenfabriek, een lampenfabriek, een smede
rij. Lichtere schade, zooals het breken van
ruiten en deuren, werd toegebracht ia een
munitiefabriek, in ijzerfabrieken in twee
plaatsen, in een kranenfabriek, een zadelma
kerij, een spoorweg-graanloods, een kolen
mijn, een pompstation. Geen dokken, geen
graanschuren, munitiefabrieken of industri-
eele inrichtingen van welken aard ook, behal
ve de bovengenoemde, kregen eenige schade,
zegt het communiqué.
De geheimzinnigheid, welke de Appam en
de Möwe omhuldde, is nog steeds niet weg
genomen. Van de schepelingen van het Duit
sche schip droegen,.volgens nadere berichten,
velen den naam Möwe op hun mutsen, maar
voorts waren er nog wel een half dozijn an
dere namen te lezen op de mutsen der overige
matrozen, terwijl op een plaat aan boord de
naam Ponga gegraveerd was.
De Amerikaansche regeering heeft inmid
dels uitgemaakt, dat het geval der Appam
moet worden beslist overeenkomstig 't Prui-
sisch-Amerikaansch verdrag. Overigens schij
nen de betrekkingen tusschen Amerika en
Duitschland zeer gespannen. De Duitsche ge
zant Bernstorff heeft den minister Lansing tie
jongste nota over het Lusitania-geval over
handigd. De Amerikaansche pers verklaart
reed's, dat Duitschland weigert toe te stem
men in den Amerjkaanschen eisch om de ver
nietiging van de Lustitania af te keuren, dat
de beslissing nabij en het afbreken der betrek
kingen onvermijdelijk is. De kalme heer Wolff
van het Tagebiatt eindigt een eenigszins alar-
raeerend artikel aldus: „De rijkskanselier kan
twee wegen inslaan en moet het voor- en na
deel dat zij brengen wikken en wegen. Het
Duitsche volk wil en moet den oorlog door
een overwinnmg beëindigen en is bereid
steeds nieuwe offers te brengen, doch heeft
het recht te eischen, dat ailes wat tot bespoe
diging kan bijdragen, geschiedt; alles wat tot
vertraging leidt zonder dat daardoor drin
gende noodzaak bestaat, moet achterwege
blijven. De rijkskanselier zai zich niet op een
dwaalspoor laten brengen door praatjes als
zou Amerika een onbeteekende vijand zijn,
noch zal hij gelooven dat het afbreken der
diplomatieke betrekkingen geen ernstig oor
logsgevaar meebrengt. Hij zal ook acht moe
ten siaan op de uitwerking die een en ander
op de neutralen zou hebben. Thans moet, in
dien een beslissende stap wordt gedaan, alles,
tot het laatste punt toe, kalm en zonder harts
tocht worden overwogen, vooral ook-waar
toe. deze stap ons wel kan voeren."
Eigenaardig is het, dat president Wilson
in zijn laatste toespraak te Kansas juist weer
de Engelsche blokkade op den voorgrond
heeft geschoven en gezegd, dat de Amerika
nen het recht hadden, aan vreedzame bevol
kingen voedsel te zenden, wanneer en waar
de oorlogsomstandigheden dit volgens de
gewone bepalingen van het volkenrecht mo
gelijk maakte, en om hen tevoorzien met ka
toen, opdat zij zich kunnen kleeden, en om
Amerikaansche fabrikaten naar hen te vervoe
ren.
Volgens een Times-correspondent heeft de
Holland-Amerika-lijn rijnschepen aangekocht,
teneinde Duitschland in verbinding te stellen
met onzijdige 'anden, meer in het bijzonder
met Amerika.
De Times-correspondent te Washington
verklaart, dat men de toespraken van den
rondreizenden Amerikaanschen president
moet beschouwen van het standpunt van dt
binnenlandsche politiek, zij zijn geen voor
boden van crises met Engeland of Duitsch
land.
In elk geval Duitschland schijnt den on
derzeeërs-oorlog niet te willen weigeren. In
het feit, dat deze thans een jaar is gevoerd
vindt de Köln. Ztg. aanleiding te schrijven
dat de eerstvolgende dagen de wereld het
sterkste bewijs zullen leveren, dat beëindi
ging van den onderzeeërsoorlog onmogelijk
is.
Men heeft verleden jaar soortgelijke verkla
ringen afgelegd en de uitkonisten hebben
daaraan niet precies beantwoord, zoodat deze
aankondiging wel met het noodig» sceptisis
ine zai worden gelezen. Toevallig is het ir.
tusschen wel, dat juist vanmorgen wordt me
degedeeld, dat een Duitsche onderzeeër op
31 Januari en l Februari in den Theetnsmond
een Engelsch gewapend patrouille-vaartuig
benevens een Belgische en drie Engelsche
voor de bewakingsdiensten ingerichte traw
Iers in den grond geboord heeft.
Tenslotte zij aangeteekend, dat Rusland
met het oog op zijn veestapel, genoodzaakt is
geweest twee vleeschlooze dagen per week
in te voeren en dat ook de vleeschrantsoenen
voor de soldaten beperkt zijn moeten worden
Uit W i er i n ger w a ar d. Gelukkig
kunnen we thans melding maken, dat de wa
termachine Donderdagmiddag is begonnen te
malen. De waterstand was thans 2.04 bene
den A.P. In normale tijden begint men met
een stand van 2 M. 40 te maien, zoodat het
peil reeds 36 c.M. daarboven was. De ver
hooging bij den uitloop der machine is voor
loopig in zooverre in orde gebracht, dat men
thans mot beide machines 't water kan ver
werken. Binnen enkele dagen zullen we dus
wel van het overtollige water bevrijd'zijn.
Van uit Anna-Paulowna worden nog
steeds wagenladingen hooi en stroo, alsmede
landbouwwerktuigen enz. in onze gemeente
binnengebracht. Men durft dit niet in de hui
zen te laten, omreden men nog steeds be
vreesd is, dat sommige huizen in elkander
zullen storten.
De hevige zuidenwind deed den water
stand te Durgerdam gisteren weer 15
c.M zakken Ook bij Landsmeer en Oostzaan
blijft het water zakken. Het plan bestaat om
te O o s t z a a n het onderwijs weer te doen
aanvangen. Van den Overtoom tot 't school
gebouw zal een brug geslagen worden om
het den leerlingen mogelijk te maken de
school te bereiken.
Uit Purmeread. De noodwaterkee-
ring bij Purmerend is bijna gereed, zoodat
door deskundigen wordt gehoopt in de vol
gende week te kunnen aanvangen met de uit-
maling van het zuidelijk gedeelte der stad en
de achter de Spoordijk, tusschen de Sluis en
de Spoorbrug, gelegen landerijen, uitmaken
de een klein deel van den Zuiderpolder. In
middels is het water aanmerkelijk gezakt,
zoodat men weer zonuer vaartuig van de Ju-
lianastraat in de oude stad kan komen. De
kosten van de gemaak e kistdammen, het on
derhoud en de bemaling blijken belangrijk
hooger te zijn dan aanvankelijk werd ge
raamd. In de gistervoaud gehouden raadsver
gadering werd beslote.i daarvoor een tijdelij
ke geld leening van üO.OOO aan te gaan,
waarvan door de melkfabriek „Hollandia"
werd toegezegd 10.000, terwijl van de pro
vincie, de belanghebbende polderbesturen en
de eigenaren van betreken landerijen zal
gevraagd worden een deel der kosten te dra
gen. Waar de door de gemeente Purmerend
gemaakte werken aans uiten aan die der pro
vincie en de provincie is ontheven van het
leggen van de voorgekomen kistdam door
tiet bebouwde gedeelte van Purmerend, meent
de gemeenteraad dat c een belangrijke fi-
nanticele steun van de provincie kan .worden
gerekend.
In totaal werd door den penningmeester
van de Algemeene Véreenigde Commissie ter
Leniging van Rampen door Watersnood een
bedrag van 1,415,444,20^ verantwoord.
Inzake het plan-Visser is het volgende
adres verzonden:
De Raad der gemeente Broek in Water
land;
Kennis genomen hebbende van hét zooge
naamde „plan-Visser" om door het maken
van een afsluitdijk een gedeelte van Noord-
Holland te isoleer en;
Overwegende, dat dit plan het noodlottige
gevolg zal hebben
I. dat de Vaart bij het Broeker schouw zou
worden afgesloten, waardoor:
a. de eenige binnenlandsche verbinding
met den Waterlandschen dijk wordt verbro
ken, zoodat het vervoer van materialen, die
voor de herstelling van dien dijk noodig zijn,
niet anders kan geschieden dan over de Zui
derzee, hetgeen bij lagen waterstand en on-
gunstigen wind niet mogelijk is, zoodat de
volledige herstelling van den Waterlandschen
dijk, die toch al acht maanden zal duren
naar van bevoegde zijde is opgemerkt, daar
door belangrijk zal worden vertraagd;
b. de in het betrokken gebied gelegen pol
ders en meren ernstig worden belemmerd in
het vervoeren van materialen, die voor her
stelling en verzwaring hunner dijken noodig
rijn, omdat.de eenige daarvoor in aanmer
king komende waterweg dan voor hen on
bruikbaar is;
c. de eenige communicatie met Amsterdam
Purmerend enz., welke in afzienbaren tijd
bruikbaar zal zijn, te weten de waterweg
langs de Broeker vaart en hte Noord Hol-
landsch kanaal, voor de gemeente Broek in
Waterland en alle naburige gemeenten on
bruikbaar zal worden zoodat niet alleen h'et
verkeer, doch ook landbouw, veeteelt en han
del worden vernietigd;
II. dat door den géprojecteerden dijk de
waterstand in onze toch reeds zoo zwaar ge I
teisterde gemeente belangrijk hooger zal
orden, waardoor bij N.-W wind de gebou
wen, die nu nog gespaard zijn gebleven, zon
der twijfel verwoest zullen worden
Protesteert ten krachtigste tegen de uitvoe
ring van het genoemde „plan-Visser" en ver
zoekt U E.G.A. met alle geoorloofde midde
len de uitvoering van dit plan te willen te
genhouden.
BINNENLAND.
TWEEDE KAMER.
De beraadslagingen over de bestendiging
van den staat van beleg werden gisteren her
vat.
De heer Juten (r. k., Bergen op Zooim)
achtte de klachten over misbruik van den staat
an beleg, waardoor rustige burgers in hun be
drijf gehinderd worden, in geen opzicht over
dreven. Spr. voerde daarvoor voorbeelden aan
en klaagde verder over de behandeling van de
gezinnen der landweermannen. Hij wilde een
algemeene commissie, welke degenen, die grie
ven hebben, zou hooren.
De heer S a s s e v. IJ s s e 11 (r. k's Her
togenbosch)' meende, d'at de wet van 1899
geen rekenng heeft kunnen houden met om
standigheden, welke wij nu beleven en die van
zoo langdurigen aard zijn. Den staat van be
leg vond spr. een paardemiddel. Bovendien
wordt hij niet op» oordeelkundige, bezadigde
wijze, toegepast. Registratie van het vee ware
beter geweest, om den uitvoer te beleten. Het
militaire gezag maakt ook allerlei zonderlin
ge verordeningen. Spr. vroeg, waarom de wet
van 1899 niet gewijzigd is.
Na de pauze beklaagden de heeren Spiek
man (S. D. A. P.), A 1 b a r d a (S. D. A.
P.) en V a n V 1 i e t ook nog over de toepas
sing van de wetten op den staat van oorlog
en btleg. De M n i s t e r antwoordde. Daarna
werden de wetten aangenomen.
Na de pauze werdb esloten,op voorstel van
den voorzitter, op de agenda te plaatsen vóél
de eedswet: twee suppletoire landbouwbe-
grootingen, n. 1. die wegens melkvoorziening
en die wegens bestrijding van het mond- en
klauwzeer.
Voortgezet werd daarna de behandeling
van de motie-Mendels omtrent verhooging
van de vergoedmgbedragen voor de gezinnen
der gemobiliseerden.
De heej H e e r e s (U. L.) vond ook genoeg
aanleiding tot verhooging van de vergoeding.
Het doel van de vergoeding moet zijn de ge
zinnen zooveel mogelijk op hetzelfde econo
mische peil te houden. Spr. zou voor de motie
stemmen.
De heer Van W ij n b e r g e n (R. K.) zou
ook voorstemmen, omdat etr inderdaad red'en
tot verhooging is. Het systeem van de wet tot
vergoeding moet royaal worden toegepast.
De MinistervanOorlog vond in de
motie geen bezwaar, waarna ze zonder hooge-
re stemmen wordt aangenomen.
HET GEBEURDE MET DE „ARTEMIS".
Het Handelsblad sluit zich geheel aan bij
wat de „N. R. Crt." gezegd heeft over de wij
ze van behandeling van de „Artemis" Zij is
zegt'het blad in strijd met elk recht en
een oorlogsdaad tegen een Nedcrlandsch han
delsschip. Onze zeelieden, die zich strikt hiel
den aan alle hun opgelegde verplichtingen,
zijn met dood1 en ondergang bedreigd en het
is waarlijk niet aan de Duitsche marine-offi
cieren te danken, dat de bemanning er het le
ven heeft afgebracht en het schip bdiouden i6.
„N. R. C." vraagt om spoedige en afdoen
de opheldering". Wij meenen, dat wij om nog
iets meer mogen vragen. Reeds na de „Kat
wijk-ramp hebben "wij gezegd, -dateen vriende
lijke verontschuldiging over wat geschied was
niet voldoende was. Wij mogen vragen, dat
de Duitsche Regeering ons beiooft zulke in
structies aan haar officieren te geven, dat een
herhaling onmogelijk is.
De aanval op de „Artemis" is zulk een on
rechtmatige en ongemotiveerde oorlogsdaad
tegen onze handelsvloot, dat wij niet twijfelen
of een beleefde veronschuldiging voor .de ver
gissing van den verantwoordelijken zeeoffi
cier zal volgen. En als morgen een ander
Duitsch zeeofficier zich opnieuw vergist, zal
een neuwe verontschuldgng wor.ien aangebo
den.
Komen wij daarmede echter veel verder?
Mr. KAPPEYNE VAN DE UOPPELLO.
Men schrijft onons uit Amstei dam
De verkiezing van onzen stadadvocaat, Mr.
Kappeyne van de Coppello, tot lid van de
Eerste Kamer, heeft hier in Amsterdam eeni-
e verwondering verwekt. Hoewel Mr. Kappey
ne in Amsterdam algemeen bekend staat ais
een uitstekend pleiter, wist men met, dat nij
werkelijke politieke ambities had. Aan de ge
wone poluiek heeft Mr. Kappeyne, voor zoo
ver wij weten, nooit druk geuaan. toevallig
werd üij ltd van een der Lioeraie kiesvereein-
gingen, toevallig werd hij in het bestuur ge
kozen, toevallig werd hij aldeelingsvoorziuer,
toevallig werd hij lid van de prov. blaten, en
wederom zeer toevallig werd hij Ueüeputeeiue
(n. 1. om de piaats van een mei-nerkozen lid
open te üouuen). Inmiddels Oleei net met her-
Kozen da Duiten ae tanen, en Mr. dappeyne
avn .de Coppello Dieet deinaive nü vau ue uc-
aeputeerae Staten, ondanks de opposite, uie
ui oen Amsterdamscnen Kaaü nieei dan eens
werd uitgeoeienu, Men vroeg zich u. l. ai, ot
ue positie van de staasaovocaat vei eenig Daar
was niet die van lid aer ueaeputeerue sunen
füet College nat immers üe Gemeente Amster
dam moei contrteeren). Maar üe vroegeie our-
gemeester suste aan, met'in het pumiek ua-
iiurüjiL 't hindert niets, Kappeyne is onze ad
vocaat m net College van Ucdeputceiuen.
Aanvankelijk nepen er gexuenten,' zich een
verkiezing tot nd uer derate Kamer uaa laten
wcigevaireii, op-ctat tnj te zijner tijd m ue ge-
ïegenneio zou zijn, dien zetel graaeusenjk
aan te Dienen aan uer z. g. Vrijzinnige kop
stukken, me straks eventueel uit ae Kcgeermg
zouuen meden. Men noetmüe zeiis namen, o.m.
uien van Mr. ireuD. Achteraf Diujkt ecmer,
aat hieromtrent mets is oepaald, en oat üe ie-
dien der Provinciale btaien van iNoord-Hol-
laud Mr. Kappeyne naar Den naag heDDen
mgevaardign emtet en ai teen om zijn eigen
capaciteiten.
Het staat vast, dat de Eerste Kamer door
Mr. Kappeyne een knap redenaar rijker is
geworden. Menigeen ziet rijkhaizeud z u
maidenspeech tegemoet. Maar ondanks zn
groote redenaarsgave en z n heider ïnzicnt,
blijft de verkiezing menigeen Devreemuen.
Enkele Amsterdamsche politieke specialitei
ten willen in de verkiezing van Mr. Kappey
ne zelfs zien een bijzondere manoeuvre,
waardoor de eventueele vorming van een z.g.
compromis-Ministerie of nationale Regeering
zou kunnen worden bevorderd. Want on
danks het feit, dat bij het hooren van den
naam Kappeyne van de Coppello de haren
van elk anti-revolutionnair te berge rijzen, is
het hier een publiek geheim, dat Mr. Kap
peyne met tal van voorname en invloedrijke
personen van de rechterzijde in vriendschap
pelijke relatie staat, en dat Kappeyne en
Heemskerk zelfs boezemvrienden zijn.
Zoo kan het gebeuren, dat straks de twee
groote vrienden, die in de politiek vijanden
zijn, elkaar te lijf moeten. Want Mr. Heems
kerk zal dezer dagen ook wel weer eens voor
den dag komen.
MINISTER TREUB.
Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
zal het volgend adres verzonden worden
De ondergeteekenden voelen zich gedron
gen en achten zich verplicht, aan de Tweede
Kamer der Staten-Generaal te doen weten, dat
zij pijnlijk zijn getroffen en voor de toekomst
van land en volk in hooge mate zijn veront
rust door de aanneming op Vrijdag 28 Janu
ari 1.1. van eene motie, waarvan het gevolg
i3, dat Mr. Treub, Minister van Financiën,
als zoodanig zijn ontslag heeft aangevraagd.
Onder de tegenwoordige omstandigheden,
nu de grootste economische vraagstukken on
der de oogen moeten worden gezien, terwijl
nog de hoogste eischen op het gebied der ge-
heele politiek gesteld zullen moeten worden
aan degenen, die deel uitmaken der Regee
ring, achten zij het in hooge mate betreurens
waardig indien Mr. Treub ais Minister zal
aftreden.
Zij dringen er op aan toch niet te vergeten,
dat hij mede een der mannen is geweest, die
in de Augustus-dagen van 1914 ons het ver
trouwen hebben gegeven, dat het landsbelang
in krachtige handen was en dat het voor een
veilige toekomst noodzakelijk zal zijn, dat de
personen, die ons toen dat vertrouwen heb
ben gegeven, gedurende de huidige wereld
crisis gehandhaafd blijven.
Zij zijn overtuigd, dat Nederland thans de
zen man van energie en werkkracht niet kón
missen en stellen er prijs op van deze hunne
overtuiging aan de Tweede Kamer der Sta
ten-Generaal te doen blijken.
Het adres is onderteekend door de eerste
gro'ot-industrieelen van ons land. Eerste on
derteekenaar is de heer Van Aalst, President
van de Ned. Handelsmaatschappij. Gaarne
zullen meerdere handteekeningen ontvangen
worden door den heer J. B. A. Jonckheer,
Prins Hendrikkade 159, te Amsterdam.
PROVINCIALE STATEN.
Mr. Th. Stuart, lid van de Prov. Staten
voor Amsterdam I, zal zich niet bij de verkie
zingen herkiesbaar stellen.
HOFBERICHT.
Z. K. H. Prins Hendrik bezocht gisteren
het Kon. Paleis te Amsterdam en presideerde
des middags, ten huize van dr. Mijnlieff, een
■vergadering van het Dag. Bestuur van het
„Oranjekruis".
DE TELEGRAAF-KWESTIE.
Het lust het Handelsblad niet over de Tele
graafkwestie veel te schrijven doch op twee
punten, waarbij ons blad zijdelings betrok
ken is, moeten wij toch even wijzen.
Ten eerste dan, dat volgens een gisteren
openbaar gemaakte verklaring van den hoofd
redacteur van de Telegraaf zelf de Duitsche
„Legationsrate", die met den heer Simons in
Nederland kwamen, proposities aan de Tele
graaf hebben gemaakt. De hoofdredacteur
van de Telegraaf richtte eenige scheldwoor
dentot ons, wijl hij een dergelijke mededeeling
uit het eerste communipué van de Amsterdam-
sche Pers overnamen en daarop eenig com
mentaar maakte.
Ten tweede, dat de Engelschman Lang,
volgens een hscijrven van den hoofdredacteur
van. de Telegraaf aan onze regeering, tot 't
„anti-smokkelbureau" behoorde. Toen een on
zer verslaggevers in het bericht over de huis
zoeking bij 't anti-smokkelbureau den naam
van Lang aan dat bureau koppelde, publi
ceerde de hoofdredacteur van De Telegraaf
een tegenspraak en verhond daarmede een
aanval op ons „fatsoen daar wij zulk een on
juistheid publiceerden.
Wij wijzen er niet op om te toonen, dat de
hoofdredacteur van De Telegraaf bewust on
juistheden zegt. Dat heeft geen nut meer.
Evenmin om aan te toonen, dat de scheld
woorden van De Telegraaf aan ons adres on
billijk waren, het is geen beeediging meer
door Jen hoofdredacteur van de Telegraaf uit
gescholden te worden.
Maar als psychisch verschijnsel is deze
hoofdredacteur toch een merkwaardigheid en
moet hij onzen lezers toch eennig belang in
boezemen Zijn systeem schijnt te zijn den aan
val, die een verdediging moet zijn, tot in het
uiterste vol.te houden, en uit te schelden voor
leugenaar en karakterlooze, ieder, die iets in
strijd met zijn belang zegt oi doet. Want al
den tijd, dat de heer Schroder links en rechts
de menschen uitschold, moet hij geweten heb
ben wat wij nu weten.
In welk een wereld van leugen, bedrog en
haat heeft die hoofdredacteur een leidende
rol gespeeld!
SPEENHOFF.
De polemiek in „De Tijd" over het bijwo
nen der militairen van een voorstelling eener
operette in den circus Carré heeft ook den
heer Speenhoff naar voren gebracht, die als
Katholiek heeft beloofd zorgvuldiger te zijn
in de keus van zijn liedjes.
Volgens een verslag in de „Nieuwe Haarl.
Gt." verklaarde de heer Speenhoff o. a.„dat
hij zichzelf en zijn kunst, voor een luttel be
drag gelds, om der wille van zijn huisgezin,
verkocht heeft aan „Variété's", welke hem op
drongen de meest schunnige liedjes te fabri-
ceeren, in het bijzonder met zijn toenmaligen
compagnon, Nap de la Mar". En: diep be
treurt, dat hij zijn eigen naam en dien zijner
kinderen op die wijze bezoedeld heeft".
Verder, dat: „het zoo# beruchte „7ijn Edel-
Acbtbare" niet van hem (Speenhoff) is, maar
van denzelfden Nap de la Mar, met wien hij
in den laatsten tijd alle relatie verbroken
heeft", enz. enz.
In een brief aan „De Tijd" zegt de heer De
la Mar, dat hij niet zijn liedjes aan zijn ou
den vriend Sj>eenhoff opdrong. De heer De
la Mar vraagt he mop den man af eerlijk te
verklaren of hij nooit, vóór het compagnon
schap. liedjes van meisjes en jongens en de
liefde gezongen heeft. De la Mar vindt het
jammer, dat Speenhoff nu ziin kunst den
modder intrapt door te verklaren, dat hij ze