DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. No. 30 Jlomlerd en achttiende jaargang. m in ZATERDAG 5 FEBRUARI KIEZERSLIJST. FEUILLETON. Een doodstrijd, Purperen fijn Linnen Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 1,franco door het geheele Rijk f 1,25. Afzonderlijke nummers 3 Cents. Telefoonnummer 3. Prijs der gewone Advertentiën Per regel f 0.10. Bij groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9. De Burgemeester der gemeente Alkmaar, Gezien de artikelen 11, 12 en 13 der Kies wet, Noodigt de mannelijke inwpners der ge meente uit, die vóór of op i 5 Mei a. s. den leeftijd van 25 jaren hebben bdreikt en ge plaatst wenschen te worden op de lijst, aan- wijzenede de kiesgerechtigden voor de Tweede Kamer der Staten-Generaal, de Provinciale Staten en den Gemeenteraad, voor het jaar loopende van 15 Mei 1916 tot 15 Mei 1Ó17 voor zoover die inwoners dat kiesrecht NIET ontleenen aan een aanslag in de Rijks directe belastingen over hei laatstverloop en dienst jaar in de gemeente Alkmaar opgelegd (grond- en p rsoneele belasting, dienstjaar 1915; bedrijf»-f!! vennr ^belasting, dienst jaar 19141915) daarvan ter Secrtearie der gemeente vóór 15 Februari a. s. te doen Mij ken op de volgendie wijze: lo. wanneer 'zij over het laatstverloopen dienstjaar in een andere gemeente of in ande ren gemeenten in eene of meer der Rijks direc te belastingen zijn aangeslagen geweest (in de grondbelasting voor minstens ƒ1) door in levering van de voor voldaan geteekende aan slagbiljetten van alle die belastingen, waar in men is aangeslagen geweest, welke biljetten na cUe vaststelling der Lijst worden terugge ven; 2o. wanneer zij aanspraak op kiesrecht mee- nen te kunnen maken van ie zijn mede-eige naar van onroerende goederen in een onver deelde nalatenschap, omdat hun aandeel in den niet te hunnen name gestelden aanslag in de grondbelasting voor die goederen ten minste 1 bedraagt, door inlevering van een ter secretarie daarvoor kosteloos verkrijgbaar gesteld formulier, vergezeld van de noodige bewijsstukken, waartoe behooren het aanslag biljet of een afschrift daarvan en de noodige bescheiden ten bewijze van het gemeenschap pelijk bezit (Deze bewijsstukken worden na de vaststel ling der lijst terug gegeven.) Personen, vallende onder de belasting schuldigen sub lo. en 2o., kunnen geen aan spraak op kiesrecht ontleenen aan de gevallen, hierna sub 3o. behandeld. 3o. a. wanneer zij als hoofden van gezinnen of als alleen wonende personen in deze ge meente op den 31 Januari 1916 hebben be woond sedert 1 Augustus 1915 krachtens huur één huis of een gedeelte van een huis, dan wel hoogstens twee huizen of gedeelten daarvan (al of niet met bijbehoorenden of ge huurd-en grond of niet ter bewoning bestemde bij lokalen of bijgebouwen), waarvan de per week berekend'e huu minstens 1.50 heeft be dragen (huurkiezers), of krachtens eigendom, vruchtgebruik of huur eenzelfde vaartuig van tenminste 24 kubieke meier infioud of 24000 K. G. laadver mogen (vaartuigkiezers) b. wanneer zij op 31 januari 1916 sedert 1 Januari 1915 onafgebroken in dienstbetrek king zijn geweest bij 'één of niat meer dan twee naar het Engelsch LILIAS CAMPBELL DAVIDSON. 37) „Neen, voor den drommel. Maar je zult van mij hooren en anderen, ook." En hij balde weer zijn vuist. „Mij uit het huis te jagen, dat het mijne is en jij als een koning daarin." Hij begon zacht te huilen, terwijl hij over de vensterbank klauterde en Wynnstanley was al leen met zijn-eigen hart en zijn geweten. Die spraken bei-de met luide stemmen tot hem. Hij zat in den lagen stoel, -de half afgebran de sigaret lag in het aschbakje naast hem, zijn elleboog rustte op zijn knieën, zijn hoofd was tusschen zijn beide handen geklemd Het was gekomen. Hij moest zijn eigen daad onder de oogen zien- en de dringende noodzakelijk heid om een besluit te nemen liet zich gelden. Zou hij de bezitting houden, die bij toeval in zijn handen'was'geraakt, de bezittng waar omtrent hij zch tot dusver had kunnen verze keren, dat hij nemandl beroofde door die te houden Of moest hij haar aa nden rechtma- tig-en eischer afstaan Revelly verlaten waar aan hij gehecht was geraakt waarvoor een nieuwe genegenheid was ontstaan, sinds hij bezighei dgevonden had in net bevorderen van den bloei ervan Weer terugkeeren naar de zwarte duisternis naar gebrek, honger, armoede naar het oude, afschuwelijke le ven Hij voelde een huivering door zijn leden gaan, toen langzaam dit naakte beeld verrees en hem aanstaarde. De schijn was geheel in zijn voordeel. Meer nog, men had den werkelijken Wynnstanley bij Barclay en Penton ronduit gezegd, dat hij patroons, ondernemingen, openbare of bijzon dere instellingen of als inwonende zo-ons werk zaam zijn geweest in 't bedrijf of beroep hun ner ouders en als zoodanig over 1915 ten min ste hebben genoten: 400 inkomen, of vrije kost en 200 inkomen, of vrije kost en inwo ning en 125 inkomep, of wel vrije woning of inwoning en ƒ325 inkomen (loonkiezers). c. wanneer zij op 1 Februar 1916 in het ge not zijn van ten pensioen of lijfrente van ten minste 400 verleend door een openbare of bijzondere instelling of door eene onderne ming (pensioenkiezers) (Voor hen, die in beide gevallen, sub b en c vermeld, verkeeren, kunnen inkomen, pen sioen en lijfrente worden samengeteld ter be reiking van liet vereisclite bedrag van 400.) d. wanneer zij op 1 Februari 1916 sedert 1 Februari 1915 den eigendom met recht van vrije beschikking hadden van ten minste 100 nominaal, ingeschreven in een der Grootboe ken der Nationale Schuld (Grootboekkiezers), of van mins! ens 50, ingelegd in de Rijks postspaarbank, in eene gemeentelijke spaar- bapk of in eene spaarbank, beheerd door het bestuur van een rechtspersoonlijkheid bezit tende verèen-iging, van eene naamlooze ven nootschap, van eene coöperatieve vereeni- ging of van eene stichting (spaarbankkie zers) e. wanneer zij met goed gevolg een examen hebben afgelegd, ingesteld door of krachtens de wet of aangewezen bij een algemeenen maatregel van bestuur (examenkiezers), door inlevering van daartoe strekkende ter gemeente-secretarie kosteloos verkrijgbaar gestelde formulieren, waarbij voor de onder 3o. sub d. genoemde kiezers, die voor het eerst op de lijst wenschen te worden ge plaatst, eene verklaring moet worden ge voegd van de Directie van het Grootboek den Directeur van de Rijkspostspaarbank of van de besturen van de overige daar genoem de spaarbanken en die op schriftelijk verzoek van de belanghebbenden hun wordt toege zonden. Hierbij wordt er aan herinnerd: dat aanslagen in de Rijks directe belastin gen, ten name van de vrouw, gelden vooi haren man, die van minderjarige kinderen wegens goederen, waarvan de vader het vruchtgebruik heeft, voor den vader; dat aanslagen in de Rijks directe belastin gen buiten aanmerking blijven als zij, wat de grondbelasting betreft, minder dan 1,— in hoofdsom en Rijksopcenten bedragenvoorts wat de Personeele belasting aangaat alleen betrekking hebben op een rijwiel of een mo torrijtuig of op beide te zamen of eerst na 31 December 1915 een aanslagbiljet is uitge reikt. dat de huur voor eene woning, waaronder ook is te verstaan contributie aan eene coöpe ratieve bouwvereeniging, als zij per jaar be paald is, door 50 en als zij per maand bc paakl is, door 4 wordt gedeeld om de week- huur te verkrijgen. Is in den huurprijs het ge not van gas- of waterleiding begrepen, dan vindt hiervoor geen aftrek plaats. niet geloofd werd. Hij zou niet de minste kans hebben, dat anderen zijn eisch ais rechtvaar dig zouden aannemen, wanneer hij schipbreul leed bij de advocaten der familie Hij zelf was aangenomen, erkend en was de bezitter Wat zou de algemeene opinie zijn omtrent een on- beschaamden eischer, -die zónder een schadüw van bewijs kwam en eisdite dat Revelly hein in eigendom werd gegeven Wynnstanley wist dat alles zeer goed, ter wijl hij daar zat en zijn wanhopigen strijd streed. Niemand zou naar den anderen Wynnstanley luisteren. Niemand zou hem het oor leenen. Fiij kon schreeuwen en roepen zooveel hij verkoos hij zelf was veilig in zijn positie, tenzij hij die uit eigen, vrijen wil prijs gaf! Belachtelijk! Die gedachte was krankzinnig! Waarom «zou een zuiplap het hebben, een man die een eind zou maken aan het goede dat hij was begonnen, die zelfs zijn liefdadige onderneming zou kunnen omver werpen? Het zou slechts ten nadeele van iedereen wezen, als hij van den troon stapte en een ander zijn kroon liet nemen. Neen, neen, hij kofi het 'niet doenDat kon niet van iemand verwacht worden. En was net ook wel aan te nemen, dat het de bedoe ling van den ouden Whitney was geweest, ztjn eigendom aan dien nietswaardigen kerel te doen toekomen? Zou hij in elk geval niet >eter voldaan zijn als hij zag, hoe er voor ge zorgd werd? Was hij niet de heer en mees ter dien Whitney zou gewenscht hebben voor iet landgoed, dat hij met zijn zuur verdiend geld had gekocht? Wenschte hij dat alles werd weggesmeten en verkwist? Zeker, niemand die goed bij zijn zinnen was, zou zeggen, dat hij verkeerd deed met te zwijgen, met het houden van den sigaretten koker, die het eenige zwakke bewijs vormde, Ingevulde formulieren k,unnen ko'steloos per post aan den Burgemeester worden toe gezonden, mits op den omslag worde ver meld boven aan de voerzijde: „Vrij van brief port, ingevolge art. 50 der Kieswet" en in den linker-benedenhoek de naam en woon plaats van den afzender en zijne handteeke- ning. Hij, die eene aangifte inzendt en daarin op zettelijk eene valsche opgave doet aangaande een feit, waarvan de plaatsing op de kiezers lijst afhankelijk kan zijn, wordt gestraft met gevangenisstraf van hoogstens één jaar. De Burgemeester voornoemd, G. RIPPING. Alkmaar, 2 Februari 1916. Yliader» uit onze omgeving. VAN TWEE VANESSA'S. FEBRUARI. Konden we in de vorige maand onze aan dacht wijden aan de wintervlinders, thans zullen we uit zijn schuilhoek te voorschijn halen een vlinder met keurige kleuren, die koninklijk mogen heeten en daarom ook heeft men hem den naam van Konings,man- t e 1 gegeven. Hebben vele insectensoorten als imago slechts een kort bestaan, niet aldus de Ko ningsmantel, die reeds id Augustus ontpopt en door leeft tot in het voorjaar. Doch des winters kan men deze vlinders niet zien flad deren, dan houden ze, als het ,ware, een win terslaap. Men heeft ze dan te zoeken op ver borgen plekjes, vooral in spleten van berken, wilgen en populieren. In Augustus reeds heeft deze fraaie vlinder hoog in de lucht rondgevlogen en als de lente hoogtij viert, zal hij het weer doen: Doch dan zal het zijn om in de toppen van verschillende boom soorten talrijke eitjes te dëponeeren, waaruit weldra van doorntjes voorziene rupsjes, zwart met roode vlekjes op den rug en met rood aan de onware pooten, te voorschijn zullen komen. En deze diertjes, die in troepen bijeen biijven, knagen geweldig aan het jonge loof, waarvan ze binnen vier weken volwas sen worden. Dan hebben ze geen honger meer en kruipen ze naar lagere takken, om daar in den poptoestand over te gaan. Uit de onderlip ontwikkelt zich spinsel, en weldra hangt de rups zich aau het staarteinde op Het dier maakt dan allerlei draaiende bewe gingen, om verlost te worden van de rupsen- huid, die na eenige uren van arbeid wordt afgeworpen, waarna een mooie, glanzende, lichtbruine pop te voorschijn komt, waaruit dan in het laatst van Juli de keurige Ko ningsmantel naar buiten treedt, om zijn schoon in de schitterende zonnestralen van den midzomer te vertoonen, Dat schitterende valt niet op, wanneer we nu een exemplaar uit zijn schuilhoek nemen. Nu zijn de vleu gels met stof bedekt en het intense van de kleur komt niet uit. Dat de gegeven naam den vlinder past, kan pas blijken, wanneer hij weer vrij en blij rondvliegt. Want zeker zcu een vorst er trotsch op zijn, wanneer hij zich in zoo'n mooi kleed kon vertoonen. Ook dt dat hij niet de man was aan wiep Whitney het wilde nalaten. Toen juist toen op hetzelfde oogen- blik, verrees er door den doffen nevel van kwelling, strijd en verzoeking, het gelaat van een meisje, wier zachte, kaime oogen hem aapkeken. Hij herkende het. Herkende het bij den eerstal, rillenden schok van schrik dien haar beeld in zijp binnenste verwekte. Het was het gezicht van de eenige vriendin, die hij op de wereld bezat van de vrouw, die goed voor hem was geweest, die naar hem geluis terd, met hem meègevoeld had. Wat zeiden die eerlijke, heldere oogen, toen zij de zijne in zijn levendige verbeelding ontmoetten? Hij deinsde terug voor hun kalmen blik. Ja, het was waar hij kon ze niet ohtmoeten evenmin als hij ze levend zou hebben kunnen ontmoeten en hun blik uithouden, als hij deed' waartoe dat oogenblik hem in verzoe king bracht. Wat zou zij zeggen? Wat van hem den ken? Onder de geeselende pijn van die voor stelling voelde hij zich beurtelings warm en koud worden. Hij zou haar hand niet wéér in de zijne durven nemen, hij zou terugdein zen voor haar blikken als een overtuigde dief, wetend, dat zijn ziel voor haar was blootgelegd ,en geschroeid door de reinheid ;n haar oogen, door de eerlijkheid op haar lippen. Hij zou zijn vriendin niet onder de oogen durven komen. Ef zou geen vriendschap meer tusschen hen bestaan als hij het kwade koos en het goede naliet. Het zou hem uit haar tegenwoordigheid verbannen en een grooten, sterken slagboom opwerpen, die nooit zou kunnen geopend worden. Zijn hui verend, aarzelend bewustzijn zei hem dat en in die uitspraak las hij de waarheid, de on wetenschappelijke naam Vanessa antio- p a wijst op dit mooie, daar liet van een Grieksch woord afgeleide vanessa schitteren beteekent. Ook bij de Vanessa Jo of Dag pauwoog, waarvan we de rupsen zoo dik wijls op netels en kop kunnen aantreffen, valt dit schitterende kleed op. De Koningsmantel heeft de breede vleu gels sierlijk gegolfd. Die vleugels zijn groo tendeels donkerbruin, dichter bij den rand bijna zwart, en ze eindigen in een schitterend gelen zoom, waarvan de punten als met een zwart stof bepoederd schijnen te zijn. En in den zoom van het zwart loopt een rij van helderblauwe vlekken, die den vlinder zijn naam dubbel waardig maken. Aan den voor- rand van eiken voorvleugel ziet men ook nog twee gele vlekjes, die ook aan de onderzijde een gelijkmatig doffe, donkere kleur vormen welke mimicry het dier in zijn wintersche rusit wel te stade komt. De vlinder toch klapt in rust, evenals andere dagvlinders, de vleu gels tegen elkander, om-zoo de schitterende kleuren onzichtbaar te maken en zooveel mo gelijk rein te houden voor de voorjaars- vlucht. In Duitschland noemt men dezen vlinder naar het stemmige donker Trauermantel, doch ook daar zullen zeker de vele treuren den geen schitterende randen van blauw en geel aan hun zwart kleed dragen. We vinden dus den Nederlandschen naam meer gepast. Hoeveel mcois we ook van den Konings mantel kunnen zeggen, we hebben in zijp kinderen, de rupsen, te zien kleine knagers, die veel schade kunnen aanrich'en, waarom we moeten wenschen, dat obk deze vlinder soort zich niet te sterk verbreidt. Onze tweede Vanessa, zeker meer algemeen bekend, is de Dagpauwoog of Vanessa Jo, mede een voorwerp uit de familie der Nym- phalidae. Merkbare schade verrichten de rup sen van deze soort niet, wat uit het volgende zal blijken. Ook deze Vanessa overwintert, evenals de Koningsmantel, zoodat we hem ook thans kunnen vinden, maar. niet gemakkelijk, daar men ook hem in rust niet spoedig opmerkt door de naar elkander toegeslagen vleugels, die aan de onderzijde een bedekkende kleur hebben. Doch wanneer de lentezon schijnt, komt ook de Dagpauwoog zich Vertoonen en klapt dan in rust ook gaarne 'de vleugels op en neer, om zoo te laten zien de mooie oogen van de voor- en achtervleugels, die zich keu rig vertoonen in het fraaie bruinrood der vleugels. De kleuren dier oogen, vooral die van de voorvleugels, doen denken aan de schitteringen der pauweveeren, zoodat ook de naam Pauwoog wèl-gekozen mag heeten. En nu moest wel gesproken worden van Dag pauwoog, omdat zich ook een nachtvlinder bij ons voordoet, die veel op de Vanessa Jo gelijkt en dan ook Nachtpauwoog heet. Deze laatste heet wetenschappelijk Saturnia pavo- nia, en dit «laatste woord beteekent pauw. ook alweer naar de vier pauwkletirige oogen op de vleugels. Doch keeren we weer naar onzen Dagpauwoog terug! Langs den bui tenrand der vleugels loopt een grijze band. veranderlijke waariieid. Hij wist het. 1 oen zijn ontsteld gemoed wisi en zag en overtuigd was, sclieen er iets in zijn binnen ste te smelten en te ontdooien, te wijkeu, nern los te maken. Hij kon piet! tlij kon niet; De prijs was te groot. Hij zou het met kun nen verdragen, nat zij zich van hem aiwend- de en hem verachtte. Want dat haar kiare blik zijn zonde zou lezen en die veroordeeien, daaraan twijfelde hij geen oogenblik. Hij kou geen slagboom opricnteu tussclien zijn eigen ziel en de ziel van de eenige persoon op aar de, die om hem gaf. De blankheid van haar ziel scheen de vuile plekken van de zijne at te branden. Hij nam zijn handen van zijn hoofd, slaak te een diepen zucht, liet rijn gebalde vuisten neerglijden. Neen, niets in de wereld scheen hem op te wegen tegen 't gevaar haar vriend schap te verliezen. Hij kon dat niet wagen. Haar invloed had hem onbewust, onwetend gered. Hoevele malen herhaalt die geschiedenis zich niet? Hoe dikwijls bewerkt een los heengeworpen woord, een daad zonder 1 be doeling gedaan, enkel de atmosfeer van zie lenadel of van een hoog doel iets, dat een met bewustzijn aangewende macht niet zou kunnen volbrengen. Niet voordat de geschie denis van deze wereld in het licht van een toekomstig leven helder voor ons ligt, zullen wij daarvan een honderdste gedeelte weten. De groote, sterke macht van den invloed ligt aan elke daad in het leven ten grondslag. Elke daad is veel meer het resultaat van een anders gedachten dan van onze eigene. Wij zijn de instrumenten. Sylvia Martin, ver weg, achter de lessenaar in haar Londenschen winkel, zou nooit ge loofd hebben indien men 't haar had verteld, dat de gedachte aap haar iemapd voor een die de overige, meer schitterende kleuren voordeelig doet uitkomen. Deze kleuren doen denken aan die van de tropische species. Vertoont de eerste generatie van deze vlin dersoort zich in het vroege voorjaar, dan zal men bespeuren, dat deze lang zoo sterk niet vertegenwoordigd is, als de tweede, die van de maanden Juli en Augustus. Natuurlijk hebben de vlinders van het vroege voorjaar gezorgd, dat de tweede generatie veel talrij ker kan zijn. De Vanessa Jo bemint-d£ zon, hoewel de wijfjes meer donkere plaatsen opzoeken voor het leggen van de eieren. Dan kiezen ze de planten met kleurlooze bloemen, omdat ze wel weten, dat hare kindertjes, de rupsjes, zich gaarne zullen voeden met de bladeren van brandnetels en meer dergelijke planten. En zoolang nu de netelplanten nog niet ex pres worden aangekweekt met het oog op het vervaardigen van neteldoek, enz., zal de Dag pauwoog-rups ons nog niet veel schade be- zorgep en kunnen we dan ook deze soort wel haar gang; laten gang. Deze rupsen zal men dus des zomers op brandnetels kunnen vinden, en deze kruipen de wezentjes zien er niet onaardig uit. De eitjes zijn groen met overlangsche strepen, de rupsen zijn glanzig zwart, voorzien van bruinachtige haren, die eenige overeenkomst met dorens hebben, en verder getooid met randjes van helderwitte stippen. De acht buikpooten en de twee naschuivers zijn geel achtig gekleurd. Deze rupsen eten veel, doch wel vijf- of zes maal ondergaan ze eene vervelling, waar bij ze stug zijn en weinig eetlust betoonen. Evenals de poppen van andere Vanessa- soorten hangen die van den Dagpauwoog met den kop omlaag, terwijl het achtereinde met spinseldraden aan blad of stengel vast gehecht is. Deze poppen zijn hoekig van vorm en groenachtig bruin gekleurd. Als bijzonder schadelijk kan onze schoen- lapper. zooals de Vanessa Jo ook vyel ge noemd wordt, niet aangegeven worden. Al leen daar, waar de hopplant geteeld wordt, kan hij weieens tot last zijn, omdat hij zich ook gaarne met de bladeren van die plant voedt. Natuurlijk doet de rups zulks En zoo hebben we heden voor Februari twee mooie vlinders bekeken die we straks in het zomergetijde meer hebben te bewonderen in haoge en vlugge vlucht. 't Zal niet gaan. om alle vlinders in een jaar tiids te leeren kennen, want van de meer dan 15000 geklassificeerde soorten komen er ook vele honderden in onze streken voor J. DAALDER Dz. naar G. d'Apnunzio. Toen donna Letizia met den zieke op haar vleezige armen in een houding van aandoen lijk medelijden- de kamer binnenkwam, liepen al de meisjes op haar toe, in zucnten en ma gen lucht gevende aan het weeke erbarmen hunner bedroefde zieltjes. Met het gegons der vrouwenstemmen in de kamer mengden misdaad had bewaard hem de behulpzame hand had gereikt naai" de lichte, in de zon badende hoogien. En toch was het zoo. De herinnering aan haar had het keerpunt ge bracht in zijn leven, terwijl hij in de rookka mer voor het uitgedoofde vuur zat en de koude wind bij rukken door den wijden schoorsteen klaagde. Was het niet voor haar geweest, hij zou zijn tanden op elkaar geklemd en het uitge vochten hebben, zich schrap gezet en zichzelf wijs gemaakt hebben, dat alles wel be schouwd, zijn recht beter was dan dat van den anderen man. Hij zou niet openlijk hebben gestolen wat niet het zijne was. Het lot had het hem gege ven zonder zijn toedoen en hij had het wil len behouden. Maar het gelaat van een wer kend meisje verscheen en staarde in het zijne en de moed ontzonk hem. Hij kon het niet doen, want dan zou hij zich moeten scha men, dat hij de vriendschap behield, die al les voor hem was. XXX. Misdaden met succes zijn alleen gerecht vaardigd. Dryden. Er was een groote verzameling bijeen. De hertog en het gezelschap uit Bindlehurst wa ren aangekomen. Auto's, rijtuigen en brake's vulden den rijweg voor Belford Chase. Vroo- lijke groepjes stapten er uit, traden de open deuren binnen en liepen door de nieuwe ver trekken en gangen. Zij waren vol lof over de kamers zonder ramen, de lighallen, over d'e volmaakt sanitaire en hygiënische inrichtin gen, die het allernieuwste waren n de behan deling en genezing van de tuberculose. (Wordt vervolgd). I

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1916 | | pagina 5