DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
No. 30
Jlomlerd en achttiende jaargang.
m in
ZATERDAG
5 FEBRUARI
KIEZERSLIJST.
FEUILLETON.
Een doodstrijd,
Purperen fijn Linnen
Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en
Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f 1,franco door het geheele Rijk f 1,25.
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
Telefoonnummer 3.
Prijs der gewone Advertentiën
Per regel f 0.10. Bij groote contracten rabat. Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
De Burgemeester der gemeente Alkmaar,
Gezien de artikelen 11, 12 en 13 der Kies
wet,
Noodigt de mannelijke inwpners der ge
meente uit, die vóór of op i 5 Mei a. s. den
leeftijd van 25 jaren hebben bdreikt en ge
plaatst wenschen te worden op de lijst, aan-
wijzenede de kiesgerechtigden voor de Tweede
Kamer der Staten-Generaal, de Provinciale
Staten en den Gemeenteraad, voor het jaar
loopende van 15 Mei 1916 tot 15 Mei 1Ó17
voor zoover die inwoners dat kiesrecht NIET
ontleenen aan een aanslag in de Rijks directe
belastingen over hei laatstverloop en dienst
jaar in de gemeente Alkmaar opgelegd
(grond- en p rsoneele belasting, dienstjaar
1915; bedrijf»-f!! vennr ^belasting, dienst
jaar 19141915) daarvan ter Secrtearie der
gemeente vóór 15 Februari a. s. te doen Mij
ken op de volgendie wijze:
lo. wanneer 'zij over het laatstverloopen
dienstjaar in een andere gemeente of in ande
ren gemeenten in eene of meer der Rijks direc
te belastingen zijn aangeslagen geweest (in
de grondbelasting voor minstens ƒ1) door in
levering van de voor voldaan geteekende aan
slagbiljetten van alle die belastingen, waar
in men is aangeslagen geweest, welke biljetten
na cUe vaststelling der Lijst worden terugge
ven;
2o. wanneer zij aanspraak op kiesrecht mee-
nen te kunnen maken van ie zijn mede-eige
naar van onroerende goederen in een onver
deelde nalatenschap, omdat hun aandeel in
den niet te hunnen name gestelden aanslag
in de grondbelasting voor die goederen ten
minste 1 bedraagt, door inlevering van een
ter secretarie daarvoor kosteloos verkrijgbaar
gesteld formulier, vergezeld van de noodige
bewijsstukken, waartoe behooren het aanslag
biljet of een afschrift daarvan en de noodige
bescheiden ten bewijze van het gemeenschap
pelijk bezit
(Deze bewijsstukken worden na de vaststel
ling der lijst terug gegeven.)
Personen, vallende onder de belasting
schuldigen sub lo. en 2o., kunnen geen aan
spraak op kiesrecht ontleenen aan de
gevallen, hierna sub 3o. behandeld.
3o. a. wanneer zij als hoofden van gezinnen
of als alleen wonende personen in deze ge
meente op den 31 Januari 1916 hebben be
woond sedert 1 Augustus 1915 krachtens
huur één huis of een gedeelte van een huis,
dan wel hoogstens twee huizen of gedeelten
daarvan (al of niet met bijbehoorenden of ge
huurd-en grond of niet ter bewoning bestemde
bij lokalen of bijgebouwen), waarvan de per
week berekend'e huu minstens 1.50 heeft be
dragen (huurkiezers),
of krachtens eigendom, vruchtgebruik of
huur eenzelfde vaartuig van tenminste 24
kubieke meier infioud of 24000 K. G. laadver
mogen (vaartuigkiezers)
b. wanneer zij op 31 januari 1916 sedert
1 Januari 1915 onafgebroken in dienstbetrek
king zijn geweest bij 'één of niat meer dan twee
naar het Engelsch
LILIAS CAMPBELL DAVIDSON.
37)
„Neen, voor den drommel. Maar je zult van
mij hooren en anderen, ook." En hij balde
weer zijn vuist. „Mij uit het huis te jagen, dat
het mijne is en jij als een koning daarin."
Hij begon zacht te huilen, terwijl hij over de
vensterbank klauterde en Wynnstanley was al
leen met zijn-eigen hart en zijn geweten. Die
spraken bei-de met luide stemmen tot hem.
Hij zat in den lagen stoel, -de half afgebran
de sigaret lag in het aschbakje naast hem,
zijn elleboog rustte op zijn knieën, zijn hoofd
was tusschen zijn beide handen geklemd Het
was gekomen. Hij moest zijn eigen daad onder
de oogen zien- en de dringende noodzakelijk
heid om een besluit te nemen liet zich gelden.
Zou hij de bezitting houden, die bij toeval
in zijn handen'was'geraakt, de bezittng waar
omtrent hij zch tot dusver had kunnen verze
keren, dat hij nemandl beroofde door die te
houden Of moest hij haar aa nden rechtma-
tig-en eischer afstaan Revelly verlaten waar
aan hij gehecht was geraakt waarvoor een
nieuwe genegenheid was ontstaan, sinds hij
bezighei dgevonden had in net bevorderen
van den bloei ervan Weer terugkeeren naar
de zwarte duisternis naar gebrek, honger,
armoede naar het oude, afschuwelijke le
ven Hij voelde een huivering door zijn leden
gaan, toen langzaam dit naakte beeld verrees
en hem aanstaarde.
De schijn was geheel in zijn voordeel. Meer
nog, men had den werkelijken Wynnstanley
bij Barclay en Penton ronduit gezegd, dat hij
patroons, ondernemingen, openbare of bijzon
dere instellingen of als inwonende zo-ons werk
zaam zijn geweest in 't bedrijf of beroep hun
ner ouders en als zoodanig over 1915 ten min
ste hebben genoten: 400 inkomen, of vrije
kost en 200 inkomen, of vrije kost en inwo
ning en 125 inkomep, of wel vrije woning
of inwoning en ƒ325 inkomen (loonkiezers).
c. wanneer zij op 1 Februar 1916 in het ge
not zijn van ten pensioen of lijfrente van ten
minste 400 verleend door een openbare of
bijzondere instelling of door eene onderne
ming (pensioenkiezers)
(Voor hen, die in beide gevallen, sub b en
c vermeld, verkeeren, kunnen inkomen, pen
sioen en lijfrente worden samengeteld ter be
reiking van liet vereisclite bedrag van 400.)
d. wanneer zij op 1 Februari 1916 sedert 1
Februari 1915 den eigendom met recht van
vrije beschikking hadden van ten minste 100
nominaal, ingeschreven in een der Grootboe
ken der Nationale Schuld (Grootboekkiezers),
of van mins! ens 50, ingelegd in de Rijks
postspaarbank, in eene gemeentelijke spaar-
bapk of in eene spaarbank, beheerd door het
bestuur van een rechtspersoonlijkheid bezit
tende verèen-iging, van eene naamlooze ven
nootschap, van eene coöperatieve vereeni-
ging of van eene stichting (spaarbankkie
zers)
e. wanneer zij met goed gevolg een examen
hebben afgelegd, ingesteld door of krachtens
de wet of aangewezen bij een algemeenen
maatregel van bestuur (examenkiezers),
door inlevering van daartoe strekkende ter
gemeente-secretarie kosteloos verkrijgbaar
gestelde formulieren, waarbij voor de onder
3o. sub d. genoemde kiezers, die voor het
eerst op de lijst wenschen te worden ge
plaatst, eene verklaring moet worden ge
voegd van de Directie van het Grootboek
den Directeur van de Rijkspostspaarbank of
van de besturen van de overige daar genoem
de spaarbanken en die op schriftelijk verzoek
van de belanghebbenden hun wordt toege
zonden.
Hierbij wordt er aan herinnerd:
dat aanslagen in de Rijks directe belastin
gen, ten name van de vrouw, gelden vooi
haren man, die van minderjarige kinderen
wegens goederen, waarvan de vader het
vruchtgebruik heeft, voor den vader;
dat aanslagen in de Rijks directe belastin
gen buiten aanmerking blijven als zij, wat de
grondbelasting betreft, minder dan 1,— in
hoofdsom en Rijksopcenten bedragenvoorts
wat de Personeele belasting aangaat alleen
betrekking hebben op een rijwiel of een mo
torrijtuig of op beide te zamen of eerst na 31
December 1915 een aanslagbiljet is uitge
reikt.
dat de huur voor eene woning, waaronder
ook is te verstaan contributie aan eene coöpe
ratieve bouwvereeniging, als zij per jaar be
paald is, door 50 en als zij per maand bc
paakl is, door 4 wordt gedeeld om de week-
huur te verkrijgen. Is in den huurprijs het ge
not van gas- of waterleiding begrepen, dan
vindt hiervoor geen aftrek plaats.
niet geloofd werd. Hij zou niet de minste kans
hebben, dat anderen zijn eisch ais rechtvaar
dig zouden aannemen, wanneer hij schipbreul
leed bij de advocaten der familie Hij zelf was
aangenomen, erkend en was de bezitter Wat
zou de algemeene opinie zijn omtrent een on-
beschaamden eischer, -die zónder een schadüw
van bewijs kwam en eisdite dat Revelly hein
in eigendom werd gegeven
Wynnstanley wist dat alles zeer goed, ter
wijl hij daar zat en zijn wanhopigen strijd
streed. Niemand zou naar den anderen
Wynnstanley luisteren. Niemand zou hem het
oor leenen. Fiij kon schreeuwen en roepen
zooveel hij verkoos hij zelf was veilig in
zijn positie, tenzij hij die uit eigen, vrijen
wil prijs gaf! Belachtelijk! Die gedachte was
krankzinnig! Waarom «zou een zuiplap het
hebben, een man die een eind zou maken aan
het goede dat hij was begonnen, die zelfs zijn
liefdadige onderneming zou kunnen omver
werpen?
Het zou slechts ten nadeele van iedereen
wezen, als hij van den troon stapte en een
ander zijn kroon liet nemen.
Neen, neen, hij kofi het 'niet doenDat kon
niet van iemand verwacht worden. En was
net ook wel aan te nemen, dat het de bedoe
ling van den ouden Whitney was geweest,
ztjn eigendom aan dien nietswaardigen kerel
te doen toekomen? Zou hij in elk geval niet
>eter voldaan zijn als hij zag, hoe er voor ge
zorgd werd? Was hij niet de heer en mees
ter dien Whitney zou gewenscht hebben voor
iet landgoed, dat hij met zijn zuur verdiend
geld had gekocht? Wenschte hij dat alles
werd weggesmeten en verkwist?
Zeker, niemand die goed bij zijn zinnen
was, zou zeggen, dat hij verkeerd deed met te
zwijgen, met het houden van den sigaretten
koker, die het eenige zwakke bewijs vormde,
Ingevulde formulieren k,unnen ko'steloos
per post aan den Burgemeester worden toe
gezonden, mits op den omslag worde ver
meld boven aan de voerzijde: „Vrij van brief
port, ingevolge art. 50 der Kieswet" en in
den linker-benedenhoek de naam en woon
plaats van den afzender en zijne handteeke-
ning.
Hij, die eene aangifte inzendt en daarin op
zettelijk eene valsche opgave doet aangaande
een feit, waarvan de plaatsing op de kiezers
lijst afhankelijk kan zijn, wordt gestraft met
gevangenisstraf van hoogstens één jaar.
De Burgemeester voornoemd,
G. RIPPING.
Alkmaar, 2 Februari 1916.
Yliader» uit onze omgeving.
VAN TWEE VANESSA'S.
FEBRUARI.
Konden we in de vorige maand onze aan
dacht wijden aan de wintervlinders, thans
zullen we uit zijn schuilhoek te voorschijn
halen een vlinder met keurige kleuren, die
koninklijk mogen heeten en daarom ook heeft
men hem den naam van Konings,man-
t e 1 gegeven.
Hebben vele insectensoorten als imago
slechts een kort bestaan, niet aldus de Ko
ningsmantel, die reeds id Augustus ontpopt
en door leeft tot in het voorjaar. Doch des
winters kan men deze vlinders niet zien flad
deren, dan houden ze, als het ,ware, een win
terslaap. Men heeft ze dan te zoeken op ver
borgen plekjes, vooral in spleten van berken,
wilgen en populieren. In Augustus reeds
heeft deze fraaie vlinder hoog in de lucht
rondgevlogen en als de lente hoogtij viert,
zal hij het weer doen: Doch dan zal het zijn
om in de toppen van verschillende boom
soorten talrijke eitjes te dëponeeren, waaruit
weldra van doorntjes voorziene rupsjes,
zwart met roode vlekjes op den rug en met
rood aan de onware pooten, te voorschijn
zullen komen. En deze diertjes, die in troepen
bijeen biijven, knagen geweldig aan het jonge
loof, waarvan ze binnen vier weken volwas
sen worden. Dan hebben ze geen honger
meer en kruipen ze naar lagere takken, om
daar in den poptoestand over te gaan. Uit de
onderlip ontwikkelt zich spinsel, en weldra
hangt de rups zich aau het staarteinde op
Het dier maakt dan allerlei draaiende bewe
gingen, om verlost te worden van de rupsen-
huid, die na eenige uren van arbeid wordt
afgeworpen, waarna een mooie, glanzende,
lichtbruine pop te voorschijn komt, waaruit
dan in het laatst van Juli de keurige Ko
ningsmantel naar buiten treedt, om zijn
schoon in de schitterende zonnestralen van
den midzomer te vertoonen, Dat schitterende
valt niet op, wanneer we nu een exemplaar
uit zijn schuilhoek nemen. Nu zijn de vleu
gels met stof bedekt en het intense van de
kleur komt niet uit. Dat de gegeven naam den
vlinder past, kan pas blijken, wanneer hij
weer vrij en blij rondvliegt. Want zeker zcu
een vorst er trotsch op zijn, wanneer hij zich
in zoo'n mooi kleed kon vertoonen. Ook dt
dat hij niet de man was aan wiep Whitney
het wilde nalaten.
Toen juist toen op hetzelfde oogen-
blik, verrees er door den doffen nevel van
kwelling, strijd en verzoeking, het gelaat van
een meisje, wier zachte, kaime oogen hem
aapkeken.
Hij herkende het. Herkende het bij den
eerstal, rillenden schok van schrik dien haar
beeld in zijp binnenste verwekte. Het was
het gezicht van de eenige vriendin, die hij op
de wereld bezat van de vrouw, die goed
voor hem was geweest, die naar hem geluis
terd, met hem meègevoeld had. Wat zeiden
die eerlijke, heldere oogen, toen zij de zijne
in zijn levendige verbeelding ontmoetten?
Hij deinsde terug voor hun kalmen blik. Ja,
het was waar hij kon ze niet ohtmoeten
evenmin als hij ze levend zou hebben kunnen
ontmoeten en hun blik uithouden, als hij
deed' waartoe dat oogenblik hem in verzoe
king bracht.
Wat zou zij zeggen? Wat van hem den
ken? Onder de geeselende pijn van die voor
stelling voelde hij zich beurtelings warm en
koud worden. Hij zou haar hand niet wéér
in de zijne durven nemen, hij zou terugdein
zen voor haar blikken als een overtuigde
dief, wetend, dat zijn ziel voor haar was
blootgelegd ,en geschroeid door de reinheid
;n haar oogen, door de eerlijkheid op haar
lippen.
Hij zou zijn vriendin niet onder de oogen
durven komen. Ef zou geen vriendschap
meer tusschen hen bestaan als hij het kwade
koos en het goede naliet. Het zou hem uit
haar tegenwoordigheid verbannen en een
grooten, sterken slagboom opwerpen, die
nooit zou kunnen geopend worden. Zijn hui
verend, aarzelend bewustzijn zei hem dat en
in die uitspraak las hij de waarheid, de on
wetenschappelijke naam Vanessa antio-
p a wijst op dit mooie, daar liet van een
Grieksch woord afgeleide vanessa schitteren
beteekent. Ook bij de Vanessa Jo of Dag
pauwoog, waarvan we de rupsen zoo dik
wijls op netels en kop kunnen aantreffen, valt
dit schitterende kleed op.
De Koningsmantel heeft de breede vleu
gels sierlijk gegolfd. Die vleugels zijn groo
tendeels donkerbruin, dichter bij den rand
bijna zwart, en ze eindigen in een schitterend
gelen zoom, waarvan de punten als met een
zwart stof bepoederd schijnen te zijn. En in
den zoom van het zwart loopt een rij van
helderblauwe vlekken, die den vlinder zijn
naam dubbel waardig maken. Aan den voor-
rand van eiken voorvleugel ziet men ook nog
twee gele vlekjes, die ook aan de onderzijde
een gelijkmatig doffe, donkere kleur vormen
welke mimicry het dier in zijn wintersche
rusit wel te stade komt. De vlinder toch klapt
in rust, evenals andere dagvlinders, de vleu
gels tegen elkander, om-zoo de schitterende
kleuren onzichtbaar te maken en zooveel mo
gelijk rein te houden voor de voorjaars-
vlucht.
In Duitschland noemt men dezen vlinder
naar het stemmige donker Trauermantel,
doch ook daar zullen zeker de vele treuren
den geen schitterende randen van blauw en
geel aan hun zwart kleed dragen. We vinden
dus den Nederlandschen naam meer gepast.
Hoeveel mcois we ook van den Konings
mantel kunnen zeggen, we hebben in zijp
kinderen, de rupsen, te zien kleine knagers,
die veel schade kunnen aanrich'en, waarom
we moeten wenschen, dat obk deze vlinder
soort zich niet te sterk verbreidt.
Onze tweede Vanessa, zeker meer algemeen
bekend, is de Dagpauwoog of Vanessa Jo,
mede een voorwerp uit de familie der Nym-
phalidae. Merkbare schade verrichten de rup
sen van deze soort niet, wat uit het volgende
zal blijken.
Ook deze Vanessa overwintert, evenals de
Koningsmantel, zoodat we hem ook thans
kunnen vinden, maar. niet gemakkelijk, daar
men ook hem in rust niet spoedig opmerkt
door de naar elkander toegeslagen vleugels,
die aan de onderzijde een bedekkende kleur
hebben. Doch wanneer de lentezon schijnt,
komt ook de Dagpauwoog zich Vertoonen en
klapt dan in rust ook gaarne 'de vleugels op
en neer, om zoo te laten zien de mooie oogen
van de voor- en achtervleugels, die zich keu
rig vertoonen in het fraaie bruinrood der
vleugels. De kleuren dier oogen, vooral die
van de voorvleugels, doen denken aan de
schitteringen der pauweveeren, zoodat ook de
naam Pauwoog wèl-gekozen mag heeten. En
nu moest wel gesproken worden van Dag
pauwoog, omdat zich ook een nachtvlinder
bij ons voordoet, die veel op de Vanessa Jo
gelijkt en dan ook Nachtpauwoog heet. Deze
laatste heet wetenschappelijk Saturnia pavo-
nia, en dit «laatste woord beteekent pauw.
ook alweer naar de vier pauwkletirige oogen
op de vleugels. Doch keeren we weer naar
onzen Dagpauwoog terug! Langs den bui
tenrand der vleugels loopt een grijze band.
veranderlijke waariieid. Hij wist het.
1 oen zijn ontsteld gemoed wisi en zag en
overtuigd was, sclieen er iets in zijn binnen
ste te smelten en te ontdooien, te wijkeu, nern
los te maken. Hij kon piet! tlij kon niet;
De prijs was te groot. Hij zou het met kun
nen verdragen, nat zij zich van hem aiwend-
de en hem verachtte. Want dat haar kiare blik
zijn zonde zou lezen en die veroordeeien,
daaraan twijfelde hij geen oogenblik. Hij kou
geen slagboom opricnteu tussclien zijn eigen
ziel en de ziel van de eenige persoon op aar
de, die om hem gaf. De blankheid van haar
ziel scheen de vuile plekken van de zijne at
te branden.
Hij nam zijn handen van zijn hoofd, slaak
te een diepen zucht, liet rijn gebalde vuisten
neerglijden. Neen, niets in de wereld scheen
hem op te wegen tegen 't gevaar haar vriend
schap te verliezen. Hij kon dat niet wagen.
Haar invloed had hem onbewust, onwetend
gered.
Hoevele malen herhaalt die geschiedenis
zich niet? Hoe dikwijls bewerkt een los
heengeworpen woord, een daad zonder 1 be
doeling gedaan, enkel de atmosfeer van zie
lenadel of van een hoog doel iets, dat een
met bewustzijn aangewende macht niet zou
kunnen volbrengen. Niet voordat de geschie
denis van deze wereld in het licht van een
toekomstig leven helder voor ons ligt, zullen
wij daarvan een honderdste gedeelte weten.
De groote, sterke macht van den invloed ligt
aan elke daad in het leven ten grondslag.
Elke daad is veel meer het resultaat van een
anders gedachten dan van onze eigene. Wij
zijn de instrumenten.
Sylvia Martin, ver weg, achter de lessenaar
in haar Londenschen winkel, zou nooit ge
loofd hebben indien men 't haar had verteld,
dat de gedachte aap haar iemapd voor een
die de overige, meer schitterende kleuren
voordeelig doet uitkomen. Deze kleuren doen
denken aan die van de tropische species.
Vertoont de eerste generatie van deze vlin
dersoort zich in het vroege voorjaar, dan zal
men bespeuren, dat deze lang zoo sterk niet
vertegenwoordigd is, als de tweede, die van
de maanden Juli en Augustus. Natuurlijk
hebben de vlinders van het vroege voorjaar
gezorgd, dat de tweede generatie veel talrij
ker kan zijn.
De Vanessa Jo bemint-d£ zon, hoewel de
wijfjes meer donkere plaatsen opzoeken voor
het leggen van de eieren. Dan kiezen ze de
planten met kleurlooze bloemen, omdat ze
wel weten, dat hare kindertjes, de rupsjes,
zich gaarne zullen voeden met de bladeren
van brandnetels en meer dergelijke planten.
En zoolang nu de netelplanten nog niet ex
pres worden aangekweekt met het oog op het
vervaardigen van neteldoek, enz., zal de Dag
pauwoog-rups ons nog niet veel schade be-
zorgep en kunnen we dan ook deze soort wel
haar gang; laten gang.
Deze rupsen zal men dus des zomers op
brandnetels kunnen vinden, en deze kruipen
de wezentjes zien er niet onaardig uit. De
eitjes zijn groen met overlangsche strepen,
de rupsen zijn glanzig zwart, voorzien van
bruinachtige haren, die eenige overeenkomst
met dorens hebben, en verder getooid met
randjes van helderwitte stippen. De acht
buikpooten en de twee naschuivers zijn geel
achtig gekleurd.
Deze rupsen eten veel, doch wel vijf- of
zes maal ondergaan ze eene vervelling, waar
bij ze stug zijn en weinig eetlust betoonen.
Evenals de poppen van andere Vanessa-
soorten hangen die van den Dagpauwoog
met den kop omlaag, terwijl het achtereinde
met spinseldraden aan blad of stengel vast
gehecht is. Deze poppen zijn hoekig van
vorm en groenachtig bruin gekleurd.
Als bijzonder schadelijk kan onze schoen-
lapper. zooals de Vanessa Jo ook vyel ge
noemd wordt, niet aangegeven worden. Al
leen daar, waar de hopplant geteeld wordt,
kan hij weieens tot last zijn, omdat hij zich
ook gaarne met de bladeren van die plant
voedt. Natuurlijk doet de rups zulks
En zoo hebben we heden voor Februari
twee mooie vlinders bekeken die we straks in
het zomergetijde meer hebben te bewonderen
in haoge en vlugge vlucht.
't Zal niet gaan. om alle vlinders in een
jaar tiids te leeren kennen, want van de meer
dan 15000 geklassificeerde soorten komen er
ook vele honderden in onze streken voor
J. DAALDER Dz.
naar G. d'Apnunzio.
Toen donna Letizia met den zieke op haar
vleezige armen in een houding van aandoen
lijk medelijden- de kamer binnenkwam, liepen
al de meisjes op haar toe, in zucnten en ma
gen lucht gevende aan het weeke erbarmen
hunner bedroefde zieltjes. Met het gegons
der vrouwenstemmen in de kamer mengden
misdaad had bewaard hem de behulpzame
hand had gereikt naai" de lichte, in de zon
badende hoogien. En toch was het zoo. De
herinnering aan haar had het keerpunt ge
bracht in zijn leven, terwijl hij in de rookka
mer voor het uitgedoofde vuur zat en de
koude wind bij rukken door den wijden
schoorsteen klaagde.
Was het niet voor haar geweest, hij zou
zijn tanden op elkaar geklemd en het uitge
vochten hebben, zich schrap gezet en zichzelf
wijs gemaakt hebben, dat alles wel be
schouwd, zijn recht beter was dan dat van
den anderen man.
Hij zou niet openlijk hebben gestolen wat
niet het zijne was. Het lot had het hem gege
ven zonder zijn toedoen en hij had het wil
len behouden. Maar het gelaat van een wer
kend meisje verscheen en staarde in het zijne
en de moed ontzonk hem. Hij kon het niet
doen, want dan zou hij zich moeten scha
men, dat hij de vriendschap behield, die al
les voor hem was.
XXX.
Misdaden met succes zijn alleen gerecht
vaardigd.
Dryden.
Er was een groote verzameling bijeen. De
hertog en het gezelschap uit Bindlehurst wa
ren aangekomen. Auto's, rijtuigen en brake's
vulden den rijweg voor Belford Chase. Vroo-
lijke groepjes stapten er uit, traden de open
deuren binnen en liepen door de nieuwe ver
trekken en gangen. Zij waren vol lof over de
kamers zonder ramen, de lighallen, over d'e
volmaakt sanitaire en hygiënische inrichtin
gen, die het allernieuwste waren n de behan
deling en genezing van de tuberculose.
(Wordt vervolgd).
I